Betaalbaarheid. 4.1 Er is een grote behoefte aan betaalbare woningen in Nederland. Om aan te sluiten bij die grote behoefte streven we ernaar dat twee derde (600.000 woningen) van de nieuwe woningen betaalbaar zijn: op landelijk, provinciaal en regionaal niveau. Onder het betaalbare segment vallen de sociale huurwoningen, huurwoningen vanaf de sociale huurgrens tot een max van €1000 per maand en koopwoningen tot onder de €355.000. De regionale uitwerking hiervan komen terug in bijlage I en bijlage II. 4.2 In de Nationale Prestatieafspraken met de corporatiesector is opgenomen dat corporaties verant- woordelijk zijn voor de bouw van nationaal 250.000 sociale huurwoningen en 50.000 middenhuur woningen. Ook de regionale opgave binnen de corporatiesector wordt nader uitgewerkt in de bijlage I en II. 4.3 In de Nationale Prestatieafspraken is ook opgenomen dat het aantal woningen met een huurprijs tot 550 euro (prijspeil 2020) in de totale corporatievoorraad niet afneemt. Gemeenten houden in de lokale prestatieafspraken tussen gemeenten en corporaties hier rekening mee. 4.4 Gemeenten, provincies en Rijk spannen zich in, in lijn met de Nationale Prestatieafspraken, voor voldoende steun en locaties om de afgesproken aantallen sociale huurwoningen daadwerkelijk te realiseren. 4.5 Om provincies, gemeenten en corporaties te ondersteunen bij het realiseren van versnelling van de nieuwbouw van sociale huurwoningen, kunnen de expertteams, de Taskforce Nieuwbouw Woning- corporaties en de Taskforce versnellen tijdelijke huisvesting worden ingezet. De Taskforce Nieuw- bouw Woningcorporaties, die bestaat uit leden namens alle betrokken partijen, kan bestuurlijk hulp bieden wanneer er belemmeringen worden geconstateerd bij het realiseren van de gemeentelijke bouwopgave voor sociale huurwoningen, waaronder flexwoningen. 4.6 Om te zorgen dat er voldoende woningen zijn voor starters en mensen met een middeninkomen zijn tot en met 2030 Nationaal 350.000 betaalbare koop- en midden huurwoningen nodig. In het beleidsprogramma ‘betaalbaar wonen’ is dan ook het streven opgenomen dat 40% van de nieuw- bouw plaats vindt in deze segmenten. Het aandeel van de provincies Drenthe en Groningen is opge- nomen in bijlage I & II. 4.7 In het beleidsprogramma ‘een thuis voor iedereen’ is opgenomen dat via de regionale woning- bouwprogrammering de nieuwbouw van sociale huurwoningen zo wordt ingepland dat wordt toegewerkt naar een meer evenwichtige verdeling van de woningvoorraad met een streven naar 30% sociale huurwoningen in de woningvoorraad. Daarbij wordt rekening gehouden met spe- cifieke situaties in de regio waarbij het toegroeien naar 30% evident niet logisch of haalbaar is. In de regionale samenwerking wordt geagendeerd en geëvalueerd of gemeenten zich voldoende inspannen om te komen tot deze evenwichtige verdeling in de regio. Deze evaluaties vormen samen met onder andere woningmarktonderzoek en afstemming met de corporaties en huurdersorganisa- ties input voor actualisatie van de nieuwbouwopgave van sociale huurwoningen in de gemeentelijke woonvisie. Deze wordt op zijn beurt vertaald in de jaarlijkse prestatieafspraken tussen gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties. 4.8 Bij actualisaties van lokale, gemeentelijke woonzorgvisies brengen gemeenten deze in lijn met het beleidsprogramma ‘Een thuis voor iedereen’. Hiervoor maken de regiopartners in de regio Groningen-Assen een analyse van zowel de woon-, de zorg- als ondersteuningsbehoefte van de aandachtsgroepen. De analyse bestaat in ieder geval uit hoeveel mensen, welke aandachtsgroepen, hoeveel studenten, wat is de woonbehoefte en wat is de eventueel langdurige ondersteuningsbehoefte. De afstemming over de woonbouwopgave vindt op regionaal niveau plaats. De provincies vervul- len een coördinerende rol in het afstemmingsproces. Daarnaast zien de provincies erop toe dat de woonzorgvisies van de gemeenten in overeenstemming zijn met de afspraken gemaakt in deze Woondeal regio Groningen-Assen. 4.9 Na de regionale analyse van woon-, zorg-, als ondersteuningsbehoefte vindt een herijking plaats van de afspraken die in de woondealregio gemaakt zijn m.b.t. de huisvesting van aandachtsgroepen, en wonen en zorg voor ouderen. De uitkomsten van de woon-, zorg-, als ondersteuningsbehoefte zijn input voor het actualiseren van de bestaande woondealafspraken.
Appears in 2 contracts
Samples: Interprovinciale Woondeal, Interprovinciale Woondeal
Betaalbaarheid. 4.1 Er is een grote behoefte aan betaalbare woningen in Nederland. Om aan te sluiten bij die grote behoefte streven we ernaar dat twee derde (600.000 woningen) van de nieuwe woningen betaalbaar zijn: op landelijk, provinciaal en regionaal niveau. Onder het betaalbare segment vallen de sociale huurwoningen, huurwoningen vanaf de sociale huurgrens tot een max van €1000 per maand en koopwoningen tot onder de €355.000. De regionale uitwerking hiervan komen terug in bijlage I en bijlage II.
4.2 In de Nationale Prestatieafspraken met de corporatiesector is opgenomen dat corporaties verant- woordelijk zijn voor de bouw van nationaal 250.000 sociale huurwoningen en 50.000 middenhuur woningen. Ook de regionale opgave binnen de corporatiesector wordt nader uitgewerkt in de bijlage I en II.
4.3 In de Nationale Prestatieafspraken is ook opgenomen dat het aantal woningen met een huurprijs tot 550 euro (prijspeil 2020) in de totale corporatievoorraad niet afneemt. Gemeenten houden in de lokale prestatieafspraken tussen gemeenten en corporaties hier rekening mee.
4.4 Gemeenten, provincies en Rijk spannen zich in, in lijn met de Nationale Prestatieafspraken, voor voldoende steun en locaties om de afgesproken aantallen sociale huurwoningen daadwerkelijk te realiseren.
4.5 Om provincies, gemeenten en corporaties te ondersteunen bij het realiseren van versnelling van de nieuwbouw van sociale huurwoningen, kunnen de expertteams, de Taskforce Nieuwbouw Woning- corporaties en de Taskforce versnellen tijdelijke huisvesting worden ingezet. De Taskforce Nieuw- bouw Woningcorporaties, die bestaat uit leden namens alle betrokken partijen, kan bestuurlijk hulp bieden wanneer er belemmeringen worden geconstateerd bij het realiseren van de gemeentelijke bouwopgave voor sociale huurwoningen, waaronder flexwoningen.
4.6 Om te zorgen dat er voldoende woningen zijn voor starters en mensen met een middeninkomen zijn tot en met 2030 Nationaal 350.000 betaalbare koop- en midden huurwoningen nodig. In het beleidsprogramma ‘betaalbaar wonen’ is dan ook het streven opgenomen dat 40% van de nieuw- bouw plaats vindt in deze segmenten. Het aandeel van de provincies Drenthe en Groningen is opge- nomen in bijlage I & II.
4.7 In het beleidsprogramma ‘een thuis voor iedereen’ is opgenomen dat via de regionale woning- bouwprogrammering de nieuwbouw van sociale huurwoningen zo wordt ingepland dat wordt toegewerkt naar een meer evenwichtige verdeling van de woningvoorraad met een streven naar 30% sociale huurwoningen in de woningvoorraad. Daarbij wordt rekening gehouden met spe- cifieke situaties in de regio waarbij het toegroeien naar 30% evident niet logisch of haalbaar is. In de regionale samenwerking wordt geagendeerd en geëvalueerd of gemeenten zich voldoende inspannen om te komen tot deze evenwichtige verdeling in de regio. Deze evaluaties vormen samen met onder andere woningmarktonderzoek en afstemming met de corporaties en huurdersorganisa- ties input voor actualisatie van de nieuwbouwopgave van sociale huurwoningen in de gemeentelijke woonvisie. Deze wordt op zijn beurt vertaald in de jaarlijkse prestatieafspraken tussen gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties.
4.8 Bij actualisaties van lokale, gemeentelijke woonzorgvisies brengen gemeenten deze in lijn met het beleidsprogramma ‘Een thuis voor iedereen’. Hiervoor maken de regiopartners in de regio Groningen-Assen een analyse van zowel de woon-, de zorg- als ondersteuningsbehoefte van de aandachtsgroepen. De analyse bestaat in ieder geval uit hoeveel mensen, welke aandachtsgroepen, hoeveel studenten, wat is de woonbehoefte en wat is de eventueel langdurige ondersteuningsbehoefte. De afstemming over de woonbouwopgave vindt op regionaal niveau plaats. De provincies vervul- len een coördinerende rol in het afstemmingsproces. Daarnaast zien de provincies erop toe dat de woonzorgvisies van de gemeenten in overeenstemming zijn met de afspraken gemaakt in deze Woondeal regio Groningen-Assen.Assen.
4.9 Na de regionale analyse van woon-, zorg-, als ondersteuningsbehoefte vindt een herijking plaats van de afspraken die in de woondealregio gemaakt zijn m.b.t. de huisvesting van aandachtsgroepen, en wonen en zorg voor ouderen. De uitkomsten van de woon-, zorg-, als ondersteuningsbehoefte zijn input voor het actualiseren van de bestaande woondealafspraken.
Appears in 1 contract
Samples: Interprovinciale Woondeal
Betaalbaarheid. 4.1 Er Betaalbare huur- en koopwoningen in de nieuwbouw
5.1 De regio zet zich in voor de realisatie van 780 betaalbare huur- en koopwoningen in de nieuwbouw.
5.2 De regio zet zich in voor de realisatie van 30 middenhuur woningen en 165 goedkope woningen. Het aandeel betaalbare huur- en koopwoningen in de regio telt op tot 61%.
5.3 Hiermee is een grote behoefte het regioaandeel 4,7% van de Zeeuwse opgaven gerealiseerd in het betaalbare segment. Dit is 0,2% van de totale nationale opgaven (te weten 350.000 woningen).
5.4 In tabel 3 is weergegeven wat de ambitie is van Schouwen-Duiveland, zowel qua aantallen als de betaalbaarheid van de bruto toevoegingen aan betaalbare woningen de woningvoorraad. De regio zet zich in Nederlandom 2/3 betaalbaarheid te bereiken vanaf 2025. Om aan Tabel 3: Ambitie van de gemeente Schouwen-Duiveland van 2022 tot en met 2030, uitgesplitst naar betaalbaarheidstype van de woningen. Gemeente/regio Periode Ambitie (te sluiten bij die grote behoefte streven we ernaar dat twee derde (600.000 realiseren woningen) van de nieuwe Sociale huur- woningen betaalbaar zijn: op landelijk, provinciaal en regionaal niveau. Onder het betaalbare segment vallen de sociale huurwoningen, huurwoningen Aantal Huur- woningen vanaf de sociale huurgrens tot een max van €1000 per maand en koopwoningen tot Aantal Koop- woningen (onder de €355.000) Aantal Koop- woningen (> €355.000) Aantal Percentage betaalbaar Schouwen-Duiveland 2022-2024 330 101 33 68 129 60,9% 2025-2030 795 242 88 200 265 66,7% Bruto Plancapaciteit 1.280 390 130 265 495 61,3% Corporatiewoningen in de regio
5.5 Binnen de regio zetten de corporaties zich in voor de realisatie van 400 corporatiewoningen. De regionale uitwerking hiervan komen terug in bijlage I Hiervan is 97,5% sociale huur en bijlage II2,5% middenhuur.
4.2 In 5.6 Het streven is om de Nationale Prestatieafspraken met sociale huurvoorraad te laten toenemen. Voor de corporatiesector gemeente Schouwen-Duiveland is opgenomen dat corporaties verant- woordelijk zijn voor de bouw van nationaal 250.000 sociale huurwoningen en 50.000 middenhuur woningen. Ook de regionale opgave binnen de corporatiesector wordt nader uitgewerkt in de bijlage I en IIdit percentage 22%.
4.3 In 5.7 Indien de Nationale Prestatieafspraken gemeente onder het percentage zit van 30 % is de vraag op welke wijze zij tot een betere balans komen. Per kern bepalen we de behoefte aan woningen in een kernprofiel (analyse van bestaande woningvoorraad en behoefte), hierin wordt ook opgenomen dat de behoefte en mogelijkheden tot het aantal woningen met een huurprijs tot 550 euro (prijspeil 2020) in de totale corporatievoorraad niet afneemt. Gemeenten houden in de lokale prestatieafspraken tussen gemeenten en corporaties hier rekening mee.
4.4 Gemeenten, provincies en Rijk spannen zich in, in lijn met de Nationale Prestatieafspraken, voor voldoende steun en locaties om de afgesproken aantallen sociale huurwoningen daadwerkelijk te realiseren.
4.5 Om provincies, gemeenten en corporaties te ondersteunen bij het realiseren van versnelling van de nieuwbouw van sociale huurwoningen, kunnen de expertteams, de Taskforce Nieuwbouw Woning- corporaties en de Taskforce versnellen tijdelijke huisvesting worden ingezet. De Taskforce Nieuw- bouw Woningcorporaties, die bestaat uit leden namens alle betrokken partijen, kan bestuurlijk hulp bieden wanneer er belemmeringen worden geconstateerd bij het realiseren van de gemeentelijke bouwopgave voor sociale huurwoningen, waaronder flexwoningen.
4.6 Om te zorgen dat er voldoende woningen zijn voor starters en mensen met een middeninkomen zijn tot en met 2030 Nationaal 350.000 betaalbare koop- en midden huurwoningen nodig. In het beleidsprogramma ‘betaalbaar wonen’ is dan ook het streven opgenomen dat 40% van de nieuw- bouw plaats vindt in deze segmenten. Het aandeel van de provincies Drenthe en Groningen is opge- nomen in bijlage I & II.
4.7 In het beleidsprogramma ‘een thuis voor iedereen’ is opgenomen dat via de regionale woning- bouwprogrammering de nieuwbouw toevoegen van sociale huurwoningen zo wordt ingepland dat wordt toegewerkt naar een meer evenwichtige verdeling van meegenomen om de woningvoorraad met een streven naar 30% sociale huurwoningen in de woningvoorraad. Daarbij wordt rekening gehouden met spe- cifieke situaties in de regio waarbij het toegroeien naar 30% evident niet logisch of haalbaar is. In de regionale samenwerking wordt geagendeerd en geëvalueerd of gemeenten zich voldoende inspannen om huurvoorraad te komen tot deze evenwichtige verdeling in de regio. Deze evaluaties vormen samen met onder andere woningmarktonderzoek en afstemming met de corporaties en huurdersorganisa- ties input voor actualisatie van de nieuwbouwopgave van sociale huurwoningen in de gemeentelijke woonvisie. Deze wordt op zijn beurt vertaald in de jaarlijkse prestatieafspraken tussen gemeenten, corporaties en huurdersorganisatieslaten toenemen.
4.8 Bij actualisaties van lokale, gemeentelijke woonzorgvisies brengen gemeenten deze in lijn met het beleidsprogramma ‘Een thuis voor iedereen’. Hiervoor maken de regiopartners in de regio Groningen-Assen een analyse van zowel de woon-, de zorg- als ondersteuningsbehoefte van de aandachtsgroepen. De analyse bestaat in ieder geval uit hoeveel mensen, welke aandachtsgroepen, hoeveel studenten, wat is de woonbehoefte en wat is de eventueel langdurige ondersteuningsbehoefte. De afstemming over de woonbouwopgave vindt op regionaal niveau plaats. De provincies vervul- len een coördinerende rol in het afstemmingsproces. Daarnaast zien de provincies erop toe dat de woonzorgvisies van de gemeenten in overeenstemming zijn met de afspraken gemaakt in deze Woondeal regio Groningen-Assen.
4.9 Na de regionale analyse van woon-, zorg-, als ondersteuningsbehoefte vindt een herijking plaats van de afspraken die in de woondealregio gemaakt zijn m.b.t. de huisvesting van aandachtsgroepen, en wonen en zorg voor ouderen. De uitkomsten van de woon-, zorg-, als ondersteuningsbehoefte zijn input voor het actualiseren van de bestaande woondealafspraken.
Appears in 1 contract
Samples: Zeeuwse Woondeal 2023
Betaalbaarheid. 4.1 Er is AMBITIE/DOELEN PERIODE 2017 T/M 2021
1.1 WoCom voert een grote behoefte aan betaalbare woningen in Nederlandgematigd huurbeleid. Om aan te sluiten bij die grote behoefte streven we ernaar Streefhuurprijzen zijn dusdanig gematigd dat twee derde (600.000 woningen) 85% van de nieuwe woningen betaalbaar zijn: op landelijk, provinciaal en regionaal niveau. Onder het betaalbare segment vallen de sociale huurwoningen, huurwoningen vanaf de sociale huurgrens tot woningbezit een max van €1000 per maand en koopwoningen tot huurprijs heeft onder de €355.000hoogste aftoppingsgrens, waarvan 70% onder de eerste aftoppingsgrens. De regionale uitwerking hiervan komen terug in bijlage I en bijlage II.
4.2 In de Nationale Prestatieafspraken met de corporatiesector is opgenomen dat corporaties verant- woordelijk zijn voor de bouw van nationaal 250.000 sociale huurwoningen en 50.000 middenhuur woningen. Ook de regionale opgave binnen de corporatiesector wordt nader uitgewerkt in de bijlage I en II.
4.3 In de Nationale Prestatieafspraken is ook opgenomen dat het aantal woningen met een huurprijs tot 550 euro (prijspeil 2020) in de totale corporatievoorraad niet afneemt. Gemeenten houden in de lokale prestatieafspraken tussen gemeenten en corporaties hier rekening mee.
4.4 Gemeenten, provincies en Rijk spannen zich in, in lijn met de Nationale Prestatieafspraken, voor voldoende steun en locaties om de afgesproken aantallen sociale huurwoningen daadwerkelijk te realiseren.
4.5 Om provincies, gemeenten en corporaties te ondersteunen bij het realiseren van versnelling van de nieuwbouw van sociale huurwoningen, kunnen de expertteams, de Taskforce Nieuwbouw Woning- corporaties en de Taskforce versnellen tijdelijke huisvesting worden ingezet. De Taskforce Nieuw- bouw Woningcorporaties, die bestaat uit leden namens alle betrokken partijen, kan bestuurlijk hulp bieden wanneer er belemmeringen worden geconstateerd bij het realiseren van de gemeentelijke bouwopgave voor sociale huurwoningen, waaronder flexwoningen.
4.6 Om te zorgen Hierdoor zorgt woCom dat er voldoende woningen beschikbaar zijn voor starters woningzoekenden met een inkomen onder de huurtoeslagnorm. Jaarlijks wordt de slaagkans van de diverse inkomensdoelgroepen gemonitord en bekeken of aanpassingen noodzakelijk zijn. woCom
1.2 WoCom voldoet aan de landelijke wet en regelgeving op het gebied van woning toewijzen (passend toewijzen en de maximale inkomensgrenzen). woCom
1.3 WoCom gebruikt de beperkte wettelijke mogelijkheden om ook toe te wijzen aan woningzoekenden met een hoger inkomen die niet op de particuliere markt terecht kunnen. Op dat moment wordt er bewust scheef toegewezen. Dit vanwege de op dit moment nog beperkte mogelijkheden voor deze doelgroep om op de particuliere markt geschikte huisvesting te vinden en om op deze manier bewust te differentiëren. Woningcorporaties moeten per 1 januari 2016 tenminste 90% van de vrijkomende sociale huurwoningen toewijzen aan de doelgroep, mensen met een middeninkomen zijn inkomen tot en met 2030 Nationaal 350.000 betaalbare koop- en midden huurwoningen nodig€ 39.874. In het beleidsprogramma ‘betaalbaar wonen’ is dan ook het streven opgenomen dat 40Tenminste 80% van de nieuw- bouw plaats vindt in deze segmentenvrijkomende sociale huurwoningen moet gaan naar huishoudens met een inkomen tot € 35.739. Het aandeel woCom
1.4 WoCom beperkt de huurverhoging tot inflatie. Wanneer dit niet mogelijk is vanwege de continuiteit van de provincies Drenthe en Groningen is opge- nomen in bijlage I & II.
4.7 In het beleidsprogramma ‘een thuis voor iedereen’ is opgenomen dat via de regionale woning- bouwprogrammering de nieuwbouw van sociale huurwoningen zo wordt ingepland dat wordt toegewerkt naar een meer evenwichtige verdeling van de woningvoorraad met een streven naar 30% sociale huurwoningen in de woningvoorraad. Daarbij wordt rekening gehouden met spe- cifieke situaties in de regio waarbij het toegroeien naar 30% evident niet logisch of haalbaar is. In de regionale samenwerking wordt geagendeerd en geëvalueerd of gemeenten zich voldoende inspannen om te komen tot deze evenwichtige verdeling in de regio. Deze evaluaties vormen samen met onder andere woningmarktonderzoek en afstemming bedrijfsvoering, dan vindt hierover overleg plaats met de corporaties huurdersorganisatie en huurdersorganisa- ties input voor actualisatie volgt het adviestraject omtrent de huurverhoging. woCom
1.5 Partijen zetten zich in om bij betalingsproblemen bij huurders zo snel mogelijk en adequaat te handelen en in samenwerking met budget- en schuldhulpverleningsinstanties achterstanden en ontruimingen zoveel mogelijk te voorkomen. Via het Sociaal Team vindt monitoring van dit traject plaats. gemeente/ woCom
1.6 Partijen werken samen op het gebied van schuldhulpverlening. Probleemsituaties worden in het Sociale Team ingebracht. Tweejaarlijks wordt de nieuwbouwopgave gang van sociale huurwoningen zaken geëvalueerd. gemeente/ woCom
1.7 Partijen zetten zich in om woonlasten te beperken. Dit uit zich in maatregelen die de gemeentelijke woonvisielasten (WOZ, afval), servicekosten, energielasten beperken of terugdringen. Deze wordt op zijn beurt vertaald in de jaarlijkse prestatieafspraken tussen gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties.
4.8 Bij actualisaties van lokale, gemeentelijke woonzorgvisies brengen gemeenten deze in lijn met het beleidsprogramma ‘Een thuis voor iedereen’. Hiervoor maken de regiopartners in de regio Groningen-Assen een analyse van zowel de woon-, de zorg- als ondersteuningsbehoefte van de aandachtsgroepen. De analyse bestaat in ieder geval uit hoeveel mensen, welke aandachtsgroepen, hoeveel studenten, wat is de woonbehoefte en wat is de eventueel langdurige ondersteuningsbehoefte. De afstemming over de woonbouwopgave vindt op regionaal niveau plaats. De provincies vervul- len een coördinerende rol in het afstemmingsproces. Daarnaast zien de provincies erop toe dat de woonzorgvisies van de gemeenten in overeenstemming zijn met de afspraken gemaakt in deze Woondeal regio Groningen-Assen.
4.9 Na de regionale analyse van woon-, zorg-, als ondersteuningsbehoefte vindt een herijking plaats van de afspraken die in de woondealregio gemaakt zijn m.b.t. de huisvesting van aandachtsgroepen, en wonen en zorg voor ouderen. De uitkomsten van de woon-, zorg-, als ondersteuningsbehoefte zijn input voor het actualiseren van de bestaande woondealafspraken.gemeente/ woCom 2017
Appears in 1 contract
Samples: Prestatieafspraken
Betaalbaarheid. 4.1 Er De maatschappij vindt wonen een primaire levensbehoefte. Daarom heeft de overheid samen met de woningcorporaties een verantwoordelijkheid voor de groep huishoudens die onvoldoende financiële middelen heeft om in de eigen woonbehoefte te voorzien. Voor deze doelgroep is het een grote behoefte aan betaalbare taak van de overheid om bij schaarste van beschikbare woningen in Nederlandde voorraad regulerend in te grijpen. Om aan te sluiten bij die grote behoefte streven we ernaar Actief participeren in de samenleving is belangrijk. Dit wordt mogelijk door een goede verhouding tussen de woonlasten en de overige lasten. Daarom zet de Gemeente de komende jaren in op het borgen van betaalbaar wonen. Samenwerkingsafspraken 2020 t/m 2021
5.1 Havensteder zorgt ervoor dat twee derde (600.000 woningen) van de nieuwe woningen betaalbaar zijn: op landelijk, provinciaal en regionaal niveau. Onder het betaalbare segment vallen de sociale huurwoningen, huurwoningen vanaf de sociale huurgrens tot een max van €1000 per maand en koopwoningen tot onder de €355.000. De regionale uitwerking hiervan komen terug in bijlage I en bijlage II.
4.2 In de Nationale Prestatieafspraken met de corporatiesector is opgenomen dat corporaties verant- woordelijk zijn huurvoorraad voor de bouw van nationaal 250.000 sociale huurwoningen en 50.000 middenhuur woningen. Ook de regionale opgave binnen de corporatiesector wordt nader uitgewerkt in de bijlage I en II.
4.3 In de Nationale Prestatieafspraken is ook opgenomen dat het aantal tenminste 70% bestaat uit woningen met een huurprijs tot 550 euro de bovenste aftoppingsgrens.
5.2 Havensteder beperkt voor een klein deel de streefhuur van haar woningen ten behoeve van specifieke doelgroepen en kwetsbare doelgroepen en biedt daarvoor maatwerkoplossingen. Havensteder heeft onder andere 180 grote woningen speciaal afgetopt voor grote gezinnen (prijspeil 20204 en 5 slaapkamers). In de complexen Aida (Leger des Heils) en Librije zijn de woningen afgetopt voor jongeren. Dit gaat samen om 91 woningen.
5.3 Havensteder biedt maatwerk aan huishoudens die door een structurele inkomensdaling hun huur niet meer kunnen betalen. Bij de jaarlijkse huurverhoging ontziet Havensteder groepen die het financieel moeilijk hebben. Havensteder zoekt daarbij indien nodig samenwerking met de gemeente.
5.4 Havensteder zet in op doorstroming van ouderen middels het project Xxx Xxxxx naar Beter. Senioren kunnen onder voorwaarden van een 5-kamerwoning naar een (maximaal) 3 kamerwoning verhuizen. Ouderen uit de primaire doelgroep krijgen een tegemoetkoming in de totale corporatievoorraad niet afneemtkosten: • indien de huur van de nieuwe woning hoger is dan de huidige huur, betaalt men hetzelfde % maximale huur als de huur van de huidige woning; • bij de verhuizing betaalt men in deze gevallen geen dubbele maandhuur en geen administratiekosten. Gemeenten houden Daarnaast zet Havensteder de (huur)regeling die ze nu voor primaire doelgroep heeft, ook in voor de secundaire doelgroep, waarbij € 608,- dan wel de minimum huur wordt (passendheid). Ook voor de secundaire doelgroep zal dan gelden dat ze alleen meer dan € 608,- huur gaan betalen als de nieuwe woning meer kwaliteit heeft dan de oude woning. Dit is zo wanneer hetzelfde % maximale huur als de huur van de huidige woning, in de lokale prestatieafspraken tussen gemeenten en corporaties hier rekening meenieuwe woning boven de € 608,- komt. Deze regeling wordt begin 2021 geëvalueerd. De HRC maakt via haar kanalen actief promotie voor deze mogelijkheden.
4.4 Gemeenten, provincies 5.5 De Gemeente en Rijk spannen zich in, Havensteder hebben een gezamenlijke procedure ontwikkeld om woning- ontruiming ten gevolge van oplopende huurachterstand zoveel mogelijk te voorkomen. Sinds oktober 2014 is de samenwerking geformaliseerd in lijn met het Meldpunt Woningontruiming. Gemeente en Havensteder zullen via het Meldpunt Woningontruiming XL nauw blijven samenwerken in het tijdig doorgeven van signalen over het ontstaan en voortduren van problematiek bij huurders die kunnen leiden tot betalingsproblemen en die zonder een gezamenlijke actie uiteindelijk kunnen leiden tot woningontruiming. Gemeente en Havensteder controleren of deze afspraken voldoen aan de Nationale Prestatieafspraken, voor voldoende steun vigerende privacywetgeving en locaties om de afgesproken aantallen sociale huurwoningen daadwerkelijk te realiserenpassen zo nodig bovengenoemde samenwerkingsafspraken aan.
4.5 5.6 Partijen hebben de ambitie om woningontruiming als gevolg van huurschuld te voorkomen. Havensteder en de gemeente werken daartoe samen in Meldpunt Woningontruiming Capelle XL. Havensteder draagt hiervoor jaarlijks € 30.000,- bij aan het Meldpunt XL. Om provinciesde effectiviteit van het Meldpunt verder te vergroten, gemeenten werken Havensteder en corporaties de gemeente samen aan het verbeteren van procesafspraken met Stichting Welzijn Capelle. Aan de hand van een in 2020 op te ondersteunen stellen businesscase maken partijen inzichtelijk welke rol eenieder heeft, welke (maatschappelijke) kosten en -opbrengsten er zijn en hoe die zich verhouden tot deze partijen. Partijen vinden het belangrijk dat er duurzame oplossingen voor de huurder worden gerealiseerd. Daarom werken we aan de volgende doelstellingen: • Stichting Welzijn Capelle koppelt vroegtijdig inzet van maatschappelijk werk aan schuldhulpverlening. • Het aantal her-aanmeldingen (recidive) bij het realiseren Meldpunt is in 2021 met 25% gedaald ten opzichte van versnelling 2019. • Inzet van de nieuwbouw Meldpunt XL moet in 2021 leiden tot 25% minder ontruimingen ten opzichte van sociale huurwoningen, kunnen de expertteams, de Taskforce Nieuwbouw Woning- corporaties 2019. De effectiviteit van het Meldpunt wordt jaarlijks geëvalueerd. Op basis van deze evaluaties bespreken Havensteder en de Taskforce versnellen tijdelijke huisvesting worden ingezetgemeente in 2021 op welke wijze samenwerking aan het voorkomen van woningontruiming in de volgende afsprakenperiode wordt gecontinueerd.
5.7 Havensteder en de gemeente continueren gedurende deze afsprakenperiode maatwerk arrangementen voor huurders met betalingsachterstanden of andere financiële problematiek die een risico vormen voor de bestaanszekerheid van deze huurders. Deze arrangementen bestaan uit een combinatie van armoedebeleid/schulddienstverlening, huurprijs beleid en flankerend beleid.
5.8 Havensteder en gemeente geven uitvoering aan de procesafspraken met betrekking tot het Meldpunt Woningontruiming XL en het in 2019 afgesloten Convenant Meldpunt Woningontruiming XL.
5.9 De Gemeente en Havensteder werken samen, onder andere op het gebied van het voorkomen van woningontruimingen (het Meldpunt Woningontruiming XL), een goede leefbaarheid in Capelse buurten en een eerlijke en rechtvaardige woonruimtebemiddeling. Ten einde hier een goede invulling aan te geven wisselen Gemeente en Havensteder persoonsgegevens met elkaar uit. Dit wordt mogelijk gemaakt in de in 2019 afgesloten overeenkomsten Gegevenslevering Persoonsgegevens Wonen en de in de overeenkomst Gegevenslevering Persoonsgegevens Meldpunt Woningontruiming.
5.10 Betaalbaarheid gaat verder dan de kosten van wonen. De Taskforce Nieuw- bouw Woningcorporaties, die bestaat uit leden namens alle betrokken partijen, kan bestuurlijk hulp bieden wanneer er belemmeringen worden geconstateerd bij Gemeente zet haar beleid op het realiseren gebied van de gemeentelijke bouwopgave voor sociale huurwoningen, waaronder flexwoningen.
4.6 Om te zorgen dat er voldoende woningen zijn voor starters armoede- en mensen met een middeninkomen zijn tot en met 2030 Nationaal 350.000 betaalbare koop- en midden huurwoningen nodigschuldenproblematiek voort. In het beleidsprogramma ‘betaalbaar wonen’ kader van deze samenwerkingsafspraken is dan ook het streven opgenomen dat 40% vergroten van het gebruik van de nieuw- bouw plaats vindt in deze segmenten. Het aandeel inkomensondersteunende regelingen en van de provincies Drenthe voorzieningen die de financiële zelfredzaamheid vergroten, zoals budgettrainingen en Groningen is opge- nomen de admincafé’s van belang. Dit houdt extra inzet in bijlage I & IIvan voorlichting om de doelgroep te bereiken. Dit betekent dat medewerkers van Havensteder en leden van HRC goed op de hoogte moeten zijn van het aanbod van regelingen en voorzieningen en de Capelse sociale kaart. Havensteder en HRC zetten hun communicatiemiddelen in om huurders waar relevant dit aanbod onder de aandacht te brengen. Voor Havensteder en HRC gaat het daarbij om sociale media (bijv. website, Facebook, Twitter) en eigen informatiebladen. Bij de Gemeente betreft dit o.a. de gemeentelijke website, folders en voorlichtingsbijeenkomsten.
4.7 In 5.11 De gemeente heeft besloten een Meldpunt Vroegsignalering in het beleidsprogramma ‘een thuis voor iedereen’ is opgenomen leven te roepen. De gemeente heeft de wens dat via Havensteder en de regionale woning- bouwprogrammering gemeente in dit kader afspraken vastleggen met betrekking tot de nieuwbouw van sociale huurwoningen zo wordt ingepland dat wordt toegewerkt naar een meer evenwichtige verdeling versterking van de woningvoorraad met vroegsignalering van betalingsachterstanden om schuldenproblematiek te voorkomen. Samenwerkingsafspraken 2020 t/m 2021
5.12 De GR IJsselgemeenten voert voor de gemeente Capelle o.a. de Participatiewet uit. Voor iedere bijstandsgerechtigde, waarbij dat nodig is, worden de vaste lasten ingehouden op de uitkering. Doel is het voorkomen van woningontruiming.
5.13 Havensteder heeft, om al haar voorgenomen investeringen uit te voeren, komende jaren mogelijk een streven naar 30% sociale huurwoningen huurverhoging nodig die boven inflatie ligt. Havensteder bespreekt de mogelijkheden hiertoe in de woningvoorraad. Daarbij wordt rekening gehouden met spe- cifieke situaties in de regio waarbij het toegroeien naar 30% evident niet logisch of haalbaar is. In de regionale samenwerking wordt geagendeerd en geëvalueerd of gemeenten zich voldoende inspannen om te komen tot deze evenwichtige verdeling in de regio. Deze evaluaties vormen samen met onder andere woningmarktonderzoek en afstemming met de corporaties en huurdersorganisa- ties input voor actualisatie van de nieuwbouwopgave van sociale huurwoningen in de gemeentelijke woonvisie. Deze wordt op zijn beurt vertaald in overleg over de jaarlijkse prestatieafspraken tussen gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties.
4.8 Bij actualisaties van lokale, gemeentelijke woonzorgvisies brengen gemeenten deze in lijn huurverhoging met het beleidsprogramma ‘Een thuis voor iedereen’haar huurderskoepel De Brug. Hiervoor maken de regiopartners in de regio Groningen-Assen een analyse van zowel de woon-, de zorg- als ondersteuningsbehoefte van de aandachtsgroepen. De analyse bestaat in ieder geval uit hoeveel mensen, welke aandachtsgroepen, hoeveel studenten, wat is de woonbehoefte en wat is de eventueel langdurige ondersteuningsbehoefte. De afstemming over de woonbouwopgave vindt op regionaal niveau plaats. De provincies vervul- len een coördinerende rol in het afstemmingsproces. Daarnaast zien de provincies erop toe dat de woonzorgvisies van de gemeenten in overeenstemming zijn met de afspraken gemaakt in deze Woondeal regio Groningen-Assen.
4.9 Na de regionale analyse van woon-, zorg-, als ondersteuningsbehoefte vindt een herijking plaats van de afspraken die in de woondealregio gemaakt zijn m.b.t. de huisvesting van aandachtsgroepen, en wonen en zorg voor ouderen. De uitkomsten van de woon-, zorg-, als ondersteuningsbehoefte zijn input voor het actualiseren van de bestaande woondealafspraken.Samenwerkingsafspraken 2020 t/m 2021
Appears in 1 contract
Samples: Samenwerkingsafspraken
Betaalbaarheid. 4.1 Centrada volgt maximaal een inflatievolgend huurprijsbeleid. Mede door het passend toewijzen ontstaat een betere balans tussen inkomen en huurprijs. Er is blijft een grote behoefte aan betaalbare woningen in Nederland. Om aan te sluiten bij aandachtsgroep van bewoners die grote behoefte streven we ernaar dat twee derde (600.000 woningen) van de nieuwe woningen betaalbaar zijn: op landelijk, provinciaal en regionaal niveau. Onder het betaalbare segment vallen de sociale huurwoningen, huurwoningen vanaf de sociale huurgrens tot een max van €1000 per maand en koopwoningen tot onder de €355.000. De regionale uitwerking hiervan komen terug in bijlage I en bijlage II.
4.2 In de Nationale Prestatieafspraken met de corporatiesector is opgenomen dat corporaties verant- woordelijk zijn voor de bouw van nationaal 250.000 sociale huurwoningen en 50.000 middenhuur woningen. Ook de regionale opgave binnen de corporatiesector wordt nader uitgewerkt zonder ondersteuning in de bijlage I (financiële) problemen komen of daar geen oplossing voor vinden. Goede samenwerking op het gebied van bijvoorbeeld vroegsignalering van schulden en II.
4.3 In de Nationale Prestatieafspraken schuldhulpverlening is ook opgenomen dat essentieel. Conform het aantal woningen met een huurprijs tot 550 euro (prijspeil 2020) in de totale corporatievoorraad niet afneemt. Gemeenten houden in de lokale prestatieafspraken tussen gemeenten en corporaties hier rekening mee.
4.4 Gemeenten, provincies en Rijk spannen zich in, in lijn met de Nationale Prestatieafspraken, voor voldoende steun en locaties om de afgesproken aantallen sociale huurwoningen daadwerkelijk te realiseren.
4.5 Om provincies, gemeenten en corporaties te ondersteunen bij het realiseren van versnelling van de nieuwbouw van sociale huurwoningen, kunnen de expertteams, de Taskforce Nieuwbouw Woning- corporaties en de Taskforce versnellen tijdelijke huisvesting worden ingezet. De Taskforce Nieuw- bouw Woningcorporaties, die bestaat uit leden namens alle betrokken partijen, kan bestuurlijk hulp bieden wanneer er belemmeringen worden geconstateerd bij het realiseren raadsprogramma 2016-2022 zal verhoging van de gemeentelijke bouwopgave lasten voor sociale huurwoningen, waaronder flexwoningen.
4.6 Om de inwoners maximaal inflatievolgend zijn. Centrada beperkt de gemiddelde huurverhoging in juli 2021 tot maximaal de inflatie. Er wordt ge- bruik gemaakt van verschillende percentages (de huursombenadering) om de individuele huurprij- 4.1 zen dichter in de buurt te zorgen dat er voldoende woningen zijn voor starters en mensen met een middeninkomen zijn tot en met 2030 Nationaal 350.000 betaalbare koop- en midden huurwoningen nodig. In het beleidsprogramma ‘betaalbaar wonen’ is dan ook het streven opgenomen dat 40% laten komen van de nieuw- bouw plaats vindt voor de woning geldende streefhuur. Deze afspraak laat onverlet dat de HVOB in deze segmentenhet voorjaar van 2021 met Centrada overlegt over de precieze invul- ling van het huurbeleid voor dat jaar. Het aandeel Centrada draagt als partner bij aan de borging van de provincies Drenthe totstandkoming van het traject vroegsigna- lering en Groningen is opge- nomen in bijlage I & II.
4.7 In draagt zorg voor het beleidsprogramma aanleveren van kloppende betaalachterstand lijsten (conform de richtlijnen van het convenant ‘een thuis voor iedereenVroegsignalering’ is opgenomen dat via en de regionale woning- bouwprogrammering Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ). Door het bundelen van de nieuwbouw betaalachterstand-cijfers van sociale huurwoningen zo wordt ingepland dat wordt toegewerkt naar een meer evenwichtige verdeling woningbouw, nutsbedrijven en zorgverze- 4.2 keraars, kunnen vroegtijdig betaalproblemen gedetecteerd worden. De gemeente Lelystad neemt de regierol op het traject vroegsignalering en monitort de afspraken zoals ze in de samenwerkingsovereenkomst ‘Vroegsignalering’ worden opgenomen. Bij het voorkomen van huurachterstanden is Centrada afhankelijk van de woningvoorraad met capaciteit en slagvaardig- heid van schuldhulpverlenende organisaties. De gemeente spant zich in voor voldoende capaciteit en ondersteuning . Als er wachtlijsten ontstaan treden partijen in overleg om een streven oplossing te vinden. Indien een huurder een uitkering ontvangt en huurbetalingsproblemen heeft kan een traject in 4.3 gang worden gezet waarmee de huur wordt betaald uit de uitkering. Dit is onderdeel van het pré screening proces voordat overdacht naar 30% sociale huurwoningen de deurwaarder plaatsvindt. De huidige samenwerking tussen gemeente en Centrada op dit onderdeel zetten we in 2021 voort. De gemeente, Centrada en zorgorganisaties werken samen volgens de woningvoorraad. Daarbij wordt rekening gehouden met spe- cifieke situaties in de regio waarbij het toegroeien naar 30% evident niet logisch of haalbaar is. In de regionale samenwerking wordt geagendeerd en geëvalueerd of gemeenten zich voldoende inspannen om te komen tot deze evenwichtige verdeling in de regio. Deze evaluaties vormen samen met onder andere woningmarktonderzoek en afstemming met de corporaties en huurdersorganisa- ties input voor actualisatie van de nieuwbouwopgave van sociale huurwoningen in de gemeentelijke woonvisie. Deze wordt op zijn beurt vertaald in de jaarlijkse prestatieafspraken tussen gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties.
4.8 Bij actualisaties van lokale, gemeentelijke woonzorgvisies brengen gemeenten deze in lijn met het beleidsprogramma samenwerkingsovereen- 4.4 komst ‘Een thuis voor iedereenVoorkomen huisuitzetting’. Hiervoor maken De gemeente neemt het initiatief om de regiopartners in de regio Groningen-Assen een analyse voortgang van zowel de woon-, de zorg- als ondersteuningsbehoefte van de aandachtsgroepen. De analyse bestaat in ieder geval uit hoeveel mensen, welke aandachtsgroepen, hoeveel studenten, wat is de woonbehoefte deze samenwerking periodiek te monitoren en wat is de eventueel langdurige ondersteuningsbehoefte. De afstemming over de woonbouwopgave vindt op regionaal niveau plaats. De provincies vervul- len een coördinerende rol in het afstemmingsproces. Daarnaast zien de provincies erop toe dat de woonzorgvisies van de gemeenten in overeenstemming zijn met de afspraken gemaakt in deze Woondeal regio Groningen-Assenevaluatie momenten af te spreken.
4.9 Na de regionale analyse van woon-, zorg-, als ondersteuningsbehoefte vindt een herijking plaats van de afspraken die in de woondealregio gemaakt zijn m.b.t. de huisvesting van aandachtsgroepen, en wonen en zorg voor ouderen. De uitkomsten van de woon-, zorg-, als ondersteuningsbehoefte zijn input voor het actualiseren van de bestaande woondealafspraken.
Appears in 1 contract
Samples: Prestatieafspraken