Bewijs van oorsprong en administratieve samenwerking. 1. Bewijzen van oorsprong die op de juiste wijze door Israël of een van de nieuwe lidstaten zijn afgegeven in het kader van bilaterale vrij- handelsovereenkomsten of autonome regelingen die deze landen onder- ling toepassen, worden in de betrokken landen in het kader van dit pro- tocol aanvaard, mits: a. de verkrijging van de oorsprong met zich meebrengt dat een pre- ferentieel tarief wordt gehanteerd overeenkomstig de in de interim- overeenkomst tussen de Euro-mediterrane overeenkomst of in het stelsel van algemene preferenties van de Gemeenschap opgenomen preferen- tiële tariefmaatregelen; b. het bewijs van oorsprong en de vervoersdocumenten uiterlijk op de dag vóór de datum van toetreding zijn afgegeven; c. het bewijs van oorsprong binnen een periode van vier maanden na de toetreding bij de douaneautoriteiten is ingediend. Indien goederen vóór de datum van toetreding zijn aangegeven voor invoer in Israël of een nieuwe lidstaat op grond van op dat tijdstip tus- sen Israël en die nieuwe lidstaat geldende bilaterale vrijhandelsover- eenkomsten of autonome regelingen, kunnen op grond van die overeen- komsten of regelingen nadien afgegeven bewijzen van oorsprong ook worden aanvaard, mits het bewijs binnen vier maanden na de datum van toetreding aan de douaneautoriteiten wordt overgelegd. 2. Israël en de nieuwe lidstaten mogen vergunningen waarmee de sta- tus van „toegelaten exporteur” is verleend in het kader van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten of autonome regelingen die zij onderling toepassen, blijven gebruiken, mits: a. een dergelijke bepaling ook is opgenomen in de door Israël vóór de toetredingsdatum met de Gemeenschap gesloten overeenkomst, en b. de toegelaten exporteurs de regels van oorsprong uit hoofde van die overeenkomst toepassen. Deze vergunningen worden uiterlijk één jaar na de datum van toetre- ding vervangen door nieuwe vergunningen die onder de voorwaarden van de Euro-mediterrane overeenkomst worden afgegeven. 3. Verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong die zijn afgegeven op grond van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten of autonome regelingen bedoeld in de leden 1 en 2 hierboven kunnen door de bevoegde douaneautoriteiten van Israël of de nieuwe lidstaten wor- den ingediend en worden door die autoriteiten aanvaard gedurende een periode van drie jaar na de afgifte van het betrokken bewijs van oor- sprong. Die controles worden verricht overeenkomstig de bilaterale vrij- handelsovereenkomsten die op de datum van afgifte van de bewijzen van oorsprong van kracht waren.
Appears in 1 contract
Samples: Euro Mediterrane Overeenkomst
Bewijs van oorsprong en administratieve samenwerking. 1. Bewijzen van oorsprong die op de juiste wijze zijn afgegeven door Israël Tunesie¨ of een van de nieuwe lidstaten zijn afgegeven lidstaat in het kader van bilaterale vrij- handelsovereenkomsten preferentiële overeen- komsten of autonome regelingen die deze landen onder- ling toepassentussen hen van toepassing zijn, worden worden, krachtens dit protocol, in de betrokken desbetreffende landen in het kader van dit pro- tocol aanvaard, mitsop voorwaarde dat:
a. de verkrijging aanvaarding van dergelijke oorsprong betekent dat een preferent- ie¨le tariefbehandeling wordt toegepast op basis van de oorsprong met zich meebrengt dat een pre- ferentieel tarief wordt gehanteerd overeenkomstig de preferentie¨le tariefmaatregelen die in de interim- overeenkomst tussen de Euro-mediterrane overeenkomst Europese Unie en Tunesie¨ zijn opgenomen of in op basis van het communautaire stelsel van algemene preferenties van de Gemeenschap opgenomen preferen- tiële tariefmaatregelentariefpreferenties;
b. het bewijs van oorsprong en de vervoersdocumenten uiterlijk op de dag vóór de datum van toetreding zijn afgegeven;
c. het bewijs van oorsprong binnen een periode van vier maanden na de datum van toetreding bij de douaneautoriteiten is wordt ingediend. Indien goederen vóór de datum van toetreding ten invoer zijn aangegeven voor invoer aange- geven in Israël Tunesie¨ of een nieuwe lidstaat op grond van op dat tijdstip tus- sen Israël Tunesie¨ en die nieuwe lidstaat geldende bilaterale vrijhandelsover- eenkomsten preferentiële overeenkom- sten of autonome regelingen, kunnen achteraf op grond van die overeen- komsten overeenkomsten of regelingen nadien achteraf afgegeven bewijzen van oorsprong oor- sprong ook worden aanvaard, mits het bewijs binnen vier maanden na de datum van toetreding aan de douaneautoriteiten wordt overgelegd.
2. Israël Tunesie¨ en de nieuwe lidstaten mogen vergunningen waarmee de sta- tus status van „,,toegelaten exporteur” ’’ is verleend in het kader van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten preferen- tiële overeenkomsten of autonome regelingen die zij onderling toepassentoepas- sen, blijven gebruiken, mits:
a. een dergelijke bepaling ook is opgenomen in de door Israël Tunesie¨ vóór de toetredingsdatum met de Gemeenschap gesloten overeenkomst, en;
b. de toegelaten exporteurs de regels van oorsprong uit hoofde van die overeenkomst toepassen. Deze vergunningen worden moeten uiterlijk één jaar na de datum van toetre- ding worden vervangen door nieuwe vergunningen die onder de voorwaarden voor- waarden van de Euro-mediterrane overeenkomst worden zijn afgegeven.
3. Verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong die zijn afgegeven op grond van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten of autonome de preferentiële overeenkomsten en auto- nome regelingen zoals bedoeld in de leden 1 en 2 hierboven kunnen door de bevoegde douaneautoriteiten van Israël of de nieuwe lidstaten wor- den ingediend en worden door die autoriteiten aanvaard 2, moeten gedurende een periode van drie jaar na de afgifte van het betrokken bewijs van oor- sprong. Die controles oorsprong worden verricht overeenkomstig aanvaard door de bilaterale vrij- handelsovereenkomsten die op bevoegde douaneautoriteiten van Tunesie¨ of de datum nieuwe lidstaten en kunnen gedurende een periode van afgifte drie jaar vanaf de aan- vaarding van de bewijzen het bewijs van oorsprong nog worden gedaan door die autoriteiten ter rechtvaardiging van kracht wareneen invoeraangifte.
Appears in 1 contract
Samples: Euro Mediterranean Agreement
Bewijs van oorsprong en administratieve samenwerking. 1. Bewijzen van oorsprong die op de juiste wijze door Israël of een van de nieuwe lidstaten zijn afgegeven in het kader van bilaterale vrij- handelsovereenkomsten vrijhandelsovereenkomsten of autonome regelingen die deze landen onder- ling onderling toepassen, worden in de betrokken landen in het kader van dit pro- tocol protocol aanvaard, mits:
a. a) de verkrijging van de oorsprong met zich meebrengt dat een pre- ferentieel preferentieel tarief wordt gehanteerd overeenkomstig de in de interim- overeenkomst interimovereenkomst tussen de Euro-mediterrane overeenkomst over- eenkomst of in het stelsel van algemene preferenties van de Gemeenschap opgenomen preferen- tiële preferentiële tariefmaatregelen;
b. b) het bewijs van oorsprong en de vervoersdocumenten uiterlijk op de dag vóór de datum van toetreding zijn afgegeven;
c. c) het bewijs van oorsprong binnen een periode van vier maanden maan- den na de toetreding bij de douaneautoriteiten is ingediend. Indien goederen vóór de datum van toetreding zijn aangegeven voor invoer in Israël of een nieuwe lidstaat op grond van op dat tijdstip tus- sen tussen Israël en die nieuwe lidstaat geldende bilaterale vrijhandelsover- eenkomsten vrijhandelsovereenkomsten of autonome regelingen, kunnen op grond van die overeen- komsten overeenkomsten of regelingen nadien afgegeven bewijzen van oorsprong ook worden aanvaard, mits het bewijs binnen vier maanden na de datum van toetreding aan de douaneautoriteiten dou- aneautoriteiten wordt overgelegd.
2. Israël en de nieuwe lidstaten mogen vergunningen waarmee waar- mee de sta- tus status van „toegelaten exporteur” is verleend in het kader van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten of autonome regelingen die zij onderling toepassen, blijven gebruiken, mits:
a. a) een dergelijke bepaling ook is opgenomen in de door Israël vóór de toetredingsdatum met de Gemeenschap gesloten overeenkomst, en
b. b) de toegelaten exporteurs de regels van oorsprong uit hoofde van die overeenkomst toepassen. Deze vergunningen worden uiterlijk één jaar na de datum van toetre- ding toetreding vervangen door nieuwe vergunningen die onder de voorwaarden van de Euro-mediterrane overeenkomst worden afgegeven.
3. Verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong oor- sprong die zijn afgegeven op grond van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten vrijhandels- overeenkomsten of autonome regelingen bedoeld in de leden 1 en 2 hierboven kunnen door de bevoegde douaneautoriteiten van Israël of de nieuwe lidstaten wor- den worden ingediend en worden door die autoriteiten aanvaard gedurende een periode van drie jaar na de afgifte van het betrokken bewijs van oor- sprongoorsprong. Die controles worden verricht overeenkomstig de bilaterale vrij- handelsovereenkomsten vrijhan- delsovereenkomsten die op de datum van afgifte van de bewijzen bewij- zen van oorsprong van kracht waren.
Appears in 1 contract
Bewijs van oorsprong en administratieve samenwerking. 1. Bewijzen van oorsprong die op de juiste wijze door Israël Egypte of een van de nieuwe lidstaten zijn afgegeven in het kader van bilaterale vrij- handelsovereenkomsten preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen die deze landen onder- ling onderling toepassen, worden in de betrokken landen in het kader van dit pro- tocol protocol aanvaard, mits:
a. a) de verkrijging van de oorsprong met zich meebrengt dat een pre- ferentieel tarief wordt gehanteerd preferentiële tariefbe- handeling tot gevolg heeft overeenkomstig de in de interim- overeenkomst overeen- komst tussen de Euro-mediterrane overeenkomst Europese Unie en Egypte of in het stelsel van algemene preferenties van de Gemeenschap opgenomen preferen- tiële preferentiële tariefmaatregelen;
b. b) het bewijs van oorsprong en de vervoersdocumenten uiterlijk op de dag vóór de datum van toetreding zijn afgegeven;
c. c) het bewijs van oorsprong binnen een periode van vier maanden na de datum van toetreding bij de douaneautoriteiten is douane wordt ingediend. Indien goederen vóór de datum van toetreding zijn aangegeven voor invoer in Israël Egypte of een nieuwe lidstaat op grond van op dat tijdstip tus- sen Israël moment tussen Egypte en die nieuwe lidstaat geldende bilaterale vrijhandelsover- eenkomsten pre- ferentiële overeenkomsten of autonome regelingen, kunnen op grond van die overeen- komsten overeenkomsten of regelingen nadien achteraf afgegeven bewijzen van oorsprong ook worden aanvaard, mits het bewijs binnen vier maanden na de datum van toetreding aan de douaneautoriteiten dou- aneautoriteiten wordt overgelegd.
2. Israël Egypte en de nieuwe lidstaten mogen vergunningen waarmee waar- mee de sta- tus status van „toegelaten exporteur” is verleend in het kader van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen die zij onderling toepassen, blijven gebruiken, mits:
a. a) een dergelijke bepaling ook is opgenomen in de door Israël Egypte vóór de toetredingsdatum met de Gemeenschap gesloten overeenkomst, ; en
b. b) de toegelaten exporteurs de regels van oorsprong uit hoofde van krachtens die overeenkomst gel- dende oorsprongsregels toepassen. Deze vergunningen worden uiterlijk één een jaar na de toetredings- datum van toetre- ding vervangen door nieuwe vergunningen die onder volgens de voorwaarden van de Euro-mediterrane overeenkomst worden zijn afgegeven.
3. Verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong oor- sprong die zijn afgegeven op grond van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten of autonome regelingen bedoeld in de leden 1 en 2 hierboven bedoelde preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen kunnen door de bevoegde douaneautoriteiten van Israël Egypte of de nieuwe lidstaten wor- den worden ingediend en worden door die autoriteiten auto- riteiten aanvaard gedurende een periode van drie jaar na de afgifte van het betrokken be- trokken bewijs van oor- sprong. Die controles worden verricht overeenkomstig de bilaterale vrij- handelsovereenkomsten die op de datum van afgifte van de bewijzen van oorsprong van kracht warenoorsprong.
Appears in 1 contract
Samples: Protocol
Bewijs van oorsprong en administratieve samenwerking. 1. Bewijzen van oorsprong die op de juiste wijze zijn afgegeven door Israël Egypte of een van de nieuwe lidstaten zijn afgegeven lidstaat in het kader van bilaterale vrij- handelsovereenkomsten preferentiële overeenkomsten of autonome auto- nome regelingen die deze landen onder- ling toepassentussen hen van toepassing zijn, worden in de betrokken respectieve landen in het kader uit hoofde van dit pro- tocol protocol aanvaard, mitsop voorwaarde dat:
a. de verkrijging a) aanvaarding van de dergelijke oorsprong met zich meebrengt betekent dat een pre- ferentieel preferentieel tarief wordt gehanteerd overeenkomstig op basis van de preferentiële tariefmaatregelen die in de interim- overeenkomst tussen de Euro-mediterrane overeenkomst Europese Unie en Egypte zijn opgenomen of in op basis van het communautaire stelsel van algemene preferenties van de Gemeenschap opgenomen preferen- tiële tariefmaatregelentariefpreferenties;
b. b) het bewijs van oorsprong en de vervoersdocumenten uiterlijk op de dag vóór de datum van toetreding zijn afgegeven;
c. c) het bewijs van oorsprong binnen een de periode van vier maanden na de datum van toetreding bij de douaneautoriteiten is wordt ingediend. Indien goederen vóór de datum van toetreding zijn aangegeven voor invoer in Israël Egypte of een nieuwe lidstaat op grond van op dat tijdstip tus- sen Israël tussen Egypte en die nieuwe lidstaat geldende bilaterale vrijhandelsover- eenkomsten preferentiële overeenkomsten of autonome regelingenrege- lingen, kunnen op grond van die overeen- komsten overeenkomsten of regelingen nadien afgegeven afge- geven bewijzen van oorsprong ook worden aanvaard, mits het bewijs binnen vier maanden na de datum van toetreding aan de douaneautoriteiten wordt overgelegd.
2. Israël Egypte en de nieuwe lidstaten mogen vergunningen waarmee de sta- tus status van „toegelaten exporteur” is verleend in het kader van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen die zij onderling toepassen, blijven gebruiken, mits:
a. a) een dergelijke bepaling ook is opgenomen in de door Israël Egypte vóór de toetredingsdatum toetre- dingsdatum met de Gemeenschap gesloten overeenkomst, en
b. b) de toegelaten exporteurs de regels van oorsprong uit hoofde van die overeenkomst over- eenkomst toepassen. Deze vergunningen worden moeten uiterlijk één jaar na de datum van toetre- ding toetreding worden vervangen door nieuwe vergunningen die onder de voorwaarden van de Euro-mediterrane overeenkomst worden over- eenkomst zijn afgegeven.
3. Verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong die zijn afgegeven af- gegeven op grond van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten de preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen als bedoeld in de leden 1 en 2 hierboven kunnen door de bevoegde douaneautoriteiten van Israël of de nieuwe lidstaten wor- den ingediend en worden door die autoriteiten aanvaard 2, moeten gedurende een periode van drie jaar na de afgifte van het betrokken bewijs van oorsprong worden aanvaard door de be- voegde douaneautoriteiten van Egypte of de nieuwe lidstaten, en kunnen gedu- rende een periode van drie jaar vanaf de aanvaarding van het bewijs van oor- sprong. Die controles sprong nog worden verricht overeenkomstig de bilaterale vrij- handelsovereenkomsten gedaan door die op de datum autoriteiten ter rechtvaardiging van afgifte van de bewijzen van oorsprong van kracht wareneen invoeraangifte.
Appears in 1 contract
Samples: Euro Mediterranean Agreement
Bewijs van oorsprong en administratieve samenwerking. 1. Bewijzen van oorsprong die op de juiste wijze zijn afgegeven door Israël de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of een van de nieuwe lidstaten zijn afgegeven lid- staat in het kader van bilaterale vrij- handelsovereenkomsten preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen rege- lingen die deze landen onder- ling toepassentussen hen van toepassing zijn, worden in de betrokken landen in het kader van dit pro- tocol respectieve lan- den aanvaard, mitsop voorwaarde dat:
a. de verkrijging aanvaarding van de dergelijke oorsprong met zich meebrengt betekent dat een pre- ferentieel preferen- tieel tarief wordt gehanteerd overeenkomstig op basis van de preferentiële tarief- maatregelen die in de interim- overeenkomst tussen de Euro-mediterrane overeenkomst of in het stelsel van algemene preferenties van de Gemeenschap opgenomen preferen- tiële tariefmaatregelenSAO zijn opgenomen;
b. het bewijs van oorsprong en de vervoersdocumenten uiterlijk op de dag vóór de datum van toetreding zijn afgegeven;
c. het bewijs van oorsprong binnen een de periode van vier maanden na de toetreding toetredingsdatum bij de douaneautoriteiten is ingediend. Indien goederen vóór de datum van toetreding toetredingsdatum zijn aangegeven voor invoer in- voer in Israël de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of in een nieuwe lidstaat op grond van op dat tijdstip tus- sen Israël en krachtens in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of die nieuwe lidstaat op dat moment geldende bilaterale vrijhandelsover- eenkomsten preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen, kunnen op grond van die overeen- komsten nadien krachtens deze overeenkomsten of regelingen nadien afgegeven bewijzen van oorsprong ook worden aanvaard, mits het bewijs op voorwaarde dat ze binnen de periode van vier maanden na de datum van toetreding aan toetredingsdatum bij de douaneautoriteiten wordt overgelegddouane-autoriteiten zijn inge- diend.
2. Israël De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de nieuwe lidstaten mogen de vergunningen waarmee de sta- tus status van „toegelaten exporteur” ,,erkend expor- teur’’ is verleend toegekend in het kader van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten tussen hen toegepaste preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen die zij onderling toepassen, blijven gebruikenhandhaven, mits:
a. een dergelijke bepaling ook is opgenomen in de door Israël vóór de toetredingsdatum met gesloten overeenkomst tussen de Gemeenschap gesloten overeenkomst, Voormalige Joegosla- vische Republiek Macedonië en de Gemeenschap; en
b. de toegelaten erkende exporteurs de krachtens die overeenkomst geldende regels van oorsprong uit hoofde van die overeenkomst toepassen. Deze vergunningen worden uiterlijk één een jaar na de datum van toetre- ding toetredingsdatum vervangen door nieuwe vergunningen die onder volgens de SAO-voorwaarden van de Euro-mediterrane overeenkomst worden zijn afgegeven.
3. Verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong die zijn afgegeven op grond van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten krachtens de preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen als bedoeld in de bovenstaande leden 1 en 2 hierboven kunnen door de bevoegde douaneautoriteiten van Israël of de nieuwe lidstaten wor- den ingediend en worden door die autoriteiten aanvaard gedurende een periode van drie jaar na de afgifte van het betrokken bewijs van oor- sprong. Die controles worden verricht overeenkomstig sprong aanvaard door de bilaterale vrij- handelsovereenkomsten die op de datum van afgifte bevoegde douane-autoriteiten van de bewijzen Voorma- lige Joegoslavische Republiek Macedonië of de nieuwe lidstaten, en kunnen gedurende een periode van drie jaar vanaf de aanvaarding van het bewijs van oorsprong nog worden gedaan door die autoriteiten ter rechtvaardiging van kracht wareneen invoeraangifte.
Appears in 1 contract
Bewijs van oorsprong en administratieve samenwerking. 1. Bewijzen van oorsprong die op de juiste wijze door Israël Marokko of een van de nieuwe lidstaten zijn afgegeven in het kader van bilaterale vrij- handelsovereenkomsten preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen die deze landen onder- ling onderling toepassen, worden in de betrokken landen in het kader van dit pro- tocol lan- den aanvaard, mits:
a. a) de verkrijging van de oorsprong met zich meebrengt brengt dat een pre- ferentieel tarief wordt gehanteerd toegepast overeenkomstig de in de interim- overeenkomst tussen de Euro-mediterrane overeenkomst of in het stelsel van algemene alge- mene preferenties van de Gemeenschap opgenomen preferen- tiële prefe- rentiële tariefmaatregelen;
b. b) het bewijs van oorsprong en de vervoersdocumenten uiterlijk uiter- lijk op de dag vóór de datum van toetreding zijn afgegeven;
c. c) het bewijs van oorsprong binnen een periode van vier maanden na de datum van toetreding bij de douaneautoriteiten is wordt ingediend. Indien goederen vóór de datum van toetreding ten invoer zijn aangegeven voor invoer in Israël Marokko of een van de nieuwe lidstaat lidstaten op grond van op dat tijdstip tus- sen Israël tussen Marokko en die nieuwe lidstaat geldende bilaterale vrijhandelsover- eenkomsten gel- dende preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen, kunnen achteraf op grond van die overeen- komsten overeenkomsten of regelingen nadien afgegeven bewijzen van oorsprong ook worden aanvaard, mits het bewijs binnen vier maanden na de datum van toetreding aan de douaneautoriteiten wordt overgelegdvoorgelegd.
2. Israël Marokko en de nieuwe lidstaten mogen vergunningen waarmee waar- mee de sta- tus status van „toegelaten exporteur” is verleend in het kader van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen die zij onderling toepassen, blijven gebruiken, mits:
a. a) een dergelijke bepaling ook is opgenomen in de door Israël Marokko vóór de toetredingsdatum datum van toetreding met de Gemeenschap gesloten overeenkomst, en;
b. b) de toegelaten exporteurs de regels van oorsprong oorsprongsregels uit hoofde van die overeenkomst toepassen. Deze vergunningen worden moeten uiterlijk één jaar na de datum van toetre- ding toe- treding worden vervangen door nieuwe vergunningen die onder volgens de voorwaarden van de Euro-mediterrane overeenkomst worden zijn afgegeven.
3. Verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong oor- sprong die zijn afgegeven op grond van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten of de preferentiële overeen- komsten en autonome regelingen zoals bedoeld in de leden 1 en 2 hierboven kunnen door de bevoegde douaneautoriteiten van Israël of de nieuwe lidstaten wor- den ingediend en 2, worden door die autoriteiten aanvaard gedurende een periode van drie jaar na de afgifte van het betrokken bewijs van oor- sprong. Die controles worden verricht overeenkomstig oorsprong aanvaard door de bilaterale vrij- handelsovereenkomsten die op bevoegde douaneautoriteiten van Marokko en de datum nieuwe lidsta- ten en kunnen gedurende een periode van afgifte drie jaar vanaf de aan- vaarding van de bewijzen het bewijs van oorsprong nog worden ingediend door die autoriteiten ter rechtvaardiging van kracht wareneen invoeraangifte.
Appears in 1 contract
Bewijs van oorsprong en administratieve samenwerking. 1. Bewijzen van oorsprong die op de juiste wijze door Israël Marokko of een van de nieuwe lidstaten zijn afgegeven in het kader van bilaterale vrij- handelsovereenkomsten preferen- tiële overeenkomsten of autonome regelingen die deze landen onder- ling onderling toepassen, worden in de betrokken landen in het kader van dit pro- tocol aanvaard, mits:
a. de verkrijging van de oorsprong met zich meebrengt dat een pre- ferentieel tarief wordt gehanteerd toegepast overeenkomstig de in de interim- overeenkomst tussen de Euro-Euro- mediterrane overeenkomst of in het stelsel van algemene preferenties van de Gemeenschap opgenomen preferen- tiële preferentiële tariefmaatregelen;
b. het bewijs van oorsprong en de vervoersdocumenten uiterlijk op de dag vóór de datum van toetreding zijn afgegeven;
c. het bewijs van oorsprong binnen een periode van vier maanden na de datum van toetreding bij de douaneautoriteiten is wordt ingediend. Indien goederen vóór de datum van toetreding ten invoer zijn aangegeven voor invoer aange- geven in Israël Marokko of een van de nieuwe lidstaat lidstaten op grond van op dat tijdstip tus- sen Israël tussen Marokko en die nieuwe lidstaat geldende bilaterale vrijhandelsover- eenkomsten preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen, kunnen achteraf op grond van die overeen- komsten overeenkomsten of regelingen nadien afgegeven bewijzen van oorsprong ook worden aanvaard, mits het bewijs binnen vier maanden na de datum van toetreding aan de douaneautoriteiten wordt overgelegd.
2. Israël Marokko en de nieuwe lidstaten mogen vergunningen waarmee de sta- tus status van „toegelaten exporteur” is verleend in het kader van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten preferen- tiële overeenkomsten of autonome regelingen die zij onderling toepassentoepas- sen, blijven gebruiken, mits:
a. een dergelijke bepaling ook is opgenomen in de door Israël Marokko vóór de toetredingsdatum datum van toetreding met de Gemeenschap gesloten overeenkomst, enovereen- komst;
b. de toegelaten exporteurs de regels van oorsprong uit hoofde van die overeenkomst toepassen. Deze vergunningen worden moeten uiterlijk één jaar na de datum van toetre- ding worden vervangen door nieuwe vergunningen die onder volgens de voorwaarden voor- waarden van de Euro-mediterrane overeenkomst worden zijn afgegeven.
3. Verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong die zijn afgegeven op grond van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen bedoeld in tussen Marokko en de leden 1 en 2 hierboven nieuwe lidstaten kunnen door de bevoegde douaneautoriteiten van Israël of Marokko en de nieuwe lidstaten wor- den ingediend en worden door die autoriteiten aanvaard gedurende een periode van drie jaar na de afgifte van het betrokken bewijs van oor- sprong. Die controles worden verricht overeenkomstig de bilaterale vrij- handelsovereenkomsten die op de datum van afgifte van de bewijzen van oorsprong van kracht waren.
Appears in 1 contract