Dekking ‘premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid’ Voorbeeldclausules

Dekking ‘premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid’. Het verzekerd bedrag van de dekkingpremievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid’ is gelijk aan ((TP - PAO) x AOG), waarbij: TP = het totaal overeengekomen toekomstig premiebedrag op jaarbasis (zonder taksen of heffingen) voor de (samenge- voegde) overeenkomst(en), met uitzondering evenwel van het premiebedrag dat gestort wordt in het kader van een Riziv-overeenkomst (zie 7) (zie ook de bijzonderheden in punt 6.9 inzake sociale overeenkomsten ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’); PAO = het premiebedrag dat normaal bestemd is voor de financiering van de dekkingen bij arbeidsongeschiktheid; AOG = de arbeidsongeschiktheidsgraad.. De effectief toegekende prestatie in het kader van de dekking ‘premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid’ is gelijk aan het verzekerd bedrag, rekening houdend met de arbeidsongeschiktheidsgraad (zie 2.2.1.4.2). Indien in het Persoonlijk Certificaat voorzien werd in een toekomstige evolutie van het ‘TP’ en/of het ‘PAO’ in de voormelde formule, evolueert de toegekende arbeidsongeschiktheidsrente mee volgens de betreffende parameters. Met een eventuele niet-forfaitaire indexatie van deze bedragen of een eventuele koppeling ervan aan de (evolutie van de) referentiebezoldiging of het beroep- sinkomen wordt echter geen rekening gehouden. Tenzij anders is overeengekomen, volgen de toekenningen in het kader van deze dekking die bestemd zijn voor de pen- sioenreserves dezelfde beleggingsregels als de premies die bestemd zijn voor de pensioenreserves (zie 1.4). Er wordt hierbij opgemerkt dat de dekkingen ‘arbeidsonge- schiktheidsrenten’ een ‘endogene’ premievrijstelling genieten tijdens de periode gedurende welke en in de mate waarin Securex effectief een arbeidsongeschiktheidsrente uitkeert of toekent, wat inhoudt dat die dekkingen a rato van de arbeids- ongeschiktheidsgraad waarvoor Securex effectief tussenkomst verleent, zonder premiebetaling verder lopen in hun laatst verzekerde toestand (eventueel forfaitair geïndexeerd nominaal (minimum)bedrag, dekkings- en uitkeringsperiode, eigenrisico- termijn, enz., maar zonder verdere aanpassingen in functie van de gezinstoestand, van de referentiebezoldiging, enz.).
Dekking ‘premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid’. Het verzekerde bedrag van de dekkingpremievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid’ is gelijk aan de som van de premies voor alle verzekerde waarborgen. De effectief toegekende rente bij de dekking ‘premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid’ is gelijk aan het verzekerde bedrag, rekening houdend met de arbeidsongeschiktheidsgraad (zie ook 2.2.1.4.2).

Related to Dekking ‘premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid’

  • Arbeidsongeschiktheid 1. De werknemer die door arbeidsongeschiktheid niet in staat is zijn arbeid te verrichten, is verplicht zich te onderwerpen aan de medische- en lekencontrole die krachtens de sociale verzekeringswetten, inclusief Arbodienst en Arbowet en enig bedrijfsreglement, worden bepaald en/of uitgeoefend. 2. De werknemer die door arbeidsongeschiktheid de bedongen arbeid niet verricht, dient zich voor wat betreft de melding aan de werkgever, controle- en re-integratievoorschriften, te houden aan de binnen de onderneming geldende regels van de Arbodienst. 3. In geval van arbeidsongeschiktheid heeft de werknemer in beginsel recht op een uitkering van 100 procent van het voor hem geldende brutoloon gedurende 52 weken, gevolgd door een nieuwe periode van 52 weken met een uitkering van 70 procent over het voor hem geldende brutoloon. Indien het bedrag dat op grond van dit lid wordt doorbetaald aan de werknemer lager zou zijn dan het bedrag waarop de werknemer recht heeft op grond van artikel 7:629 BW, dan moet voor de doorbetaling worden uitgegaan van het laatstgenoemde bedrag. 4. In enig kalenderjaar wordt op de uitkering bij arbeidsongeschiktheid, met inachtneming van het Wettelijk Minimumloon, per ziekmelding de aftrek van een aantal wachtdagen toegepast. Het aantal wachtdagen dat wordt afgetrokken bedraagt vanaf de eerste ziekmelding 1 wachtdag, met een maximum van 2 wachtdagen per kalenderjaar. 5. In het geval van opeenvolgende ziekmeldingen wordt de aftrek van een aantal wachtdagen, met inachtneming van een onderbreking van minder dan vier weken en voor zover er sprake is van hetzelfde ziektegeval, niet opnieuw toegepast. Indien de werknemer niet voldoet aan de voor hem geldende verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel, heeft de werkgever het recht de uitkering te verlagen tot 70 procent van het brutoloon.