Ziekte en arbeidsongeschiktheid 1. De werknemer die wegens ziekte geheel of gedeeltelijk verhinderd is zijn arbeid te verrichten, geniet van rechtswege geheel of gedeeltelijk verlof. 2. De werknemer is verplicht zo spoedig mogelijk aan de werkgever mededeling te doen van zijn verhindering, zijn medewerking te verlenen aan een geneeskundig onderzoek en ook overigens de hem in dit verband door de Arbodienst of uitvoeringsorganisatie gegeven voorschriften na te leven. 3. De werknemer die geheel of gedeeltelijk wegens ziekte verhinderd is zijn arbeid te verrichten, behoudt gedurende een termijn van twaalf maanden zijn volledige salaris. Vervolgens (tweede ziektejaar) ontvangt werknemer over de verlofuren wegens ziekte 70% van zijn salaris tot het einde dienstverband. De werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en die die geheel of gedeeltelijk wegens ziekte verhinderd is zijn arbeid te verrichten, behoudt vanaf zijn eerste ziektedag gedurende maximaal 13 weken aanspraak op zijn volledige salaris. Na deze periode heeft bedoelde werknemer geen recht meer op loon. 4. De werknemer die gerekend vanaf de eerste ziektedag twee jaar (104 weken) onafgebroken niet in staat is geweest zijn arbeid wegens ziekte geheel of gedeeltelijk te verrichten, heeft recht op een WIA- uitkering, indien hij aan de daarvoor gestelde eisen voldoet. 5. Het in lid 3 van dit artikel bepaalde is onverkort van toepassing op een werknemer die in het eerste ziektejaar een vervroegde geneeskundige keuring aanvraagt en aansluitend door het UWV volledig en duurzaam arbeidsongeschikt wordt verklaard. 6. Indien het UWV op grond van artikel 25 negende lid van de WIA een tijdvak vaststelt, gedurende welke de werknemer jegens de werkgever aanspraak op loon heeft, ontvangt de werknemer over dat tijdvak loon ter hoogte van 80% van zijn loon over de verlofuren wegens ziekte. 7. Indien de werknemer een WAO, WIA-, IP- of een AAOP-uitkering is toegekend, wordt het bedrag van die uitkering(en) in mindering gebracht op het bedrag, waarop hij ingevolge de in het vierde of vijfde lid opgenomen bepaling recht heeft. 8. Indien, als gevolg van het handelen of nalaten van handelingen door werknemer, de WAO of WIA- uitkering geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, dan wel blijvende of tijdelijke vermindering ondergaat, wordt deze uitkering voor de toepassing van het vierde of vijfde lid geacht steeds onverminderd te zijn genoten. 9. Het bepaalde in de leden 4 tot en met 8 van dit artikel is niet van toepassing op een werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.
Kunt u de overeenkomst opzeggen als wij de prijzen van de aanvullende zorgverlening wijzigen? Als wij de prijzen aanpassen van de aanvullende zorgverlening die u zelf betaalt, mag u dat deel van de overeenkomst, die de aanvullende zorgverlening regelt en waarvan de prijzen verhoogd zijn, opzeggen met ingang van de datum waarop de hogere prijzen gelden.
Kunnen we de premie en voorwaarden aanpassen? In de algemene voorwaarden en de modulevoorwaarden is bepaald wanneer we uw verzekering kunnen aanpassen. Dat is bijvoorbeeld het geval als u de dekking van uw verzekering wijzigt of als uw risico wijzigt. Het kan echter voorkomen dat we de voorwaarden en/of premie om andere redenen moeten aanpassen. Dat is bijvoorbeeld het geval als de wet wijzigt waardoor uw verzekering niet meer aansluit op de nieuwe situatie. Of er zijn maatschappelijke ontwikkelingen die aanpassing noodzakelijk maken. Maar ook als het ongewijzigd voortzetten van uw verzekering ernstige financiële gevolgen voor ons heeft kunnen we de voorwaarden en/of premie aanpassen. Als we de voorwaarden en/of premie om deze reden aanpassen, dan doen we dat niet alleen voor uw verzekering. We doen dat dan voor alle bestaande en nieuwe verzekeringen van eenzelfde soort. Of we doen dat voor alle klanten die tot dezelfde doelgroep als u behoren.
Rente en kosten 17.1 Indien betaling niet binnen de gestelde termijn heeft plaatsgevonden, is de wederpartij van rechtswege in verzuim en vanaf de factuurdatum een rente van tenminste 1% per (gedeelte van een) maand verschuldigd over het nog openstaande bedrag, ook in geval uitstel van betaling wordt overeengekomen. 17.2 Alle te maken gerechtelijke- en buitengerechtelijke kosten komen voor rekening van de wederpartij, ook voorzover deze kosten uitgaan boven hetgeen op basis van de wettelijke regels betreffende proceskosten verschuldigd zou zijn. De buitengerechtelijke kosten bedragen tenminste 15% van het, met inbegrip van voornoemde rente en kosten, door de wederpartij verschuldigde bedrag, met een minimum van € 250,--.