Loon bij ziekte a. Als de werknemer niet kan werken door ziekte, krijgt hij gedurende maximaal 52 weken 100 % van het laatstverdiende nettoloon doorbetaald. Eventueel met aftrek van een wachtdag.
Loon bij ziekte. 1. De werknemer die door ziekte de bedongen arbeid niet verricht, zal zich voor wat betreft de melding aan de werkgever, controle- en re-integratievoorschriften, houden aan de binnen de onderneming geldende regels van de Arbodienst.
Loon bij ziekte. Werknemers hebben bij ziekte in beginsel 2 jaar recht op doorbetaling van 70% van het loon. Meestal is bij overeenkomst of cao een hoger percentage afgesproken. Tijdens het eerste jaar moet minstens het minimumloon voor de contracturen worden doorbetaald. Werknemers met een contract voor bepaalde tijd dat afloopt tijdens ziekte, hebben recht op een ziektewetuitkering van UWV. De inleenovereenkomst van uitzendkrachten eindigt doorgaans bij ziekmelding, waardoor zij geen loon bij ziekte krijgen maar een ziektewetuitkering van UWV. Om aanspraak te maken op deze uitkering moet de uitzendorganisatie de zieke uitzendkracht ziek uit dienst melden. Dit gebeurt niet altijd, dus doen uitzendkrachten er goed aan dit bij UWV te controleren en zich zo nodig zelf ziek uit dienst te melden.
Loon bij ziekte. De werkgever is wettelijk verplicht om gedurende de eerste twee jaren dat de medewerker niet in staat is zijn werk te doen in verband met arbeidsongeschiktheid, 70% van het loon door te betalen over het gedeelte dat hij arbeidsongeschikt is. Over het gedeelte dat de medewerker werkt heeft hij recht op normale betaling van zijn loon. Onder loon wordt voor de loondoorbetaling bij ziekte als voor de aanvulling daarop verstaan het overeenkomstig artikel 7:629 lid 1 BW naar tijdruimte vastgestelde loon.
Loon bij ziekte. 1. Als werknemer na het aanvaarden van een oproep wegens ziekte niet in staat is de overeengekomen werkzaamheden te verrichten dan heeft de werknemer na de eerste 6 maanden van deze overeenkomst recht op doorbetaling van 70% van het overeengekomen brutoloon gedurende de eerste 52 weken van arbeidsongeschiktheid, gerekend vanaf de eerste ziektedag. Gedurende de daaropvolgende 52 weken van arbeidsongeschiktheid heeft werknemer recht op doorbetaling van 70% van het overeengekomen brutoloon.
Loon bij ziekte. Dit lid gaat in per 1-1-2019
Loon bij ziekte. 1.a. In geval van arbeidsongeschiktheid wordt onder loon in de zin van dit artikel verstaan het loon, verhoogd met het bedrag dat de betrokken werknemer gemiddeld gedurende de periode van 52 weken voorafgaande aan de eerste dag van arbeidsongeschiktheid heeft genoten aan overuren en met ingang van 1 juni 2007 aan zaterdag- en zondaguren voor zover deze de 40 uur per week overschrijden en de toeslagen van 50% en 100% over deze uren. De maximale vergoeding bedraagt echter 48,75% van het functieloon (zijnde de waarde van 15 overuren à 130%). Bij het loonbegrip in de zin van dit artikel worden tevens betrokken: de ploegendienst- en vuilwerktoeslag, persoonlijke toeslagen als bedoeld in artikel 23, de onregelmatigheidstoeslag conform artikel 55 alsmede de toeslag voor ééndaagse nacht- ritten. Aanvulling vindt ten hoogste plaats tot het maximum loon als bedoeld in artikel 17 lid 1 Wfsv.
Loon bij ziekte. Aanvulling 60 De werkgever is wettelijk verplicht om gedurende de eerste twee jaren dat de medewerker niet in staat is zijn werk te doen in verband met arbeidsongeschiktheid, 70% van het loon door te betalen over het gedeelte dat hij arbeidsongeschikt is. Over het gedeelte dat de medewerker werkt heeft hij recht op normale betaling van zijn loon. Onder loon wordt voor de loondoorbetaling bij ziekte als voor de aanvulling daarop verstaan het overeenkomstig artikel 7:629 lid 1 BW naar tijdruimte vastgestelde loon. Gedurende de eerste zes maanden vult de werkgever de wettelijke loondoorbetaling over het gedeelte dat de medewerker arbeidsongeschikt is aan tot 100% van het loon. Gedurende de volgende periode van zes maanden tot 90% van het loon en gedurende de daaropvolgende 12 maanden 85% van het loon. Bij blijvende volledige arbeidsongeschiktheid (IVA) heeft de medewerker, zo nodig met terugwerkende kracht, gedurende de eerste twee jaar recht op aanvulling tot 100% van de wettelijke loondoorbetaling over het gedeelte dat hij arbeidsongeschikt is. De eerste 52 weken van zijn ziekteperiode heeft de medewerker echter recht op minimaal het voor hem geldende wettelijk minimumloon. Eerste ziektedag 61 Vanaf de tweede ziekmelding per kalenderjaar geldt voor iedere eerste ziektedag geen verplichting tot doorbetaling van het loon en bovenstaande aanvullingen. Als echter de arbeidsongeschiktheid veroorzaakt is door een bedrijfsongeval, geldt de verplichting tot doorbetaling van het loon ook voor de eerste ziektedag. Periodes van ziekte waar minder dan 4 weken tussen zit, gelden als één ziekmelding. Compensatie bij niet ziek 62 Als de medewerker in het hele kalenderjaar niet ziek geweest is, roostert de werkgever in het volgende kalenderjaar een compensatiedag in. Dit is een extra doorbetaalde vrije dag. De werkgever mag een voor de medewerker gunstiger regeling toepassen. Arbeidstherapie 63 Werken op arbeidstherapeutische basis wordt voor de toepassing van bovenstaande bepalingen over loondoorbetaling bij ziekte beschouwd als werk. Geen recht op aanvulling 64 De medewerker heeft bij overtreding van de controlevoorschriften (bijlage 4) geen recht op de aanvullingen boven 70% van het loon. De medewerker heeft bij opzettelijk veroorzaken van zijn arbeidsongeschiktheid in de eerste vier weken van zijn arbeidsongeschiktheid geen recht op de aanvullingen boven 70% van het loon. Inspanningsplicht herplaatsing 65 De werkgever doet zijn best om de medewerker die geheel of gedee...
Loon bij ziekte. 1. Werknemer behoudt bij arbeidsongeschiktheid gedurende de eerste 3 maanden recht op loon ter hoogte van 100% van zijn loon als bedoeld in artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek.
Loon bij ziekte. 1.a. In geval van arbeidsongeschiktheid wordt onder loon in de zin van dit artikel verstaan het loon, verhoogd met het bedrag dat de betrokken werknemer gemiddeld gedurende de periode van 52 weken voorafgaande aan de eerste dag van arbeidsongeschiktheid heeft genoten aan overuren (met een maximum van 15 overuren per week), ploegendienst- en vuilwerktoeslag, persoonlijke toeslagen als bedoeld in artikel 23, alsmede de toeslag voor ééndaagse nachtritten. Aanvulling vindt ten hoogste plaats tot het maximum loon als bedoeld in artikel 9 lid 1 Coördinatiewet Sociale Verzekering (met ingang van 1 januari 2006 artikel 17 lid 1 Wfsv)