Einde bestuurslidmaatschap Voorbeeldclausules

Einde bestuurslidmaatschap. Het plaatsvervangend bestuurslidmaatschap eindigt: a. op het moment dat de organisatie die het betreffende bestuurslid heeft benoemd niet langer partij is bij de CAO; b. door schriftelijk bedanken c. door ontslag als bedoeld in artikel 4 lid 6 x. door ontslag door de rechtbank e. door verklaring in staat van faillissement f. door aanvrage van surseance van betaling g. door onder curatele-stelling h. door overlijden.
Einde bestuurslidmaatschap. Onverminderd het elders in de statuten bepaalde, houdt een bestuurder op bestuurder te zijn:
Einde bestuurslidmaatschap. Een bestuurslid kan te allen tijde door het orgaan, dat hem benoemde, worden geschorst of ontslagen.
Einde bestuurslidmaatschap. Het bestuurslidmaatschap eindigt buiten de gevallen genoemd in artikel 298 lid 1 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek:
Einde bestuurslidmaatschap. De in artikel 7 tweede lid onder a tot en met e genoemde organisaties, die een bestuurder benoemen, kunnen te allen tijde die benoeming intrekken en een ander in zijn of haar plaats tot bestuurder benoemen.
Einde bestuurslidmaatschap. Het bestuurslidmaatschap eindigt: 1. door het verstrijken van de benoemingsperiode; 2. door een daartoe strekkend besluit van ten minste drie (3) bestuursleden als bedoeld in artikel 7, lid 1; 3. door overlijden; 4. wanneer een bestuurslid het vrije beheer over zijn vermogen verliest; 5. door een schriftelijke ontslagneming; 6. door ontslag door de rechtbank in de gevallen als in de wet bepaald.
Einde bestuurslidmaatschap. 1. Een bestuurslid kan te allen tijde door het orgaan, dat hem benoemde, worden geschorst of ontslagen. 2. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts: a. door overlijden; b. door bedanken; c. indien een bestuurder het vrije beheer of de vrije beschikking over zijn vermogen verliest; x. door ontslag door de rechtbank; e. alsmede door een daartoe strekkend bestuursbesluit, genomen in een vergadering waarin door alle overige in functie zijnde bestuursleden voor zijn ontslag is gestemd.
Einde bestuurslidmaatschap. Het bestuurslidmaatschap van een bestuurslid eindigt: a. door zijn overlijden; b. wanneer hij het vrije beheer over zijn vermogen verliest; c. door schriftelijke ontslagneming (bedanken); d. door ontslag hem verleend door de gezamenlijke overige bestuursleden; en x. door ontslag door de rechtbank op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek.
Einde bestuurslidmaatschap. 1. Het bestuurslidmaatschap eindigt: a. door het verstrijken van de tijd waarvoor hij/zij is (her)benoemd; b. door overlijden; c. door aftreden op eigen verzoek; d. door (tussentijds) ontslag door het Bestuur wegens disfunctioneren; e. door een besluit als bedoeld in artikel 18, lid 6 van de Raad van Toezicht; of f. nadat de voordragende partij als bedoeld in artikel 5 lid 2 het Bestuur verzoekt het door hem voorgedragen bestuurslid te vervangen door een andere voorgedragen kandidaat en het Bestuur met inachtneming van artikel 6, lid 2 dienovereenkomstig heeft besloten. 2. Het Bestuur kan een bestuurslid schorsen wegens disfunctioneren. 3. Een besluit van het Bestuur als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder d en f en lid 2 over schorsing of een (tussentijds) ontslag van een bestuurslid kan slechts worden genomen nadat het Bestuur het betreffende bestuurslid en de Raad van Toezicht heeft gehoord en met een Gekwalificeerde meerderheid van stemmen, waarbij het betreffende bestuurslid van de stemming is uitgesloten. 4. Na afloop van hun bestuurslidmaatschap mogen bestuursleden gedurende vijf jaar geen zitting nemen in andere organen van het Pensioenfonds.
Einde bestuurslidmaatschap. Het bestuurslidmaatschap eindigt: 1. door overlijden van een bestuurslid; 2. bij verlies van het vrije beheer over zijn vermogen door een bestuurslid; 3. bij aanvragen van surséance van betaling door, alsmede bij het faillissement van een bestuurslid; 4. bij schriftelijke ontslagneming (bedanken); 5. bij ontslag door het bestuur, mits het besluit tot ontslag wordt genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde der uitgebrachte stemmen in een vergadering, waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, met uitzondering van het betreffende bestuurslid; 6. voor bestuursleden, die voorgedragen zijn door werkgeverszijde, zodra zij ophouden lid te zijn van de Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie of zodra een zodanig bestuurslid zijn dienstverband beëindigt bij een lid van gemelde vereniging; voor bestuursleden, die voorgedragen zijn door werknemerszijde, zodra zij hun dienstverband met hetzij FNV, hetzij CNV Vakmensen, hetzij de Unie hebben beëindigd; 7. bij ontslag op grond van artikel 298 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.