Flankerend Beleid. 6.1. Om te voorkomen dat de kostenlading van Beleggingsverzekeringen in de toekomst zal stijgen, verklaren Verzekeraars dat zij de kostenstructuur van Beleggingsverzekeringen niet ten nadele van de Polishouders zullen aanpassen. Het voorgaande heeft geen betrekking op de door de fondsbeheerder(s) in rekening te brengen managementfee (zijnde dat gedeelte van de TER, dat door de fondsbeheerder beïnvloed kan worden) of, indien en voorzover het de TER van nieuwe fondsen betreft en Polishouders niet gedwongen zijn of worden in de nieuwe fondsen te participeren, op de introductie van nieuwe fondsen. In geval van een significante en tevens niet- marktconforme verhoging van voornoemde managementfee van een fonds zullen Verzekeraars de Polishouder(s) van de Beleggingsverzekeringen waarbij de gelden worden belegd in dat fonds in de gelegenheid stellen eenmalig kosteloos te switchen naar een ander, qua risicoprofiel vergelijkbaar, fonds (al dan niet passief beheerd), met ten hoogste hetzelfde kostenniveau als dat van het betreffende fonds voor de verhoging. Verzekeraars behoeven Polishouders niet in de gelegenheid te stellen tot een dergelijke switch indien, in het geval van een significante en tevens niet-marktconforme verhoging van de managementfee van een fonds, Verzekeraars de Polishouders op andere wijze volledig compenseren.
6.2. Belangenorganisaties hebben bij Verzekeraars aandacht gevraagd voor de turnover ratio’s binnen de beleggingsfondsen verbonden aan Beleggingsverzekeringen. Als flankerend beleid zullen Verzekeraars zich inspannen om in de loop van 2010 hun Polishouders de mogelijkheid te bieden om hun Beleggingsverzekering om te zetten in een nieuw product met andere fondsen, waaronder ook indextrackers, met een lagere TER en een lagere turnover ratio dan de thans aan hun Beleggingsverzekering verbonden beleggingsfondsen. Uiterlijk medio 2010 zullen Partijen met elkaar in overleg treden over in hoeverre het in deze alinea bedoelde beleid in de praktijk vorm heeft gekregen. Partijen geven met het voorgaande geen positief dan wel negatief advies tot het overstappen naar een zodanig nieuw product; Polishouders kunnen over een dergelijke overstap desgewenst advies inwinnen bij hun Assurantietussenpersoon, Verzekeraars en/of hun Groepsmaatschappijen. Verzekeraars en/of hun Groepsmaatschappijen ondersteunen de zienswijze van Belangenorganisaties dat aandacht voor en transparantie over de turnover ratio’s belangrijk is. Zij zullen zich tot het uiterste inspann...
Flankerend Beleid. De bepalingen van de artikelen 13 tot en met 19 zijn van toepassing op alle werknemers die tengevolge van de reorganisatie als herplaatsingskandidaat zijn aangemerkt en voor wie na toepassing van Artikel 9 beëindiging van het dienstverband onvermijdelijk is. Deze bepalingen met uitzondering van Artikel 14 gelden eveneens voor de werknemer die door (gedeeltelijke) beëindiging van het dienstverband daadwerkelijk een functie (gedeeltelijk) vrijmaakt voor een werknemer die als herplaatsingskandidaat is aangemerkt.
Flankerend Beleid. 1. Naast de voorzieningen die worden genoemd in artikel 10d:16 van de CAR-UWO kan de werkgever op grond van artikel 17:7 van die regeling maatregelen en faciliteiten ter beschikking stellen die de werking en het realiseren van de doelstelling van deze regeling ondersteunen:
a. Aan een medewerker die een andere betrekking buiten de Werkorganisatie Duivenvoorde aanvaardt, kan ontheffing worden verleend van de terugbetalingsverplichting op grond van verhuizing, studiekosten of ouderschapsverlof.
b. Aan een medewerker die een andere werkkring aanvaardt kan een loonsuppletie worden verleend als hij een betrekking aanvaardt waaraan een lager salaris is verbonden. De hoogte van de loonsuppletie is maximaal het verschil tussen het nieuwe salaris en het salaris dat de medewerker verdiende bij de Werkorganisatie Duivenvoorde (bij dezelfde formele arbeidsduur). De loonsuppletie kan voor maximaal 24 maanden worden toegekend.
c. Aan een medewerker die een eigen bedrijf start, op basis van een goedgekeurd businessplan, en ontslag neemt bij de Werkorganisatie Duivenvoorde, kan een "startsubsidie" van maximaal zes bruto maandsalarissen worden toegekend.
d. Voor een periode van ten hoogste 24 maanden kan een opvolger worden toegevoegd aan een medewerker van wie zeker is dat hij (bijvoorbeeld wegens pensionering) binnen 24 maanden vertrekt.
e. De medewerker die er door de reorganisatie in arbeidsmarktpositie op achteruit gaat, wordt door de werkgever gefaciliteerd om deze positie te verbeteren. Deze faciliteiten sluiten zoveel mogelijk aan bij de individuele behoefte van de medewerker en kunnen bijvoorbeeld bestaan uit coaching of het volgen van opleidingen.
f. In overleg tussen de medewerker en de werkgever kunnen aanvullende afspraken worden gemaakt.
Flankerend Beleid. De Cariforum-staten verbinden zich ertoe beleid en institutionele her- vormingen vast te stellen en uit te voeren om de verwezenlijking van de doelstellingen van dit hoofdstuk mogelijk te maken en te vergemakke- lijken.
Flankerend Beleid. Het bestuur stelt vast welke mobiliteitsbevorderende voorzieningen beschikbaar kunnen worden gesteld aan ambtenaren die zich in een Van-werk-naar-werk-traject bevinden.
Flankerend Beleid. Het college stelt vast welke mobiliteitsbevorderende voorzieningen beschikbaar kunnen worden gesteld aan ambtenaren die zich in een Van-werk-naar-werk-traject bevinden.
Flankerend Beleid. In het op te stellen Sociaal Plan zal zo nodig passend flankerend beleid worden overeen gekomen.
Flankerend Beleid