Governance. We zijn heel ver gekomen, maar een aantal punten vergt verdere uitwerking. Ook zijn er een aantal structurele punten, die pas in de loop van de jaren hun beslag krijgen Alle geledingen in het NZO hebben daarom een voorkeur dit overleg voort te zetten na het bereiken van een Noordzeeakkoord. Daarmee is de overgang van het ‘raadplegen van stakeholders’ naar een ‘op overeenstemming gericht overleg tussen Rijk en stakeholders’ ook voor het vervolg het uitgangspunt. Hiermee kan, ook na vaststelling van dit Akkoord, ingespeeld worden op ontwikkelingen die zich voordoen en die op de essentie van de gemaakte afspraken kunnen ingrijpen (bijvoorbeeld Schiphol op zee, eilanden, en onvoorziene groei in de zandbehoefte als gevolg van klimaatverandering). Ook is er in de uitvoering van dit Akkoord sprake van volgordelijkheid van afspraken waardoor verdere detaillering en operationalisering in de tijd van belang is. Er moeten aanpassingen kunnen worden gedaan op basis van voortschrijdend inzicht op basis van opgedane kennis en monitoring (adaptieve planning). Daarom verbinden partijen zich aan een geïnstitutionaliseerd Noordzeeoverleg (NZO) onder onafhankelijk voorzitterschap ter uitvoering van dit Akkoord en om gezamenlijk af te wegen of nieuwe ontwikkelingen moeten leiden tot bijstelling van de afspraken. 8.1 Het NZO wordt voorlopig op dezelfde juridische basis en samenstelling, onder de hoede van het Overlegorgaan Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxx (OFL) en met een onafhankelijk voorzitter, voortgezet. 8.2 Zo ontstaat na afronding van fase 1 (tot stand brengen Akkoord) een fase 2 waarin in ieder geval het door OFL uit te brengen governance-advies wordt besproken. Over de andere eventueel te behandelen onderwerpen, werkwijze en praktische vraagstukken in fase 2 zal de onafhankelijk voorzitter dan nadere voorstellen doen aan het NZO. Daar wordt dan net als bij de start van fase 1 gezamenlijk over besloten. Over het nodige budget voor fase 2 zal het OFL met de betrokken ministeries overleg voeren. 8.3 In het door OFL uit te brengen governance-advies wordt een voorstel gedaan voor een definitieve vormgeving van het NZO, fase 3. Daarbij worden tenminste de volgende punten besproken: • de voor- en nadelen van diverse juridische kaders; • de taak, samenstelling, werkwijze en financiering van het definitieve NZO; • plaatsbepaling van het NZO, waaronder de vraag of een constructie “onder de hoede” van het OFL naar het oordeel van de OFL-voorzitters blijvend past bij de rol die het OFL zelf wil vervullen; • representatie van partijen 39; • aard en positie van het ‘Transitiefonds’; • borging van de monitorings- en onderzoeksagenda behorend bij het Noordzeeakkoord. 8.4 Stakeholders geven, totdat het governance-advies van OFL is uitgebracht, publiekelijk geen steun aan de gedachte van een Noordzeecommissaris, in de wetenschap dat deze variant in het OFL-advies nader zal worden afgewogen. 8.5 Het OFL bevordert een op consensus gericht overleg in het NZO over het uit te brengen advies. Mocht die consensus niet lukken, dan wordt het advies door het OFL toch uitgebracht onder vermelding van alle relevante overwegingen van overheid en stakeholders. 8.6 Kernbeslissingen van de overheid ten aanzien van de Noordzee worden in het NZO besproken ten behoeve van op consensus gericht overleg, alvorens ze worden voorgelegd aan de Tweede Kamer. 8.7 Het NZO schept het kader waarbinnen uit het Akkoord voortvloeiend wetenschappelijk onderzoek vanuit het ‘Transitiefonds’ (mede) kan worden gefinancierd. Hierbij wordt het NZO ondersteund door een onafhankelijke wetenschappelijke klankbordcommissie die in overleg met de KNAW wordt samengesteld. 8.8 Partijen die vertegenwoordigd zijn in het geïnstitutionaliseerde Noordzeeoverleg verplichten zich eerst consensusgericht overleg te voeren binnen het NZO, alvorens zij gebruik maken van formele mogelijkheden tot verweer tegen besluiten van de overheid. 8.9 Partijen bezien of lopende, door hen ingediende bezwaren, op basis van dit Akkoord behoren te worden ingetrokken. In geval van twijfel wordt het onderwerp geagendeerd in het NZO.
Appears in 3 contracts
Samples: Onderhandelaarsakkoord, Onderhandelaarsakkoord, Onderhandelaarsakkoord Voor De Noordzee
Governance. We zijn heel ver gekomen, maar een aantal punten vergt verdere uitwerkingIntegraal Zorgakkoord 2022 | 25 Bij de governance gaat het enerzijds om wie waarvoor verant- woordelijk en afrekenbaar is; niet op de outcome wel op de out- put. Ook zijn er een aantal structurele punten, die pas in de loop Anderzijds gaat het om het evalueren en leren; uitgevoerde acties kunnen immers ook niet tot gewenste uitkomst leidt. Onderdeel van de jaren hun beslag krijgen Alle geledingen in governance is om duidelijkheid te hebben over wat de gevolgen zijn als er op output-niveau een afspraak niet is nagekomen. In het NZO hebben daarom eerste bestuurlijke overleg zal worden afgestemd, voor elk niveau, waar de monitor over moet gaan. De periode daarna wordt gebruikt om tot uitgewerkt en bruikbaar monitoring- systeem te komen inclusief een voorkeur dit overleg voort te zetten na het bereiken van een Noordzeeakkoord0-meting en voorstel voor de streefwaarden. Daarmee is Hierbij hoort ook de overgang van het ‘raadplegen van stakeholders’ naar een ‘op overeenstemming gericht overleg tussen Rijk en stakeholders’ ook voor het vervolg het uitgangspunt. Hiermee kan, ook na vaststelling van dit Akkoord, ingespeeld worden op ontwikkelingen die zich voordoen en die op de essentie inrichting van de gemaakte afspraken kunnen ingrijpen (bijvoorbeeld Schiphol op zeebijbe- horende governance. Op 1 april 2023 wordt deze analysefase afgerond met een breed gedragen voorstel dat kan worden gebruikt voor besluitvorming. Het programmateam heeft hierin het voortouw; commitment, eilanden, inzet en onvoorziene groei in de zandbehoefte als gevolg van klimaatverandering). Ook is er in de uitvoering van dit Akkoord sprake van volgordelijkheid van afspraken waardoor verdere detaillering en operationalisering in de tijd van belang is. Er moeten aanpassingen kunnen worden gedaan op basis van voortschrijdend inzicht op basis van opgedane kennis en monitoring (adaptieve planning). Daarom verbinden partijen zich aan een geïnstitutionaliseerd Noordzeeoverleg (NZO) onder onafhankelijk voorzitterschap ter uitvoering van dit Akkoord en om gezamenlijk af te wegen of nieuwe ontwikkelingen moeten leiden tot bijstelling eigenaarschap van de afspraken.
8.1 ver- schillende thema’s zijn noodzakelijk om tijdig tot de beoogde resultaten te komen. Het NZO wordt voorlopig op dezelfde juridische basis en samenstelling, onder de hoede van het Overlegorgaan Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxx (OFL) en met programmateam maakt een onafhankelijk voorzitter, voortgezet.
8.2 Zo ontstaat na afronding van fase 1 (tot stand brengen Akkoord) een fase 2 waarin in ieder geval het door OFL uit te brengen governance-advies wordt besprokenactielijst wie wat moet doen. Over de andere eventueel te behandelen onderwerpen, werkwijze en praktische vraagstukken in fase 2 zal de onafhankelijk voorzitter dan nadere voorstellen doen aan het NZO. Daar wordt dan net als bij de start van fase 1 gezamenlijk over besloten. Over het nodige budget voor fase 2 zal het OFL met de betrokken ministeries overleg voeren.
8.3 In het door OFL uit te brengen governance-advies wordt een voorstel gedaan voor een definitieve vormgeving van het NZO, fase 3. Daarbij worden tenminste de volgende punten besproken: • de voor- en nadelen van diverse juridische kaders; • de taak, samenstelling, werkwijze en financiering van het definitieve NZO; • plaatsbepaling van het NZO, waaronder de vraag of een constructie “onder de hoede” van het OFL naar het oordeel van de OFL-voorzitters blijvend past bij de rol die het OFL zelf wil vervullen; • representatie van De IZA partijen 39; • aard en positie van het ‘Transitiefonds’; • borging van de monitorings- en onderzoeksagenda behorend bij het Noordzeeakkoord.
8.4 Stakeholders geven, totdat het governance-advies van OFL is uitgebracht, publiekelijk geen steun aan de gedachte van een Noordzeecommissaris, in de wetenschap dat deze variant in het OFL-advies nader zal worden afgewogen.
8.5 Het OFL bevordert een op consensus gericht overleg in het NZO over het uit te brengen advies. Mocht die consensus niet lukken, dan wordt het advies door het OFL toch uitgebracht onder vermelding van alle relevante overwegingen van overheid en stakeholders.
8.6 Kernbeslissingen van de overheid spreken ten aanzien van de Noordzee governance het volgende af: • Onder regie van het ministerie van VWS zal een program- mateam worden opgezet dat de voortgang bewaakt. Doel van het programmateam is om, eventueel met externe ondersteuning, de uitwerking van het IZA aan te jagen, de inspanningen te volgen en waar nodig bij te sturen. • Elk kwartaal zal er een bestuurlijk overleg IZA worden geor- ganiseerd. Op die dag zal in het NZO licht van de transformatie naar passende zorg een inhoudelijk onderwerp worden besproken. Ook zal op die dag de voortgang worden besproken ten behoeve van op consensus gericht overleg, alvorens ze worden voorgelegd aan de Tweede Kamer.
8.7 Het NZO schept hand van een monitor van de afspraken en de outcome monitoring van Zorginstituut, NZa en VWS. Partijen kunnen elkaar aanspreken over het kader waarbinnen uit niet nakomen van afspraken of knelpunten die moeten worden opgelost. Ook kan op basis van de monitor worden bijgestuurd. • De bestuurdersdag zal door het Akkoord voortvloeiend wetenschappelijk onderzoek vanuit het ‘Transitiefonds’ (mede) kan programmateam worden gefinancierdvoorbereid in samenwerking met een aantal veldpartijen. Hierbij • Als bij de uitwerking verschil van inzicht ontstaat dan zal onder leiding van VWS en samen met de relevante toezichthouders dit besproken worden. Indien nodig wordt het NZO ondersteund door een onafhankelijke wetenschappelijke klankbordcommissie die in bestuurlijk overleg met de KNAW wordt samengesteld.
8.8 Partijen verantwoordelijke bewinds- persoon van VWS georganiseerd. • De Tweede Kamer zal ook regulier worden geïnformeerd over de voortgang van de uitwerking van het IZA. • Ten aanzien van de inzet van de transformatiemiddelen zullen de NZa, ZN en VWS regulier overleg hebben over de voortgang. • Daarnaast hebben NZa en het Zorginstituut hun regulie- re taken ten aanzien van kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg. Vanuit die vertegenwoordigd zijn rollen zullen zij toezien op de effectiviteit van de door partijen in het geïnstitutionaliseerde Noordzeeoverleg verplichten zich eerst consensusgericht overleg te voeren binnen het NZO, alvorens zij gebruik maken van formele mogelijkheden tot verweer tegen besluiten van de overheidIZA gemaakte afspraken.
8.9 Partijen bezien of lopende, door hen ingediende bezwaren, op basis van dit Akkoord behoren te worden ingetrokken. In geval van twijfel wordt het onderwerp geagendeerd in het NZO.
Appears in 1 contract
Samples: Integraal Zorg Akkoord
Governance. We zijn heel ver gekomen, maar een aantal punten vergt verdere uitwerking. Ook zijn er een aantal structurele punten, die pas in de loop van de jaren hun beslag krijgen . Alle geledingen in het NZO hebben daarom een voorkeur dit overleg voort te zetten na het bereiken van een Noordzeeakkoord. Daarmee is de overgang van het ‘raadplegen van Schiphol op zee, eilanden, en onvoorziene groei in de stakeholders’ naar een ‘op overeenstemming gericht overleg tussen Rijk en stakeholders’ ook voor het vervolg het uitgangspunt. Hiermee kan, ook na vaststelling van dit Akkoord, ingespeeld worden op ontwikkelingen die zich voordoen en die op de essentie van de gemaakte afspraken kunnen ingrijpen (bijvoorbeeld Schiphol op zee, eilanden, en onvoorziene groei in de zandbehoefte als gevolg van klimaatverandering). Ook is er in de uitvoering van dit Akkoord sprake van volgordelijkheid van afspraken waardoor verdere detaillering en operationalisering in de tijd van belang is. Er moeten aanpassingen kunnen worden gedaan op basis van voortschrijdend inzicht op basis van opgedane kennis en monitoring (adaptieve planning). Daarom verbinden partijen zich aan een geïnstitutionaliseerd Noordzeeoverleg (NZO) onder onafhankelijk voorzitterschap ter uitvoering van dit Akkoord en om gezamenlijk af te wegen of nieuwe ontwikkelingen moeten leiden tot bijstelling van de afspraken.
8.1 Het NZO wordt voorlopig op dezelfde juridische basis en samenstelling, onder de hoede van het Overlegorgaan Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxx (OFL) OFL en met een onafhankelijk voorzitter, voortgezet.
8.2 Zo ontstaat na afronding van fase 1 (tot stand brengen Akkoord) een fase 2 waarin in ieder geval het door OFL uit te brengen governance-advies wordt besproken. Over de andere andere, eventueel te behandelen onderwerpen, werkwijze en praktische vraagstukken in fase 2 zal de onafhankelijk voorzitter dan nadere voorstellen doen aan het NZO. Daar wordt dan net als bij de start van fase 1 gezamenlijk over besloten. Over het nodige budget voor fase 2 zal het OFL met de betrokken ministeries overleg voeren.
8.3 In het door OFL uit te brengen governance-advies wordt een voorstel gedaan voor een definitieve vormgeving van het NZO, fase 3. Daarbij worden tenminste de volgende punten besproken: • de De voor- en nadelen van diverse juridische kaders; • de taak, samenstelling, werkwijze en financiering van het definitieve NZO; • plaatsbepaling van het NZO, waaronder de vraag of een constructie “onder de hoede” van het OFL naar het oordeel van de OFL-voorzitters blijvend past bij de rol die het OFL zelf wil vervullen; • representatie van partijen 39partijen; • aard en positie van het ‘Transitiefonds’; • borging van de monitorings- en onderzoeksagenda behorend bij het Noordzeeakkoord.
8.4 Stakeholders geven, totdat het governance-advies van OFL is uitgebracht, publiekelijk geen steun aan de gedachte van een Noordzeecommissaris, in de wetenschap dat deze variant in het OFL-advies nader zal worden afgewogen.
8.5 Het OFL bevordert een op consensus gericht overleg in het NZO over het uit te brengen advies. Mocht die consensus niet lukken, dan wordt het advies door het OFL toch uitgebracht onder vermelding van alle relevante overwegingen van overheid en stakeholders.
8.6 Kernbeslissingen van de overheid ten aanzien van de Noordzee worden in het NZO besproken ten behoeve van op consensus gericht overleg, alvorens ze worden voorgelegd aan de Tweede Kamer.
8.7 Het NZO schept het kader waarbinnen uit het Akkoord akkoord voortvloeiend wetenschappelijk onderzoek vanuit het ‘Transitiefonds’ Transitiefonds (mede) kan worden gefinancierd. Hierbij wordt het NZO ondersteund door een onafhankelijke wetenschappelijke klankbordcommissie die in overleg met de KNAW wordt samengesteld.
8.8 Partijen die vertegenwoordigd zijn in het geïnstitutionaliseerde Noordzeeoverleg verplichten zich eerst consensusgericht overleg te voeren binnen het NZO, alvorens zij gebruik maken van formele mogelijkheden tot verweer tegen besluiten van de overheid.
8.9 Partijen bezien of lopende, door hen ingediende bezwaren, op basis van dit Akkoord behoren te worden ingetrokken. In geval van twijfel wordt het onderwerp geagendeerd in het NZO.
Appears in 1 contract
Samples: Noordzeeakkoord
Governance. We zijn heel ver gekomen, maar een aantal punten vergt verdere uitwerking. Ook zijn er een aantal structurele punten, die pas in de loop van de jaren hun beslag krijgen krijgen. Alle geledingen in het NZO hebben daarom een voorkeur dit overleg voort te zetten na het bereiken van een Noordzeeakkoord. Daarmee is de overgang van het ‘raadplegen van stakeholders’ naar een ‘op overeenstemming gericht overleg tussen Rijk en stakeholders’ ook voor het vervolg het uitgangspunt. Hiermee kan, ook na vaststelling van dit Akkoord, ingespeeld worden op ontwikkelingen die zich voordoen en die op de essentie van de gemaakte afspraken kunnen ingrijpen (bijvoorbeeld Schiphol op zee, eilanden, en onvoorziene groei in de zandbehoefte als gevolg van klimaatverandering). Ook is er in de uitvoering van dit Akkoord sprake van volgordelijkheid van afspraken waardoor verdere detaillering en operationalisering in de tijd van belang is. Er moeten aanpassingen kunnen worden gedaan op basis van voortschrijdend inzicht op basis van opgedane kennis en monitoring (adaptieve planning). Daarom verbinden partijen zich aan een geïnstitutionaliseerd Noordzeeoverleg (NZO) onder onafhankelijk voorzitterschap ter uitvoering van dit Akkoord en om gezamenlijk af te wegen of nieuwe ontwikkelingen moeten leiden tot bijstelling van de afspraken.
8.1 Het NZO wordt voorlopig op dezelfde juridische basis en samenstelling, onder de hoede van het Overlegorgaan Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxx (OFL) en met een onafhankelijk voorzitter, voortgezet.
8.2 Zo ontstaat na afronding van fase 1 (tot stand brengen Akkoord) een fase 2 waarin in ieder geval het door OFL uit te brengen governance-advies wordt besproken. Over de andere eventueel te behandelen onderwerpen, werkwijze en praktische vraagstukken in fase 2 zal de onafhankelijk voorzitter dan nadere voorstellen doen aan het NZO. Daar wordt dan net als bij de start van fase 1 gezamenlijk over besloten. Over het nodige budget voor fase 2 zal het OFL met de betrokken ministeries overleg voeren.
8.3 In het door OFL uit te brengen governance-advies wordt een voorstel gedaan voor een definitieve vormgeving van het NZO, fase 3. Daarbij worden tenminste de volgende punten besproken: • de voor- en nadelen van diverse juridische kaders; OFL | Het Akkoord voor de Noordzee • de taak, samenstelling, werkwijze en financiering van het definitieve NZO; • plaatsbepaling van het NZO, waaronder de vraag of een constructie “onder de hoede” van het OFL naar het oordeel van de OFL-voorzitters blijvend past bij de rol die het OFL zelf wil vervullen; • representatie van partijen 3941; • aard en positie van het ‘Transitiefonds’; • borging van de monitorings- en onderzoeksagenda behorend bij het Noordzeeakkoord.
8.4 Stakeholders geven, totdat het governance-advies van OFL is uitgebracht, publiekelijk geen steun aan de gedachte van een Noordzeecommissaris, in de wetenschap dat deze variant in het OFL-advies nader zal worden afgewogen.
8.5 Het OFL bevordert een op consensus gericht overleg in het NZO over het uit te brengen advies. Mocht die consensus niet lukken, dan wordt het advies door het OFL toch uitgebracht onder vermelding van alle relevante overwegingen van overheid en stakeholders.
8.6 Kernbeslissingen van de overheid ten aanzien van de Noordzee worden in het NZO besproken ten behoeve van op consensus gericht overleg, alvorens ze worden voorgelegd aan de Tweede Kamer.
8.7 Het NZO schept het kader waarbinnen uit het Akkoord voortvloeiend wetenschappelijk onderzoek vanuit het ‘Transitiefonds’ (mede) kan worden gefinancierd. Hierbij wordt het NZO ondersteund door een onafhankelijke wetenschappelijke klankbordcommissie die in overleg met de KNAW wordt samengesteld.
8.8 Partijen die vertegenwoordigd zijn in het geïnstitutionaliseerde Noordzeeoverleg verplichten zich eerst consensusgericht overleg te voeren binnen het NZO, alvorens zij gebruik maken van formele mogelijkheden tot verweer tegen besluiten van de overheid.
8.9 Partijen bezien of lopende, door hen ingediende bezwaren, op basis van dit Akkoord behoren te worden ingetrokken. In geval van twijfel wordt het onderwerp geagendeerd in het NZO.. OFL | Het Akkoord voor de Noordzee
Appears in 1 contract
Samples: Akkoord Voor De Noordzee
Governance. We zijn heel ver gekomen, maar een aantal punten vergt verdere uitwerking. Ook zijn er een aantal structurele punten, die pas in de loop van de jaren hun beslag krijgen Alle geledingen in het NZO hebben daarom een voorkeur dit overleg voort te zetten na het bereiken van een Noordzeeakkoord. Daarmee is de overgang van het ‘raadplegen van stakeholders’ naar een ‘op overeenstemming gericht overleg tussen Rijk en stakeholders’ ook voor het vervolg het uitgangspunt. Hiermee kan, ook na vaststelling van dit Akkoord, ingespeeld worden op ontwikkelingen die zich voordoen en die op de essentie van de gemaakte afspraken kunnen ingrijpen (bijvoorbeeld Schiphol op zee, eilanden, en onvoorziene groei in de zandbehoefte als gevolg van klimaatverandering). Ook is er in de uitvoering van dit Akkoord sprake van volgordelijkheid van afspraken waardoor verdere detaillering en operationalisering in de tijd van belang is. Er moeten aanpassingen kunnen worden gedaan op basis van voortschrijdend inzicht op basis van opgedane kennis en monitoring (adaptieve planning). Daarom verbinden partijen zich aan een geïnstitutionaliseerd Noordzeeoverleg (NZO) onder onafhankelijk voorzitterschap ter uitvoering van dit Akkoord en om gezamenlijk af te wegen of nieuwe ontwikkelingen moeten leiden tot bijstelling van de afspraken.
8.1 Het NZO wordt voorlopig op dezelfde juridische basis en samenstelling, onder de hoede van het Overlegorgaan Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxx (OFL) en met een onafhankelijk voorzitter, voortgezet.
8.2 Zo ontstaat na afronding van fase 1 (tot stand brengen Akkoord) een fase 2 waarin in ieder geval het door OFL uit te brengen governance-advies wordt besproken. Over de andere eventueel te behandelen onderwerpen, werkwijze en praktische vraagstukken in fase 2 zal de onafhankelijk voorzitter dan nadere voorstellen doen aan het NZO. Daar wordt dan net als bij de start van fase 1 gezamenlijk over besloten. Over het nodige budget voor fase 2 zal het OFL met de betrokken ministeries overleg voeren.
8.3 In het door OFL uit te brengen governance-advies wordt een voorstel gedaan voor een definitieve vormgeving van het NZO, fase 3. Daarbij worden tenminste de volgende punten besproken: • de voor- en nadelen van diverse juridische kaders; • de taak, samenstelling, werkwijze en financiering van het definitieve NZO; • plaatsbepaling van het NZO, waaronder de vraag of een constructie “onder de hoede” van het OFL naar het oordeel van de OFL-voorzitters blijvend past bij de rol die het OFL zelf wil vervullen; • representatie van partijen 3937; • aard en positie van het ‘Transitiefonds’; • borging van de monitorings- en onderzoeksagenda behorend bij het Noordzeeakkoord.
8.4 Stakeholders geven, totdat het governance-advies van OFL is uitgebracht, publiekelijk geen steun aan de gedachte van een Noordzeecommissaris, in de wetenschap dat deze variant in het OFL-advies nader zal worden afgewogen.
8.5 Het OFL bevordert een op consensus gericht overleg in het NZO over het uit te brengen advies. Mocht die consensus niet lukken, dan wordt het advies door het OFL toch uitgebracht onder vermelding van alle relevante overwegingen van overheid en stakeholders.
8.6 Kernbeslissingen van de overheid ten aanzien van de Noordzee worden in het NZO besproken ten behoeve van op consensus gericht overleg, alvorens ze worden voorgelegd aan de Tweede Kamer.
8.7 Het NZO schept het kader waarbinnen uit het Akkoord voortvloeiend wetenschappelijk onderzoek vanuit het ‘Transitiefonds’ (mede) kan worden gefinancierd. Hierbij wordt het NZO ondersteund door een onafhankelijke wetenschappelijke klankbordcommissie die in overleg met de KNAW wordt samengesteld.
8.8 Partijen die vertegenwoordigd zijn in het geïnstitutionaliseerde Noordzeeoverleg verplichten zich eerst consensusgericht overleg te voeren binnen het NZO, alvorens zij gebruik maken van formele mogelijkheden tot verweer tegen besluiten van de overheid.
8.9 Partijen bezien of lopende, door hen ingediende bezwaren, op basis van dit Akkoord behoren te worden ingetrokken. In geval van twijfel wordt het onderwerp geagendeerd in het NZO.
Appears in 1 contract
Governance. We zijn heel ver gekomen, maar een aantal punten vergt verdere uitwerking. Ook zijn er een aantal structurele punten, die pas in de loop van de jaren hun beslag krijgen krijgen. Alle geledingen in het NZO hebben daarom een voorkeur dit overleg voort te zetten na het bereiken van een Noordzeeakkoord. Daarmee is de overgang van het ‘raadplegen van stakeholders’ naar een ‘op overeenstemming gericht overleg tussen Rijk en stakeholders’ ook voor het vervolg het uitgangspunt. Hiermee kan, ook na vaststelling van dit Akkoord, ingespeeld worden op ontwikkelingen die zich voordoen en die op de essentie van de gemaakte afspraken kunnen ingrijpen (bijvoorbeeld Schiphol op zee, eilanden, en onvoorziene groei in de zandbehoefte als gevolg van klimaatverandering). Ook is er in de uitvoering van dit Akkoord sprake van volgordelijkheid van afspraken waardoor verdere detaillering en operationalisering in de tijd van belang is. Er moeten aanpassingen kunnen worden gedaan op basis van voortschrijdend inzicht op basis van opgedane kennis en monitoring (adaptieve planning). Daarom verbinden partijen zich aan een geïnstitutionaliseerd Noordzeeoverleg (NZO) onder onafhankelijk voorzitterschap ter uitvoering van dit Akkoord en om gezamenlijk af te wegen of nieuwe ontwikkelingen moeten leiden tot bijstelling van de afspraken.
8.1 Het NZO wordt voorlopig op dezelfde juridische basis en samenstelling, onder de hoede van het Overlegorgaan Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxx (OFL) en met een onafhankelijk voorzitter, voortgezet.
8.2 Zo ontstaat na afronding van fase 1 (tot stand brengen Akkoord) een fase 2 waarin in ieder geval het door OFL uit te brengen governance-advies wordt besproken. Over de andere eventueel te behandelen onderwerpen, werkwijze en praktische vraagstukken in fase 2 zal de onafhankelijk voorzitter dan nadere voorstellen doen aan het NZO. Daar wordt dan net als bij de start van fase 1 gezamenlijk over besloten. Over het nodige budget voor fase 2 zal het OFL met de betrokken ministeries overleg voeren.
8.3 In het door OFL uit te brengen governance-advies wordt een voorstel gedaan voor een definitieve vormgeving van het NZO, fase 3. Daarbij worden tenminste de volgende punten besproken: • de voor- en nadelen van diverse juridische kaders; • de taak, samenstelling, werkwijze en financiering van het definitieve NZO; • plaatsbepaling van het NZO, waaronder de vraag of een constructie “onder de hoede” van het OFL naar het oordeel van de OFL-voorzitters blijvend past bij de rol die het OFL zelf wil vervullen; • representatie van partijen 3941; • aard en positie van het ‘Transitiefonds’; • borging van de monitorings- en onderzoeksagenda behorend bij het Noordzeeakkoord.
8.4 Stakeholders geven, totdat het governance-advies van OFL is uitgebracht, publiekelijk geen steun aan de gedachte van een Noordzeecommissaris, in de wetenschap dat deze variant in het OFL-advies nader zal worden afgewogen.
8.5 Het OFL bevordert een op consensus gericht overleg in het NZO over het uit te brengen advies. Mocht die consensus niet lukken, dan wordt het advies door het OFL toch uitgebracht onder vermelding van alle relevante overwegingen van overheid en stakeholders.
8.6 Kernbeslissingen van de overheid ten aanzien van de Noordzee worden in het NZO besproken ten behoeve van op consensus gericht overleg, alvorens ze worden voorgelegd aan de Tweede Kamer.
8.7 Het NZO schept het kader waarbinnen uit het Akkoord voortvloeiend wetenschappelijk onderzoek vanuit het ‘Transitiefonds’ (mede) kan worden gefinancierd. Hierbij wordt het NZO ondersteund door een onafhankelijke wetenschappelijke klankbordcommissie die in overleg met de KNAW wordt samengesteld.
8.8 Partijen die vertegenwoordigd zijn in het geïnstitutionaliseerde Noordzeeoverleg verplichten zich eerst consensusgericht overleg te voeren binnen het NZO, alvorens zij gebruik maken van formele mogelijkheden tot verweer tegen besluiten van de overheid.
8.9 Partijen bezien of lopende, door hen ingediende bezwaren, op basis van dit Akkoord behoren te worden ingetrokken. In geval van twijfel wordt het onderwerp geagendeerd in het NZO.
Appears in 1 contract
Samples: Akkoord Voor De Noordzee