Common use of HANDEL IN GOEDEREN Clause in Contracts

HANDEL IN GOEDEREN. 1. De partijen passen ten aanzien van elkaar de meestbegun- stigingsclausule toe op alle gebieden die verband houden met: — de douanerechten en heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip van de wijze van invordering van dergelijke rechten en heffingen, — de bepalingen betreffende de douaneafhandeling, de door- voer, de opslag in entrepot en de overslag van goederen, — de belastingen en alle andere interne heffingen die direct of indirect op de ingevoerde goederen van toepassing zijn, — de wijzen van betaling en de overdracht van de betaalde bedragen, — de voorschriften met betrekking tot de verkoop, de aan- koop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goede- ren op de binnenlandse markt. 2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op: a) voordelen die met het oog op de oprichting van een dou- ane-unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een dergelijke unie of zone worden toegekend; b) voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krachtens de GATT en andere internationale regelingen ten gunste van ontwikkelingslanden; c) voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde het grensverkeer te vereenvoudigen. 3. De bepalingen van lid 1 zijn gedurende een overgangs- periode die eindigt op de datum waarop de Republiek Oezbeki- stan partij wordt bij de WTO of, indien dit vroeger is, op 31 december 1998, niet van toepassing op de in bijlage I bedoelde voordelen die door de Republiek Oezbekistan worden toegekend aan andere staten die na het uiteenvallen van de Sovjetunie zijn ontstaan. 1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van vrije doorvoer een essentiële voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomst. Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over zijn grondgebied van goederen die herkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij. 2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, van de GATT vast- gestelde regels zijn tussen de twee partijen van toepassing. 3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan tus- sen de partijen overeengekomen bijzondere regelingen voor specifieke sectoren, zoals vervoer, of producten.

Appears in 2 contracts

Samples: Partnership Agreement, Partnership Agreement

HANDEL IN GOEDEREN. 1. De partijen passen ten aanzien van elkaar de meestbegun- stigingsclausule toe op alle gebieden die verband houden met: — de douanerechten en heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip van de wijze van invordering van dergelijke rechten en heffingen, — de bepalingen betreffende de douaneafhandeling, de door- voer, de opslag in entrepot en de overslag van goederen, — de belastingen en alle andere interne heffingen die direct of indirect op de ingevoerde goederen van toepassing zijn, — de wijzen van betaling en de overdracht van de betaalde bedragen, — de voorschriften met betrekking tot de verkoop, de aan- koop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goede- ren op de binnenlandse markt. 2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op: a) voordelen die met het oog op de oprichting van een dou- ane-unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een dergelijke unie of zone worden toegekend; b) voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krachtens de GATT WTO en andere internationale regelingen ten gunste van ontwikkelingslandenonwikkelingslanden; c) voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde het grensverkeer te vereenvoudigen. 3. De bepalingen van lid 1 zijn gedurende een overgangs- periode overgangspe- riode die eindigt op de datum waarop de Republiek Oezbeki- stan Georgië partij wordt bij de WTO GATT of, indien dit vroeger is, op 31 december 1998, niet van toepassing op de in bijlage I 1 bedoelde voordelen die door de Republiek Oezbekistan Georgië worden toegekend aan andere staten die na het uiteenvallen uiteen- vallen van de Sovjetunie Sovjet-Unie zijn ontstaan. 1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van vrije doorvoer een essentiële voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomst. Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over zijn grondgebied van goederen die herkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij. 2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, van de GATT vast- gestelde vastge- stelde regels zijn tussen de twee partijen van toepassing. 3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan tus- sen de partijen overeengekomen bijzondere regelingen voor specifieke sectoren, zoals vervoer, of producten.

Appears in 2 contracts

Samples: Partnership Agreement, Partnership Agreement

HANDEL IN GOEDEREN. 1. De partijen passen ten aanzien van elkaar de meestbegun- stigingsclausule meestbegunstiging toe op alle gebieden die verband houden met: — de - douanerechten en heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip van de wijze van invordering van dergelijke rechten en heffingen, — de ; - bepalingen betreffende de douaneafhandeling, de door- voerdouanevervoer, de opslag in entrepot en de overslag van goederen, — de ; - belastingen en alle andere interne heffingen die direct of indirect op de ingevoerde goederen van toepassing zijn, — de ; - wijzen van betaling en de overdracht van de betaalde bedragen, — de ; - voorschriften met betrekking tot de verkoop, de aan- koopaankoop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goede- ren goederen op de binnenlandse markt. 2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op: a) voordelen die met het oog op de oprichting van een dou- anedouane-unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een dergelijke unie of zone worden toegekend; b) voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krachtens de GATT regels van de WTO en andere internationale regelingen ten gunste van ontwikkelingslanden; c) voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde het grensverkeer te vereenvoudigenverge- makkelijken. 3. De bepalingen van lid 1 zijn gedurende een overgangs- periode overgangsperiode die eindigt op vijf jaar na de datum waarop de Republiek Oezbeki- stan partij wordt bij de WTO of, indien dit vroeger is, op 31 december 1998inwerkingtreding van deze overeenkomst eindigt, niet van toepassing op de in bijlage I bedoelde voordelen die door de Republiek Oezbekistan Tadzjikistan worden toegekend aan andere staten die na het uiteenvallen van de Sovjetunie Sovjet-Unie zijn ontstaan. 1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van vrije doorvoer een essentiële voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomstOvereenkomst. Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over zijn grondgebied van goederen die herkomstig afkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij. 2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, van de GATT vast- gestelde 1994 vastgestelde regels zijn tussen de twee partijen van toepassing. 3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan tus- sen tussen de partijen overeengekomen bijzondere regelingen voor specifieke sectoren, zoals vervoer, of producten. ARTIKEL 9 Onverminderd de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit internationale overeenkomsten betreffende de tijdelijke invoer van goederen die beide partijen binden, verleent elke partij de andere partij, in de gevallen en volgens de procedures die zijn vastgesteld in andere voor haar bindende internationale overeenkomsten op dit gebied en overeenkomstig haar eigen wettelijke bepalingen ter zake, vrijstelling van invoerrechten en -heffingen op goederen die tijdelijk worden ingevoerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de voorwaarden waaronder de uit een dergelijke overeenkomst voortvloeiende verplichtingen door de betrokken partij zijn aanvaard. 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 12, 15 en 16 van deze Overeenkomst worden bij de invoer van goederen van oorsprong uit de Republiek Tadzjikistan in de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkingen noch maatregelen van gelijke werking toegepast. 2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 12, 15 en 16 van deze Overeenkomst, worden bij de invoer in de Republiek Tadzjikistan van goederen van oorsprong uit de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkingen noch maatregelen van gelijke werking toegepast. ARTIKEL 11 Goederen worden tegen marktprijzen tussen de partijen verhandeld. 1. Wanneer een product op het grondgebied van een van de partijen wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelheden of onder zodanige voorwaarden dat ernstige schade wordt toegebracht of dreigt te worden toegebracht aan de binnenlandse producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten, dan kan de benadeelde partij – hetzij de Gemeenschap, hetzij de Republiek Tadzjikistan – passende maatregelen nemen, waarbij de volgende procedures en voorwaarden in acht moeten worden genomen. 2. Voordat maatregelen worden genomen, of, in de gevallen waarin lid 4 van toepassing is, zo spoedig mogelijk nadat maatregelen zijn genomen, verstrekt de Gemeenschap of de Republiek Tadzjikistan, al naargelang van het geval, de Samenwerkingsraad alle relevante informatie teneinde een voor beide partijen aanvaardbare oplossing als bedoeld in titel XI te zoeken. 3. Indien de partijen na dit overleg niet binnen 30 dagen nadat de kwestie naar de Samenwerkingsraad is verwezen een akkoord hebben bereikt over maatregelen om het probleem op te lossen, kan de partij die om het overleg heeft verzocht maatregelen ter beperking van de invoer van de betrokken producten nemen in de mate en voor de tijd die nodig zijn om de schade te voorkomen of te verhelpen, of kan zij andere passende maatregelen nemen. 4. In kritieke omstandigheden, waarin uitstel moeilijk herstelbare schade dreigt te veroorzaken, kunnen de partijen maatregelen nemen voordat het overleg heeft plaatsgevonden, op voorwaarde dat onmiddellijk daarna een voorstel tot overleg wordt gedaan. 5. Bij de keuze van de in het kader van dit artikel toe te passen maatregelen geven de partijen de voorkeur aan maatregelen die het bereiken van de doelstellingen van deze Overeenkomst het minst in de weg staan. 6. Geen enkele bepaling van dit artikel belet de partijen antidumpingmaatregelen of compen- serende maatregelen te nemen overeenkomstig artikel VI van de GATT 1994, de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GATT 1994, de Overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen of daarmee verband houdende interne wetgeving. ARTIKEL 13 De partijen komen overeen, rekening houdend met de omstandigheden, en vooral met de situatie die door de toekomstige toetreding van de Republiek Tadzjikistan tot de WTO zal ontstaan, de bepalingen van deze overeenkomst betreffende de onderlinge handel in goederen te zullen aanpassen. De Samenwerkingsraad kan de partijen over deze aanpassingen aanbevelingen doen die, indien zij worden aanvaard, ten uitvoer kunnen worden gelegd door middel van een overeenkomst tussen de partijen, met inachtneming van hun respectieve procedures. ARTIKEL 14 De Overeenkomst vormt geen beletsel voor verboden of beperkingen op de invoer, de uitvoer of de doorvoer van goederen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde en veiligheid, de gezondheid en het leven van personen en dieren of het behoud van planten, de bescherming van natuurlijke hulpbronnen, de bescherming van het nationaal artistiek, historisch of archeologisch erfgoed of uit hoofde van de bescherming van de intellectuele, industriële of commerciële eigendom, noch voor voorschriften betreffende goud en zilver. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie, noch een verkapte beperking van de handel tussen de partijen bij de Overeenkomst vormen. ARTIKEL 15 De handel in textielproducten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van de gecombineerde nomenclatuur wordt geregeld in een aparte bilaterale overeenkomst. Na het verstrijken van die overeenkomst worden textielproducten in deze overeenkomst opgenomen. ARTIKEL 16 De handel in kernmaterialen zal worden geregeld overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie. Zo nodig zijn op de handel in kernmaterialen de bepalingen van een tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Republiek Tadzjikistan te sluiten specifieke overeenkomst van toepassing.

Appears in 1 contract

Samples: Partnership Agreement

HANDEL IN GOEDEREN. 1. De partijen passen ten aanzien van elkaar de meestbegun- stigingsclausule toe op alle gebieden die verband houden met: — de douanerechten en heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip van de wijze van invordering van dergelijke rechten en heffingen, — de bepalingen betreffende de douaneafhandeling, de door- voer, de opslag in entrepot entrepôt en de overslag van goederen, — de belastingen en alle andere interne heffingen die direct of indirect op de ingevoerde goederen van toepassing zijn, — de wijzen van betaling en de overdracht van de betaalde bedragen, — de voorschriften met betrekking tot de verkoop, de aan- koop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goede- ren op de binnenlandse markt. 2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op: a) voordelen die met het oog op de oprichting van een dou- ane-unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een dergelijke unie of zone worden toegekend; b) voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krachtens de GATT en andere internationale regelingen ten gunste van ontwikkelingslanden; c) voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde het grensverkeer te vereenvoudigen. 3. De bepalingen van lid 1 zijn gedurende een overgangs- periode overgangspe- riode die eindigt op de datum waarop de Republiek Oezbeki- stan Kazachstan partij wordt bij de WTO GATT of, indien dit vroeger is, op 31 december decem- ber 1998, niet van toepassing op de in bijlage I bedoelde voordelen voor- delen die door de Republiek Oezbekistan Kazachstan worden toegekend aan andere staten die na het uiteenvallen van de Sovjetunie zijn ontstaan. 1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van vrije doorvoer een essentiële voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomst. Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over zijn haar grondgebied van goederen die herkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij. 2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, van de GATT vast- gestelde vastge- stelde regels zijn tussen de twee partijen van toepassing. 3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan tus- sen de tussen de partijen overeengekomen bijzondere regelingen voor specifieke sectoren, zoals vervoer, of producten.

Appears in 1 contract

Samples: Partnership Agreement

HANDEL IN GOEDEREN. [PSO Turkmenistan: Titel III] Artikel 2 [PSO Turkmenistan: Artikel 7] 1. De partijen passen ten aanzien van elkaar de meestbegun- meestbegun­ stigingsclausule toe op alle gebieden die verband houden met: — de douanerechten en heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip van de wijze van invordering van dergelijke rechten en heffingen, ; — de bepalingen betreffende de douaneafhandeling, de door- door­ voer, de opslag in entrepot en de overslag van goederen, ; — de belastingen en alle andere interne heffingen die direct of indirect op de ingevoerde goederen van toepassing zijn, ; — de wijzen van betaling en de overdracht van de betaalde bedragen, ; — de voorschriften met betrekking tot de verkoop, de aan- aan­ koop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goede- goede­ ren op de binnenlandse markt. 2. De bepalingen van Het bepaalde in lid 1 zijn is niet van toepassing op: a) voordelen die met het oog op de oprichting van een dou- ane-douane- unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een dergelijke derge­ lijke unie of zone worden toegekend; b) voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krachtens krach­ tens de GATT regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en andere internationale regelingen ten gunste van ontwikkelingslandenontwikke­ lingslanden; c) voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde het grensverkeer te vereenvoudigen. 3. De bepalingen van Het bepaalde in lid 1 zijn is gedurende een overgangs- periode overgangsperiode die eindigt op de datum waarop de Republiek Oezbeki- stan partij wordt bij de WTO of, indien dit vroeger is, op 31 december 1998, 1998 niet van toepassing op de in bijlage I bedoelde voordelen die door de Republiek Oezbekistan Turkmenistan worden toegekend aan andere staten die na het uiteenvallen van de Sovjetunie zijn ontstaan. Artikel 3 [PSO Turkmenistan: Artikel 8] 1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van vrije doorvoer een essentiële voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomst. Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over zijn grondgebied van goederen die herkomstig afkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij. 2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, van de GATT vast- gestelde 1994 vastgestelde regels zijn tussen de twee partijen van toepassing. 3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan tus- tus­ sen de partijen overeengekomen bijzondere regelingen voor specifieke sectoren, zoals vervoer, of producten. Artikel 4 [PSO Turkmenistan: Artikel 9] Artikel 5 [PSO Turkmenistan: Artikel 10] 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 7, 10 en 11 van deze overeenkomst worden bij de invoer van goederen van oorsprong uit Turkmenistan in de Gemeenschap geen kwanti­ tatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking toe- gepast. 2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 7, 10 en 11 van deze overeenkomst, worden bij de invoer in Turkmenistan van goederen van oorsprong uit de Gemeenschap geen kwan­ titatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking toe- gepast. Artikel 6 [PSO Turkmenistan: Artikel 11] Artikel 7 [PSO Turkmenistan: Artikel 12] 1. Wanneer een product op het grondgebied van een van de partijen wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelheden en onder voorwaarden die ernstige schade toebrengen of drei­ gen toe te brengen aan de binnenlandse producenten van soort­ gelijke of rechtstreeks concurrerende producten, dan kan de benadeelde partij, zijnde de Gemeenschap of Turkmenistan, pas­ sende maatregelen nemen met inachtneming van de hierna vol­ gende procedures en voorwaarden. 2. Alvorens maatregelen worden genomen of, in de gevallen waarin lid 4 van toepassing is, zo spoedig mogelijk nadat maat­ regelen zijn genomen, verstrekt de Gemeenschap of Turkme- nistan, al naargelang van het geval, het gemengd comité alle relevante informatie teneinde een voor beide partijen aanvaard­ bare oplossing als bedoeld in titel IV te zoeken. 3. Indien, na dit overleg, de partijen niet binnen dertig dagen nadat de kwestie aan het gemengd comité is voorgelegd een akkoord bereiken over maatregelen om het probleem op te lossen, kan de partij die om het overleg heeft verzocht maat­ regelen ter beperking van de invoer van de betrokken producten nemen, in de mate en voor de tijd die nodig zijn om de schade te voorkomen of te verhelpen, of kan zij andere passende maat­ regelen nemen. 4. In kritieke omstandigheden, waarin uitstel moeilijk herstel­ bare schade zou veroorzaken, kunnen de partijen maatregelen nemen voor het overleg heeft plaatsgevonden, mits onmiddellijk daarna een voorstel tot overleg wordt gedaan. 5. Bij de keuze van de krachtens dit artikel toe te passen maatregelen geven de partijen de voorkeur aan maatregelen die het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomst het minst in de weg staan. 6. Geen van de bepalingen van dit artikel belet de partijen antidumpingmaatregelen of compenserende maatregelen te ne­ men overeenkomstig artikel VI van de GATT 1994, de over­ eenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GATT 1994, de overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen of daarmee verband houdende interne wetgeving. Artikel 8 [PSO Turkmenistan: Artikel 13] Artikel 9 [PSO Turkmenistan: Artikel 14] Artikel 10 [PSO Turkmenistan: Artikel 15] Artikel 11 [PSO Turkmenistan: Artikel 16] 1. Voor de handel in producten die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen, gelden de bepalingen van deze titel II, met uitzondering van artikel 5. 2. Er wordt een contactgroep voor kolen- en staalkwesties ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van de Gemeen­ schap, enerzijds, en vertegenwoordigers van Turkmenistan, an­ derzijds. De contactgroep wisselt op gezette tijden informatie uit over alle zaken in verband met kolen- en staalproducten die voor de partijen van belang zijn. Artikel 12 [PSO Turkmenistan: Artikel 17]

Appears in 1 contract

Samples: Interim Agreement

HANDEL IN GOEDEREN. 1. De partijen passen ten aanzien van verlenen elkaar de meestbegun- stigingsclausule toe meestbegunstiging op alle gebieden die verband houden metmet betrekking tot: — de douanerechten en heffingen -heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip van alsmede de wijze van invordering inning van dergelijke die rechten en heffingen, ; de bepalingen betreffende de inzake douaneafhandeling, de door- voerdouane- vervoer, de opslag in entrepot entrepots en de overslag van goederen, overlading; de belastingen en alle andere interne binnenlandse heffingen die van welke aard ook welke direct of indirect betrekking hebben op de ingevoerde goederen van toepassing zijn, goederen; de wijzen van betaling en de overdracht van overbrenging met betrek- king tot de betaalde bedragen, handel in goederen; de voorschriften regels met betrekking tot de verkoopkoop, de aan- koopverkoop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goede- ren goederen op de binnenlandse markt. 2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op: a) voordelen die met het oog op de oprichting van een dou- anedouane-unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een dergelijke unie of zone worden toegekend; b) voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krachtens overeenkomstig de GATT regels van de Wereldhandelsorga- nisatie en andere internationale regelingen ten gunste van ontwikkelingslanden; c) voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde het grensverkeer te vereenvoudigenvergemakkelijken. 3. De bepalingen van lid 1 zijn gedurende Gedurende een overgangs- periode overgangsperiode die eindigt op de datum waarop de Republiek Oezbeki- stan partij wordt bij Azerbeidzjan tot de WTO oftoetreedt, of op 31 december 1998, indien dit vroeger is, op 31 december 1998, zijn de bepalingen van lid 1 niet van toepassing op de in bijlage I bedoelde vermrelde voordelen die door de Republiek Oezbekistan worden toegekend Azerbei- dzjan aan andere staten die na het uiteenvallen uit de ontbinding van de Sovjetunie zijn ontstaanUSSR voortge- komen staten toekent. 1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van de vrije doorvoer van goederen een essentiële voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomstOvereenkomst. Met het oog hierop In verband hiermede waarborgt elke partij de vrije doorgang door- gang over zijn grondgebied van goederen die herkomstig afkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij. 2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, 5 van de GATT vast- gestelde vastgestelde regels zijn tussen de twee partijen van toepassingtoepas- sing. 3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan tus- sen tussen de partijen overeengekomen bijzondere regelingen voor specifieke sectoren, zoals vervoer, of door de par- tijen overeengekomen producten, of aan de bepalingen van artikel 21. Artikel 4 Onverminderd de rechten en verplichtingen die voort- vloeien uit internationale overeenkomsten betreffende de tijdelijke invoer van goederen die beide partijen binden, verleent elke partij de andere partij, in de gevallen en volgens de procedures die zijn vastgesteld in enige andere voor haar bindende internationale overeenkomsten op dit gebied en overeenkomstig haar eigen wettelijke bepalin- gen terzake, vrijstelling van invoerrechten en -heffingen op goederen die tijdelijk worden ingevoerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de voorwaarden waaronder de uit een dergelijke overeenkomst voortvloeiende verplichtin- gen door de betrokken partij zijn aanvaard. 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 7, 10 en 11 van deze Overeenkomst worden bij de invoer van goederen van oorsprong uit de Republiek Azerbeidzjan in de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkingen toege- past. 2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 7, 10 en 11 van deze Overeenkomst worden bij de invoer van goederen van oorsprong uit de Gemeenschap in de Repu- bliek Azerbeidzjan geen kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking toegepast. Artikel 6 Goederen worden tegen marktprijzen tussen de partijen verhandeld. 1. Wanneer een product op het grondgebied van een van de partijen wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoe- veelheden en onder zodanige voorwaarden, dat ernstige schade wordt toegebracht of dreigt te worden toege- bracht aan de eigen producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten, dan kan de Gemeenschap of de Republiek Azerbeidzjan passende maatregelen nemen met inachtneming van de hierna vol- gende procedures en voorwaarden. 2. Alvorens maatregelen te nemen, of, in de gevallen waarin artikel 4 van toepassing is, zo spoedig mogelijk daarna, verstrekt de Gemeenschap of de Republiek Azer- beidzjan, al naar gelang van het geval, aan het Gemengd Comite´ alle relevante informatie om dit, overeenkomstig het bepaalde in titel IV, in staat te stellen een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te zoeken. 3. Indien na dit overleg de partijen niet binnen dertig dagen nadat de kwestie naar het Gemengd Comite´ is verwezen een akkoord bereiken over maatregelen om het probleem op te lossen, dan kan de partij die om het overleg heeft verzocht maatregelen ter beperking van de invoer van de betrokken producten nemen in de mate en voor de tijd die nodig zijn om de schade te voorkomen of te verhelpen, of kan zij andere passende maatregelen nemen. 4. In kritieke omstandigheden, waarin uitstel moeilijk herstelbare schade zou veroorzaken, kunnen de partijen maatregelen nemen vóór het overleg heeft plaatsgevon- den, op voorwaarde dat onmiddellijk daarna een voorstel tot overleg wordt gedaan. 5. Bij de keuze van de in het kader van dit artikel toe te passen maatregelen geven de overeenkomstsluitende par- tijen de voorkeur aan maatregelen die het bereiken van de doelstellingen van deze Overeenkomst het minst in de weg staan. 6. Niets in dit artikel vormt een beletsel voor of heeft gevolgen voor het nemen door de partijen van anti- dumpingmaatregelen of compenserende maatregelen over- eenkomstig artikel VI van de GATT, de Overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van artikel VI van de GATT, de Overeenkomst inzake de interpretatie en de toepassing van de artikelen VI, XVI en XXIII van de GATT of daarmee verband houdende interne wetgeving. Artikel 8 De partijen komen overeen, rekening houdend met de omstandigheden en de situatie die door de toetreding van de Republiek Azerbeidzjan tot de Wereldhandelsorganisa- tie zal ontstaan, de uitbreiding van de bepalingen betref- fende de onderlinge handel in goederen in welwillende overweging te nemen. Het in artikel 17 bedoelde Gemengd Comite´ kan de partijen omtrent deze uitbrei- ding aanbevelingen doen die, indien zij worden aanvaard, ten uitvoer kunnen worden gelegd door middel van een overeenkomst tussen de partijen, met inachtneming van hun respectieve procedures. Artikel 9 De Overeenkomst vormt geen beletsel voor verboden of beperkingen op de invoer, uitvoer of doorvoer van goede- ren, die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescher- ming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde en openbare veiligheid, de gezondheid en het leven van personen en dieren of het behoud van planten, de bescherming van natuurlijke hulpbronnen, de bescher- ming van het nationaal artistiek, historisch of archeolo- gisch erfgoed of uit hoofde van de bescherming van de intellectuele, industriële of commerciële eigendom, noch voor voorschriften betreffende goud en zilver. Deze ver- boden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie, noch een verkapte beperking van de handel tussen de partijen bij de Overeenkomst vormen. Artikel 10 Deze titel II is niet van toepassing op de handel in textielproducten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van de gecombineerde nomenclatuur. De handel in deze producten is geregeld bij een afzonderlijke overeenkomst die op 18 december 1995 werd geparafeerd en die voorlopig van toepassing is sedert 1 januari 1996. 1. De handel in producten die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen wordt geregeld bij de bepalingen van deze titel II, met uitzondering van artikel 5 daarvan. 2. Er wordt een contactgroep voor kolen- en staalkwes- ties ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap enerzijds en vertegenwoordigers van de Republiek Azerbeidzjan anderzijds. De contactgroep wisselt regelmatig informatie uit over alle problemen in verband met kolen en staalproducten die voor de partijen van belang zijn. Artikel 12 De handel in nucleaire materialen geschiedt overeenkom- stig het bepaalde in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie. Indien nood- zakelijk wordt de handel in nucleaire materialen geregeld bij een tussen de Europese Gemeenschap voor Atoom- energie en de Republiek Azerbeidzjan te sluiten specifieke overeenkomst.

Appears in 1 contract

Samples: Interim Agreement

HANDEL IN GOEDEREN. 1. De partijen passen ten aanzien van elkaar de meestbegun- stigingsclausule toe op alle gebieden die verband houden met: — de douanerechten en heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip van de wijze van invordering van dergelijke rechten en heffingen, — de bepalingen betreffende de douaneafhandeling, de door- voer, de opslag in entrepot en de overslag van goederen, — de belastingen en alle andere interne heffingen die direct of indirect op de ingevoerde goederen van toepassing zijn, — de wijzen van betaling en de overdracht van de betaalde bedragen, — de voorschriften met betrekking tot de verkoop, de aan- koop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goede- ren op de binnenlandse markt. 2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op: a) voordelen die met het oog op de oprichting van een dou- anedoua- ne-unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een dergelijke der- gelijke unie of zone worden toegekend; b) voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krachtens de GATT Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel (GATT) en andere internationale regelingen ten gunste van ontwikkelingslanden; c) voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde het grensverkeer te vereenvoudigen. 3. De bepalingen van lid 1 zijn gedurende een overgangs- periode die eindigt op de datum waarop de Republiek Oezbeki- stan Armenië partij wordt bij de WTO of, indien dit vroeger is, op 31 december 1998, niet van toepassing op de in bijlage I bedoelde voordelen die door de Republiek Oezbekistan Armenië worden toegekend aan andere staten die na het uiteenvallen van de Sovjetunie Sovjet-Unie zijn ontstaan. 1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van vrije doorvoer een essentiële voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomst. Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over zijn grondgebied van goederen die herkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij. 2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, van de GATT vast- gestelde regels zijn tussen de twee partijen van toepassing. 3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan tus- sen de partijen overeengekomen bijzondere regelingen voor specifieke sectoren, zoals vervoer, of producten.

Appears in 1 contract

Samples: Partnership Agreement

HANDEL IN GOEDEREN. 1. De partijen passen ten aanzien van elkaar de meestbegun- stigingsclausule meestbegunstigings- clausule toe op alle gebieden die verband houden met: de douanerechten en heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip inbe- grip van de wijze van invordering van dergelijke rechten en heffingen, de bepalingen betreffende de douaneafhandeling, de door- voerdoorvoer, de opslag in entrepot en de overslag van goederen, de belastingen en alle andere interne heffingen die direct of indirect op de ingevoerde goederen van toepassing zijn, de wijzen van betaling en de overdracht van de betaalde bedragen, de voorschriften met betrekking tot de verkoop, de aan- koopaankoop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goede- ren goederen op de binnenlandse markt. 2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op: a) a. voordelen die met het oog op de oprichting van een dou- anedouane-unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een dergelijke unie of zone worden toegekend; b) b. voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krachtens de GATT en andere internationale regelingen ten gunste van ontwikkelingslandenontwikkelings- landen; c) c. voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde ten einde het grensverkeer te vereenvoudigen. 3. De bepalingen van lid 1 zijn gedurende een overgangs- periode overgangsperiode die eindigt op de datum waarop de Republiek Oezbeki- stan Oezbekistan partij wordt bij de WTO of, indien dit vroeger is, op 31 december 1998, niet van toepassing toe- passing op de in bijlage I bedoelde voordelen die door de Republiek Oezbekistan worden toegekend aan andere staten die na het uiteenvallen van de Sovjetunie Sovjet-Unie zijn ontstaan. 1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van vrije doorvoer een essentiële essentie¨le voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomstOvereenkomst. Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over zijn grondgebied van goederen die herkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij. 2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, 5 van de GATT vast- gestelde vastgestelde regels zijn tussen de twee partijen van toepassing. 3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan tus- sen tussen de partijen par- tijen overeengekomen bijzondere regelingen voor specifieke sectoren, zoals vervoer, of productenprodukten. Artikel 10 Onverminderd de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit inter- nationale overeenkomsten betreffende de tijdelijke invoer van goederen die beide Partijen binden, verleent elke partij de andere partij, in de gevallen en volgens de procedures die zijn vastgesteld in andere voor haar bindende internationale overeenkomsten op dit gebied en overeen- komstig haar eigen wettelijke bepalingen ter zake, vrijstelling van in- voerrechten en -heffingen op goederen die tijdelijk worden ingevoerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de voorwaarden waaronder de uit een dergelijke overeenkomst voortvloeiende verplichtingen door de be- trokken partij zijn aanvaard. 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 13, 16 en 17 van deze Overeenkomst worden bij de invoer van goederen van oorsprong uit de Republiek Oezbekistan in de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkin- gen noch maatregelen van gelijke werking toegepast. 2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 13, 16 en 17 van deze Overeenkomst worden bij de invoer in de Republiek Oezbekistan van goederen van oorsprong uit de Gemeenschap geen kwantitatieve beper- kingen noch maatregelen van gelijke werking toegepast. Artikel 12 Goederen worden tegen marktprijzen tussen de Partijen verhandeld. 1. Wanneer een produkt op het grondgebied van een van de partijen wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelheden of onder voor- waarden die schade toebrengen of dreigen toe te brengen aan de binnen- landse producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende pro- dukten, dan kan de benadeelde partij, zijnde de Gemeenschap of de Republiek Oezbekistan, passende maatregelen nemen met inachtneming van de hierna volgende procedures en voorwaarden. 2. Voor zij maatregelen nemen, of, in de gevallen waarin artikel 4 van toepassing is, zo spoedig mogelijk nadat zij maatregelen hebben geno- men, verstrekken de Gemeenschap of de Republiek Oezbekistan, al naargelang van het geval, de Samenwerkingsraad alle relevante informa- tie ten einde deze in staat te stellen een voor beide partijen aanvaardbare oplossing als bedoeld in titel XI te zoeken. 3. Indien, na dit overleg, de partijen niet binnen 30 dagen nadat de kwestie naar de Samenwerkingsraad werd verwezen een akkoord berei- ken over maatregelen om het probleem op te lossen, dan kan de partij die om het overleg heeft verzocht maatregelen ter beperking van de invoer van de betrokken produkten nemen in de mate en voor de tijd die nodig zijn om de schade te voorkomen of te verhelpen of kan zij andere passende maatregelen nemen. 4. In kritieke omstandigheden, waarin uitstel moeilijk herstelbare schade zou veroorzaken, kunnen de partijen maatregelen nemen voor het overleg heeft plaatsgevonden, op voorwaarde dat onmiddellijk daarna een voorstel tot overleg wordt gedaan. 5. Bij de keuze van de in het kader van dit artikel toe te passen maat- regelen geven de overeenkomstsluitende partijen de voorkeur aan maat- regelen die het bereiken van de doelstellingen van deze Overeenkomst het minst in de weg staan. 6. Geen enkele bepaling van dit artikel belet de partijen anti- dumpingmaatregelen of compenserende maatregelen te nemen overeen- komstig artikel VI van de GATT, de overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GATT, de Overeenkomst inzake de interpretatie en de toepassing van de artikelen VI, XVI en XXIII van de GATT of daar- mee verband houdende interne wetgeving. Artikel 14 De partijen komen overeen, rekening houdend met de omstandighe- den en de situatie die door toetreding van de Republiek Oezbekistan tot de WTO ontstaat, de uitbreiding van de bepalingen betreffende de onder- linge handel in goederen in welwillende overweging te nemen. De Samenwerkingsraad kan de partijen omtrent deze uitbreiding aanbeve- lingen doen die, indien zij worden aanvaard, ten uitvoer kunnen worden gelegd door middel van een overeenkomst tussen de partijen, met inacht- neming van hun respectieve procedures. Artikel 15 De Overeenkomst vormt geen beletsel voor verboden of beperkingen op de invoer, de uitvoer of de doorvoer van goederen die gerechtvaar- digd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde en veiligheid, de gezondheid en het leven van perso- nen en dieren of het behoud van planten, de bescherming van natuur- lijke hulpbronnen, de bescherming van het nationaal artistiek, historisch of archeologisch erfgoed of uit hoofde van de bescherming van de intel- lectuele, industrie¨le of commercie¨le eigendom, noch voor voorschriften betreffende goud en zilver. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie, noch een verholen beperking van de handel tussen de partijen bij de Overeenkomst vormen. Artikel 16 Deze titel is niet van toepassing op de handel in textielprodukten van de Hoofdstukken 50 tot en met 63 van de Gecombineerde Nomencla- tuur. De handel in deze produkten is geregeld bij een afzonderlijke over- eenkomst die op 4 december 1995 werd geparafeerd en die voorlopig van toepassing is sedert 1 januari 1996. 1. De handel in produkten die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen, is geregeld bij de bepalingen van deze titel, met uitzondering van artikel 11 daarvan. 2. Er wordt een contactgroep voor kolen- en staalkwesties ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap, enerzijds, en vertegenwoordigers van de Republiek Oezbekistan, anderzijds. De contactgroep wisselt op gezette tijden informatie uit over alle zaken in verband met kolen- en staalprodukten die voor partijen van belang zijn. Artikel 18 De handel in kernmaterialen worden geregeld bij een tussen de Euro- pese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Republiek Oezbekistan te sluiten specifieke overeenkomst.

Appears in 1 contract

Samples: Partnerschaps en Samenwerkingsovereenkomst

HANDEL IN GOEDEREN. 1. De partijen passen ten aanzien van elkaar de meestbegun- stigingsclausule toe op alle gebieden die verband houden met: — de douanerechten en heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip van de wijze van invordering van dergelijke rechten en heffingen, — de bepalingen betreffende de douaneafhandeling, de door- voer, de opslag in entrepot en de overslag van goederen, — de belastingen en alle andere interne heffingen die direct of indirect op de ingevoerde goederen van toepassing zijn, — de wijzen van betaling en de overdracht van de betaalde bedragen, — de voorschriften met betrekking tot de verkoop, de aan- koop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goede- ren op de binnenlandse markt. 2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op: a) voordelen die met het oog op de oprichting van een dou- ane-unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een dergelijke unie of zone worden toegekend; b) voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krachtens de GATT WTO-regels en andere internationale regelingen regelin- gen ten gunste van ontwikkelingslanden; c) voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde het grensverkeer te vereenvoudigen. 3. De bepalingen van lid 1 zijn gedurende een overgangs- periode die eindigt op de datum waarop de Republiek Oezbeki- stan Azer- beidzjan partij wordt bij de WTO of, indien dit vroeger is, op 31 december 1998, niet van toepassing op de in bijlage I bedoelde voordelen die door de Republiek Oezbekistan worden Azerbeidzjan wor- den toegekend aan andere staten die na het uiteenvallen van de Sovjetunie Sovjet-Unie zijn ontstaan. 1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van vrije doorvoer een essentiële voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomstOvereenkomst. Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over zijn grondgebied van goederen die herkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij. 2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, van de GATT vast- gestelde regels zijn tussen de twee partijen van toepassing. 3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan tus- sen de partijen overeengekomen bijzondere regelingen voor specifieke sectoren, zoals vervoer, of producten, of aan de bepalingen van artikel 90.

Appears in 1 contract

Samples: Partnership Agreement

HANDEL IN GOEDEREN. 1. De partijen passen ten aanzien van elkaar de meestbegun- stigingsclausule meestbegunstigings- clausule toe op alle gebieden die verband houden met: de douanerechten en heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip inbe- grip van de wijze van invordering van dergelijke rechten en heffingen, de bepalingen betreffende de douaneafhandeling, de door- voerdoorvoer, de opslag in entrepot entrepoˆt en de overslag van goederen, de belastingen en alle andere interne heffingen die direct of indirect op de ingevoerde goederen van toepassing zijn, de wijzen van betaling en de overdracht van de betaalde bedragen, de voorschriften met betrekking tot de verkoop, de aan- koopaankoop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goede- ren goederen op de binnenlandse markt. 2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op: a) a. voordelen die met het oog op de oprichting van een dou- anedouane-unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een dergelijke unie of zone worden toegekend; b) b. voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krachtens de GATT WTO-regels en andere internationale regelingen ten gunste van ontwikkelingslandenontwik- kelingslanden; c) c. voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde ten einde het grensverkeer te vereenvoudigen. 3. De bepalingen van lid 1 zijn gedurende een overgangs- periode overgangsperiode die eindigt op de datum waarop de Republiek Oezbeki- stan Azerbeidzjan partij wordt bij de WTO of, indien dit vroeger is, op 31 december 1998, niet van toepassing toe- passing op de in bijlage I bedoelde voordelen die door de Republiek Oezbekistan Azerbeidzjan worden toegekend aan andere staten Staten die na het uiteenvallen uiteenval- len van de Sovjetunie Sovjet-Unie zijn ontstaan. 1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van vrije doorvoer een essentiële essentie¨le voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomstOvereenkomst. Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over zijn grondgebied van goederen die herkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij. 2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, 5 van de GATT vast- gestelde vastgestelde regels zijn tussen de twee partijen van toepassing. 3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan tus- sen tussen de partijen par- tijen overeengekomen bijzondere regelingen voor specifieke sectoren, zoals vervoer, of productenprodukten, of aan de bepalingen van artikel 90. Artikel 11 Onverminderd de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit inter- nationale overeenkomsten betreffende de tijdelijke invoer van goederen die beide partijen binden, verleent elke partij de andere partij, in de gevallen en volgens de procedures die zijn vastgesteld in andere voor haar bindende internationale overeenkomsten op dit gebied en overeen- komstig haar eigen wettelijke bepalingen ter zake, vrijstelling van in- voerrechten en -heffingen op goederen die tijdelijk worden ingevoerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de voorwaarden waaronder de uit een dergelijke overeenkomst voortvloeiende verplichtingen door de be- trokken partij zijn aanvaard. 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 14, 17 en 18 van deze Overeenkomst worden bij de invoer van goederen van oorsprong uit de Republiek Azerbeidzjan in de Gemeenschap geen kwantitatieve beper- kingen toegepast. 2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 14, 17 en 18 van deze Overeenkomst worden bij de invoer in de Republiek Azerbeidzjan van goederen van oorsprong uit de Gemeenschap geen kwantitatieve beper- kingen noch maatregelen van gelijke werking toegepast. Artikel 13 Goederen worden tegen marktprijzen tussen de partijen verhandeld. 1. Wanneer een produkt op het grondgebied van een van de partijen wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelheden of onder voor- waarden die schade toebrengen of dreigen toe te brengen aan de binnen- landse producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende pro- dukten, dan kan de benadeelde partij, zijnde de Gemeenschap of de Republiek Azerbeidzjan, passende maatregelen nemen met inachtneming van de hierna volgende procedures en voorwaarden. 2. Voor zij maatregelen nemen, of, in de gevallen waarin artikel 4 van toepassing is, zo spoedig mogelijk nadat zij maatregelen hebben geno- men, verstrekken de Gemeenschap of de Republiek Azerbeidzjan, al naargelang van het geval, de Samenwerkingsraad alle relevante informa- tie ten einde deze in staat te stellen een voor beide partijen aanvaardbare oplossing als bedoeld in titel XI te zoeken. 3. Indien, na dit overleg, de partijen niet binnen 30 dagen nadat de kwestie naar de Samenwerkingsraad werd verwezen een akkoord berei- ken over maatregelen om het probleem op te lossen, dan kan de partij die om het overleg heeft verzocht maatregelen ter beperking van de invoer van de betrokken produkten nemen in de mate en voor de tijd die nodig zijn om de schade te voorkomen of te verhelpen of kan zij andere passende maatregelen nemen. 4. In kritieke omstandigheden, waarin uitstel moeilijk herstelbare schade zou veroorzaken, kunnen de partijen maatregelen nemen voor het overleg heeft plaatsgevonden, op voorwaarde dat onmiddellijk daarna een voorstel tot overleg wordt gedaan. 5. Bij de keuze van de in het kader van dit artikel toe te passen maat- regelen geven de overeenkomstsluitende partijen de voorkeur aan maat- regelen die het bereiken van de doelstellingen van deze Overeenkomst het minst in de weg staan. 6. Geen enkele bepaling van dit artikel belet de partijen anti- dumpingmaatregelen of compenserende maatregelen te nemen overeen- komstig artikel VI van de GATT, de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GATT, de Overeenkomst inzake de interpretatie en de toepassing van de artikelen VI, XVI en XXIII van de GATT of daar- mee verband houdende interne wetgeving. Artikel 15 De partijen komen overeen, rekening houdend met de omstandighe- den en de situatie die door de toetreding van de Republiek Azerbeidzjan tot de WTO ontstaat, de uitbreiding van de bepalingen betreffende de onderlinge handel in goederen in welwillende overweging te nemen. De Samenwerkingsraad kan de partijen omtrent deze uitbreiding aanbeve- lingen doen die, indien zij worden aanvaard, ten uitvoer kunnen worden gelegd door middel van een overeenkomst tussen de partijen, met inacht- neming van hun respectieve procedures. Artikel 16 De Overeenkomst vormt geen beletsel voor verboden of beperkingen op de invoer, de uitvoer of de doorvoer van goederen die gerechtvaar- digd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde en veiligheid, de gezondheid en het leven van perso- nen en dieren of het behoud van planten, de bescherming van natuur- lijke hulpbronnen, de bescherming van het nationaal artistiek, historisch of archeologisch erfgoed of uit hoofde van de bescherming van de intel- lectuele, industrie¨le of commercie¨le eigendom, noch voor voorschriften betreffende goud en zilver. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie, noch een verholen beperking van de handel tussen de partijen bij de Overeenkomst vormen. Artikel 17 Deze titel is niet van toepassing op de handel in textielprodukten van de Hoofdstukken 50 tot en met 63 van de Gecombineerde Nomencla- tuur. De handel in deze produkten is geregeld bij een afzonderlijke over- eenkomst die op 18 december 1995 werd geparafeerd en die voorlopig van toepassing is sedert 1 januari 1996. 1. De handel in produkten die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen, is geregeld bij de bepalingen van deze titel, met uitzondering van artikel 12 daarvan. 2. Er wordt een contactgroep voor kolen- en staalkwesties ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap, enerzijds, en vertegenwoordigers van de Republiek Azerbeidzjan, anderzijds. De contactgroep wisselt op gezette tijden informatie uit over alle zaken in verband met kolen- en staalprodukten die voor partijen van belang zijn. Artikel 19 De handel in kernmaterialen wordt geregeld overeenkomstig de bepa- lingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie. Zo nodig zal de handel in kernmaterialen worden geregeld bij een tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Republiek Azerbeidzjan te sluiten specifieke overeenkomst.

Appears in 1 contract

Samples: Partnerschaps en Samenwerkingsovereenkomst

HANDEL IN GOEDEREN. 1. De partijen passen ten aanzien van elkaar de meestbegun- stigingsclausule toe op alle gebieden die verband houden met: — de douanerechten en heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip van de wijze van invordering van dergelijke rechten en heffingen, — de bepalingen betreffende de douaneafhandeling, de door- voer, de opslag in entrepot en de overslag van goederen, — de belastingen en alle andere interne heffingen die direct of indirect op de ingevoerde goederen van toepassing zijn, — de wijzen van betaling en de overdracht van de betaalde bedragen, — de voorschriften met betrekking tot de verkoop, de aan- koop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goede- ren op de binnenlandse markt. 2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op: a) voordelen die met het oog op de oprichting van een dou- ane-unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een dergelijke unie of zone worden toegekend; b) voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krachtens de GATT en andere internationale regelingen ten gunste van ontwikkelingslanden; c) voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde het grensverkeer te vereenvoudigen. 3. De bepalingen van lid 1 zijn gedurende een overgangs- periode overgangspe- riode die eindigt op de datum waarop de Republiek Oezbeki- stan Kirgizstan partij wordt bij de WTO GATT of, indien dit vroeger is, op 31 december decem- ber 1998, niet van toepassing op de in bijlage I bedoelde voordelen voor- delen die door de Republiek Oezbekistan Kirgizstan worden toegekend aan andere staten die na het uiteenvallen van de Sovjetunie zijn ontstaan. 1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van vrije doorvoer een essentiële voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomst. Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over zijn haar grondgebied van goederen die herkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij. 2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, van de GATT vast- gestelde vastge- stelde regels zijn tussen de twee partijen van toepassing. 3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan tus- sen de tussen de partijen overeengekomen bijzondere regelingen voor specifieke sectoren, zoals vervoer, of producten.

Appears in 1 contract

Samples: Partnership Agreement

HANDEL IN GOEDEREN. 1. De partijen passen ten aanzien van elkaar de meestbegun- stigingsclausule meestbegunstigings- clausule toe op alle gebieden die verband houden met: de douanerechten en heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip inbe- grip van de wijze van invordering van dergelijke rechten en heffingen, de bepalingen betreffende de douaneafhandeling, de door- voerdoorvoer, de opslag in entrepot entrepoˆt en de overslag van goederen, de belastingen en alle andere interne heffingen die direct of indirect op de ingevoerde goederen van toepassing zijn, de wijzen van betaling en de overdracht van de betaalde bedragen, de voorschriften met betrekking tot de verkoop, de aan- koopaankoop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goede- ren goederen op de binnenlandse markt. 2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op: a) a. voordelen die met het oog op de oprichting van een dou- anedouane-unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een dergelijke unie of zone worden toegekend; b) b. voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krachtens de GATT WTO en andere internationale regelingen ten gunste van ontwikkelingslandenontwikkelings- landen; c) c. voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde ten einde het grensverkeer te vereenvoudigen. 3. De bepalingen van lid 1 zijn gedurende een overgangs- periode overgangsperiode die eindigt op de datum waarop de Republiek Oezbeki- stan Georgie¨ partij wordt bij de WTO GATT of, indien dit vroeger is, op 31 december 1998, niet van toepassing op de in bijlage bij- lage I bedoelde voordelen die door de Republiek Oezbekistan Georgie¨ worden toegekend aan andere staten Staten die na het uiteenvallen van de Sovjetunie Sovjet-Unie zijn ontstaan. 1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van vrije doorvoer een essentiële essentie¨le voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomstOvereenkomst. Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over zijn grondgebied van goederen die herkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij. 2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, 5 van de GATT vast- gestelde vastgestelde regels zijn tussen de twee partijen van toepassing. 3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan tus- sen tussen de partijen par- tijen overeengekomen bijzondere regelingen voor specifieke sectoren, zoals vervoer, of productenprodukten. Artikel 11 Onverminderd de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit inter- nationale overeenkomsten betreffende de tijdelijke invoer van goederen die beide partijen binden, verleent elke partij de andere partij, in de gevallen en volgens de procedures die zijn vastgesteld in andere voor haar bindende internationale overeenkomsten op dit gebied en overeen- komstig haar eigen wettelijke bepalingen ter zake, vrijstelling van in- voerrechten en -heffingen op goederen die tijdelijk worden ingevoerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de voorwaarden waaronder de uit een dergelijke overeenkomst voortvloeiende verplichtingen door de be- trokken partij zijn aanvaard. 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 14, 17 en 18 van deze Overeenkomst worden bij de invoer van goederen van oorsprong uit Georgie¨ in de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkingen toegepast. 2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 14 van deze Overeen- komst worden bij de invoer in Georgie¨ van goederen van oorsprong uit de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkingen noch maatregelen van gelijke werking toegepast. Artikel 13 Goederen worden tegen marktprijzen tussen de partijen verhandeld. 1. Wanneer een produkt op het grondgebied van een van de partijen wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelheden of onder voor- waarden die schade toebrengen of dreigen toe te brengen aan de binnen- landse producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende pro- dukten, dan kan de benadeelde partij, zijnde de Gemeenschap of Georgie¨, passende maatregelen nemen met inachtneming van de hierna volgende procedures en voorwaarden. 2. Voor zij maatregelen nemen, of, in de gevallen waarin lid 4 van toepassing is, zo spoedig mogelijk nadat zij maatregelen hebben geno- men, verstrekken de Gemeenschap of Georgie¨, al naargelang van het geval, de Samenwerkingsraad alle relevante informatie ten einde deze in staat te stellen een voor beide partijen aanvaardbare oplossing als be- doeld in titel XI te zoeken. 3. Indien, na dit overleg, de partijen niet binnen 30 dagen nadat de kwestie naar de Samenwerkingsraad werd verwezen een akkoord berei- ken over maatregelen om het probleem op te lossen, dan kan de partij die om het overleg heeft verzocht maatregelen ter beperking van de invoer van de betrokken produkten nemen in de mate en voor de tijd die nodig zijn om de schade te voorkomen of te verhelpen of kan zij andere passende maatregelen nemen. 4. In kritieke omstandigheden, waarin uitstel moeilijk herstelbare schade zou veroorzaken, kunnen de partijen maatregelen nemen voor het overleg heeft plaatsgevonden, op voorwaarde dat onmiddellijk daarna een voorstel tot overleg wordt gedaan. 5. Bij de keuze van de in het kader van dit artikel toe te passen maat- regelen geven de overeenkomstsluitende partijen de voorkeur aan maat- regelen die het bereiken van de doelstellingen van deze Overeenkomst het minst in de weg staan. 6. Geen enkele bepaling van dit artikel belet de partijen anti- dumpingmaatregelen of compenserende maatregelen te nemen overeen- komstig artikel VI van de GATT, de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GATT, de Overeenkomst inzake de interpretatie en de toepassing van de artikelen VI, XVI en XXIII van de GATT of daar- mee verband houdende interne wetgeving. Artikel 15 De partijen komen overeen, rekening houdend met de omstandighe- den en de situatie die door de toetreding van Georgie¨ tot de WTO ont- staat, de uitbreiding van de bepalingen betreffende de onderlinge handel in goederen in welwillende overweging te nemen. De Samenwerkings- raad kan de partijen omtrent deze uitbreiding aanbevelingen doen die, indien zij worden aanvaard, ten uitvoer kunnen worden gelegd door mid- del van een overeenkomst tussen de partijen, met inachtneming van hun respectieve procedures. Artikel 16 De Overeenkomst vormt geen beletsel voor verboden of beperkingen op de invoer, de uitvoer of de doorvoer van goederen die gerechtvaar- digd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde en veiligheid, de gezondheid en het leven van perso- nen en dieren of het behoud van planten, de bescherming van natuur- lijke hulpbronnen, de bescherming van het nationaal artistiek, historisch of archeologisch erfgoed of uit hoofde van de bescherming van de intel- lectuele, industrie¨le of commercie¨le eigendom, noch voor voorschriften betreffende goud en zilver. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie, noch een verholen beperking van de handel tussen de partijen bij de Overeenkomst vormen. Artikel 17 Deze titel is niet van toepassing op de handel in textielprodukten van de Hoofdstukken 50 tot en met 63 van de Gecombineerde Nomencla- tuur. De handel in deze produkten is geregeld bij een afzonderlijke over- eenkomst die op 22 december 1995 werd geparafeerd en die voorlopig van toepassing is sedert 1 januari 1996. 1. De handel in produkten die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen, is geregeld bij de bepalingen van deze titel, met uitzondering van artikel 12 daarvan. 2. Er wordt een contactgroep voor kolen- en staalkwesties ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap, enerzijds, en vertegenwoordigers van Georgie¨, anderzijds. De contactgroep wisselt op gezette tijden informatie uit over alle zaken in verband met kolen- en staalprodukten die voor partijen van belang zijn. Artikel 19 De handel in kernmaterialen wordt geregeld overeenkomstig de bepa- lingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie. Zo nodig zal de handel in kernmaterialen worden geregeld bij een tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Georgie¨ te sluiten specifieke overeenkomst.

Appears in 1 contract

Samples: Partnership and Cooperation Agreement

HANDEL IN GOEDEREN. 1. De partijen passen ten aanzien van elkaar de meestbegun- stigingsclausule meestbegunstigings- clausule toe op alle gebieden die verband houden met: de douanerechten en heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip inbe- grip van de wijze van invordering van dergelijke rechten en heffingen, de bepalingen betreffende de douaneafhandeling, de door- voerdoorvoer, de opslag in entrepot en de overslag van goederen, de belastingen en alle andere interne heffingen die direct of indirect op de ingevoerde goederen van toepassing zijn, de wijzen van betaling en de overdracht van de betaalde bedragen, de voorschriften met betrekking tot de verkoop, de aan- koopaankoop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goede- ren goederen op de binnenlandse markt. 2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op: a) a. voordelen die met het oog op de oprichting van een dou- anedouane-unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een dergelijke unie of zone worden toegekend; b) b. voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krachtens de GATT en andere internationale regelingen ten gunste van ontwikkelingslandenontwikkelings- landen; c) c. voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde ten einde het grensverkeer te vereenvoudigen. 3. De bepalingen van lid 1 zijn gedurende een overgangs- periode overgangsperiode die eindigt op de datum waarop de Republiek Oezbeki- stan Armenie¨ partij wordt bij de WTO of, indien dit vroeger is, op 31 december 1998, niet van toepassing toepas- sing op de in bijlage I bedoelde voordelen die door de Republiek Oezbekistan Armenie¨ worden toegekend aan andere staten die na het uiteenvallen van de Sovjetunie Sovjet-Unie zijn ontstaan. 1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van vrije doorvoer een essentiële essentie¨le voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomstOvereenkomst. Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over zijn grondgebied van goederen die herkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij. 2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, 5 van de GATT vast- gestelde vastgestelde regels zijn tussen de twee partijen van toepassing. 3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan tus- sen tussen de partijen par- tijen overeengekomen bijzondere regelingen voor specifieke sectoren, zoals vervoer, of productenprodukten. Artikel 11 Onverminderd de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit inter- nationale overeenkomsten betreffende de tijdelijke invoer van goederen die beide partijen binden, verleent elke partij de andere partij, in de gevallen en volgens de procedures die zijn vastgesteld in andere voor haar bindende internationale overeenkomsten op dit gebied en overeen- komstig haar eigen wettelijke bepalingen ter zake, vrijstelling van in- voerrechten en -heffingen op goederen die tijdelijk worden ingevoerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de voorwaarden waaronder de uit een dergelijke overeenkomst voortvloeiende verplichtingen door de be- trokken partij zijn aanvaard. 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 14, 17 en 18 van deze Overeenkomst worden bij de invoer van goederen van oorsprong uit de Republiek Armenie¨ in de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkingen toegepast. 2. Bij de invoer in de Republiek Armenie¨ van goederen van oor- sprong uit de Gemeenschap worden geen kwantitatieve beperkingen noch maatregelen van gelijke werking toegepast. Artikel 13 Goederen worden tegen marktprijzen tussen de partijen verhandeld. 1. Wanneer een produkt op het grondgebied van een van de partijen wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelheden of onder voor- waarden die schade toebrengen of dreigen toe te brengen aan de binnen- landse producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende pro- dukten, dan kan de benadeelde partij, zijnde de Gemeenschap of de Republiek Armenie¨, passende maatregelen nemen met inachtneming van de hierna volgende procedures en voorwaarden. 2. Voor zij maatregelen nemen, of, in de gevallen waarin artikel 4 van toepassing is, zo spoedig mogelijk nadat zij maatregelen hebben geno- men, verstrekken de Gemeenschap of de Republiek Armenie¨, al naarge- lang van het geval, de Samenwerkingsraad alle relevante informatie ten einde deze in staat te stellen een voor beide partijen aanvaardbare oplos- sing als bedoeld in titel XI te zoeken. 3. Indien, na dit overleg, de partijen niet binnen 30 dagen nadat de kwestie naar de Samenwerkingsraad werd verwezen een akkoord berei- ken over maatregelen om het probleem op te lossen, dan kan de partij die om het overleg heeft verzocht maatregelen ter beperking van de invoer van de betrokken produkten nemen in de mate en voor de tijd die nodig zijn om de schade te voorkomen of te verhelpen of kan zij andere passende maatregelen nemen. 4. In kritieke omstandigheden, waarin uitstel moeilijk herstelbare schade zou veroorzaken, kunnen de partijen maatregelen nemen voor het overleg heeft plaatsgevonden, op voorwaarde dat onmiddellijk daarna een voorstel tot overleg wordt gedaan. 5. Bij de keuze van de in het kader van dit artikel toe te passen maat- regelen geven de overeenkomstsluitende partijen de voorkeur aan maat- regelen die het bereiken van de doelstellingen van deze Overeenkomst het minst in de weg staan. 6. Geen enkele bepaling van dit artikel belet de partijen anti- dumpingmaatregelen of compenserende maatregelen te nemen overeen- komstig artikel VI van de GATT, de overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GATT, de Overeenkomst inzake de interpretatie en de toepassing van de artikelen VI, XVI en XXIII van de GATT of daar- mee verband houdende interne wetgeving. Artikel 15 De partijen komen overeen, rekening houdend met de omstandighe- den en de situatie die door toetreding van de Republiek Armenie¨ tot de WTO ontstaat, de uitbreiding van de bepalingen betreffende de onder- linge handel in goederen in welwillende overweging te nemen. De Samenwerkingsraad kan de partijen omtrent deze uitbreiding aanbeve- lingen doen die, indien zij worden aanvaard, ten uitvoer kunnen worden gelegd door middel van een overeenkomst tussen de partijen, met inacht- neming van hun respectieve procedures. Artikel 16 De Overeenkomst vormt geen beletsel voor verboden of beperkingen op de invoer, de uitvoer of de doorvoer van goederen die gerechtvaar- digd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde en veiligheid, de gezondheid en het leven van perso- nen en dieren of het behoud van planten, de bescherming van natuur- lijke hulpbronnen, de bescherming van het nationaal artistiek, historisch of archeologisch erfgoed of uit hoofde van de bescherming van de intel- lectuele, industrie¨le of commercie¨le eigendom, noch voor voorschriften betreffende goud en zilver. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie, noch een verholen beperking van de handel tussen de partijen bij de Overeenkomst vormen. Artikel 17 Deze titel is niet van toepassing op de handel in textielprodukten van de Hoofdstukken 50 tot en met 63 van de Gecombineerde Nomencla- tuur. De handel in deze produkten is geregeld bij een afzonderlijke over- eenkomst die op 18 januari 1996 werd geparafeerd en die voorlopig van toepassing is sedert 1 januari 1996. 1. De handel in produkten die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen, is geregeld bij de bepalingen van deze titel, met uitzondering van artikel 12 daarvan. 2. Er wordt een contactgroep voor kolen- en staalkwesties ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap, enerzijds, en vertegenwoordigers van de Republiek Armenie¨, anderzijds. De contactgroep wisselt op gezette tijden informatie uit over alle zaken in verband met kolen- en staalprodukten die voor partijen van belang zijn. Artikel 19 De handel in kernmaterialen wordt geregeld overeenkomstig de bepa- lingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie. Zo nodig zal de handel in kernmaterialen worden geregeld bij een tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Republiek Armenie¨ te sluiten specifieke overeenkomst.

Appears in 1 contract

Samples: Partnerschaps en Samenwerkingsovereenkomst

HANDEL IN GOEDEREN. 1. De partijen passen ten aanzien van elkaar de meestbegun- stigingsclausule meestbegunstigings- clausule toe op alle gebieden die verband houden met: — de douanerechten en heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip in- begrip van de wijze van invordering van dergelijke rechten en heffingen, — de bepalingen betreffende de douaneafhandeling, de door- voerdoorvoer, de opslag in entrepot en de overslag van goederen, — de belastingen en alle andere interne heffingen die direct of indirect op de ingevoerde goederen van toepassing zijn, — de wijzen van betaling en de overdracht van de betaalde bedragen, — de voorschriften met betrekking tot de verkoop, de aan- koopaankoop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goede- ren goederen op de binnenlandse binnen- landse markt. 2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op: a) voordelen die met het oog op de oprichting van een dou- anedouane-unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een dergelijke unie of zone worden toegekend; b) voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krachtens de GATT en andere internationale regelingen ten gunste van ontwikkelingslanden; c) voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde het grensverkeer grens- verkeer te vereenvoudigen. 3. De bepalingen van lid 1 zijn gedurende een overgangs- periode overgangsperiode die eindigt op de datum waarop de Republiek Oezbeki- stan Kirgizstan partij wordt bij de WTO GATT of, indien dit vroeger is, op 31 december 1998, niet van toepassing toepas- sing op de in bijlage I bedoelde voordelen die door de Republiek Oezbekistan Kirgizstan worden toegekend aan andere staten die na het uiteenvallen van de Sovjetunie zijn ontstaan. 1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van vrije doorvoer een essentiële voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomst. Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over zijn haar grondgebied van goederen die herkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij. 2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, van de GATT vast- gestelde vastgestelde regels zijn tussen de twee partijen van toepassing.toepassing.‌‌‌ 3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan tus- sen de tussen de partijen overeengekomen bijzondere regelingen voor specifieke sectoren, zoals vervoer, of producten.

Appears in 1 contract

Samples: Partnerschaps en Samenwerkingsovereenkomst