Huisvestingsvergoeding Voorbeeldclausules

Huisvestingsvergoeding. Indien het de werknemer niet mogelijk is vanwege de afstand elke avond naar zijn woning terug te keren, zal de werkgever hem trachten te huisvesten. Deze huisvesting zal in overleg tussen werkgever en de betreffende werknemer geschieden. De werknemer ontvangt voor dit feit in ieder geval een vergoeding van EUR 45,00 bruto per nacht. Genoemde vergoedingen zijn netto binnen de fiscaal toelaatbare grenzen. 1. Xxxxxx xxx xxxxxxx en huisvesting komen volgens de interne regeling voor rekening van de werkgever. Regeling is op te vragen bij afdeling P&O. of: 2. De werknemer regelt zelf zijn huisvesting en voeding en ontvangt hiervoor een netto vergoeding van EUR 61,25 per nacht. De werknemer levert zo veel mogelijk zijn onkostenbonnen in teneinde de netto vergoeding te bepalen. Het restant bedrag wordt gebruteerd. Deze vergoedingen gelden voor zowel werkzaamheden in binnen- en buitenland.
Huisvestingsvergoeding. Wanneer geen ambtswoning ter beschikking is heeft een predikant recht op een bijdrage in de woonlasten indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Huisvestingsvergoeding. Wanneer geen ambtswoning ter beschikking is heeft een predikant recht op een bijdrage in de woonlasten indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a. de predikant woont binnen een straal van 20 kilometer rond het hoofdkerkgebouw van de gemeente waar de predikant werkzaam is. b. de aanstelling van de predikant bedraagt minstens 60% van een fulltime aanstelling. Een tijdelijke verhoging van de aanstelling telt niet mee voor het bepalen van het recht op huisvestingsvergoeding. Met de eventuele inkomsten van de partner wordt bij de vaststelling van de bijdrage in de woonlasten geen rekening gehouden. De vergoeding wordt door de Commissie tot de Zaken vastgesteld en vermeld in de uitvoeringsregeling.
Huisvestingsvergoeding. De functionaris met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die een ontheemdingstoelage geniet, heeft, zo hij in aanmerking komt voor de kostwinnerstoelage, recht op een huisvestingsvergoeding wanneer de werkelijk door hem gedragen huurkosten meer dan 25 % of, zo hij niet voor de kostwinnerstoelage in aanmerking komt, meer dan 30 % van het nettomaandsalaris bedragen. De huisvestingsvergoeding bedraagt tijdens de eerste twee jaar van de arbeidsovereenkomst 80 % van het gedeelte van de werkelijk gedragen huurkosten dat de bovenbedoelde bedragen overschrijdt, in het derde jaar 70 % van die kosten, in het vierde jaar 60 % en in het vijfde en zesde jaar 40 %. Voor deze berekening worden werkelijk gedragen huurkosten die de redelijke maximumhuurkosten overschrijden, buiten beschou- wing gelaten. De redelijke maximumhuurkosten bedragen 3 000 NLG voor een alleenstaand functionaris, 4 000 NLG voor een functionaris die zijn woning deelt met zijn echtgenoot en/of ten hoogste twee in de zin van artikel 2, lid 2, te zijnen laste komende kinderen, en 5 000 NLG voor een personeelslid dat zijn woning deelt met zijn echtgenoot en/of ten minste drie in de zin van artikel 2, lid 2, te zijnen laste komende kinderen. Bij de aanvraag van de huisvestingsvergoeding informeert de functionaris Europol over zijn feitelijke woonomstandigheden, met inbegrip van informatie over het al dan niet delen van de woning met zijn echtgenoot en/of kinderen. Bij ontstentenis van die informatie worden de redelijke maximumhuurkosten vastgesteld op het voor de alleenstaande functionaris toepasselijke bedrag. De huisvestingsvergoeding bedraagt in geen geval meer dan 40 % van de werkelijk gedragen huurkosten of van de redelijke maximumhuurkosten; de minst hoge vergoeding is toepasselijk.

Related to Huisvestingsvergoeding

  • Thuiswerkvergoeding a. De werknemer die anders dan incidenteel thuis werkt, heeft recht op een vergoeding van € 2,00 netto per thuiswerkdag om de dienstbetrekking vanuit thuis goed te kunnen uitvoeren. Onder anders dan incidenteel thuiswerken in dit artikel wordt verstaan: a. de werknemer werkt over een tijde- lijke periode van tenminste één maand minimaal 50% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van twee werkdagen per werkweek of b. de werknemer werkt structureel minimaal 20% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van één werkdag per werkweek. b. Het recht op de (standaard) thuiswerkvergoeding wordt door deugdelijke administratie bijgehouden door de werkgever. c. De werknemer die recht heeft op de in lid a genoemde vergoeding, heeft op een thuiswerkdag geen recht op een kostenvergoeding woon-werkverkeer zoals genoemd in artikel 6.2 van deze cao. De werknemer die op een thuiswerkdag een noodzakelijke dienstreis maakt, heeft aanspraak op een vergoeding voor de gemaakte reiskosten.

  • Maaltijdvergoeding Indien de werkgever geen maaltijd verstrekt, heeft de medewerker recht op een vergoeding. Deze vergoeding is per 1 januari 2021 ten minste € 4,30. Overlegt de medewerker een kassabon van een genoten maaltijd op die dag met een hoger bedrag, dan ontvangt hij het bonbedrag tot een maximum van € 8,80.

  • Reiskostenvergoeding Lid 1 De werknemer ontvangt voor het reizen met eigen vervoer, een vergoeding van de reiskosten voor het vervoer heen en terug van zijn woning naar de vestiging, dan wel een door de werkgever aangewezen opstappunt, conform Artikel 38 Lid 6. De vergoeding is gebaseerd op het aantal gereden kilometers per dag en bedraagt: Aantal gereden kilometers totaal per dag Vergoeding Maximum vergoeding per dag 1 t/m 10 km heen en terug € 0,19 per km € 1,90 Vanaf 11 t/m 20 km heen en terug € 0,19 per km € 2,65 Vanaf 21 km heen en terug € 0,19 per km € 3,00 Lid 2 Bij vrijwillige verhuizing verder van de onderneming ontstaat geen recht op een hogere reiskostenvergoeding. Lid 3 Indien de werknemer voor het vervoer van zijn woning naar de plaats waar de werkzaamheden feitelijk worden uitgevoerd, niet zijnde de hoofd- of nevenvestiging van de onderneming, per dag tot en met 30 kilometer reist (totaal heen en terug), ontvangt hij een vergoeding conform de tabel in Lid 1. Over de meerdere kilometers boven 30 kilometer (totaal heen en terug) ontvangt de werknemer € 0,27 per kilometer. Lid 4 Indien, naar het oordeel van de werkgever, de werknemer gebruik moet maken van een eigen vervoermiddel, of indien de werknemer tijdens de werktijd ten behoeve van de werkzaamheden gebruik moet maken van een eigen vervoermiddel, dan ontvangt hij hiervoor een vergoeding van € 0,27 per kilometer. Lid 5 Indien de werkzaamheden worden verricht op een zodanige afstand van de woonplaats van de werknemer, dat het voor hem noodzakelijk is elders te overnachten, zal op ondernemingsniveau een passende regeling worden getroffen voor een zogenaamde nachtvergoeding. Lid 6 De werkgever zal binnen de kaders van de fiscale wet- en regelgeving, maandelijks zijn medewerking verlenen aan het fiscaal vriendelijk geheel of gedeeltelijk verrekenen van eventuele niet-benutte ruimte met betrekking tot de vergoeding voor reiskosten voor woon- werkverkeer. Als een maandelijkse verwerking niet mogelijk is, kan de werkgever er ook voor kiezen om dit per kwartaal, halfjaarlijks of jaarlijks te verrekenen. Indien de fiscale regelgeving wijzigt wordt deze regeling dienovereenkomstig aangepast. Lid 7 Bij verplaatsing van de vestiging of het opstappunt op initiatief van de werkgever waarbij de afstand voor woon-werkverkeer met meer dan 10 kilometer toeneemt, ontvangt de werknemer een vergoeding van € 0,19 per kilometer over het meerdere van 10 kilometer. Deze vergoeding wordt in 3 jaar in 3 gelijke stappen afgebouwd.

  • Dagvergoeding Tegemoetkoming van € 12,- per dag gedurende de tijd waarin verzekerde niet feitelijk over het in de polis omschreven voertuig kan beschikken als gevolg van diefstal, joyriding of oplichting / verduistering. Deze dekking gaat in op de dag die volgt op de dag waarop van de gebeurtenis aangifte bij de politie is gedaan. Deze dekking geldt per gebeurtenis tot een maximum van 30 dagen.

  • Overwerkvergoeding 1 Aan de werknemer voor wie het salaris wordt vastgesteld volgens een van de schalen 1 tot en met 10 en die in opdracht van de werkgever overwerk verricht, wordt, behoudens het derde lid van dit artikel, een vergoeding toegekend. 2 Onder overwerk wordt verstaan arbeid verricht buiten de voor werknemer vastgestelde dagelijkse werktijd, voor zover daardoor deze werktijd wordt overschreden. 3 Voor overwerk dat korter dan een uur aansluitend aan de vastgestelde dagelijkse werktijd wordt verricht, wordt geen vergoeding toegekend. Overwerk kan alleen worden verricht in opdracht van de werkgever. 4 De vergoeding voor overwerk, tenzij sprake is van onregelmatige dienst als bedoeld in artikel H-8, bestaat uit: a verlof, gelijk aan het aantal uren overschrijding van de voor de werknemer vastgestelde dagelijkse werktijd, en b een bedrag in geld, dat voor elk uur van die overschrijding een percentage bedraagt van het voor de werknemer geldende salaris per uur, met dien verstande dat het bedrag in geld voor overwerk op maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 18.00 uur slechts wordt toegekend voor zover door het verrichten van overwerk de arbeidsduur bij een normbetrekking wordt overschreden. 5 De vergoeding wordt zo spoedig mogelijk toegekend, doch in de regel niet later dan in de kalendermaand volgende op die waarin de overschrijding plaats had, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de wensen van de werknemer. Hierbij is artikel G-2 van toepassing. 6 De werkgever kan bepalen dat, in plaats van het toekennen van verlof, bedoeld in het vierde lid van dit artikel, onder a voor ieder uur een bedrag in geld wordt toegekend gelijk aan het voor de werknemer geldende salaris per uur. 7 Het in het vierde lid onder b bedoelde percentage bedraagt: a behoudens het gestelde onder b en c: Overwerk verricht: Zaterdag en zondag Maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 en 06.00 uur 100 50 tussen 06.00 en 22.00 uur 50 25 tussen 22.00 en 24.00 uur 100 50

  • Verhuiskostenvergoeding De werknemer die een dienstverband aangaat met een nieuwe werkgever komt op dat moment in aanmerking voor de verhuiskostenvergoeding volgens de arbeidsvoorwaardenregeling indien de nieuwe werkgever een dergelijke vergoeding niet ter beschikking stelt.

  • Onkostenvergoeding De vrijwilliger ontvangt geen beloning voor de verrichte werkzaamheden. De vrijwilliger ontvangt een vergoeding voor de werkelijk gemaakte kosten. Uitgangspunt is dat de vrijwilliger vooraf toestemming heeft gekregen van de contactpersoon voor het maken van deze kosten. Vergoeding vindt plaats na overlegging van een declaratieformulier en evt. ook een betalingsbewijs bij de contactpersoon van Jeugd GGZ.

  • Kostenvergoeding De werknemer krijgt de kosten, die hij voor de onderneming heeft gemaakt, terug betaald.

  • Rentevergoeding Als 6 maanden nadat het ongeval heeft plaatsgevonden de mate van blijvende invaliditeit nog niet is vastgesteld, vergoedt de maatschappij over het uit te keren bedrag de wettelijke rente vanaf de 6e maand na het ongeval. De rente zal gelijktijdig met de uitkering worden voldaan.

  • Schadevergoeding De verzekeraar betaalt de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding volgens de bepalingen van de overeenkomst. De verzekeraar betaalt, zelfs boven de vergoedingsgrenzen de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende burgerrechtelijke rechtsvorderingen, met inbegrip van de rechtsplegingvergoeding in strafzaken, alsook de erelonen en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen in zover die kosten door hem of met zijn toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De kosten gerecupereerd ten laste van derden en de rechtsplegingvergoeding moeten aan de verzekeraar worden terugbetaald.