Industrie Voorbeeldclausules

Industrie. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Inspectie Leefomgeving en Transport) adviseert decentrale overheden en omgevingsdiensten bij de vergunningverlening over toepassing van BBT. 2 Handhaving: kansen inventariseren en afspraken met ILT (spoor 1) 3 Advisering over toepassen BBT (spoor 1) Xx Xxxxxxxxxxxxx ondersteunt provincies, gemeenten en omgevingsdiensten met kennis en capaciteit bij het doorlichten van de vergunningen teneinde deze op niveau te brengen. Hierover worden nadere afspraken gemaakt met ODNL en RWS Leefomgeving. In 2021 en 2022 gaat de themagroep industrie na in hoeverre een beter toezicht en handhaving van regelgeving voor de industrie kan leiden tot verdere emissiereductie. Als daar belangrijke kansen uit volgen, wordt daar in de volgende jaren uitvoering aan gegeven. Zo nodig worden er afspraken gemaakt met gemeenten, provincies en omgevingsdiensten om toezicht en handhaving te verbeteren. Ook de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) biedt een helpende hand hierbij door deel te nemen aan de themagroep industrie en ideeën en suggesties aan te dragen voor een goede uitvoering van de SLA-maatregelen. Als BBT-conclusies zijn gepubliceerd, moeten de vergunning en installatie hier binnen vier jaar aan voldoen. Om vergunningverleners hierin te ondersteunen, stelt Rijkswaterstaat samen met vergunningverleners opleg- notities op. Een oplegnotitie beschrijft op welke manier de BBT-conclusies te implementeren zijn in de Nederlandse situatie. Daarnaast kan deze oplegnotitie een nuttige functie vervullen bij de motivering van strenge(re) eisen Partijen gaan na in hoeverre met beter toezicht emissiereductie te bereiken is en nemen zo nodig maatregelen om toezicht te verbeteren. Gemeenten en provincies nemen maatregelen om, waar nodig, het toezicht en handhaving te versterken. De Rijksoverheid ondersteunt gemeenten en provincies hierbij. in vergunningen en bij eventueel bezwaar en beroep. Ook organiseert Rijkswaterstaat bijeenkomsten met als doel kennisuitwisseling en voorlichting over BBT-conclusies. Trekker Rijkswaterstaat.
Industrie. De Rijksoverheid streeft ernaar om de berekening van de financiële haalbaarheid van emissiereduce- rende maatregelen aan te passen, door rekening te houden met een reëel rentepercentage. Dit volgt uit de signaalrapportage van de ILT. Deze aanpassing in de berekening van de financiële haalbaarheid van emissiereducerende maatregelen kan leiden tot een reductie in de emissie van luchtverontreinigende stoffen zoals zwaveldioxide (SO2), stikstof (NOx) en fijnstof. 5 Actualiseren algemene regels (spoor 2) 4 Pilot industrie: scherp vergunnen en vrijwillige reductie. Het ministerie van IenW heeft in 2020 en 2021 gewerkt aan een concept wijzigingsvoorstel voor emissie-eisen in de algemene regels. De voorgestelde wijzigingen zien toe op: • het aanscherpen van emissie eisen voor kleine en middelgrote biomassaketels; • het updaten van emissiegrenswaarden in de luchtmodule van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal); • het actualiseren van de rentevoet voor de kosten- effectiviteitsmethodiek. Daarvoor zijn verschillende (uitvoerings)toetsen en een openbare consultatie uitgevoerd. In oktober 2021 zijn de wijzigingen voorgelegd aan het parlement. Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Het is mogelijk dat gedurende de SLA-periode nog aanvullende studies of wijzigingen nodig zijn. Trekker Rijksoverheid (het ministerie van IenW). Overige stakeholders Bedrijven, gemeenten, provincies, omgevingsdiensten, bedrijven en Rijkswaterstaat. Planning Inwerkingtreding gelijktijdig met inwerkingtreding Omgevingswet. Beoogd effect Lagere emissies van bedrijven door actuali- satie van de eisen in algemene regels.
Industrie. De Rijksoverheid onderzoekt in 2020 welke emissie- eisen in de algemene regels kunnen worden aangescherpt. Hierbij worden de reguliere stappen, waaronder consultatie, doorlopen. Hieronder vallen de generieke eisen in de huidige afdeling 2.3 van het Activiteitenbesluit en de eisen ten aanzien van biomassastook in kleine en middelgrote installaties. Daaruit voortvloeiende aanscherpingen zullen zo spoedig mogelijk worden omgezet in regelgeving. Daarnaast zal de regelgeving op enkele andere punten gemoderniseerd worden. Voorbeeld is het verlagen van de vermogensgrens van 15 MW voor een vergunningplicht bij biomassastook. 4 Actualiseren factsheets reductietechnieken (spoor 1 en 2)‌‌
Industrie. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Inspectie Leefomgeving en Transport) zal decentrale overheden en omgevingsdiensten adviseren bij de vergunningverlening over toepassing van BBT. Als BBT-conclusies zijn gepubliceerd, moeten de vergunning en installatie hier binnen vier jaar aan voldoen. Om vergun- ningverleners hierin te ondersteunen, stelt Rijkswaterstaat oplegnotities op. Een oplegnotitie beschrijft op welke manier de BBT-conclusies te implementeren zijn in de Nederlandse situatie. Daarnaast kan deze oplegnotitie een nuttige functie vervullen bij de motivering van strenge(re) eisen in vergunningen en bij eventueel bezwaar en beroep. Inmiddels zijn er vijf oplegnotities voor de industrie opge- steld en gepubliceerd. Trekker Rijkswaterstaat.
Industrie. De Rijksoverheid onderzoekt – onder andere via de hieronder genoemde pilot - waar aanpassing van algemene regels, informatiedocumenten of kennisnet- werken kunnen helpen bij een betere implementatie van BBT-conclusies. Uiterlijk in 2021 worden conclusies hierover gerapporteerd en wordt gestart met de nodige vervolgacties.
Industrie. De Rijksoverheid onderzoekt – onder andere via de hieronder genoemde pilot7 – waar aanpassing van algemene regels, informatiedocumenten of kennis- netwerken kan helpen bij een betere implementatie van BBT-conclusies. Uiterlijk in 2021 worden conclusies hierover gerapporteerd en wordt gestart met de nodige vervolgacties. Als BBT-conclusies zijn gepubliceerd, moeten de vergunning en installatie hier binnen vier jaar aan voldoen. Om vergun- ningverleners hierin te ondersteunen, stelt Rijkswaterstaat samen met vergunningverleners oplegnotities op. Een Het bevoegd gezag moet beoordelen of een bedrijf BBT toepast. Hiervoor is kennis nodig over welke reductietech- nieken er zijn en waar deze toegepast kunnen worden. De factsheets over reductietechnieken geven informatie over de technische werking en een indicatie van de kosten. Het ministerie van IenW zorgt ervoor dat deze bestaande facts- heets aangevuld en geactualiseerd worden.
Industrie. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Inspectie Leefomgeving en Transport) adviseert decentrale overheden en omgevingsdiensten bij de vergunningverlening over toepassing van BBT.
Industrie. De Rijksoverheid streeft ernaar om de berekening van de financiële haalbaarheid van emissie reduce- rende maatregelen aan te passen, door rekening te houden met een reëel rentepercentage. Dit volgt uit de signaalrapportage van de ILT. Deze aanpassing in de berekening van de financiële haalbaarheid van emissie reducerende maatregelen kan leiden tot een reductie in de emissie van luchtverontreinigende stoffen zoals zwaveldioxide (SO2), stikstof (NOx) en fijnstof. 6 Internationale inzet (spoor 3) In de Europese onderhandelingen zal de Rijksoverheid inzetten op ambitieus bronbeleid. Omdat Nederlandse bedrijven vaak al voorlopen op het Europese gemiddelde, draagt het actualiseren van de BBT-conclusies bij aan een gelijk speelveld.
Industrie de deelnemers aan Overschotmanagement;
Industrie. Forschung Umwelt] (amendiert vom art. 1 Zusammenarbeitsabkommen 7 Juni 2004 (BS 4 Xxxx 0000))