INSTITUTIONELE BEPALINGEN. Artikel 189, tweede alinea, van het EG-Verdrag en artikel 107, tweede alinea, van het Euratom-Verdrag worden vervangen door: "Het aantal leden van het Europees Parlement bedraagt niet meer dan 736."
INSTITUTIONELE BEPALINGEN. 1. In afwijking van het maximumaantal leden van het Europees Parlement als vastgesteld in artikel 189, tweede alinea, van het EG-Verdrag en in artikel 107, tweede alinea, van het EGA- Verdrag, wordt met het oog op de toetreding van Bulgarije en Roemenië het aantal leden van het Europees Parlement verhoogd met het onderstaande aantal vertegenwoordigers van deze landen vanaf de datum van toetreding tot het begin van de zittingsperiode 2009-2014 van het Europees Parlement: Bulgarije 18 Roemenië 35.
2. Bulgarije en Roemenië gaan vóór 31 december 2007 elk over tot de verkiezing, door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen, van het in lid 1 vastgestelde aantal vertegenwoordigers van hun volk in het Europees Parlement, overeenkomstig het bepaalde in de Akte betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen 1.
3. Indien de verkiezingen worden gehouden na de datum van toetreding, dan worden de vertegenwoordigers in het Europees Parlement van de volkeren van Bulgarije en Roemenië in afwijking van artikel 190, lid 1, van het EG-Verdrag en van artikel 108, lid 1, van het Euratom- Verdrag, voor de periode vanaf de datum van toetreding tot de in lid 2 bedoelde verkiezingen, aangewezen door de volksvertegenwoordigingen van deze Staten uit hun midden, zulks volgens de door elk dezer Staten vastgestelde procedure.
1 PB L 278 van 8.10.1976, blz. 5. Akte laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2002/772/EG, Euratom (PB L 283 van 21.10.2002, blz. 1).
INSTITUTIONELE BEPALINGEN. De Raad komt, op initiatief van de voorzitter, in de regel eenmaal per jaar bijeen, alsmede in alle gevallen wanneer zulks
INSTITUTIONELE BEPALINGEN. Specifieke bepalingen voor de lidstaten die de euro als munt hebben Afdeling 5 -
INSTITUTIONELE BEPALINGEN. Artikel 2.16 Comité voor de handel in goederen
1. Het Comité voor de handel in goederen dat is opgericht krachtens lid 1 van artikel 15.2 (Gespecialiseerde comités), komt bijeen indien een partij of het Handelscomité hierom verzoekt, teneinde alle aangelegen- heden te behandelen waarop dit hoofdstuk van toepassing is, en bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen.
2. Het Comité heeft onder meer de volgende taken:
a. bevorderen van de handel in goederen tussen de partijen, met inbe- grip van overleg over versnelde en verdergaande rechtenafschaffing, over verdergaande verbintenissen met betrekking tot niet-tarifaire maat- regelen ingevolge deze overeenkomst, alsmede, in voorkomend geval, over andere kwesties; en
b. tarifaire en niet-tarifaire maatregelen ten aanzien van de handel in goederen tussen de partijen treffen en, in voorkomend geval, zulke aan- gelegenheden voorleggen aan het Handelscomité, opdat dit zich hierover buigt, voor zover deze taken niet zijn opgelegd aan de desbetreffende, krach- tens lid 1 van artikel 15.3 opgerichte werkgroepen, hierna „werkgroe- pen” genoemd.
INSTITUTIONELE BEPALINGEN. 1. Teneinde de coördinatie van het beleid van de lidstaten te bevor- deren in de volle omvang die nodig is voor de werking van de interne markt, wordt een Economisch en Financieel Comité ingesteld.
2. Het Comité heeft tot taak:
INSTITUTIONELE BEPALINGEN. De partijen treffen maatregelen om de naleving van de verplichtingen die uit de overeenkomst voortvloeien, te garanderen, en onthouden zich van maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen in gevaar kunnen brengen. Zij zijn op hun grondgebied verantwoordelijk voor de handhaving van de overeenkomst, met name van de in bijlage I vermelde verordeningen en richtlijnen. Zij informeren en helpen elkaar in geval van onderzoek naar mogelijke inbreuken (artikel 28). Er wordt een Gemengd Comité opgericht dat verantwoordelijk is voor het beheer van de overeenkomst en toeziet op de correcte uitvoering ervan. In dit kader kan het bij eenparigheid bindende beslissingen nemen. Het Gemengd Comité onder- zoekt ook vragen met betrekking tot bilaterale investeringen, meerderheidsbelan- gen of wijzigingen in het feitelijke zeggenschap over luchtvaartmaatschappijen. Het ontwikkelt samenwerking onder meer door de uitwisseling van nieuwe wet- of regelgevende initiatieven en ontwikkelingen aan te moedigen, de sociale gevolgen van de overeenkomst te bestuderen, gebieden voor uitbreiding van de overeen- komst in overweging te nemen, en overeenstemming te bereiken over voorstellen, benaderingen of documenten van procedurele aard (artikel 29). Geschillen moeten in de eerste plaats worden opgelost via formeel overleg in het Gemengd Comité, maar indien dat onmogelijk is, kunnen de partijen het geschil doorverwijzen naar een scheidsgerecht (artikel 30).
INSTITUTIONELE BEPALINGEN. 2.2.1. Voorzitter
1) het voorzitten van de vergaderingen;
2) het waken over de naleving van dit huishoudelijk reglement;
3) het bepalen van de datum en de dagorde van de vergaderingen, in overleg met de secretaris en met inachtneming van de termijnen zoals voorgeschreven in 3.4.1.2 betreffende het meerjarenplan,
INSTITUTIONELE BEPALINGEN. Voorzitter De voorzitter van de stuurgroep, zoals verduidelijk in punt 3.3.5 van de beheersovereenkomst heeft volgende taken: het voorzitten van de vergaderingen; het waken over de naleving van dit huishoudelijk reglement; het bepalen van de datum en de dagorde van de vergaderingen, in overleg met de secretaris en met inachtneming van de termijnen zoals voorgeschreven in 3.4.1 betreffende het meerjarenplan, 3.4.2 betreffende het jaarplan en 3.4.3 betreffende het jaarverslag van de beheersovereenkomst 2022-2026; het ondertekenen van de goedgekeurde notulen van de vergaderingen en van de adviezen, samen met de secretaris. Secretaris De secretaris, zoals verduidelijk onder punt 3.3.6 van de beheersovereenkomst, staat onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter. Het secretariaat van de stuurgroep heeft volgende taken: de ondertekening van de uitnodiging voor de vergaderingen in opdracht van de voorzitter; het verzenden van de uitnodiging en alle andere documenten; de opmaak van de verslagen van de vergaderingen.
INSTITUTIONELE BEPALINGEN. Het aan het VEU, het VWEU en het EGA-Verdrag gehechte protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt als volgt gewijzigd: