Common use of Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering Clause in Contracts

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde de op grond van deze regeling gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig of onjuist verstrekt, kan een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezet. Uitkeringsgerechtigde wordt geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie de inlichtingen niet binnen twee maanden na ontvangst van de eerste oproep daartoe of nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigde, heeft ontvangen. 2. De uitvoeringsorganisatie is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie opgelopen schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde niet, niet tijdig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigde. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering. 3. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie daarvan aangifte doen. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene te verhalen. 4. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 5. De uitvoeringsorganisatie stuurt aan de uitkeringsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing van het feit dat een sanctie zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze sanctie wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de sanctie is.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde de op grond van deze regeling gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig of onjuist verstrekt, kan een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezetkan betrokkene tevens worden uitgesloten voor iedere toekomstige uitkering vanwege de stichting. Uitkeringsgerechtigde wordt geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie stichting de inlichtingen niet binnen twee maanden na ontvangst van de eerste oproep daartoe of nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigde, heeft ontvangen. 2. De uitvoeringsorganisatie stichting is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie stichting opgelopen schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde niet, niet tijdig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigde. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie stichting zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering. 3. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie stichting daarvan aangifte doen. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene te verhalen. 4. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 5. De uitvoeringsorganisatie stichting stuurt aan de uitkeringsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing van het feit dat een sanctie zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze sanctie wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de sanctie is.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden de op grond van deze regeling de Overgangsmaatregel RVU gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig tijdig, onvolledig of onjuist verstrekt, kan een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezet. Uitkeringsgerechtigde wordt of zijn nabestaanden worden geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie werkgever de inlichtingen niet binnen twee maanden na ontvangst van de het eerste oproep verzoek daartoe of direct nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigdeuitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden, heeft ontvangen. 2. De uitvoeringsorganisatie werkgever is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie werkgever opgelopen (in) directe schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden niet, niet tijdig tijdig, onvolledig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling de Overgangsmaatregel RVU gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigdede uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie werkgever zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering. 3. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie werkgever daarvan aangifte doen. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene betrokkenen te verhalen. 4. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regelingde Overgangsmaatregel RVU. 5. De uitvoeringsorganisatie werkgever stuurt aan de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden schriftelijk en gemotiveerd het besluit tot het treffen van een beslissing van het feit dat een sanctie maatregel zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden wordt opgelegd, waarbij in ieder geval wordt vermeld zal worden waarom deze sanctie maatregel wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de sanctie maatregel is.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden de op grond van deze regeling gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig tijdig, onvolledig of onjuist verstrekt, kan een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezet. Uitkeringsgerechtigde wordt of zijn nabestaanden worden geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie Stichting de inlichtingen niet binnen twee maanden na ontvangst van de het eerste oproep verzoek daartoe of direct nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigdeuitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden, heeft ontvangen. 2. De uitvoeringsorganisatie Stichting is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie Stichting opgelopen (in) directe schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden niet, niet tijdig tijdig, onvolledig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, terug te verhalen op uitkeringsgerechtigdevorderden van de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie Stichting zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering. 3. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie Stichting daarvan aangifte doen. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene betrokkenen te verhalen. 4. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 5. De uitvoeringsorganisatie Stichting stuurt aan de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden schriftelijk en gemotiveerd het besluit tot het treffen van een beslissing van het feit dat een sanctie maatregel zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegdof zijn nabestaanden, waarbij in ieder geval wordt vermeld zal worden waarom deze sanctie maatregel wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de sanctie maatregel is.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde de op grond van deze regeling gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig of onjuist verstrekt, kan een besluit tot toekomstige uitkeringuitkering worden geweigerd, dan wel tot een reeds lopende uitkering, uitkering worden ingetrokken en stopgezetkan betrokkene tevens worden uitgesloten voor iedere toekomstige uitkering vanwege de uitvoeringsorganisatie. Uitkeringsgerechtigde wordt geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie Uitvoeringsorganisatie de inlichtingen niet binnen twee maanden na ontvangst van de eerste oproep daartoe of nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigde, heeft ontvangen. 2. De uitvoeringsorganisatie is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie opgelopen schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde niet, niet tijdig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel te veel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigde. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering. 3. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie daarvan aangifte doen. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene te verhalen. 4. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 5. De uitvoeringsorganisatie stuurt aan de uitkeringsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing van het feit dat een sanctie zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze sanctie wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de sanctie is.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde de op grond van deze regeling gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig of onjuist verstrekt, kan een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezet. Uitkeringsgerechtigde wordt geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie de inlichtingen niet binnen twee maanden na ontvangst van de eerste oproep daartoe of nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigde, heeft ontvangen. 2. De uitvoeringsorganisatie is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie opgelopen schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde niet, niet tijdig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringenuitke- ringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigde. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering. 3. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie daarvan aangifte doen. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde onver- schuldigde betalingen, op betrokkene te verhalen. 4. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 5. De uitvoeringsorganisatie stuurt aan de uitkeringsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing van het feit dat een sanctie zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze sanctie wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de sanctie is.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde de op grond van deze regeling gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig of onjuist verstrekt, kan een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezetkan betrokkene tevens worden uitgesloten voor iedere toekomstige uitkering vanwege de uitvoeringsorganisatie. Uitkeringsgerechtigde wordt geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie de inlichtingen niet binnen twee maanden na ontvangst van de eerste oproep daartoe of nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigde, heeft ontvangen. 2. De uitvoeringsorganisatie is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie opgelopen schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde niet, niet tijdig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigde. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering verminde- ring van de lopende uitkering. 3. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie daarvan aangifte doen. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene te verhalen. 4. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 5. De uitvoeringsorganisatie stuurt aan de uitkeringsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing van het feit dat een sanctie zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze sanctie wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de sanctie is.een

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde de rechthebbende de, op grond van deze regeling regeling, gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig of onjuist verstrekt, kan het bestuur een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken intrekken en stopgezettevens betrokkene uitsluiten voor iedere toekomstige uitkering vanwege de stichting. Uitkeringsgerechtigde Rechthebbende wordt in het kader van dit lid geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie de inlichtingen niet binnen twee maanden maanden, na ontvangst van de eerste oproep daartoe of nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigderechthebbende, de stichting de inlichtingen nog niet heeft ontvangen. Rechthebbende wordt in het kader van dit lid geacht de inlichtingen onjuist te hebben verstrekt, indien de stichting daarbij voor mee r dan € 5.000 is benadeeld. 2. Indien de rechthebbende de, op grond van deze regeling, gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet tijdig of onjuist verstrekt, kan een uitkering worden verlaagd. De uitvoeringsorganisatie verlaging bedraagt maximaal 30% en duurt maximaal 12 maanden, naar gelang de xxxxx van de overtreding, blijkende uit recidive. Rechthebbende wordt geacht de bedoelde inlichtingen niet tijdig te hebben verstrekt, indien na het verstrijken van de daarvoor gegeven termijn in de eerste oproep daartoe, dan wel na vier weken het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij rechthebbende, de stichting de bedoelde inlichtingen nog niet heeft ontvangen. Rechthebbende wordt in het kader van dit lid geacht inlichtingen onjuist te hebben verstrekt, indien de stichting daarbij voor ten minste € 50 en voor maximaal € 5.000 is benadeeld. Het bestuur van de stichting heeft de mogelijkheid om de sanctiemogelijkheden van lid 1 mede toe te passen in het geval rechthebbende voor de derde maal onjuiste inlichtingen heeft verstrekt ingevolge dit lid. 3. Indien rechthebbende niet voldoet aan enig in deze regeling gestelde voorwaarde, kan een waarschuwing worden gegeven. 4. Het bestuur is bevoegd de sancties, zoals genoemd in lid 2 en lid 3, te combineren. 5. De stichting is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie stichting opgelopen schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde rechthebbende niet, niet tijdig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigderechthebbende. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie stichting zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering. 36. Wanneer sprake Het bestuur is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld bevoegd aangifte te doen bij de daarvoor bedoelde instelling in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie daarvan aangifte doengeval het bestuur een gerechtvaardigd vermoeden heeft dat rechthebbende zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke civiel rechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene rechthebbende te verhalen. 47. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde rechthebbende van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 58. De uitvoeringsorganisatie stuurt aan de uitkeringsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing van het feit dat In alle gevallen, waarin een sanctie zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze sanctie wordt opgelegd en daarvan schriftelijk melding gedaan aan rechthebbende. Tevens wordt aan rechthebbende gemeld wat de hoogte sanctie inhoudt en duur waarom en op grond waarvan deze is opgelegd. Verder wordt melding gemaakt van de sanctie ismogelijkheden voor bezwaar als bedoeld in artikel 16. 9. Alle baten en/of opbrengsten, die voortvloeien uit op grond van deze regeling opgelegde sancties, zullen worden gebruikt in overeenstemming met het doel van de stichting.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde de op grond van deze regeling gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig of onjuist verstrekt, kan een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezetkan betrokkene tevens worden uitgesloten voor iedere toekomstige uitkering vanwege de stichting. Uitkeringsgerechtigde wordt geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie stichting de inlichtingen niet binnen twee maanden na ontvangst van de eerste oproep daartoe of nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigde, heeft ontvangen. 2. De uitvoeringsorganisatie stichting is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie stichting opgelopen schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde uitkeringsge- rechtigde niet, niet tijdig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigde. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie stichting zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering. 3. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie stichting daarvan aangifte doen. Dat laat onverlet de mogelijkheid mogelijk- heid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene te verhalen. 4. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 5. De uitvoeringsorganisatie stichting stuurt aan de uitkeringsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing van het feit dat een sanctie zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze sanctie wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de sanctie is.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden de op grond van deze regeling re- geling gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig tij- dig, onvolledig of onjuist verstrekt, kan een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezet. Uitkeringsgerechtigde wordt Uitke- ringsgerechtigde of zijn nabestaanden worden geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen in- lichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie werkgever de inlichtingen inlichtin- gen niet binnen twee maanden na ontvangst van de het eerste oproep verzoek daartoe of direct nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigdeuitkeringsge- rechtigde of zijn nabestaanden, heeft ontvangen. 2. De uitvoeringsorganisatie werkgever is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie werkgever opgelopen (in) directe schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden niet, niet tijdig tijdig, onvolledig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigdede uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie werkgever zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering. 3. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld ver- meld in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie werkgever daarvan aangifte doen. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke procedures of anderszins an- derszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingenbetalin- gen, op betrokkene betrokkenen te verhalen. 4. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 5. De uitvoeringsorganisatie werkgever stuurt aan de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden schriftelijk en gemotiveerd het besluit tot het treffen van een beslissing van het feit dat een sanctie maatregel zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden wordt opgelegd, waarbij waar- bij in ieder geval wordt vermeld zal worden waarom deze sanctie maatregel wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de sanctie maatregel is.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden de op grond van deze regeling gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig tijdig, onvolledig of onjuist verstrekt, kan een besluit be- sluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezetstop- gezet. Uitkeringsgerechtigde wordt of zijn nabestaanden worden geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie werkgever de inlichtingen niet binnen twee maanden na ontvangst van de het eerste oproep verzoek daartoe of direct nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend be- kend is bij uitkeringsgerechtigdeuitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden, heeft ontvangen. 2. De uitvoeringsorganisatie werkgever is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie werkgever opgelopen (in) directe schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde uit- keringsgerechtigde of zijn nabestaanden niet, niet tijdig tijdig, onvolledig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigdede uitkeringsgerechtigde of zijn nabe- staanden. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie werkgever zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering vermin- dering van de lopende uitkering. 3. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie werkgever daarvan aangifte doen. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke civielrech- telijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene betrokkenen te verhalen. 4. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden van een gedraging ge- draging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep be- roep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 5. De uitvoeringsorganisatie werkgever stuurt aan de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden schriftelijk en gemotiveerd het be- sluit tot het treffen van een beslissing van het feit dat een sanctie maatregel zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegdof zijn nabe- staanden, waarbij in ieder geval wordt vermeld zal worden waarom deze sanctie maatregel wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de sanctie maatregel is.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde de op grond van deze regeling gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig of onjuist verstrekt, kan een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezetingetrokken. Uitkeringsgerechtigde wordt geacht de geachtde in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie Stichting de inlichtingen niet binnen twee maanden na ontvangst van de eerste oproep daartoe of nadat het uit eigen beweging eigenbeweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigde, heeft ontvangen. 2. De uitvoeringsorganisatie Stichting is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie Stichting opgelopen schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde niet, niet tijdig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel te veel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigde. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie Stichting zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering. 3. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie Stichting daarvan aangifte doen. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene te verhalen. 4. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen nietkennen van de inhoud van deze regeling. 5. De uitvoeringsorganisatie Stichting stuurt aan de uitkeringsgerechtigde uitkeringsgerechtigde, schriftelijk en gemotiveerd gemotiveerd, een beslissing van het feit dat een sanctie zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval iedergeval vermeld zal worden waarom deze sanctie wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de sanctie is.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde de belanghebbende de, op grond van deze regeling regeling, gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet of niet tijdig verstrekt of de door hem ver- strekte gegevens onjuist verstrektof onvolledig blijken te zijn, kan besloten worden dat een uitkering niet wordt toegekend c.q. een besluit tot toekomstige uitkeringtoekenning van een uitkering wordt ingetrokken, de uitkering tijdelijk wordt verlaagd als bedoeld in lid 2 van dit artikel, een boete wordt opgelegd, een waarschuwing wordt gegeven, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezetandere door het bestuur van de stichting te bepalen sanctie wordt toegepast. Uitkeringsgerechtigde Belanghebbende wordt in het kader van dit lid geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien na het verstrijken van de uitvoeringsorganisatie de inlichtingen niet binnen twee maanden na ontvangst van daarvoor gegeven termijn in de eerste oproep daartoe of nadat daartoe, dan wel twee weken het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigdebelanghebbende, de stichting de bedoelde inlichtingen nog niet heeft ontvangen. 2. Indien de belanghebbende de, op grond van deze regeling, gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet tijdig of onjuist verstrekt, kan een uitke- ring worden verlaagd. De uitvoeringsorganisatie verlaging bedraagt maximaal 30% en duurt maximaal 12 maanden, naar gelang de xxxxx van de overtreding, blijkende uit recidive. 3. Het bestuur is bevoegd de sancties, zoals genoemd in lid 1, te combineren. 4. De stichting is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie stichting opgelopen schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde belanghebbende niet, niet tijdig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigdebelanghebben- de. 5. Daarbij behoudt Opgelegde boetes en opgelopen schade door de uitvoeringsorganisatie zich het recht voor verhaal te halen door middel stichting, als bedoeld in lid 1 res- pectievelijk lid 4 van vermindering dit artikel worden in mindering gebracht op de lopende uitke- ring dan wel van de lopende uitkeringbelanghebbende gevorderd indien de uitkering niet toereikend is of inmiddels is beëindigd. 36. Wanneer sprake Het bestuur is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld bevoegd aangifte te doen bij de daarvoor bedoelde instelling in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie daarvan aangifte doengeval het bestuur een gerechtvaardigd vermoeden heeft dat betrokkene zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene te verhalen. 47. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde belanghebbende van een gedraging gedra- ging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 58. De uitvoeringsorganisatie stuurt aan de uitkeringsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing van het feit dat In alle gevallen, waarin een sanctie zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze sanctie wordt opgelegd en daarvan schriftelijk mel- ding gedaan aan betrokkene. Tevens wordt aan betrokkene gemeld wat de hoogte sanctie inhoudt en duur waarom en op grond waarvan deze is opgelegd. Verder wordt melding gemaakt van de sanctie ismogelijkheden voor beroep of bezwaar. 9. Alle baten en/of opbrengsten, die voortvloeien uit op grond van deze regeling opge- legde sancties, zullen worden aangewend in overeenstemming met het doel van de stichting.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde de belanghebbende de, op grond van deze regeling regeling, gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig of onjuist verstrekt, kan een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezet. Uitkeringsgerechtigde wordt geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig verstrekt of de door hem verstrekte gegevens onjuist of onvolledig blijken te hebben verstrektzijn, indien kan besloten worden dat een uitkering niet wordt toegekend c.q. een be- sluit tot toekenning van een uitkering wordt ingetrokken, de uitvoeringsorganisatie uitkering tijdelijk wordt verlaagd als bedoeld in lid 2 van dit artikel, een boete wordt opgelegd, een waarschuwing wordt gegeven, dan wel een andere door het bestuur van de stichting te bepalen sanctie wordt toegepast. Belanghebbende wordt in het kader van dit lid geacht de inlichtingen niet binnen twee maanden tijdig te hebben ver- strekt, indien na ontvangst het verstrijken van de daarvoor gegeven termijn in de eerste oproep daartoe of nadat daartoe, dan wel twee weken het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigdebelanghebbende, de stichting de bedoelde inlichtingen nog niet heeft ontvangen. 2. Indien de belanghebbende de, op grond van deze regeling, gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet tijdig of onjuist verstrekt, kan een uitkering worden verlaagd. De uitvoeringsorganisatie verla- ging bedraagt maximaal 30% en duurt maximaal 12 maanden, naar gelang de ernst van de over- treding, blijkende uit recidive. 3. Het bestuur is bevoegd de sancties, zoals genoemd in lid 1, te combineren. 4. De stichting is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie stichting opgelopen schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde belangheb- bende niet, niet tijdig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigdebelanghebbende. 5. Daarbij behoudt Opgelegde boetes en opgelopen schade door de uitvoeringsorganisatie zich het recht voor verhaal te halen door middel stichting, als bedoeld in lid 1 respectievelijk lid 4 van vermindering dit artikel worden in mindering gebracht op de lopende uitkering dan wel van de lopende uitkeringbelangheb- bende gevorderd indien de uitkering niet toereikend is of inmiddels is beëindigd. 36. Wanneer sprake Het bestuur is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld bevoegd aangifte te doen bij de daarvoor bedoelde instelling in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie daarvan aangifte doengeval het be- stuur een gerechtvaardigd vermoeden heeft dat betrokkene zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene te verhalenverha- len. 47. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde belanghebbende van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 58. De uitvoeringsorganisatie stuurt aan de uitkeringsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing van het feit dat In alle gevallen, waarin een sanctie zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze sanctie wordt opgelegd en daarvan schriftelijk melding gedaan aan betrokkene. Tevens wordt aan betrokkene gemeld wat de hoogte sanctie inhoudt en duur waarom en op grond waarvan deze is opgelegd. Verder wordt melding gemaakt van de sanctie ismogelijkheden voor beroep of bezwaar. 9. Alle baten en/of opbrengsten, die voortvloeien uit op grond van deze regeling opgelegde sancties, zullen worden aangewend in overeenstemming met het doel van de stichting.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde de belanghebbende de, op grond van deze regeling regeling, gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig of onjuist verstrekt, kan het bestuur een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken intrekken en stopgezettevens betrokkene uitsluiten voor iedere toekomstige uitkering vanwege de stichting. Uitkeringsgerechtigde Belanghebbende wordt in het kader van dit lid geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie de inlichtingen niet binnen twee maanden maanden, na ontvangst van de eerste eerst oproep daartoe of nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigdebelanghebbende, de stichting de inlichtingen nog niet heeft ontvangen. Belanghebbende wordt in het kader van dit lid geacht de inlichtingen onjuist te hebben verstrekt, indien de stichting daarbij voor meer dan € 3.403,35 is benadeeld. 2. Indien de belanghebbende de, op grond van deze regeling, gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet tijdig of onjuist verstrekt, kan een uitkering worden verlaagd. De uitvoeringsorganisatie verlaging bedraagt maximaal 30% en duurt maximaal 12 maanden, naar gelang de xxxxx van de overtreding, blijkende uit recidive. Belanghebbende wordt geacht de bedoelde inlichtingen niet tijdig te hebben verstrekt, indien na het verstrijken van de daarvoor gegeven termijn in de eerste oproep daartoe, dan wel na twee weken het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij belanghebbende, de stichting de bedoelde inlichtingen nog niet heeft ontvangen. Belanghebbende wordt in het kader van dit lid geacht inlichtingen onjuist te hebben verstrekt, indien de stichting daarbij voor ten minste € 22,69 en voor maximaal € 3.403,35 is benadeeld. Het bestuur van de stichting heeft de mogelijkheid om de sanctiemogelijkheden van lid 1 mede toe te passen in het geval belanghebbende voor de derde maal onjuiste inlichtingen heeft verstrekt ingevolge dit lid. 3. Indien belanghebbende niet voldoet aan enig in deze regeling gestelde voorwaarde, kan een waarschuwing worden gegeven. 4. Het bestuur is bevoegd de sancties, zoals genoemd in lid 2 en lid 3, te combineren. 5. De stichting is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie stichting opgelopen schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde belanghebbende niet, niet tijdig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigdebelanghebbende. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie stichting zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering. 36. Wanneer sprake Het bestuur is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld bevoegd aangifte te doen bij de daarvoor bedoelde instelling in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie daarvan aangifte doengeval het bestuur een gerechtvaardigd vermoeden heeft dat betrokkene zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke civiel rechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene te verhalen. 47. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde belanghebbende van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 58. De uitvoeringsorganisatie stuurt aan de uitkeringsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing van het feit dat In alle gevallen, waarin een sanctie zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze sanctie wordt opgelegd en daarvan schriftelijk melding gedaan aan betrokkene. Tevens wordt aan betrokkene gemeld wat de hoogte sanctie inhoudt en duur waarom en op grond waarvan deze is opgelegd. Verder wordt melding gemaakt van de sanctie ismogelijkheden voor beroep of bezwaar. 9. Alle baten en/of opbrengsten, die voortvloeien uit op grond van deze regeling opgelegde sancties, zullen worden gebruikt in overeenstemming met het doel van de stichting.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde de rechthebbende de, op grond van deze regeling regeling, gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig of onjuist verstrekt, kan het bestuur een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken intrekken en stopgezettevens betrokkene uitsluiten voor iedere toekomstige uitkering vanwege de stichting. Uitkeringsgerechtigde Rechthebbende wordt in het kader van dit lid geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben h ebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie de inlichtingen niet binnen twee maanden maanden, na ontvangst van de eerste oproep daartoe of nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigderechthebbende, de stichting de inlichtingen nog niet heeft ontvangen. Rechthebbende wordt in het kader van dit lid geacht de inlichtingen onjuist te hebben verstrekt, indien de stichting daarbij voor meer dan € 5.000 is benadeeld. 2. Indien de rechthebbende de, op grond van deze regeling, gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet tijdig of onjuist verstrekt, kan een uitkering worden verlaagd. De uitvoeringsorganisatie verlaging bedraagt maximaal 30% en duurt maximaal 12 maanden, naar gelang de xxxxx van de overtreding, blijkende uit recidive. Rechthebbende wordt geacht de bedoelde inlichtingen niet tijdig te hebben verstrekt, indien na het verstrijken van de daarvoor gegeven termijn in de eerste oproep daartoe, dan wel na vier weken het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij rechthebbende, de stichting de bedoelde inlichtingen nog niet heeft ontvangen. Rechthebbende wordt in het kader van dit lid geacht inlichtingen onjuist te hebben verstrekt, indien de stichting daarbij voor ten minste € 50 en voor maximaal € 5.000 is benadeeld. Het bestuur van de stichting heeft de mogelijkheid om de sanctiemogelijkheden van lid 1 mede toe te passen in het geval rechthebbende voor de derde maal onjuiste inlichtingen heeft verstrekt ingevolge dit lid. 3. Indien rechthebbende niet voldoet aan enig in deze regeling gestelde voorwaarde, kan een waarschuwing worden gegeven. 4. Het bestuur is bevoegd de sancties, zoals genoemd in lid 2 en lid 3, te combineren. 5. De stichting is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie stichting opgelopen schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde rechthebbende niet, niet tijdig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel te veel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigderechthebbende. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie stichting zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering. 36. Wanneer sprake Het bestuur is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld bevoegd aangifte te doen bij de daarvoor bedoelde instelling in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie daarvan aangifte doengeval het bestuur een gerechtvaardigd vermoeden heeft dat rechthebbende zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene rechthebbende te verhalen. 47. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde rechthebbende van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 58. De uitvoeringsorganisatie stuurt aan de uitkeringsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing van het feit dat In alle gevallen, waarin een sanctie zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze sanctie wordt opgelegd en daarvan schriftelijk melding gedaan aan rechthebbende. Tevens wordt aan rechthebbende gemeld wat de hoogte sanctie inhoudt en duur waarom en op grond waarvan deze is opgelegd. Verder wordt melding gemaakt van de sanctie ismogelijkheden voor bezwaar als bedoeld in artikel 16. 9. Alle baten en/of opbrengsten, die voortvloeien uit op grond van deze regeling opgelegde sancties, zullen worden gebruikt in overeenstemming met het doel van de stichting.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden de op grond van deze regeling gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig tijdig, onvolledig of onjuist verstrekt, kan een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezet. Uitkeringsgerechtigde wordt of zijn nabestaanden worden geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie Stichting de inlichtingen niet binnen twee maanden na ontvangst van de het eerste oproep verzoek daartoe of direct nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigdeuitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden, heeft ontvangen. 2. De uitvoeringsorganisatie Stichting is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie Stichting opgelopen (in) directe schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden niet, niet tijdig tijdig, onvolledig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigdede uitkeringsge- rechtigde of zijn nabestaanden. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie Stichting zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering. 3. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie Stichting daarvan aangifte doen. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene betrokkenen te verhalen. 4. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 5. De uitvoeringsorganisatie Stichting stuurt aan de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden schriftelijk en gemotiveerd het besluit tot het treffen van een beslissing van het feit dat een sanctie maatregel zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde uitkeringsgerech- tigde of zijn nabestaanden wordt opgelegd, waarbij in ieder geval wordt vermeld zal worden waarom deze sanctie maatregel wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de sanctie maatregel is.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde de op grond van deze regeling gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig of onjuist verstrekt, kan een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezet. Uitkeringsgerechtigde De uitke- ringsgerechtigde wordt geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie stichting de inlichtingen niet binnen twee maanden na ontvangst van de eerste oproep daartoe of nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigde, heeft ontvangen. 2. De uitvoeringsorganisatie stichting is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie stichting opgelopen schade schade, als gevolg van door uitkeringsgerechtigde de uitkerings- gerechtigde niet, niet tijdig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling dit reglement gestelde voorwaardenvoorwaarden en verplichtingen, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op de uitkeringsgerechtigde. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie stichting zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering. 3. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie stichting daarvan aangifte doen. Dat laat onverlet de mogelijkheid mogelijk- heid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene te verhalen. 4. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 5. De uitvoeringsorganisatie stichting stuurt aan de uitkeringsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing van het feit dat een sanctie zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze sanctie wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de sanctie is. Verder wordt melding gemaakt van de mogelijkheden voor bezwaar als bedoeld in artikel 14.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde de op grond van deze regeling gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig of onjuist verstrekt, kan een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezet. Uitkeringsgerechtigde wordt geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie de inlichtingen niet binnen twee maanden na ontvangst van de eerste oproep daartoe of nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigde, heeft ontvangen. 2. De uitvoeringsorganisatie is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie opgelopen schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde niet, niet tijdig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigde. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering. 3. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek van StrafrechtXxxxxxxxxx, dan kan de uitvoeringsorganisatie uitvoeringsorgani- satie daarvan aangifte doen. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke civiel- rechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene te verhalen. 4. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 5. De uitvoeringsorganisatie stuurt aan de uitkeringsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing van het feit dat een sanctie zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze sanctie wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de sanctie is.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde de belanghebbende de, op grond van deze regeling regeling, gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet of niet tijdig verstrekt of de door hem verstrekte gegevens onjuist verstrektof onvolledig blijken te zijn, kan besloten worden dat een besluit uitkering niet wordt toegekend c.q. een be- sluit tot toekomstige uitkeringtoekenning van een uitkering wordt ingetrokken, de uitkering tijdelijk wordt verlaagd als be- doeld in lid 2 van dit artikel, een boete wordt opgelegd, een waarschuwing wordt gegeven, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezetandere door het bestuur van de stichting te bepalen sanctie wordt toegepast. Uitkeringsgerechtigde Belanghebbende wordt in het kader van dit lid geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien na het verstrijken van de uitvoeringsorganisatie de inlichtingen niet binnen twee maanden na ontvangst van daarvoor gegeven termijn in de eerste oproep daartoe of nadat daartoe, dan wel twee weken het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigdebelanghebbende, de stichting de bedoelde inlichtingen nog niet heeft ontvangen. 2. Indien de belanghebbende de, op grond van deze regeling, gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet tijdig of onjuist verstrekt, kan een uitkering worden verlaagd. De uitvoeringsorganisatie verla- ging bedraagt maximaal 30% en duurt maximaal 12 maanden, naar gelang de ernst van de over- treding, blijkende uit recidive. 3. Het bestuur is bevoegd de sancties, zoals genoemd in lid 1, te combineren. 4. De stichting is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie stichting opgelopen schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde belanghebben- de niet, niet tijdig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling rege- ling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigdebelanghebbende. 5. Daarbij behoudt Opgelegde boetes en opgelopen schade door de uitvoeringsorganisatie zich het recht voor verhaal te halen door middel stichting, als bedoeld in lid 1 respectievelijk lid 4 van vermindering dit artikel worden in mindering gebracht op de lopende uitkering dan wel van de lopende uitkeringbelangheb- bende gevorderd indien de uitkering niet toereikend is of inmiddels is beëindigd. 36. Wanneer sprake Het bestuur is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld bevoegd aangifte te doen bij de daarvoor bedoelde instelling in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de uitvoeringsorganisatie daarvan aangifte doengeval het bestuur een gerechtvaardigd vermoeden heeft dat betrokkene zich heeft schuldig gemaakt aan een straf- baar feit. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele eventue- le schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene te verhalen. 47. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde belanghebbende van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 58. De uitvoeringsorganisatie stuurt aan de uitkeringsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing van het feit dat In alle gevallen, waarin een sanctie zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze sanctie wordt opgelegd en daarvan schriftelijk melding gedaan aan betrokkene. Tevens wordt aan betrokkene gemeld wat de hoogte sanctie inhoudt en duur waarom en op grond waarvan deze is opgelegd. Verder wordt melding gemaakt van de sanctie ismogelijkheden voor beroep of bezwaar. 9. Alle baten en/of opbrengsten, die voortvloeien uit op grond van deze regeling opgelegde sancties, zullen worden aangewend in overeenstemming met het doel van de stichting.

Intrekking en wijziging van een besluit tot uitkering. 1. Indien de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden de op grond van deze regeling gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken inlichtingen niet, niet tijdig tijdig, onvolledig of onjuist verstrekt, kan een besluit tot toekomstige uitkering, dan wel tot een reeds lopende uitkering, worden ingetrokken en stopgezet. Uitkeringsgerechtigde wordt of zijn nabestaanden worden geacht de in dit lid bedoelde inlichtingen inlichtin- gen niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de uitvoeringsorganisatie Stichting de inlichtingen niet binnen twee maanden maan- den na ontvangst van de het eerste oproep verzoek daartoe of direct nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigdeuitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden, heeft ontvangen. 2. De uitvoeringsorganisatie Stichting is bevoegd de door de uitvoeringsorganisatie Stichting opgelopen (in) directe schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde uit- keringsgerechtigde of zijn nabestaanden niet, niet tijdig tijdig, onvolledig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in deze regeling gestelde voorwaarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigdede uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden. Daarbij behoudt de uitvoeringsorganisatie Stichting zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering. 3. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek Wet- boek van StrafrechtXxxxxxxxxx, dan kan de uitvoeringsorganisatie Stichting daarvan aangifte doen. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde onver- schuldigde betalingen, op betrokkene betrokkenen te verhalen. 4. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt, waarvan is uitgesloten uitge- sloten een beroep op het niet kennen van de inhoud van deze regeling. 5. De uitvoeringsorganisatie Stichting stuurt aan de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden schriftelijk en gemotiveerd het besluit tot het treffen van een beslissing van het feit dat een sanctie maatregel zoals bedoeld in dit artikel aan de uitkeringsgerechtigde of zijn nabestaanden wordt opgelegd, waarbij in ieder geval wordt vermeld zal worden waarom deze sanctie maatregel wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de sanctie maatregel is.