Jaarstukken Voorbeeldclausules

Jaarstukken. 1. De statutaire directie is verantwoordelijk voor het uiterlijk binnen drie maanden na afloop van het boekjaar opstellen van een jaarrekening, een jaarverslag, mede omvattende een volkshuisvestingsverslag en een overzicht van de overige verantwoordingsgegevens op, die moeten voldoen aan de voorschriften die ter zake voor toegelaten instellingen gelden. De statutaire directie laat zich hierin waar mogelijk bijstaan door de directeuren. 2. De raad van commissarissen laat de in het eerste lid bedoelde stukken onderzoeken door een door hem aangewezen registeraccountant, Accountant-Administratieconsulent als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Woningwet, of door een organisatie waarin accountants, die mogen worden aangewezen, samenwerken. De opdracht kan te allen tijde door de raad van commissarissen worden ingetrokken. 3. De raad van commissarissen stelt de stukken als bedoeld in het eerste lid niet vast alvorens de raad van commissarissen kennis heeft genomen van de bevindingen van de accountant. 4. De jaarrekening en het jaarverslag worden door de voorzitter statutaire directie en de directeur financiën en bedrijfsvoering en alle leden van de raad van commissarissen ondertekend. Ontbreekt de handtekening van één of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. 5. De jaarrekening wordt door de raad van commissarissen vastgesteld binnen vier maanden na afloop van het boekjaar. 6. Het verlenen van decharge aan de voorzitter statutaire directie respectievelijk de statutair directeur financiën en bedrijfsvoering geschiedt bij afzonderlijk besluit van de raad van commissarissen.
Jaarstukken. 1. Jaarlijks binnen zes (6) maanden na afloop van het boekjaar stelt het bestuur een door een externe registeraccountant of accountant-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid gecontroleerde balans, rekening van lasten en baten en verslag over de toestand van SFM vast. Het verslag moet overeenkomstig de in artikel 3 respectievelijk artikel 4 genoemde bestedingsdoe- len respectievelijk activiteiten zijn gespecificeerd. Uit het verslag en de accountantsverklaring moet blijken dat de uitgaven conform de bestedingsdoelen zijn gedaan. Ten blijke van de vaststelling worden deze stukken door de voorzitter en de secretaris ondertekend. 2. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 3. De in het eerste lid bedoelde stukken worden ter inzage van de bij SFM betrokken werkgevers- en werknemerssorganisaties neergelegd: a. ten kantore van SFM; b. op één of meer door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen plaatsen. 4. De in het eerste lid bedoelde stukken worden op aanvraag aan de bij SFM betrokken werkgevers- of werknemersorganisaties tegen vergoeding van de daaraan verbonden kosten toegezonden.
Jaarstukken. Controlecommissie
Jaarstukken. Artikel 29. Externe Accountant Artikel 30.
Jaarstukken. Artikel 29.
Jaarstukken. 1. Het bestuur stelt binnen drie (3) maanden na afloop van het boekjaar een jaarrekening, een jaarverslag, een volkshuisvestingsverslag en een overzicht van de overige verantwoordingsgegevens op, die moeten voldoen aan de voorschriften die ter zake voor toegelaten instellingen gelden. 2. De Raad van Commissarissen laat de in eerste lid bedoelde stukken onderzoeken door een door hem aangewezen registeraccountant, Accountant- Administratieconsulent als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Woningwet, _ of door een organisatie waarin accountants, die mogen worden aangewezen, samenwerken. 3. De opdracht tot beoordeling van deze stukken kan te allen tijde worden ingetrokken door de Raad van Commissarissen. 4. De Raad van Commissarissen stelt de stukken als bedoeld in het eerste lid niet vast alvorens de raad kennis heeft genomen van de bevindingen van de accountant. 5. De jaarrekening en het jaarverslag worden door de leden van het bestuur en de _ leden van de Raad van Commissarissen ondertekend. Ontbreekt de handtekening van één of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. 6. De jaarrekening wordt door de Raad van Commissarissen vastgesteld binnen vier (4) maanden na afloop van het boekjaar. 7. Het verlenen van decharge aan het bestuur geschiedt bij afzonderlijk besluit van de Raad van Commissarissen.
Jaarstukken. 1. Jaarlijks, binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, is het bestuur verplicht een balans en een staat van baten en lasten van de stichting op te maken. 2. Het verslag moet overeenkomstig hetgeen in artikel 3 is beschreven, zijn gespecificeerd en gecontroleerd door een door het bestuur aangewezen externe registeraccountant, uit welke stukken moet blijken dat de uitgaven overeenkomstig de bestedingsdoelen zijn gedaan. 3. Het verslag en de accountantsverklaring worden ter inzage van de bij de Stichting betrokken werkgevers en werknemers neergelegd: a. ten kantore van de stichting; b. op een of meer door de Minister xxxxxx met sociale zaken aan te wijzen plaatsen. 4. Het verslag en de accountantsverklaring worden op aanvraag van de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers toegezonden tegen betaling van de daaraan verbonden kosten. 5. Het bestuur is verplicht de in dit artikel genoemde bescheiden tien jaren lang te bewaren.
Jaarstukken. De jaarstukken 2012 worden opgesteld en ter besluitvorming aangeboden. Programmabegroting De programmabegroting 2014 wordt opgesteld en ter besluitvorming aangeboden.
Jaarstukken. Over geld wordt vaak ruzie gemaakt. Verdisconteer in de overeenkomst de manier waarop de winst, verliezen en rente verdeeld worden over de vennoten. Verdienen zij allen even veel? Of verdient de een meer dan de ander? En hoe doen jullie het als een vennoot in de praktijk toch meer blijkt te werken? Tip: Het is niet toegestaan dat een van vennoten alle winst opstrijkt. Dit moet verdeeld worden evenredig aan de inbreng.
Jaarstukken. 1. De penningmeester sluit per de laatste dag van het boekjaar de boe- ken der stichting af en maakt daaruit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar, een balans en een staat van baten en lasten op over het verstreken boekjaar, als- mede een begroting van de baten en lasten van het lopende boekjaar. De penningmeester zendt deze stukken vo´o´r het einde van de in de voorgaande zin bedoelde termijn aan alle bestuurders. Deze stukken worden door het bestuur in een vergadering, te houden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, vastgesteld en ten blijke daarvan door alle bestuurders ondertekend. 2. Het bestuur zal, alvorens tot de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten over te gaan, deze stukken doen onderzoeken door een door hem aan te wijzen externe registeraccountant. Deze registeraccountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en legt daaromtrent een verklaring af. 3. De door de in het vorige lid genoemde externe registeraccountant goedgekeurde balans en staat van baten en lasten worden neergelegd ten kantore van het fonds aan de Xxxxx Xxxxxxx 100 te Zoetermeer, alsmede op een of meer door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen plaatsen. 4. De in het vorige lid genoemde balans en staat van baten en lasten worden tegen betaling van de daaraan verbonden kosten op aanvraag toegestuurd aan werkgevers en werknemers die in verband met deze regeling gelden (doen) afdragen aan de stichting.