Leeftijdsvakantie Voorbeeldclausules

Leeftijdsvakantie. 1. De werknemer die in een vakantiejaar tenminste de leeftijd van 45, 50, 55 of 60 jaar bereikt, heeft in dit vakantiejaar – boven het door hem op grond van het in A en B genoemde opgebouwde vakantie- recht – aanspraak op extra uren betaalde vakantie. Deze extra vakantie is voor de werknemer met een gemiddelde werkweek van respectievelijk 36, 37 of 38 uur en een leeftijd van, 45 t/m 49 jaar: resp. 7,2, 7,4 of 7,6 uur 50 t/m 54 jaar: resp. 21,6, 22,2 of 22,8 uur 55 t/m 59 jaar: resp. 36, 37 of 38 uur 60 jaar en ouder: resp. 43,2, 44,4 of 45,6 uur.
Leeftijdsvakantie a. Indien de medewerker in één van de onderstaande leeftijdsgroepen valt, bouwt hij een extra vakantierecht op.
Leeftijdsvakantie. 1. Dit onderdeel luidt tot 1 januari 2018: De werknemer die in een vakantiejaar tenminste de leeftijd van 45½ 50½, 55½ of 60½ jaar bereikt, heeft in dit vakantiejaar – boven het door hem op grond van het in A en B genoemde opgebouwde vakantierecht – aanspraak op extra uren betaalde vakantie. Deze extra vakantie is voor de werknemer met een gemiddelde werkweek van respectievelijk 36, 37 of 38 uur en een leeftijd van, 45 ½ t/m 50 jaar: resp. 7,2, 7,4 of 7,6 uur 50 ½ t/m 55 jaar: resp. 21,6, 22,2 of 22,8 uur 55 ½ t/m 60 jaar: resp. 36, 37 of 38 uur 60 ½ jaar en ouder: resp. 43,2, 44,4 of 45,6 uur. De werknemer die in een vakantiejaar tenminste de leeftijd van 46 51, 56 of 61 jaar bereikt, heeft in dit vakantiejaar – boven het door hem op grond van het in A en B genoemde opgebouwde vakantierecht – aanspraak op extra uren betaalde vakantie. Deze extra vakantie is voor de werknemer met een gemiddelde werkweek van respectievelijk 36, 37 of 38 uur en een leeftijd van, 46 t/m 50 jaar: resp. 7,2, 7,4 of 7,6 uur 51 t/m 55 jaar: resp. 21,6, 22,2 of 22,8 uur 56 t/m 60 jaar: resp. 36, 37 of 38 uur 61 jaar en ouder: resp. 43,2, 44,4 of 45,6 uur.
Leeftijdsvakantie. Aan de personeelsleden wordt bovendien een naargelang de leeftijd bepaalde jaarlijkse vakantie toegekend: van 45 tot en met 49 jaar: 1 bijkomende dag vanaf 50 jaar: nog 1 bijkomende dag De hierbij in aanmerking genomen leeftijd is die welke het personeelslid heeft bereikt in het jaar waarop de leeftijdsvakantie betrekking heeft. De personeelsleden genieten eveneens een bijkomende jaarlijkse leeftijdsvakantie waarvan de duur naar gelang van hun leeftijd als volgt wordt bepaald: 60 jaar: 1 dag 61 jaar: 2 dagen 62 jaar: 3 dagen 63 jaar: 4 dagen 64 jaar: 5 dagen Voor het bepalen van de duur van deze bijkomende leeftijdsvakantie wordt het hoogste leeftijdsjaar dat het personeelslid in de loop van het vakantiejaar bereikt, in aanmerking genomen.
Leeftijdsvakantie. De werknemer die op 1 januari van het betreffende vakantie- jaar de leeftijd bereikt of heeft bereikt van 40, 45, 50, 55, resp. 60 jaar, heeft recht op 1, 2, 3, 4, resp. 5 x 7,2 extra uren vakantie met behoud van het periode-inkomen.
Leeftijdsvakantie. Naast in het tweede lid genoemde vakantiedagen, heeft de me- dewerker - afhankelijk van zijn leeftijd op 1 oktober - per vakantie- jaar aanspraak op extra vakantiedagen volgens onderstaande tabel: 50 t/m 54 jaar 2 dagen 55 t/m 59 jaar 4 dagen 60 t/m 65 jaar 5 dagen

Related to Leeftijdsvakantie

  • Vakantie De werknemer met een werkweek van: – 36 uur heeft per kalenderjaar recht op 219 uur vakantie met behoud van salaris – 38 uur heeft per kalenderjaar recht op 323 uur vakantie met behoud van salaris – 40 uur heeft per kalenderjaar recht op 428 uur vakantie met behoud van salaris Voor de werknemer met een deeltijdbetrekking wordt het aantal vakantie uren naar evenredigheid vastgesteld. Gedeeltes van uren worden naar boven op halve uren afgerond.

  • Vakantiebijslag 1. Per kalenderjaar heeft de werknemer recht op een vakantiebijslag die 8% bedraagt van het over de vierde betalingsperiode van het lopende kalenderjaar berekende loon maal dertien en bij loonbetaling per maand 8% van het loon over de maand april van het lopende kalenderjaar maal twaalf. Onder het loon zoals genoemd in dit artikel wordt verstaan het van toepassing zijnde functieloon, vermeerderd met, indien van toepassing, de ploegendiensttoeslag en de persoonlijke toeslag ex artikel 23 van deze CAO.

  • Vakantietoeslag 1. Het vakantietoeslagjaar loopt van 1 juni tot en met 31 mei.

  • Vakantiejaar Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

  • Vakantie-uitkering 1. De werknemer heeft aanspraak op een vakantie-uitkering voor de tijd waarin hij salaris heeft ontvangen.

  • Kleinverbruikaansluitingen 3.3 Als de capaciteit van uw elektriciteitsaansluiting niet groter is dan 3*80 ampère en/of de capaciteit van uw gasaansluiting niet meer is dan 40 Nm3 gas per uur, dan beschikt u over een kleinverbruikaansluiting.

  • Vakantie-uren De bovenwettelijke vakantie-uren Vakantietoeslag Alles boven de vakantietoeslag van het wettelijk minimumloon Toeslag voor werk buiten de normale Maximaal de in de keuzeperiode te ontvangen toeslag werktijden van de onderneming Salaris Alles boven het wettelijk minimumloon Extra-uren De schriftelijk overeengekomen te werken extra uren boven de 36-urige werkweek, voor werknemers met een contractuele arbeidsduur van 36 uur per week, met een maximum van 4 uur per week, zoals bedoeld in artikel 3.1.2 CAO.