Common use of Lonen Clause in Contracts

Lonen. Uitsluitend voor de duur van de onderhavige CAO zijn in aanvulling op het bepaalde in artikel 13 lid 2 onderstaande verhogingen ook van toepassing op de overbeloning, voor zover daarvan al geen sprake was uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak. 1. Met inachtneming van artikel 18 van de CAO gelden de brutolonen als weergegeven in bijlage II, welke bijlage onderdeel uitmaakt van deze cao. - Met ingang van 1 november 2015 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met € 5,75 bruto per week. - Met ingang van 1 januari 2016 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1,55%. - Met ingang van 1 juli 2016 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 0,75%. 2. De loonsverhogingen zijn van toepassing op de lonen van de loonschalen, tenzij uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak over de overbeloning eveneens de loonsverhoging wordt toegekend. In dat geval wordt de loonsverhoging toegepast over alle componenten van het vaste loon. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de loonschalen is aangegeven, mogen de loonsverhogingen niet in mindering worden gebracht op dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. 3. De loonsverhoging wordt tevens toegepast op loonschaal B1 voor werknemers die de Basisberoepsopleiding of Vakopleiding via de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) volgen, tenzij de lonen van de loonschaal hierdoor de grens van 130% van het wettelijk minimumloon (voor volwassenen) overschrijden. Voor werknemers die de Vakopleiding via de BBL volgen geldt dit voor nieuwe arbeidsovereenkomsten afgesloten vanaf 1 januari 2016. 4. Een werknemer tot en met 21 jaar ontvangt 5% ervaringstoeslag per jaar op het CAO- loon nadat hij gedurende 2 jaar arbeid heeft verricht en gedurende die tijd is beloond volgens dezelfde loonschaal bij het desbetreffende bedrijf. Op het moment dat de werknemer wordt beloond volgens een hogere loonschaal vervalt, voor zover hij daar recht op heeft, de ervaringstoeslag en gaat de tweejaarstermijn opnieuw lopen. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de schaallonen is aangegeven, mag genoemde toeslag worden gecompenseerd met dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. Het CAO-loon inclusief deze ervaringstoeslag zal het loon van een 22-jarige in dezelfde loonschaal niet te boven gaan. 5. Werknemers die zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners en een cursus bedrijfshulpverlening hebben gevolgd, ontvangen met ingang van 1 januari 2016 een brutotoeslag van € 3,90 per week. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 3,93 per week. Zie voor het wettelijk vereiste aantal bedrijfshulpverleners artikel 30 lid 12 6. De overgang naar een hogere leeftijdsklasse vindt plaats met ingang van de loonweek, direct volgende op de verjaardag van de werknemer. 7. Op het inkomen van de werknemer, die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt kan de werkgever een aftrek toepassen van ten hoogste de niet door de werknemer verschuldigde premies voor de sociale verzekeringen. 8. Werknemers, voorzover ingedeeld in één van de functiegroepen tot en met D, die naast hun normale werkzaamheden de functie van praktijkopleider vervullen, ontvangen een brutotoeslag van €9,05 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk als zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 januari 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,19 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,26 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Onder praktijkopleider wordt verstaan de werknemer of ondernemer die de opleiding praktijkopleider heeft gevolgd en wiens taak mede bestaat uit het daadwerkelijk overdragen van vakkennis aan en het begeleiden van werknemers in een onderneming. De praktijkopleider heeft primair tot taak de begeleiding van werknemers waarmee een beroepspraktijkvormingsovereenkomst (POK) in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs is aangegaan (zie ook artikel 32 lid 11). 9. Indien een werkgever uitzendkrachten inleent, dient deze inlenende werkgever zich ervan te verzekeren dat de uitzendwerkgever de uitzendkracht de rechtens geldende beloning van de werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlenende onderneming, toekent. De inlenersbeloning is samengesteld uit de volgende elementen, overeenkomstig de bepalingen zoals die gelden in de inlenende onderneming: 1. het naar tijdsruimte vastgesteld loon; 2. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting. Deze kan – zulks ter keuze van de uitzendonderneming – gecompenseerd worden in tijd en of geld; 3. toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag) en ploegentoeslag; 4. initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald; 5. kostenvergoeding voorzover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk vanwege uitoefening van de functie; 6. periodieken, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald. Toelichting Oproepkrachten hebben een minimumaanspraak op drie uur loon per oproep. Zie voor de voorwaarden artikel 7:628a BW.

Appears in 3 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Lonen. Uitsluitend voor de duur van de onderhavige CAO zijn in aanvulling op het bepaalde in artikel 13 lid 2 onderstaande verhogingen ook van toepassing op de overbeloning, voor zover daarvan al geen sprake was uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak. 1. Met inachtneming van artikel 18 van de CAO gelden de brutolonen als weergegeven in bijlage II, welke bijlage onderdeel uitmaakt van deze caoCAO. - Met ingang In de periode tot 1 oktober 2013 gelden de lonen, vermeld in tabel A van bijlage II. - Per 1 november 2015 oktober 2013 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met € 5,75 bruto per week1%. De lonen die gelden vanaf 1 oktober 2013 zijn vermeld in tabel B van bijlage II. - Met ingang van Per 1 januari 2016 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1,55%. - Met ingang van 1 juli 2016 mei 2014 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 0,75%. De lonen die gelden vanaf 1 mei 2014 zijn vermeld in tabel C van bijlage II. 2. De loonsverhogingen zijn van toepassing op de lonen van de loonschalen, tenzij uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak over de overbeloning eveneens de loonsverhoging wordt toegekend. In dat geval wordt de loonsverhoging toegepast over alle componenten van het vaste loon. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de loonschalen is aangegeven, mogen de loonsverhogingen niet in mindering worden gebracht op dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. 3. De loonsverhoging wordt tevens toegepast op loonschaal B1 voor werknemers die de Basisberoepsopleiding of Vakopleiding via de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) volgen, tenzij de lonen van de loonschaal hierdoor de grens van 130% van het wettelijk minimumloon (voor volwassenen) overschrijden. Voor werknemers die de Vakopleiding via de BBL volgen geldt dit voor nieuwe arbeidsovereenkomsten afgesloten vanaf 1 januari 2016. 4. Een werknemer tot en met 21 jaar ontvangt 5% ervaringstoeslag per jaar op het CAO- CAO-loon nadat hij gedurende 2 jaar arbeid heeft verricht en gedurende die tijd is beloond volgens dezelfde loonschaal bij het desbetreffende bedrijf. Op het moment dat de werknemer wordt beloond volgens een hogere loonschaal vervalt, voor zover hij daar recht op heeft, de ervaringstoeslag en gaat de tweejaarstermijn opnieuw lopen. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de schaallonen is aangegeven, mag genoemde toeslag worden gecompenseerd met dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. Het CAO-loon inclusief deze ervaringstoeslag zal het loon van een 22-jarige in dezelfde loonschaal niet te boven gaan. 5. Werknemers die zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners en een cursus bedrijfshulpverlening hebben gevolgd, ontvangen met ingang van 1 januari 2016 een brutotoeslag van € 3,90 3,75 per week. Met ingang van 1 juli 2016 oktober 2013 bedraagt de brutotoeslag € 3,93 3,84 per week. Zie voor het wettelijk vereiste aantal bedrijfshulpverleners artikel 30 lid 1212 en bijlage X. 6. De overgang naar een hogere leeftijdsklasse vindt plaats met ingang van de loonweek, direct volgende op de verjaardag van de werknemer. 7. Op het inkomen van de werknemer, die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt werknemer van 65 jaar en ouder kan de werkgever een aftrek toepassen van ten hoogste de niet door de werknemer verschuldigde premies voor de sociale verzekeringen. 8. Werknemers, voorzover ingedeeld in één van de functiegroepen tot en met D, die naast hun normale werkzaamheden de functie van praktijkopleider vervullen, ontvangen een brutotoeslag van €9,05 € 8,83 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk als zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 januari 2016 oktober 2013 bedraagt de brutotoeslag € 9,19 9,05 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,26 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Onder praktijkopleider wordt verstaan de werknemer of ondernemer die de opleiding praktijkopleider van de Stichting Hout & Meubel heeft gevolgd en wiens taak mede bestaat uit het daadwerkelijk overdragen van vakkennis aan en het begeleiden van werknemers in een onderneming. De praktijkopleider heeft primair tot taak de begeleiding van werknemers waarmee een beroepspraktijkvormingsovereenkomst (POK) in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs is aangegaan (zie ook artikel 32 lid 1113). 9. Indien een werkgever uitzendkrachten inleentinleent en deze werkzaamheden laat verrichten op functieniveau C en hoger, zoals vermeld in bijlage I van deze CAO, dient deze inlenende werkgever zich ervan te verzekeren dat de uitzendwerkgever de uitzendkracht de rechtens geldende beloning van de werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlenende onderneming, toekent. De inlenersbeloning is samengesteld uit de volgende elementen, overeenkomstig de bepalingen zoals die gelden in de inlenende onderneming: 1. het naar tijdsruimte vastgesteld loon; 2. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting. Deze kan – zulks ter keuze van de uitzendonderneming – gecompenseerd worden in tijd en of geld; 3. toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag) en ploegentoeslag; 4. initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald; 5. kostenvergoeding voorzover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk vanwege uitoefening van de functie; 6. periodieken, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald. Toelichting Oproepkrachten hebben een minimumaanspraak op drie uur loon per oproep. Zie voor de voorwaarden artikel 7:628a BWBW in bijlage VII.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collective Labor Agreement

Lonen. Uitsluitend voor 1. De werknemer ontvangt als basisloon het uurloon behorend bij de duur loongroep en het ervaringsjaar van de onderhavige CAO functie waarin hij overeenkomstig artikel 11 is aangesteld. Deze basislonen zijn in aanvulling op het bepaalde in artikel 13 lid 2 onderstaande verhogingen ook van toepassing op de overbeloning, voor zover daarvan al geen sprake was uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak. 1. Met inachtneming van artikel 18 van de CAO gelden de brutolonen als weergegeven uitgewerkt in bijlage II, welke bijlage onderdeel uitmaakt van deze cao. - Met ingang van 1 november 2015 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met € 5,75 bruto per week. - Met ingang van 1 januari 2016 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1,55%. - Met ingang van 1 juli 2016 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 0,75%III (loontabel). 2. De loonsverhogingen zijn van toepassing op loontabel is als volgt opgebouwd: • de lonen van opbouw per ervaringsjaar voor de loonschalen, tenzij uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak over groepen 1 tot en met 4 bedraagt 1%. • de overbeloning eveneens opbouw per ervaringsjaar voor de loonsverhoging wordt toegekend. In dat geval wordt de loonsverhoging toegepast over alle componenten van het vaste loon. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de loonschalen is aangegeven, mogen de loonsverhogingen niet in mindering worden gebracht op dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaalgroepen 5 tot en met 7 bedraagt 2%. 3. De loonsverhoging wordt tevens toegepast op loonschaal B1 voor werknemers die de Basisberoepsopleiding of Vakopleiding via de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) volgen, tenzij de lonen Het uurloon van de loonschaal hierdoor werknemer die wordt aangesteld in de grens van 130groepen 2 tot en met 7 en met wie voor de eerste maal een arbeidsovereenkomst wordt aangegaan, bedraagt gedurende het eerste half jaar 85% van het wettelijk minimumloon (voor volwassenen) overschrijden. Voor werknemers die loon genoemd in de Vakopleiding via de BBL volgen geldt dit voor nieuwe arbeidsovereenkomsten afgesloten vanaf 1 januari 2016loontabel. 4. Een De lonen worden per 1 juli 2013 met 2%aangepast: De werknemer tot en met 21 jaar als bedoeld in artikel 1 sub 7b ontvangt 5% ervaringstoeslag per jaar tijdens de looptijd van de cao geen loonsverhoging op het CAO- loon nadat hij gedurende 2 jaar arbeid heeft verricht en gedurende basis van stijgingen van de kosten van levensonderhoud (indexering) cq bonussen die tijd is beloond volgens dezelfde loonschaal bij het desbetreffende bedrijf. Op het moment dat hoger zijn dan de werknemer wordt beloond volgens een hogere loonschaal vervalt, voor zover hij daar recht op heeft, de ervaringstoeslag en gaat de tweejaarstermijn opnieuw lopen. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de schaallonen is aangegeven, mag eerste zin genoemde toeslag worden gecompenseerd met dat deel verhoging; afwijkingen hierop zijn alleen toegestaan indien deze voortvloeien uit de individuele arbeidsovereenkomst van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. Het CAO-loon inclusief deze ervaringstoeslag zal het loon van een 22-jarige in dezelfde loonschaal niet te boven gaanbetrokken medewerker. 5. Werknemers die zijn aangewezen Per 1 maart volgend op de cao-periode worden de lonen verhoogd met eenzelfde percentage als bedrijfshulpverleners de procentuele stijging van de consumentenprijsindex (CPI) alle huishoudens afgeleid zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek; als percentage geldt de procentuele stijging van de CPI van de maand december van 2 opeenvolgende jaren. Indien zich bijzondere omstandigheden voordoen (bijvoorbeeld stagflatie) zullen cao-partijen de toepassing van dit lid en een cursus bedrijfshulpverlening hebben gevolgd, ontvangen de gevolgen daarvan met ingang van 1 januari 2016 een brutotoeslag van € 3,90 per week. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 3,93 per week. Zie voor het wettelijk vereiste aantal bedrijfshulpverleners artikel 30 lid 12elkaar bespreken alvorens tot toepassing over te gaan. 6. De overgang naar een hogere leeftijdsklasse vindt plaats met ingang van Werkonafhankelijke toeslagen die de loonweekwerknemer structureel ontvangt, direct volgende op worden – voor de verjaardag van betrokken werknemer – als vast bestanddeel opgenomen in de werknemerlonen. 7. Op het inkomen Indien een bedrijf reeds een vervangend integraal functiebeoordeling- en beloningssysteem, op basis van de werknemermet partijen aan werknemerszijde danwel met haar OR, was overeengekomen, die ook facetten geregeld in leden 3 en 4 insluit, zal in de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt kan hier bedoelde gevallen de werkgever een aftrek toepassen totale loonbepaling van ten hoogste artikel 11 en de niet door de werknemer verschuldigde premies voor de sociale verzekeringendaarbij behorende bijlagen worden uitgezonderd. 8. Werknemers, voorzover ingedeeld in één Indien de werknemer naar het oordeel van de functiegroepen tot en met D, die naast hun normale werkgever werkzaamheden de functie van praktijkopleider vervullen, ontvangen een brutotoeslag van €9,05 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk als zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 januari 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,19 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,26 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Onder praktijkopleider wordt verstaan de werknemer of ondernemer die de opleiding praktijkopleider heeft gevolgd en wiens taak mede bestaat uit het daadwerkelijk overdragen van vakkennis aan en het begeleiden van werknemers in een onderneming. De praktijkopleider heeft primair tot taak de begeleiding van werknemers waarmee een beroepspraktijkvormingsovereenkomst (POK) in hoger ingeschaalde functie dient te verrichten, wordt hem het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs is aangegaan (zie ook artikel 32 lid 11)uurloon behorend bij die functie uitbetaald. 9. Indien de werknemer naar het oordeel van de werkgever werkzaamheden in een werkgever uitzendkrachten inleentlager ingeschaalde functie dient te verrichten, dient deze inlenende werkgever zich ervan te verzekeren zonder dat de uitzendwerkgever kwaliteit van zijn werk of zijn gedrag daartoe aanleiding heeft gegeven, behoudt hij het uurloon bij de uitzendkracht de rechtens geldende beloning functie waarin hij is aangesteld. 10. De administratie van de werknemerwerkgever dient zodanig te zijn ingericht, werkzaam in dat steeds op eenvoudige wijze is na te gaan welke berekening aan de uitbetaalde lonen ten grondslag ligt. Bij elke loonbetaling verstrekt de werkgever aan de werknemer een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlenende onderneming, toekent. De inlenersbeloning is samengesteld uit de volgende elementen, overeenkomstig de bepalingen zoals die gelden in de inlenende onderneming: 1. het naar tijdsruimte vastgesteld loon; 2. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting. Deze kan – zulks ter keuze van de uitzendonderneming – gecompenseerd worden in tijd en of geld; 3. toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag) en ploegentoeslag; 4. initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald; 5. kostenvergoeding voorzover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk vanwege uitoefening van de functie; 6. periodieken, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald. Toelichting Oproepkrachten hebben een minimumaanspraak op drie uur loon per oproep. Zie voor de voorwaarden artikel 7:628a BWspecificatie.

Appears in 2 contracts

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst

Lonen. Uitsluitend voor de duur van de onderhavige CAO zijn in aanvulling op het bepaalde in artikel 13 lid 2 onderstaande verhogingen ook van toepassing op de overbeloning, voor zover daarvan al geen sprake was uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak. 1. Met inachtneming van artikel 18 van de CAO gelden de brutolonen als weergegeven in bijlage II, welke bijlage onderdeel uitmaakt van deze caoCAO. - Met ingang In de periode tot 1 maart 2011 gelden de lonen, vermeld in tabel A van bijlage II. - Per 1 november 2015 maart 2011 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met € 5,75 bruto per week0,5%. De lonen die gelden vanaf 1 maart 2011 zijn vermeld in tabel B van bijlage II. - Met ingang Op 1 mei 2011 ontvangen werknemers een eenmalige uitkering van 0,5% over het dan geldende maandloon, vermeerderd met de vaste toeslagen, vermenigvuldigd met 12. - Per 1 januari 2016 oktober 2011 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1,550,35%. De lonen die gelden vanaf 1 oktober 2011 zijn vermeld in tabel C van bijlage II. - Met ingang van Per 1 juli 2016 januari 2012 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 0,750,6%. De lonen die gelden vanaf 1 januari 2012 zijn vermeld in tabel D van bijlage II. - Per 1 juni 2012 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 0,55%. De lonen die gelden vanaf 1 juni 2012 zijn vermeld in tabel E van bijlage II. 2. De loonsverhogingen zijn van toepassing op de lonen van de loonschalen, tenzij uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak over de overbeloning eveneens de loonsverhoging wordt toegekend. In dat geval wordt de loonsverhoging toegepast over alle componenten van het vaste loon. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de loonschalen is aangegeven, mogen de loonsverhogingen niet in mindering worden gebracht op dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. 3. De loonsverhoging wordt tevens toegepast op loonschaal B1 voor werknemers die de Basisberoepsopleiding of Vakopleiding via de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) volgen, tenzij de lonen van de loonschaal hierdoor de grens van 130% van het wettelijk minimumloon (voor volwassenen) overschrijden. Voor werknemers die de Vakopleiding via de BBL volgen geldt dit voor nieuwe arbeidsovereenkomsten afgesloten vanaf 1 januari 2016. 4. Een werknemer tot en met 21 jaar ontvangt 5% ervaringstoeslag per jaar op het CAO- loon nadat hij gedurende 2 jaar arbeid heeft verricht en gedurende die tijd is beloond volgens dezelfde loonschaal bij het desbetreffende bedrijf. Op het moment dat de werknemer wordt beloond volgens een hogere loonschaal vervalt, voor zover hij daar recht op heeft, de ervaringstoeslag en gaat de tweejaarstermijn opnieuw lopen. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de schaallonen is aangegeven, mag genoemde toeslag worden gecompenseerd met dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. Het CAO-loon inclusief deze ervaringstoeslag zal het loon van een 22-jarige in dezelfde loonschaal niet te boven gaan. 5. Werknemers die zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners en een cursus bedrijfshulpverlening hebben gevolgd, ontvangen met ingang van 1 januari 2016 een brutotoeslag van € 3,90 per week. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 3,93 3,75 per week. Zie voor het wettelijk vereiste aantal bedrijfshulpverleners artikel 30 lid 1212 en bijlage X. 6. De overgang naar een hogere leeftijdsklasse vindt plaats met ingang van de loonweek, direct volgende op de verjaardag van de werknemer. 7. Op het inkomen van de werknemer, die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt werknemer van 65 jaar en ouder kan de werkgever een aftrek toepassen van ten hoogste de niet door de werknemer verschuldigde premies voor de sociale verzekeringen. 8. Werknemers, voorzover ingedeeld in één van de functiegroepen tot en met D, die naast hun normale werkzaamheden de functie van praktijkopleider vervullen, ontvangen een brutotoeslag van €9,05 € 8,83 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk als zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 januari 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,19 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,26 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Onder praktijkopleider wordt verstaan de werknemer of ondernemer die de opleiding praktijkopleider van de Stichting Hout & Meubel heeft gevolgd en wiens taak mede bestaat uit het daadwerkelijk overdragen van vakkennis aan en het begeleiden van werknemers in een onderneming. De praktijkopleider heeft primair tot taak de begeleiding van werknemers waarmee een beroepspraktijkvormingsovereenkomst (POK) in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs is aangegaan (zie ook artikel 32 lid 1113). 9. Indien een werkgever uitzendkrachten inleentinleent en deze werkzaamheden laat verrichten op functieniveau C en hoger, zoals vermeld in bijlage I van deze CAO, dient deze inlenende werkgever zich ervan te verzekeren dat de uitzendwerkgever de uitzendkracht de rechtens geldende beloning van de werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlenende onderneming, toekent. De inlenersbeloning is samengesteld uit de volgende elementen, overeenkomstig de bepalingen zoals die gelden in de inlenende onderneming: 1. het naar tijdsruimte vastgesteld loon; 2. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting. Deze kan – zulks ter keuze van de uitzendonderneming – gecompenseerd worden in tijd en of geld; 3. toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag) en ploegentoeslag; 4. initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald; 5. kostenvergoeding voorzover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk vanwege uitoefening van de functie; 6. periodieken, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald. Toelichting Oproepkrachten hebben een minimumaanspraak op drie uur loon per oproep. Zie voor de voorwaarden artikel 7:628a BWBW in bijlage VII.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Lonen. Uitsluitend voor de duur van de onderhavige CAO zijn in aanvulling op het bepaalde in artikel 13 lid 2 onderstaande verhogingen ook van toepassing op de overbeloning, voor zover daarvan al geen sprake was uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak. 1. Met inachtneming van artikel 18 van de CAO gelden de brutolonen als weergegeven in bijlage II, welke bijlage onderdeel uitmaakt van deze caoCAO. - Met ingang In de periode tot 1 oktober 2013 gelden de lonen, vermeld in tabel A van bijlage II. - Per 1 november 2015 oktober 2013 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met € 5,75 bruto per week1%. De lonen die gelden vanaf 1 oktober 2013 zijn vermeld in tabel B van bijlage II. - Met ingang van Per 1 januari 2016 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1,55%. - Met ingang van 1 juli 2016 mei 2014 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 0,75%. De lonen die gelden vanaf 1 mei 2014 zijn vermeld in tabel C van bijlage II. 2. De loonsverhogingen zijn van toepassing op de lonen van de loonschalen, tenzij uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak over de overbeloning eveneens de loonsverhoging wordt toegekend. In dat geval wordt de loonsverhoging toegepast over alle componenten van het vaste loon. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de loonschalen is aangegeven, mogen de loonsverhogingen niet in mindering worden gebracht op dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. 3. De loonsverhoging wordt tevens toegepast op loonschaal B1 voor werknemers die de Basisberoepsopleiding of Vakopleiding via de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) volgen, tenzij de lonen van de loonschaal hierdoor de grens van 130% van het wettelijk minimumloon (voor volwassenen) overschrijden. Voor werknemers die de Vakopleiding via de BBL volgen geldt dit voor nieuwe arbeidsovereenkomsten afgesloten vanaf 1 januari 2016. 4. Een werknemer tot en met 21 jaar ontvangt 5% ervaringstoeslag per jaar op het CAO- loon nadat hij gedurende 2 jaar arbeid heeft verricht en gedurende die tijd is beloond volgens dezelfde loonschaal bij het desbetreffende bedrijf. Op het moment dat de werknemer wordt beloond volgens een hogere loonschaal vervalt, voor zover hij daar recht op heeft, de ervaringstoeslag en gaat de tweejaarstermijn opnieuw lopen. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de schaallonen is aangegeven, mag genoemde toeslag worden gecompenseerd met dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. Het CAO-loon inclusief deze ervaringstoeslag zal het loon van een 22-jarige in dezelfde loonschaal niet te boven gaan. 5. Werknemers die zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners en een cursus bedrijfshulpverlening hebben gevolgd, ontvangen met ingang van 1 januari 2016 een brutotoeslag van € 3,90 3,75 per week. Met ingang van 1 juli 2016 oktober 2013 bedraagt de brutotoeslag € 3,93 3,84 per week. Zie voor het wettelijk vereiste aantal bedrijfshulpverleners artikel 30 lid 1212 en bijlage X. 6. De overgang naar een hogere leeftijdsklasse vindt plaats met ingang van de loonweek, direct volgende op de verjaardag van de werknemer. 7. Op het inkomen van de werknemer, die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt werknemer van 65 jaar en ouder kan de werkgever een aftrek toepassen van ten hoogste de niet door de werknemer verschuldigde premies voor de sociale verzekeringen. 8. Werknemers, voorzover ingedeeld in één van de functiegroepen tot en met D, die naast hun normale werkzaamheden de functie van praktijkopleider vervullen, ontvangen een brutotoeslag van €9,05 € 8,83 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk als zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 januari 2016 oktober 2013 bedraagt de brutotoeslag € 9,19 9,05 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,26 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Onder praktijkopleider wordt verstaan de werknemer of ondernemer die de opleiding praktijkopleider van de Stichting Hout & Meubel heeft gevolgd en wiens taak mede bestaat uit het daadwerkelijk overdragen van vakkennis aan en het begeleiden van werknemers in een onderneming. De praktijkopleider heeft primair tot taak de begeleiding van werknemers waarmee een beroepspraktijkvormingsovereenkomst (POK) in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs is aangegaan (zie ook artikel 32 lid 1113). 9. Indien een werkgever uitzendkrachten inleentinleent en deze werkzaamheden laat verrichten op functieniveau C en hoger, zoals vermeld in bijlage I van deze CAO, dient deze inlenende werkgever zich ervan te verzekeren dat de uitzendwerkgever de uitzendkracht de rechtens geldende beloning van de werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlenende onderneming, toekent. De inlenersbeloning is samengesteld uit de volgende elementen, overeenkomstig de bepalingen zoals die gelden in de inlenende onderneming: 1. het naar tijdsruimte vastgesteld loon; 2. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting. Deze kan – zulks ter keuze van de uitzendonderneming – gecompenseerd worden in tijd en of geld; 3. toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag) en ploegentoeslag; 4. initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald; 5. kostenvergoeding voorzover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk vanwege uitoefening van de functie; 6. periodieken, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald. Toelichting Oproepkrachten hebben een minimumaanspraak op drie uur loon per oproep. Zie voor de voorwaarden artikel 7:628a BWBW in bijlage VII.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Lonen. Uitsluitend voor 1. De werknemer ontvangt als basisloon het uurloon behorend bij de duur loongroep en het ervaringsjaar van de onderhavige CAO functie waarin hij overeenkomstig artikel 10 is aangesteld. Deze basislonen zijn in aanvulling op het bepaalde in artikel 13 lid 2 onderstaande verhogingen ook van toepassing op de overbeloning, voor zover daarvan al geen sprake was uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak. 1. Met inachtneming van artikel 18 van de CAO gelden de brutolonen als weergegeven uitgewerkt in bijlage II, welke bijlage onderdeel uitmaakt van deze cao. - Met ingang van 1 november 2015 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met € 5,75 bruto per week. - Met ingang van 1 januari 2016 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1,55%. - Met ingang van 1 juli 2016 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 0,75%III (loontabel). 2. De loonsverhogingen zijn van toepassing op de lonen Het uurloon van de loonschalenwerknemer die wordt aangesteld in de groepen 2 tot en met 7 en met wie voor de eerste maal een arbeidsovereenkomst wordt aangegaan, tenzij uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak over de overbeloning eveneens de loonsverhoging wordt toegekend. In dat geval wordt de loonsverhoging toegepast over alle componenten bedraagt gedurende het eerste jaar 85% van het vaste loon. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan loon genoemd in de loonschalen is aangegevenloontabel, mogen alsmede voor de loonsverhogingen niet in mindering worden gebracht op dat deel uitzendkracht gedurende de eerste twaalf maanden van de beloning uitzendovereenkomst.1 De werkgever dient zich ervan te vergewissen dat uitgaat boven het loon van de loonschaaluitzendonderneming zich aan deze bepaling houdt. 3. De loonsverhoging wordt tevens toegepast op loonschaal B1 voor werknemers die lonen worden gedurende de Basisberoepsopleiding of Vakopleiding via cao periode als volgt aangepast: a. per 1 maart 2021: een structurele verhoging van 1,25%. Het bepaalde in lid 4 van dit artikel geldt gedurende de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) volgen, tenzij de lonen looptijd van de loonschaal hierdoor de grens van 130% van het wettelijk minimumloon (voor volwassenen) overschrijden. Voor werknemers die de Vakopleiding via de BBL volgen geldt dit voor nieuwe arbeidsovereenkomsten afgesloten vanaf 1 januari 2016deze cao niet. 4. Een werknemer Per 1 maart volgend op de cao-periode worden de lonen verhoogd met eenzelfde percentage als de procentuele stijging van de consumentenprijsindex (CPI) alle huishoudens afgeleid zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek; als percentage geldt de procentuele stijging van de CPI van de maand december van 2 opeenvolgende jaren. Indien zich bijzondere omstandigheden voordoen (bijvoorbeeld stagflatie) zullen cao-partijen de toepassing van dit lid en de gevolgen daarvan met elkaar bespreken alvorens tot toepassing over te gaan. 1 Onverminderd het bepaalde in de Wet minimumloon en met 21 jaar ontvangt minimum vakantiebijslag 5% ervaringstoeslag per jaar op het CAO- loon nadat hij gedurende 2 jaar arbeid heeft verricht en gedurende . Werkonafhankelijke toeslagen die tijd is beloond volgens dezelfde loonschaal bij het desbetreffende bedrijf. Op het moment dat de werknemer wordt beloond volgens een hogere loonschaal vervaltstructureel ontvangt, worden – voor zover hij daar recht op heeft, de ervaringstoeslag en gaat betrokken werknemer – als vast bestanddeel opgenomen in de tweejaarstermijn opnieuw lopenlonen. 6. Indien een werknemer bedrijf reeds een hogere beloning ontvangt dan vervangend integraal functiebeoordeling- en beloningssysteem, op basis van met partijen aan werknemerszijde danwel met haar OR, was overeengekomen, die ook facetten geregeld in leden 3 en 4 insluit, zal in de schaallonen is aangegeven, mag genoemde toeslag hier bedoelde gevallen de totale loonbepaling van artikel 11 en de daarbij behorende bijlagen worden gecompenseerd met dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. Het CAO-loon inclusief deze ervaringstoeslag zal het loon van een 22-jarige in dezelfde loonschaal niet te boven gaan. 5. Werknemers die zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners en een cursus bedrijfshulpverlening hebben gevolgd, ontvangen met ingang van 1 januari 2016 een brutotoeslag van € 3,90 per week. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 3,93 per week. Zie voor het wettelijk vereiste aantal bedrijfshulpverleners artikel 30 lid 12 6. De overgang naar een hogere leeftijdsklasse vindt plaats met ingang van de loonweek, direct volgende op de verjaardag van de werknemeruitgezonderd. 7. Op Indien de werknemer naar het inkomen oordeel van de werknemerwerkgever werkzaamheden in een hoger ingeschaalde functie dient te verrichten, wordt hem het uurloon behorend bij die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt kan de werkgever een aftrek toepassen van ten hoogste de niet door de werknemer verschuldigde premies voor de sociale verzekeringenfunctie uitbetaald. 8. Werknemers, voorzover ingedeeld in één Indien de werknemer naar het oordeel van de functiegroepen tot en met Dwerkgever werkzaamheden in een lager ingeschaalde functie dient te verrichten, die naast hun normale werkzaamheden zonder dat de kwaliteit van zijn werk of zijn gedrag daartoe aanleiding heeft gegeven, behoudt hij het uurloon bij de functie van praktijkopleider vervullen, ontvangen een brutotoeslag van €9,05 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk als zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 januari 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,19 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,26 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Onder praktijkopleider wordt verstaan de werknemer of ondernemer die de opleiding praktijkopleider heeft gevolgd en wiens taak mede bestaat uit het daadwerkelijk overdragen van vakkennis aan en het begeleiden van werknemers in een onderneming. De praktijkopleider heeft primair tot taak de begeleiding van werknemers waarmee een beroepspraktijkvormingsovereenkomst (POK) in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs waarin hij is aangegaan (zie ook artikel 32 lid 11)aangesteld. 9. Indien een werkgever uitzendkrachten inleent, dient deze inlenende werkgever zich ervan te verzekeren dat de uitzendwerkgever de uitzendkracht de rechtens geldende beloning De administratie van de werknemerwerkgever dient zodanig te zijn ingericht, werkzaam in dat steeds op eenvoudige wijze is na te gaan welke berekening aan de uitbetaalde lonen ten grondslag ligt. Bij elke loonbetaling verstrekt de werkgever aan de werknemer een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlenende onderneming, toekent. De inlenersbeloning is samengesteld uit de volgende elementen, overeenkomstig de bepalingen zoals die gelden in de inlenende onderneming: 1. het naar tijdsruimte vastgesteld loon; 2. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting. Deze kan – zulks ter keuze van de uitzendonderneming – gecompenseerd worden in tijd en of geld; 3. toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag) en ploegentoeslag; 4. initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald; 5. kostenvergoeding voorzover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk vanwege uitoefening van de functie; 6. periodieken, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald. Toelichting Oproepkrachten hebben een minimumaanspraak op drie uur loon per oproep. Zie voor de voorwaarden artikel 7:628a BWspecificatie.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Lonen. Uitsluitend voor de duur van de onderhavige CAO zijn in aanvulling op het bepaalde in artikel 13 lid 2 onderstaande verhogingen ook van toepassing op de overbeloning, voor zover daarvan al geen sprake was uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak. 1. Met inachtneming van artikel 18 van de CAO gelden de brutolonen als weergegeven in bijlage II, welke bijlage onderdeel uitmaakt van deze cao. - Met ingang van 1 november 2015 maart 2017 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met € 5,75 6,90 bruto per week. - Met ingang van 1 januari 2016 augustus 2017 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1,55%. - Met ingang van 1 juli 2016 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 0,750,5%. 2. De loonsverhogingen zijn van toepassing op de lonen van de loonschalen, tenzij uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak over de overbeloning eveneens de loonsverhoging wordt toegekendtoege- kend. In dat geval wordt de loonsverhoging toegepast over alle componenten van het vaste loon. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de loonschalen is aangegeven, mogen de loonsverhogingen niet in mindering worden gebracht op dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. 3. De loonsverhoging wordt tevens toegepast op loonschaal B1 voor werknemers die de Basisberoepsopleiding Basisbe- roepsopleiding of Vakopleiding via de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) volgen, tenzij de lonen van de loonschaal hierdoor de grens van 130% van het wettelijk minimumloon (voor volwassenen) overschrijden. Voor werknemers die de Vakopleiding via de BBL volgen geldt dit voor nieuwe arbeidsovereenkomsten afgesloten vanaf 1 januari 2016. 4. Een werknemer tot en met 21 jaar ontvangt 5% ervaringstoeslag per jaar op het CAO- CAO-loon nadat hij gedurende 2 jaar arbeid heeft verricht en gedurende die tijd is beloond volgens dezelfde loonschaal loon- schaal bij het desbetreffende bedrijf. Op het moment dat de werknemer wordt beloond volgens een hogere loonschaal vervalt, voor zover hij daar recht op heeft, de ervaringstoeslag en gaat de tweejaarstermijn opnieuw lopen. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de schaallonen is aangegeven, mag genoemde toeslag worden gecompenseerd met dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. Het CAO-loon inclusief deze ervaringstoeslag ervaringstoe- slag zal het loon van een 22-jarige in dezelfde loonschaal niet te boven gaan. 5. Werknemers die zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners en een cursus bedrijfshulpverlening hebben gevolgd, ontvangen met ingang van 1 januari juli 2016 een brutotoeslag van € 3,90 per week. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 3,93 per week. Zie voor het wettelijk vereiste aantal bedrijfshulpverleners artikel 30 lid 12. 6. De overgang naar een hogere leeftijdsklasse vindt plaats met ingang van de loonweek, direct volgende op de verjaardag van de werknemer. 7. Op het inkomen van de werknemer, die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt kan de werkgever werkge- ver een aftrek toepassen van ten hoogste de niet door de werknemer verschuldigde premies voor de sociale verzekeringen. 8. Werknemers, voorzover ingedeeld in één van de functiegroepen tot en met D, die naast hun normale werkzaamheden de functie van praktijkopleider vervullen, ontvangen een brutotoeslag van €9,05 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk als zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 januari 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,19 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,26 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Onder praktijkopleider wordt verstaan de werknemer of ondernemer die de opleiding praktijkopleider heeft gevolgd en wiens taak mede bestaat uit het daadwerkelijk overdragen van vakkennis aan en het begeleiden van werknemers in een onderneming. De praktijkopleider heeft primair tot taak de begeleiding van werknemers waarmee een beroepspraktijkvormingsovereenkomst (POK) in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs is aangegaan (zie ook artikel 32 lid 11). 9. Indien een werkgever uitzendkrachten inleent, dient deze inlenende werkgever zich ervan te verzekeren dat de uitzendwerkgever de uitzendkracht de rechtens geldende beloning van de werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlenende ondernemingonderne- ming, toekent. De inlenersbeloning is samengesteld uit de volgende elementen, overeenkomstig de bepalingen zoals die gelden in de inlenende onderneming: 1. het naar tijdsruimte vastgesteld loon;; ‌‌‌‌ 2. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting. Deze kan – zulks ter keuze van de uitzendonderneming uitzendon- derneming – gecompenseerd worden in tijd en of geld; 3. toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag) en ploegentoeslag; 4. initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald; 5. kostenvergoeding voorzover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk vanwege uitoefening van de functie; 6. periodieken, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald. Toelichting Oproepkrachten hebben een minimumaanspraak op drie uur loon per oproep. Zie voor de voorwaarden artikel 7:628a BW.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Lonen. Uitsluitend voor de duur van de onderhavige CAO zijn in aanvulling op het bepaalde in artikel 13 lid 2 onderstaande verhogingen ook van toepassing op de overbeloning, voor zover daarvan al geen sprake was uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak. 1. Met inachtneming van artikel 18 van de CAO gelden de brutolonen als weergegeven in bijlage II, welke bijlage onderdeel uitmaakt van deze cao. - Met ingang van 1 november 2015 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met € 5,75 bruto per week. - Met ingang van 1 januari 2016 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1,55%. - Met ingang van 1 juli 2016 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 0,75%. 2. De loonsverhogingen zijn van toepassing op de lonen van de loonschalen, tenzij uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak over de overbeloning eveneens de loonsverhoging wordt toegekend. In dat geval wordt de loonsverhoging toegepast over alle componenten van het vaste loon. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de loonschalen is aangegeven, mogen de loonsverhogingen niet in mindering worden gebracht op dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. 3. De loonsverhoging wordt tevens toegepast op loonschaal B1 voor werknemers die de Basisberoepsopleiding of Vakopleiding via de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) volgen, tenzij de lonen van de loonschaal hierdoor de grens van 130% van het wettelijk minimumloon (voor volwassenen) overschrijden. Voor werknemers die de Vakopleiding via de BBL volgen geldt dit voor nieuwe arbeidsovereenkomsten afgesloten vanaf 1 januari 2016. 4. Een werknemer tot en met 21 jaar ontvangt 5% ervaringstoeslag per jaar op het CAO- CAO-loon nadat hij gedurende 2 jaar arbeid heeft verricht en gedurende die tijd is beloond volgens dezelfde loonschaal bij het desbetreffende bedrijf. Op het moment dat de werknemer wordt beloond volgens een hogere loonschaal vervalt, voor zover hij daar recht op heeft, de ervaringstoeslag en gaat de tweejaarstermijn opnieuw lopen. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de schaallonen is aangegeven, mag genoemde toeslag worden gecompenseerd met dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. Het CAO-loon inclusief deze ervaringstoeslag zal het loon van een 22-jarige in dezelfde loonschaal niet te boven gaan. 5. Werknemers die zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners en een cursus bedrijfshulpverlening hebben gevolgd, ontvangen met ingang van 1 januari 2016 een brutotoeslag van € 3,90 per week. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 3,93 per week. Zie voor het wettelijk vereiste aantal bedrijfshulpverleners artikel 30 lid 12 6. De overgang naar een hogere leeftijdsklasse vindt plaats met ingang van de loonweek, direct volgende op de verjaardag van de werknemer. 7. Op het inkomen van de werknemer, die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt kan de werkgever een aftrek toepassen van ten hoogste de niet door de werknemer verschuldigde premies voor de sociale verzekeringen. 8. Werknemers, voorzover ingedeeld in één van de functiegroepen tot en met D, die naast hun normale werkzaamheden de functie van praktijkopleider vervullen, ontvangen een brutotoeslag van €9,05 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk als zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 januari 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,19 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,26 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Onder praktijkopleider wordt verstaan de werknemer of ondernemer die de opleiding praktijkopleider heeft gevolgd en wiens taak mede bestaat uit het daadwerkelijk overdragen van vakkennis aan en het begeleiden van werknemers in een onderneming. De praktijkopleider heeft primair tot taak de begeleiding van werknemers waarmee een beroepspraktijkvormingsovereenkomst (POK) in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs is aangegaan (zie ook artikel 32 lid 11). 9. Indien een werkgever uitzendkrachten inleent, dient deze inlenende werkgever zich ervan te verzekeren dat de uitzendwerkgever de uitzendkracht de rechtens geldende beloning van de werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlenende onderneming, toekent. De inlenersbeloning is samengesteld uit de volgende elementen, overeenkomstig de bepalingen zoals die gelden in de inlenende onderneming: 1. het naar tijdsruimte vastgesteld loon; 2. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting. Deze kan – zulks ter keuze van de uitzendonderneming – gecompenseerd worden in tijd en of geld; 3. toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag) en ploegentoeslag; 4. initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald; 5. kostenvergoeding voorzover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk vanwege uitoefening van de functie; 6. periodieken, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald. Toelichting Oproepkrachten hebben een minimumaanspraak op drie uur loon per oproep. Zie voor de voorwaarden artikel 7:628a BW.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Lonen. Uitsluitend voor de duur van de onderhavige CAO zijn in aanvulling op het bepaalde in artikel 13 lid 2 onderstaande verhogingen ook van toepassing op de overbeloning, voor zover daarvan al geen sprake was uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak. 1. Met inachtneming van artikel 18 van de CAO gelden de brutolonen als weergegeven in bijlage II, welke bijlage onderdeel uitmaakt van deze caoCAO. - Met ingang In de periode tot 1 oktober 2008 gelden de lonen, vermeld in tabel A van bijlage II. - Per 1 november 2015 oktober 2008 worden de lonen en van de loonschalen A tot en met E verhoogd met € 5,75 bruto per week1,15%. De lonen die gelden vanaf 1 oktober 2008 zijn vermeld in tabel B van bij- lage II. - Met ingang van Per 1 januari 2016 2009 worden de lonen en van de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1,551%. De lonen die gelden vanaf 1 januari 2009 zijn vermeld in tabel C van bijlage II. - Met ingang van Per 1 juli 2016 juni 2009 worden de lonen en van de loonschalen A tot en met E verhoogd met 0,751,35%. De lonen die gelden vanaf 1 juni 2009 zijn vermeld in tabel D van bijlage II. - Per 1 oktober 2009 worden de lonen van de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1,15%. De lonen die gelden vanaf 1 oktober 2009 zijn vermeld in tabel E van bij- lage II. - Per 1 januari 2010 worden de lonen van de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1%. De lonen die gelden vanaf 1 januari 2010 zijn vermeld in tabel F van bijlage II. - Per 1 juni 2010 worden de lonen van de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1,35%. De lonen die gelden vanaf 1 juni 2010 zijn vermeld in tabel G van bijlage II. 2. De loonsverhogingen zijn van toepassing op de lonen van de loonschalen, tenzij uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak over de overbeloning eveneens de loonsverhoging loonsver- hoging wordt toegekend. In dat geval wordt de loonsverhoging toegepast over alle componenten com- ponenten van het vaste loon. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de loonschalen is aangegevenaange- geven, mogen de loonsverhogingen niet in mindering worden gebracht op dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. 3. De loonsverhoging wordt tevens toegepast op loonschaal B1 voor werknemers die de Basisberoepsopleiding of Vakopleiding via de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) volgen, tenzij de lonen van de loonschaal hierdoor de grens van 130% van het wettelijk minimumloon (voor volwassenen) overschrijden. Voor werknemers die de Vakopleiding via de BBL volgen geldt dit voor nieuwe arbeidsovereenkomsten afgesloten vanaf 1 januari 2016. 4. Een werknemer tot en met 21 jaar ontvangt 5% ervaringstoeslag per jaar op het CAO- loon nadat hij gedurende 2 jaar arbeid heeft verricht en gedurende die tijd is beloond volgens dezelfde loonschaal bij het desbetreffende bedrijf. Op het moment dat de werknemer wordt beloond volgens een hogere loonschaal vervalt, voor zover hij daar recht op heeft, de ervaringstoeslag en gaat de tweejaarstermijn opnieuw lopen. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de schaallonen is aangegeven, mag genoemde toeslag worden gecompenseerd met dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. Het CAO-loon inclusief deze ervaringstoeslag zal het loon van een 22-jarige in dezelfde loonschaal niet te boven gaan. 5. Werknemers die zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners en een cursus bedrijfshulpverlening bedrijfshulp- verlening hebben gevolgd, ontvangen met ingang van 1 januari 2016 een brutotoeslag van € 3,90 per week. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 3,93 3,66 per week. Zie voor het wettelijk vereiste aantal bedrijfshulpverleners artikel 30 lid 1212 en bijlage X. 6. De overgang naar een hogere leeftijdsklasse vindt plaats met ingang van de loonweek, direct volgende op de verjaardag van de werknemer. 7. Op het inkomen van de werknemer, die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt werknemer van 65 jaar en ouder kan de werkgever een aftrek toepassen van ten hoogste de niet door de werknemer verschuldigde premies voor de sociale verzekeringen. 8. Werknemers, voorzover ingedeeld in één van de functiegroepen tot en met D, die naast hun normale werkzaamheden de functie van praktijkopleider vervullen, ontvangen een brutotoeslag van €9,05 € 8,62 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk als zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 januari 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,19 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,26 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig zoda- nig werkzaam zijn. Onder praktijkopleider wordt verstaan de werknemer of ondernemer onderne- mer die de opleiding praktijkopleider van de Stichting Hout & Meubel heeft gevolgd en wiens taak mede bestaat uit het daadwerkelijk overdragen van vakkennis aan en het begeleiden van werknemers in een onderneming. De praktijkopleider heeft primair tot taak de begeleiding van werknemers waarmee een beroepspraktijkvormingsovereenkomst beroepspraktijkvormingsovereen- komst (POK) in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs is aangegaan (zie ook artikel 32 lid 1113). 9. Indien een werkgever uitzendkrachten inleentinleent en deze werkzaamheden laat verrichten op functieniveau C en hoger, zoals vermeld in bijlage I van deze CAO, dient deze inlenende inle- nende werkgever zich ervan te verzekeren dat de uitzendwerkgever de uitzendkracht de rechtens geldende beloning van de werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige gelijk- waardige functie in dienst van de inlenende onderneming, toekent. De inlenersbeloning is samengesteld uit de volgende elementen, overeenkomstig de bepalingen zoals die gelden in de inlenende onderneming: 1. het naar tijdsruimte tijdruimte vastgesteld loon; 2. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting. Deze kan – zulks ter keuze van de uitzendonderneming – gecompenseerd worden in tijd en of geld; 3. toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslagfeestda- gentoeslag) en ploegentoeslag; 4. initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald; 5. kostenvergoeding voorzover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk vanwege uitoefening van de functie; 6. periodieken, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald. Toelichting Oproepkrachten hebben een minimumaanspraak op drie uur loon per oproep. Zie voor de voorwaarden artikel 7:628a BWBW in bijlage VII.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Lonen. Uitsluitend voor de duur van de onderhavige CAO zijn in aanvulling op het bepaalde in artikel 13 lid 2 onderstaande verhogingen ook van toepassing op de overbeloning, voor zover daarvan al geen sprake was uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak. 1. a. Met inachtneming van artikel 18 van de CAO gelden de brutolonen bruto- lonen als weergegeven in bijlage II, welke bijlage onderdeel uitmaakt uit- maakt van deze caoCAO. - Met ingang van – Per 1 november 2015 juli 2001 worden de lonen en van de loonschalen A tot en met E verhoogd met € 5,75 bruto 2,00%. De lonen die gelden na deze ver- hoging zijn vermeld in tabel B van bijlage II. – Per 1 juli 2001 zullen voorts de lonen van de loonschalen A tot en met E worden verhoogd met 1%. Voor de werknemer die een beloning ontvangt die uitgaat boven het voor hem gel- dende loon ingevolge een der salarisschalen A tot en met E geldt dat voornoemde 1% wordt omgerekend in een bedrag in guldens of euro’s. Dit bedrag wordt vervolgens in minde- ring gebracht op dat gedeelte van de beloning dat uitgaat boven het CAO-loon. De lonen die gelden per week1 juli 2001 zijn vermeld in tabel C van Bijlage II. - Met ingang van – Per 1 januari 2016 2002 worden de lonen en van de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1,552,00%. - Met ingang De lonen die gelden vanaf 1 januari 2002 zijn vermeld in tabel D van 1 juli 2016 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 0,75%bijlage II. 2. De loonsverhogingen zijn van toepassing op de lonen van de loonschalenloon- schalen, tenzij uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak over de overbeloning eveneens de loonsverhoging wordt toegekend. In dat geval wordt de loonsverhoging toegepast over alle componenten van het vaste loon. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de loonschalen loon- schalen is aangegeven, mogen de loonsverhogingen niet in mindering minde- ring worden gebracht op dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. 3. De loonsverhoging wordt tevens toegepast op loonschaal B1 voor werknemers die de Basisberoepsopleiding of Vakopleiding via de Beroepsbegeleidende Beroeps- begeleidende Leerweg (BBL) volgen, tenzij de lonen van de loonschaal loon- schaal hierdoor de grens van 130% van het wettelijk minimumloon (voor volwassenen) overschrijden. Voor werknemers die de Vakopleiding via de BBL volgen geldt dit voor nieuwe arbeidsovereenkomsten afgesloten vanaf 1 januari 2016volwassenen)overschrijden. 4. Een werknemer tot en met 21 jaar ontvangt 5% ervaringstoeslag per jaar op het CAO- CAO-loon nadat hij gedurende 2 jaar arbeid heeft verricht ver- richt en gedurende die tijd is beloond volgens dezelfde loonschaal bij het desbetreffende bedrijf. Op het moment dat de werknemer wordt beloond volgens een hogere loonschaal vervalt, voor zover hij daar recht op heeft, de ervaringstoeslag en gaat de tweejaarstermijn opnieuw op- nieuw lopen. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de schaallonen is aangegeven, mag genoemde toeslag worden gecompenseerd met dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. Het CAO-loon inclusief deze ervaringstoeslag ervarings- toeslag zal het loon van een 22-jarige in dezelfde loonschaal niet te boven gaan. 5. Werknemers die zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners en die in het bezit zijn van een cursus bedrijfshulpverlening hebben gevolgdgeldig EHBO-diploma, ontvangen met ingang een bruto- toeslag van 1 januari 2016 een brutotoeslag van € 3,90 f 7,25/€ 3,29 per week. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 3,93 per week. Zie voor het wettelijk vereiste aantal bedrijfshulpverleners artikel 30 lid 12. 6. De overgang naar een hogere leeftijdsklasse vindt plaats met ingang van de loonweekxxx xx xxxxxxxx, direct volgende op de verjaardag van de werknemerwerkne- mer. 7. Op het inkomen van de werknemer, die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt werknemer van 65 jaar en ouder kan de werkgever een aftrek toepassen van ten hoogste de niet door de werknemer verschuldigde premies voor de sociale verzekeringen. 8. Werknemers, voorzover ingedeeld in één van de functiegroepen tot en met D, die naast hun normale werkzaamheden de functie van praktijkopleider leer- meester (voorheen bedrijfsleermeester) vervullen, ontvangen een brutotoeslag van €9,05 f 17,08/€ 7,75 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk als zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 januari 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,19 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,26 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Onder praktijkopleider leermeester (bedrijfsleermeester) wordt verstaan de werknemer werkne- mer of ondernemer die de opleiding praktijkopleider leermeester van de Stichting Hout & Meubel heeft gevolgd en wiens taak mede bestaat uit het daadwerkelijk overdragen van vakkennis aan en het begeleiden van werknemers in een onderneming. De praktijkopleider leermeester heeft primair tot taak de begeleiding van werknemers waarmee een beroepspraktijkvormingsovereenkomst beroepspraktijk- vormingsovereenkomst (POK) in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs is aangegaan (zie ook artikel 32 lid 1113). 9. Indien een werkgever uitzendkrachten inleent, dient deze inlenende werkgever zich ervan te verzekeren dat de uitzendwerkgever de uitzendkracht de rechtens geldende beloning van de werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlenende onderneming, toekent. De inlenersbeloning is samengesteld uit de volgende elementen, overeenkomstig de bepalingen zoals die gelden in de inlenende onderneming: 1. het naar tijdsruimte vastgesteld loon; 2. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting. Deze kan – zulks ter keuze van de uitzendonderneming – gecompenseerd worden in tijd en of geld; 3. toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag) en ploegentoeslag; 4. initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald; 5. kostenvergoeding voorzover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk vanwege uitoefening van de functie; 6. periodieken, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald. Toelichting Oproepkrachten hebben een minimumaanspraak op drie uur loon per oproep. Zie voor de voorwaarden artikel 7:628a BW.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Lonen. Uitsluitend voor de duur van de onderhavige CAO zijn in aanvulling op het bepaalde in artikel 13 lid 2 onderstaande verhogingen ook van toepassing op de overbeloning, voor zover daarvan al geen sprake was uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak. 1. Met inachtneming van artikel 18 van de CAO gelden de brutolonen als weergegeven in bijlage II, welke bijlage onderdeel uitmaakt van deze caoCAO. - Met ingang – In de periode tot 1 oktober 2008 gelden de lonen, vermeld in tabel A van bijlage II. – Per 1 november 2015 oktober 2008 worden de lonen en van de loonschalen A tot en met E verhoogd met € 5,75 bruto per week1,15%. - Met ingang De lonen die gelden vanaf 1 oktober 2008 zijn vermeld in tabel B van bijlage II – Per 1 januari 2016 2009 worden de lonen en van de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1,551%. - Met ingang De lonen die gelden vanaf 1 januari 2009 zijn vermeld in tabel C van bijlage II. – Per 1 juli 2016 juni 2009 worden de lonen en van de loonschalen A tot en met E verhoogd met 0,751,35%. De lonen die gelden vanaf 1 juni 2009 zijn vermeld in tabel D van bijlage II. – Per 1 oktober 2009 worden de lonen van de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1,15%. De lonen die gelden vanaf 1 oktober 2009 zijn vermeld in tabel E van bijlage II. – Per 1 januari 2010 worden de lonen van de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1%. De lonen die gelden vanaf 1 januari 2010 zijn vermeld in tabel F van bijlage II. – Per 1 juni 2010 worden de lonen van de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1,35%. De lonen die gelden vanaf 1 juni 2010 zijn vermeld in tabel G van bijlage II. 2. De loonsverhogingen zijn van toepassing op de lonen van de loonschalen, tenzij uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak over de overbeloning eveneens de loonsverhoging wordt toegekendtoege- kend. In dat geval wordt de loonsverhoging toegepast over alle componenten van het vaste loon. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de loonschalen is aangegeven, mogen de loonsverhogingen niet in mindering worden gebracht op dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. 3. De loonsverhoging wordt tevens toegepast op loonschaal B1 voor werknemers die de Basisberoepsopleiding of Vakopleiding Basis- beroepsopleiding via de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) volgen, tenzij de lonen van de loonschaal hierdoor de grens van 130% van het wettelijk minimumloon (voor volwassenen) overschrijden. Voor werknemers die de Vakopleiding via de BBL volgen geldt dit voor nieuwe arbeidsovereenkomsten afgesloten vanaf 1 januari 2016. 4. Een werknemer tot en met 21 jaar ontvangt 5% ervaringstoeslag per jaar op het CAO- CAO-loon nadat hij gedurende 2 jaar arbeid heeft verricht en gedurende die tijd is beloond volgens dezelfde loonschaal loon- schaal bij het desbetreffende bedrijf. Op het moment dat de werknemer wordt beloond volgens een hogere loonschaal vervalt, voor zover hij daar recht op heeft, de ervaringstoeslag en gaat de tweejaarstermijn opnieuw lopen. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de schaallonen is aangegeven, mag genoemde toeslag worden gecompenseerd met dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. Het CAO-loon inclusief deze ervaringstoeslag ervarings- toeslag zal het loon van een 22-jarige in dezelfde loonschaal niet te boven gaan. 5. Werknemers die zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners en een cursus bedrijfshulpverlening hebben gevolgd, ontvangen met ingang van 1 januari 2016 een brutotoeslag van € 3,90 per week. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 3,93 3,66 per week. Zie voor het wettelijk vereiste aantal bedrijfshulpverleners artikel 30 lid 1212 en bijlage X. 6. De overgang naar een hogere leeftijdsklasse vindt plaats met ingang van de loonweek, direct volgende op de verjaardag van de werknemer. 7. Op het inkomen van de werknemer, die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt werknemer van 65 jaar en ouder kan de werkgever een aftrek toepassen van ten hoogste de niet door de werknemer verschuldigde premies voor de sociale verzekeringen. 8. Werknemers, voorzover ingedeeld in één van de functiegroepen tot en met D, die naast hun normale werkzaamheden de functie van praktijkopleider vervullen, ontvangen een brutotoeslag van €9,05 € 8,62 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk als zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 januari 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,19 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,26 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Onder praktijkopleider wordt verstaan de werknemer of ondernemer die de opleiding praktijkopleider van de Stichting Hout & Meubel heeft gevolgd en wiens taak mede bestaat uit het daadwerkelijk overdragen van vakkennis aan en het begeleiden van werknemers in een onderneming. De praktijkopleider heeft primair tot taak de begeleiding van werknemers waarmee een beroepspraktijkvormingsovereenkomst beroepsprak- tijkvormingsovereenkomst (POK) in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs is aangegaan (zie ook artikel 32 lid 1113). 9. Indien een werkgever uitzendkrachten inleentinleent en deze werkzaamheden laat verrichten op functie- niveau C en hoger, zoals vermeld in Bijlage I van deze CAO, dient deze inlenende werkgever zich ervan te verzekeren dat de uitzendwerkgever de uitzendkracht de rechtens geldende beloning van de werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlenende onderneming, toekent. De inlenersbeloning is samengesteld uit de volgende elementen, overeenkomstig de bepalingen zoals die gelden in de inlenende onderneming: (1. ) het naar tijdsruimte vastgesteld loon; (2. de ) De van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting. Deze kan – zulks ter keuze van de uitzendonderneming uitzend- onderneming – gecompenseerd worden in tijd en of geld; (3. toeslagen ) Toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag) en ploegentoeslag; (4. initiële ) Initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald; (5. kostenvergoeding ) Kostenvergoeding voorzover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk vanwege uitoefening van de functie; (6. periodieken) Periodieken, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald. Toelichting Oproepkrachten hebben een minimumaanspraak op drie uur loon per oproep. Zie voor de voorwaarden artikel 7:628a BW.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Lonen. Uitsluitend voor de duur van de onderhavige CAO zijn in aanvulling op het bepaalde in artikel 13 lid 2 onderstaande verhogingen ook van toepassing op de overbeloning, voor zover daarvan al geen sprake was uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak. 1. Met inachtneming van artikel 18 van de CAO gelden de brutolonen als weergegeven in bijlage II, welke bijlage onderdeel uitmaakt van deze cao. - Met ingang van 1 november 2015 maart 2017 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met € 5,75 6,90 bruto per week. week - Met ingang van 1 januari 2016 augustus 2017 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 1,550,5%. - Met ingang van 1 juli 2016 worden de lonen en de loonschalen A tot en met E verhoogd met 0,75%. 2. De loonsverhogingen zijn van toepassing op de lonen van de loonschalen, tenzij uit hoofde van bestendig gebruik of afspraak over de overbeloning eveneens de loonsverhoging wordt toegekend. In dat geval wordt de loonsverhoging toegepast over alle componenten van het vaste loon. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de loonschalen is aangegeven, mogen de loonsverhogingen niet in mindering worden gebracht op dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. 3. De loonsverhoging wordt tevens toegepast op loonschaal B1 voor werknemers die de Basisberoepsopleiding of Vakopleiding via de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) volgen, tenzij de lonen van de loonschaal hierdoor de grens van 130% van het wettelijk minimumloon (voor volwassenen) overschrijden. Voor werknemers die de Vakopleiding via de BBL volgen geldt dit voor nieuwe arbeidsovereenkomsten afgesloten vanaf 1 januari 2016. 4. Een werknemer tot en met 21 jaar ontvangt 5% ervaringstoeslag per jaar op het CAO- CAO-loon nadat hij gedurende 2 jaar arbeid heeft verricht en gedurende die tijd is beloond volgens dezelfde loonschaal bij het desbetreffende bedrijf. Op het moment dat de werknemer wordt beloond volgens een hogere loonschaal vervalt, voor zover hij daar recht op heeft, de ervaringstoeslag en gaat de tweejaarstermijn opnieuw lopen. Indien een werknemer een hogere beloning ontvangt dan in de schaallonen is aangegeven, mag genoemde toeslag worden gecompenseerd met dat deel van de beloning dat uitgaat boven het loon van de loonschaal. Het CAO-loon inclusief deze ervaringstoeslag zal het loon van een 22-22- jarige in dezelfde loonschaal niet te boven gaan. 5. Werknemers die zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners en een cursus bedrijfshulpverlening hebben gevolgd, ontvangen met ingang van 1 januari juli 2016 een brutotoeslag van € 3,90 per week. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 3,93 per week. Zie voor het wettelijk vereiste aantal bedrijfshulpverleners artikel 30 lid 12 6. De overgang naar een hogere leeftijdsklasse vindt plaats met ingang van de loonweek, direct volgende op de verjaardag van de werknemer. 7. Op het inkomen van de werknemer, die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt kan de werkgever een aftrek toepassen van ten hoogste de niet door de werknemer verschuldigde premies voor de sociale verzekeringen. 8. Werknemers, voorzover ingedeeld in één van de functiegroepen tot en met D, die naast hun normale werkzaamheden de functie van praktijkopleider vervullen, ontvangen een brutotoeslag van €9,05 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk als zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 januari 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,19 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Met ingang van 1 juli 2016 bedraagt de brutotoeslag € 9,26 per week gedurende de periode dat zij daadwerkelijk zodanig werkzaam zijn. Onder praktijkopleider wordt verstaan de werknemer of ondernemer die de opleiding praktijkopleider heeft gevolgd en wiens taak mede bestaat uit het daadwerkelijk overdragen van vakkennis aan en het begeleiden van werknemers in een onderneming. De praktijkopleider heeft primair tot taak de begeleiding van werknemers waarmee een beroepspraktijkvormingsovereenkomst (POK) in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs is aangegaan (zie ook artikel 32 lid 11). 9. Indien een werkgever uitzendkrachten inleent, dient deze inlenende werkgever zich ervan te verzekeren dat de uitzendwerkgever de uitzendkracht de rechtens geldende beloning van de werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlenende onderneming, toekent. De inlenersbeloning is samengesteld uit de volgende elementen, overeenkomstig de bepalingen zoals die gelden in de inlenende onderneming: 1. het naar tijdsruimte vastgesteld loon; 2. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting. Deze kan – zulks ter keuze van de uitzendonderneming – gecompenseerd worden in tijd en of geld; 3. toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag) en ploegentoeslag; 4. initiële loonsverhoging, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald; 5. kostenvergoeding voorzover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk vanwege uitoefening van de functie; 6. periodieken, hoogte en tijdstip als bij inlener bepaald. Toelichting Oproepkrachten hebben een minimumaanspraak op drie uur loon per oproep. Zie voor de voorwaarden artikel 7:628a BW.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement