Omgevingswet. Als GGD ondersteunen we gemeenten bij alle mogelijke vragen die betrekking hebben op een relatie tussen milieufactoren, zoals gevaarlijke stoffen, luchtkwaliteit, straling, geluid en gezondheid en externe veiligheid. En daarnaast bij de taken die voortvloeien uit de Omgevingswet, de klimaatadaptatie en energietransitie. Taken die hoog op de urgentieladders van gemeenten staan en waarvan in het bijzonder rekening gehouden moet worden met mogelijke effecten op veiligheid en gezondheid. Omdat de Omgevingswet in 2024 naar verwachting van kracht wordt zal de vraag naar advies en ondersteuning verder toenemen. Ten behoeve van deze ondersteuning werken we o.a. samen in het Regionaal Platform Omgevingswet en de hieraan verbonden werkgroepen met gemeenten, Veiligheidsregio, Omgevingsdienst, provincie, waterschappen en Rijkswaterstaat. Om gemeenten optimaal te kunnen adviseren in het vergunningtraject, nemen we deel aan Omgevingstafels, waarin de complexere aanvragen integraal besproken worden. Naast de advisering in het kader van de Omgevingswet, benutten we ons netwerk in het fysieke domein, om ook bij andere ruimtelijke vraagstukken te adviseren over hoe gezondheidsbescherming en -bevordering meegenomen kan worden. Vanuit de GAGS willen we aansluiten bij het thema omgevingsveiligheid. Zoals gemeld hebben we in 2022 - 2023 de laatste puntjes op de i gezet in het Integraal Crisisplan en de daaronder liggende plannen. Omdat een crisisdienst een parate organisatie is, zorgen we dat de personele bezetting op orde is. Uiteraard worden deze mensen niet alleen geschoold en getraind voor hun taken, maar wordt er ook met casussen geoefend. Alles volgens het plan Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO), waarbij het accent in 2023 ligt op onderdelen van het GGD Rampen Opvangplan, het BHV-plan en het Continuïteitsplan. Ervan uitgaande dat het PSHi-protocol in 2023 vastgesteld wordt, zal in 2024 met een aantal partners beoefend worden. Gezondheid beschermen en bevorderen lasten Totaal uitgaven 10.318 11.035 11.311 11.517 11.805
Omgevingswet. De Omgevingswet (voorlopig uitgesteld tot 1 oktober 2022 of 1 januari 2023) geeft gemeenten, provincies en het Rijk de opdracht om veiligheid en gezondheid mee te laten wegen in de inrichting van de fysieke leefomgeving. Het in stand houden en bereiken van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit is hierin een belangrijke doelstelling. Gezondheid is hiermee expliciet onderdeel van de afweging van belangen. Het spreekt dan ook voor zich dat GGD Groningen actief is in het Regionaal Platform Omgevingswet Groningen (RPOG) en de werkgroepen. In dit platform werken provincie, gemeenten, waterschappen, Rijkswaterstaat, ODG, VRG, GGD en andere relevante partijen gezamenlijk aan de voorbereidingen op de Omgevingswet. De GGD heeft een adviserende en agenderende rol over het meenemen van gezondheidsbeschermende en -bevorderende maatregelen in de totstandkoming van instrumenten van de wet, bijvoorbeeld in Omgevingsvisies en Omgevingsplannen. Ook wordt er steeds vaker met ketenpartners overlegd over samenwerking, afstemming en inhoud. Vanwege de complexiteit van de Omgevingswet, waarin ook opgaves vanuit de energietransitie, klimaatadaptatie, mobiliteit en circulaire economie aangehaakt zijn, wordt samengewerkt met GGD- collega’s uit Drenthe en Fryslân. In 2021 hebben we gewerkt aan de opzet van de structuur van de crisisorganisatie, het overkoepelend Integraal Crisisplan met onderliggende plannen en de escalatiematrix. Hiermee hebben we een slagvaardige crisisstructuur neergezet zowel op strategisch, tactisch als operationeel niveau, waarmee we professioneel verder kunnen. Er zijn slechts twee Gezondheidskundige Adviseurs Gevaarlijke Stoffen (GAGS) in Noord-Nederland terwijl er minimaal vier zouden moeten zijn. Om de onderbezetting van het piketrooster van de GAGS aan te pakken volgen twee collega’s in het Noorden sinds 2020 de GAGS-opleiding van twee jaar. Begin 2021 is een van hen begonnen aan het meedraaien in de praktijk met een senior GAGS. Daarnaast zijn medio 2021 nog twee collega’s met de GAGS-opleiding begonnen. • Gezamenlijke aanpak Er wordt gewerkt volgens een gezamenlijke aanpak met Noord-Nederlandse partners van antibioticaresistentie, met onder andere een digitaal meldingssysteem, landelijke afstemming, meldingen en vervolgacties. • Antibiotica Resistentie (ABR) Zorgnetwerk De GGD heeft een actieve rol in het door VWS gesubsidieerde ABR-Zorgnetwerk Noord- Nederland. De activiteiten zijn in 2021 voortgezet. Door de Covid...
Omgevingswet. De Omgevingswet vervangt de bestaande wetgeving over ruimtelijke ordening en de ruimtelijke inpassing van energieprojecten. Participatie is een belangrijke pijler onder de Omgevingswet. Daarom zijn verschillen- de voorbeelden van en hulpmiddelen voor participatie ontwikkeld. Meer informatie daarover is te vinden op Inspiratiegids Participatie Omgevingswet.
Omgevingswet. RES | procesparticipatie en financiële participatie | Financiële participatie De Omgevingswet brengt – voor zover nu te overzien – geen verandering in de bevoegdheid van de overheid als het gaat om financiële participatie. Ook onder de Omge- vingswet kan het bevoegd gezag financiële participatie door de omgeving stimuleren via participatiebeleid. De Omgevingswet biedt geen basis om de initiatiefnemer tot financiële participatie te verplichten. Die bevoegdheid zou geen wettelijke grond kennen en dus - gelet op het legaliteitsbeginsel - ook niet in het participatiebeleid worden gecreëerd. Relevante wijzigingen ten opzichte van de Wro zijn de overgang van het ‘belang van de goede ruimtelijke orde- ning’ naar het ‘belang van de fysieke leefomgeving’ (par. 2.5.1). Ook bevat de Omgevingswet in artikel 13.22 een regeling voor een opvolger van de overeenkomst voor ruimtelijke ontwikkeling ex. art. 6.24 lid 1 onder a Wro (par. 2.5.2).
Omgevingswet. Volgens de huidige planning zal per 1 januari 2022 het stelsel van de Wet ruimtelijke ordening worden vervan- gen door de Omgevingswet. Participatie is een van de pijlers onder de Omgevingswet. Met participatie wordt in de Omgevingswet bedoeld ‘het in een vroegtijdig stadi- um betrekken van belanghebbenden bij het proces van de besluitvorming over een project of activiteit.’15 Doel is om tijdig belangen, meningen en creativiteit op tafel te krijgen. Wat het ‘betrekken’ inhoudt, kan variëren van informeren tot meebeslissen. De Omgevingswet schrijft bewust niet voor hoe participatie moet plaatsvinden. Planologische medewerking kan betrekking hebben op ieder type besluit dat nodig is om het betreffende ener- gieproject te realiseren. Onder de Omgevingswet gaat het (afhankelijk van het bevoegd gezag) om de volgende besluiten: omgevingsplan, omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit of een projectbesluit (zie par. 1.5.1 – 1.5.3). In de toekomst is ook de Wet versterking participatie op decentraal niveau relevant (par. 1.5.4).
Omgevingswet. De Omgevingswet is op 1 januari 2024 in werking getreden. Voor zover begrippen en/of bepalingen uit deze huurovereenkomst en de algemene bepalingen niet aansluiten op of in overeenstemming zijn met de begrippen uit de Omgevingswet dient aan de begrippen en/of bepalingen in deze huurovereenkomst een zodanige invulling te worden gegeven dat de betekenis daarvan zo veel mogelijk overeenkomt met de betekenis die deze begrippen en/of bepalingen hadden voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Omgevingswet. IZB is nauw betrokken bij de inhoudelijke afstemming t.a.v. de integrale advisering ter voorbereiding op de omgevingswet die per 1 januari 2024 in werking treedt.
Omgevingswet. 94. Gemeente heeft de regie op de implementatie van de Omgevingswet en betrekt Woonbron en andere woningcorporaties tijdig.
Omgevingswet. Op het moment van ondertekening van de huurovereenkomst [zal naar verwachting op termijn de Omgevingswet in werking treden / is de Omgevingswet in werking getreden*]. Voor zover begrippen en/of bepalingen uit deze huurovereenkomst en de algemene bepalingen [na inwerkingtreding van de Omgevingswet*] niet aansluiten op of in overeenstemming zijn met de begrippen uit de Omgevingswet dient aan de begrippen en/of bepalingen in deze huurovereenkomst een zodanige invulling te worden gegeven dat de betekenis daarvan zo veel mogelijk overeenkomt met de betekenis die deze begrippen en/of bepalingen hadden voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Omgevingswet. 1. De provincie Noord-Holland, de provincie Zuid-Holland en de provincie Zeeland vertalen de in artikel 3 genoemde kernkwaliteiten en collectieve waarden van de kustzone in de toekomstige provinciale omgevingsvisie op grond van de Omgevingswet.
2. De provincie Noord-Holland, de provincie Zuid-Holland en de provincie Zeeland zetten zich ervoor in dat, met inachtneming van de daarvoor geldende procedures, de regels in hun provinciale verordeningen, bedoeld in artikel 5, derde lid, worden overgenomen in de toekomstige omgevingsverordeningen op grond van de Omgevingswet.
3. De provincie Fryslân actualiseert bij de totstandkoming van de toekomstige provinciale omgevingsvisie op grond van de Omgevingswet haar beleid voor de kustzone van de tot de provincie behorende eilanden aan de hand van de in artikel 3 genoemde kernkwaliteiten en collectieve waarden en maakt daarbij een zonering als bedoeld in artikel 4, die passend is binnen de lokale en regionale landschappelijke context. De provincie zet zich ervoor in dat dit beleid, inclusief de zoneringen, met inachtneming van de daarvoor geldende procedures, wordt vertaald in regels in de toekomstige omgevingsverordening op grond van de Omgevingswet.