Omzetbelasting (btw) Voorbeeldclausules

Omzetbelasting (btw). Reeds in 2013 heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) bij het Rijk aangegeven dat de bestaande btw-wetgeving aangepast moet worden aan de nieuwe situatie, zodat alle bestaande btw- vrijstellingen minimaal gehandhaafd blijven. De VNG heeft op korte termijn inhoudelijke gesprekken met het Rijk om zich ervan te verzekeren dat minimaal de diensten die op dit moment vrijgesteld zijn van btw, ook na de gewenste transformatie van btw vrijgesteld blijven. In aanvulling op bovenstaande kan aangegeven worden dat het wetsvoorstel Wmo 2015 stelt dat er een Algemene Maatregel van Bestuur opgesteld zal worden die diensten aanwijst4 waarvoor btw- vrijstelling verleend wordt. ZK14.01360 - 14.004801 -
Omzetbelasting (btw). Reeds in 2013 heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) bij het Rijk aangegeven dat de bestaande btw-wetgeving aangepast moet worden aan de nieuwe situatie, zodat alle bestaande btw- vrijstellingen minimaal gehandhaafd blijven. De VNG heeft op korte termijn inhoudelijke gesprekken met het Rijk om zich ervan te verzekeren dat minimaal de diensten die op dit moment vrijgesteld zijn van btw, ook na de gewenste transformatie van btw vrijgesteld blijven. Zaken als hulpmiddelen, woningaanpassingen, vervoer en kortdurend verblijf zijn overigens op dit moment niet vrijgesteld van btw. Indien de btw-wetgeving niet wordt gehandhaafd kan dit gevolgen hebben voor de wijze van contractering. In aanvulling op bovenstaande kan aangegeven worden dat het wetsvoorstel Wmo 2015 stelt dat er een Algemene Maatregel van Bestuur opgesteld zal worden die diensten aanwijst4 waarvoor btw- vrijstelling verleend wordt. Daarnaast kunnen de gemeenten eventueel gebruik maken van het btw-compensatiefonds. Hiermee kan voor diensten of goederen die extern ingekocht zijn door de gemeenten btw teruggevraagd worden. ZK14.01361 - 14.004716 -
Omzetbelasting (btw). De verkoop van aandelen Eneco is vrijgesteld van BTW.
Omzetbelasting (btw). 34.1 Alle bedragen en haventarieven die zijn opgenomen in het tarievenoverzicht zijn exclusief eventueel verschuldigde omzetbelasting. Indien omzetbelasting is verschuldigd krachtens het bepaalde in de Wet op de omzetbelasting 1968, zal gebruiker deze omzetbelasting tegelijk met de in rekening gebrachte bedragen voldoen. 34.2 Indien een schip kwalificeert in de zin van het Besluit van 13 november 2018, nr. 2018-155014 (hierna: ‘het Besluit’) bedraagt het btw-tarief 0%. Indien het schip niet kwalificeert, bedraagt het btw-tarief 21%. 34.3 Diensten verleend aan een schip kwalificeren voor toepassing van het btw 0% tarief wanneer het schip i) volledig voor commerciële doeleinden wordt gebruikt; en ii) voor 70% of meer wordt gebruikt voor de vaart op volle zee en: 1° waarmee passagiersvervoer tegen betaling plaatsvindt; of 2° wordt gebruikt voor de uitoefening van een industriële, handels- of visserijactiviteit. 34.4 North Sea Port zal bij de facturatie het btw 0% tarief hanteren en op de factuur aangeven dat door betaling van de factuur wordt bevestigd dat aan de condities zoals genoemd in het Besluit wordt voldaan. 34.5 Indien niet aan de voorwaarden van het Besluit wordt voldaan dan dient gebruiker dit vooraf aan ons te melden en zal een factuur inclusief 21% btw worden verstuurd. 34.6 Mocht blijken dat een schip niet kwalificeert onder het Besluit en wij onterecht het 0% btw- tarief op de factuur hebben vermeld, dan zal het 21% btw-tarief worden doorbelast aan gebruiker en worden afgedragen aan de Belastingdienst. Hierbij zullen ook de wettelijke belastingrente die is verschuldigd aan de Belastingdienst en eventuele boetes worden doorbelast.
Omzetbelasting (btw). 5.39 Bij het door een gemeente inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen binnen de eigen gemeente alsmede het verrichten van reinigingswerkzaamheden met betrekking tot het eigen gemeentelijke (openbare) eigendom treedt een gemeente niet op als btw-ondernemer. In die situatie treedt een gemeente op als overheid. Dit heeft tot gevolg dat een gemeente ter zake van de door haar te verrichten diensten geen btw verschuldigd wordt maar ook geen recht heeft om de door derden aan haar in rekening te brengen btw als voorbelasting in aftrek te brengen respectievelijk via de btw-aangifte van de belastingdienst terug te vragen. 5.40 Sedert 1 januari 2003 komt deze btw echter bij de gemeente in beginsel wel voor een bijdrage uit het btw-compensatiefonds in aanmerking. 5.41 Bij het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van andere gemeenten maar ook bij het inzamelen van bedrijfsafvalstoffen treedt een gemeente echter wel op als btw-ondernemer. Ter zake van deze dienstverlening is dan wel btw verschuldigd doch kan de gemeente de door derden in rekening te brengen btw met betrekking tot deze activiteiten wel als voorbelasting via de btw- aangifte in aftrek brengen. 5.42 De bedoelde B.V. voor het verrichten van commerciële activiteiten kan in het kader van de toepassing van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB) slechts als btw-ondernemer optreden. Vanaf het moment dat de B.V. de diensten ten behoeve van de gemeenten c.q. de bedrijven gaat verrichten is ter zake van deze dienstverlening in beginsel btw verschuldigd. De B.V. kan de door derden in rekening te brengen btw als voorbelasting in aftrek brengen. Indien en voor zover deze B.V. aan de gemeenten btw in rekening brengt ter zake van de inzameling van afvalstoffen bij bijvoorbeeld scholen komt deze btw bij de gemeenten niet voor aftrek als voorbelasting maar ook niet voor een bijdrage uit het btw-compensatiefonds in aanmerking. 5.43 De verwachting is dat de gemeenschappelijke regeling en de B.V. over en weer ook diensten gaan verrichten. Deze diensten dienen in beginsel in de heffing van btw te worden betrokken. Een uitzondering geldt daarbij voor de verhuur van onroerende zaken. De verhuur van onroerende zaken is in beginsel vrijgesteld van btw. Echter, verhuurder (gemeenschappelijke regeling) en de B.V. kunnen deze verhuur op verzoek (opteren) in de btw-heffing betrekken. Dit belast verhuren is wenselijk met het oog op het realiseren van een recht op aftrek van btw met betrekking tot de investerings- en ...
Omzetbelasting (btw). In deze paragraaf wordt ingegaan op de omzetbelasting. Na een algemene beschouwing wordt ingegaan op twee specifieke elementen: overdracht van activa en de herziening bij investeringsgoederen.

Related to Omzetbelasting (btw)

  • Omzetbelasting Wij verhuren het liefst met BTW. Als je als huurder niet BTW plichtig bent, dan wordt de huurprijs verhoogd met 6% om ons nadeel bij de Belasting te dekken.

  • Omzet Totaal van de aan de onderneming betaalde of verschuldigde goederen, exclusief BTW, voor verkoop van goederen en producten, werk- of dienstverlening, in verband met de activiteiten* die in de bijzondere voorwaarden beoogd worden en die in de daarin omschreven vestigingen* uitgevoerd worden.

  • Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 1. Werkgever zal ingeval van aantoonbare arbeidsongeschiktheid, vanaf de 1e dag van arbeidsongeschiktheid gedurende maximaal 2 jaar het op basis van de wettelijke verplichting tot loondoorbetaling verschuldigde loon aanvullen tot: 100% gedurende de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 90% gedurende de daaropvolgende 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 85% gedurende de daaropvolgende 12 maanden van arbeidsongeschiktheid; van het voor de werknemer geldende brutoloon. Hierbij geldt voor de werknemer de resultaatverplichting dat er sprake is van aantoonbare actieve re-integratie naar redelijkheid en billijkheid. Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt door een bedrijfsongeval vult de werkgever -gedurende maximaal twee jaar- het loon van de werknemer aan tot 100% van het voor de werknemer geldende brutoloon. Bovenstaand schema geldt in dat geval niet. Als voorwaarde daarbij geldt dat uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat er sprake is van verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever. 2. Het voor de werknemer geldende brutoloon zoals bedoeld in lid 1, is het gemiddelde van het door de werknemer gedurende de 13 weken onmiddellijk voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid verdiende brutoloon met inbegrip van genoten toeslagen en betaling van structureel overwerk doch met uitzondering van vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. 3. Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel is niet van toepassing, indien en voor zover de werknemer ter zake van zijn arbeidsongeschiktheid een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden jegens derden. In dat geval zal de werkgever een voorschot op de schadevergoeding verstrekken ter hoogte van het in de voorgaande leden bedoelde brutoloon of -aanvulling. De werknemer is verplicht op daartoe strekkend verzoek aan de werkgever door middel van een akte van cessie zijn aanspraken jegens derden op vergoeding van schade aan de werkgever over te dragen. Dit echter niet tot een hoger bedrag dan het bedrag van de in de voorgaande leden bedoelde doorbetaling van loon. Na de cessie kunnen de voorschotten niet meer worden teruggevorderd. 4. Werkgever kan één wachtdag inhouden bij iedere derde en volgende ziekmelding van de werknemer in enig kalenderjaar, mits de OR of de PVT hiermee instemt en mits bovendien de OR of de PVT heeft ingestemd met een verzuimbegeleidings-plan, met inachtneming van de wettelijke minimale loondoorbetalingsplicht bij ziekte. Deze instemmingsbevoegdheid komt toe aan de personeelsvertegenwoordiging in ondernemingen waarin geen OR of PVT aanwezig is, of aan de betrokken werknemers-verenigingen in ondernemingen waar geen ondernemingsraad aanwezig is terwijl de onderneming hiertoe wel wettelijk verplicht is. Bij ziekmelding als gevolg van chronisch ziek zijn kunnen geen wachtdagen worden ingehouden. 5. In geval van chronisch ziek zijn komt de mogelijkheid tot het inhouden van wachtdagen volgens voorgaand lid te vervallen. Het dient toetsbaar en onomstotelijk vast te staan dat er sprake is van chronisch ziek zijn. Ingeval van onduidelijkheid is er een toetsing mogelijk via de bedrijfsarts / Arboarts. Voor het definiëren van het begrip “chronisch ziek” wordt aansluiting gezocht bij de studie die daar van overheidswege (onderzoek eigen risico zorgverzekering) naar wordt verricht.

  • Meerdere verzekeringen Heeft u meer dan één reisverzekering bij ons afgesloten? Xxx krijgt u maximaal vergoed voor:

  • Belastingen Alle belastingen, voorheffingen en andere fiscale lasten van welke aard ook met betrekking tot het verkochte goed worden door de koper berekend van dag tot dag gedragen en betaald vanaf de datum van opeisbaarheid van de prijs of, indien deze vroeger plaatsvindt, vanaf zijn ingenottreding. Belastingen op onbebouwde percelen, op tweede verblijfplaatsen, op leegstaande of verwaarloosde gebouwen, alsook de reeds gevestigde verhaalbelastingen, blijven daarentegen integraal ten laste van de verkoper voor het lopende jaar.

  • Toezichthoudende autoriteit een onafhankelijke overheidsinstantie verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de wet in verband met de verwerking van Persoonsgegevens. In Nederland is dit de Autoriteit Persoonsgegevens.

  • Arbeidsongeschiktheidspensioen 1. Recht op arbeidsongeschiktheidspensioen heeft de (gewezen) deelnemer die tijdens het deel- nemerschap arbeidsongeschikt is geworden, terzake van die tijdens het deelnemerschap ontstane arbeidsongeschiktheid. 2. Het arbeidsongeschiktheidspensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop de (gewezen) deelnemer gedurende twee jaar arbeidsongeschikt is. Het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt uitgekeerd tot de pensioendatum dan wel tot en met de laatste dag van de maand van de eerdere beëindiging van de arbeidsongeschiktheid of het eerdere overlijden van de pensioengerechtigde. 3. Het arbeidsongeschiktheidspensioen bedraagt bij volledige arbeidsongeschiktheid 70% van het pensioengevend salaris vermeerderd met de ploegenpensioengrondslag boven het maximum WIA-uitkeringsdagloon conform de Wet financiering Sociale Verzekeringen. Het pensioengevend salaris wordt hierbij niet gemaximeerd op het opbouwgrensbedrag. Voor de vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt uitgegaan van het pensioengevend salaris, de ploegenpensioengrondslag en het maximum WIA-uitkeringsdagloon, zoals deze gelden op de dag voorafgaand aan de dag waarop de deelnemer gedurende twee jaar arbeidsongeschikt is. 4. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt het in lid 3 bedoelde arbeidsongeschiktheidspen- sioen gedeeltelijk uitgekeerd overeenkomstig de volgende tabel: Bij een arbeidsongeschiktheidspercentage van Bedraagt het uitkeringspercentage 80% of meer 100% 65% tot 80% 72,5% 55% tot 65% 60% 45% tot 55% 50% 35% tot 45% 40% 0% tot 35% 0% De mate van arbeidsongeschiktheid geschiedt op basis van het door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) op grond van de WIA vastgestelde percentage. De mate van arbeidsongeschiktheid zal indien en voor zolang door het UWV geen arbeidsongeschiktheidspercentage wordt vastgesteld volgens de volgende formule worden vastgesteld: Daarbij wordt uitgegaan van het maatmanloon en de restverdiencapaciteit (het salaris dat volgens het UWV nog verdiend kan worden) zoals deze door het UWV worden opgegeven. 5. In afwijking op het bepaalde in lid 4 wordt in geval van wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid na beëindiging van het dienstverband met de werkgever, het arbeidsongeschiktheidspensioen dienovereenkomstig aangepast. 6. Geen recht op arbeidsongeschiktheidspensioen bestaat, indien de deelnemer bij aanvang van het dienstverband reeds geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschiktheid is. Het pensioenfonds kan de uitkering van arbeidsongeschiktheidspensioen weigeren als de deelnemer binnen een half jaar· na aanvang van het deelnemerschap, zijn werkzaamheden (deels) staakt wegens ziekte en de gezondheidstoestand van de werknemer dit ten tijde van aanvang van het deelnemerschap kennelijk moest doen verwachten. De periode van een half jaar wordt verminderd met de periode dat de deelnemer bij het pensioenfonds of een andere pensioenuitvoerder direct voorafgaand op een vergelijkbaar niveau dekking had voor hetzelfde risico. 7. In geval van arbeidsongeschiktheidspensioen wegens arbeidsongeschiktheid van een deeltijd- werknemer wordt uitgegaan van het deeltijdpercentage van het pensioengevend salaris en de ploegenpensioengrondslag zoals deze gelden op de dag voorafgaand aan het tijdstip vanaf wanneer de werkgever krachtens artikel 7: 629 van het Burgerlijk Wetboek het salaris aan de werknemer doorbetaalt. 8. vervallen – 9. Perioden waarin de arbeidsongeschiktheid met minder dan vier weken is onderbroken worden voor de toepassing van dit artikel samengeteld.

  • Raad van Toezicht De Stichting PAWW heeft een Raad van Toezicht indien het Bestuur tot instelling van een Raad van Toezicht heeft besloten. De in deze akte aan de Raad van Toezicht toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het Bestuur, indien en zolang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld. Is voor een besluit van het Bestuur voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist, dan is deze eis niet van kracht indien en zo lang geen Raad van Toezicht door het Bestuur is ingesteld.

  • Arbeidsongeschiktheid 15.1. Indien een werknemer door arbeidsongeschiktheid verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, gelden voor hem de wettelijke bepalingen, voor zover hierna niet anders is bepaald. 15.2. Partijen zijn overeengekomen dat de invulling van dit artikel zal worden gebaseerd op de uitgangspunten van de preambule “Arbeid en Gezondheid”, met dien verstande dat: a. Loondoorbetaling van de eerste verzuimdag t/m week 52 wordt vastgesteld op 100% van het bruto maandsalaris. b. Loondoorbetaling van week 53 t/m week 104 wordt vastgesteld op 70% van het bruto maandsalaris. 15.3. Als er sprake is van een volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid, dient de desbetreffende medewerker desgevraagd mee te werken aan een WIA-aanvraag in het kader van een verkorte wachttijd. 15.4. Indien de in lid 3 benoemde WIA-aanvraag niet wordt toegekend, ontvangt de werknemer een loondoorbetaling conform lid 2. 15.5. Indien de in lid 3 benoemde WIA-aanvraag wordt toegekend, wordt de loondoorbetaling in het 1ste en 2de ziektejaar aangevuld tot het loon dat betaald moet worden op grond van lid 2 van dit artikel. 15.6. De in lid 2 bedoelde loondoorbetaling wordt beëindigd, wanneer de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 15.7. De werkgever heeft het recht de in lid 2 van dit artikel genoemde loondoorbetalingsverplichting: a. Op te schorten (indien werknemer alsnog voldoet aan de voorschriften, wordt het loon met terugwerkende kracht uitbetaald): • Indien de werknemer zich niet aan de door de werkgever gehanteerde voorschriften houdt teneinde hem in de gelegenheid te stellen te controleren of werknemer daadwerkelijk ziek is; b. Stop te zetten: • Indien de werknemer zonder deugdelijke grond niet meewerkt aan zijn re-integratie, of • De ziekte door opzet van de werknemer is veroorzaakt, of • De werknemer zijn genezing belemmert; 15.8. Na een arbeidsongeschiktheid van twee jaar kan de werkgever het dienstverband beëindigen.

  • Algemene voorwaarden basisverzekeringen Voor sommige zorgkosten geldt geen verplicht eigen risico