Overgang vervoerscontracten Voorbeeldclausules

Overgang vervoerscontracten. De regeling “Overgang personeel bij overgang vervoerscontracten (OPOV)” is van toepassing op een openbare procedure, waarbij een opdrachtgever middels een openbare publicatie bekend maakt een (vervoer)opdracht te willen laten uitvoeren. Daarbij staat de procedure open voor eenieder om in te schrijven (voor zover een ieder kan voldoen aan de door een opdrachtgever gestelde voorwaarden en vereisten), worden de inschrijvingen op een vooraf bepaalde datum gesloten en selecteert de opdrachtgever de onderneming die de vervoersopdracht gegund krijgt. De huidige contractpartij/vervoerder doet een opgave van betrokken personeel aan SFM, die op basis daarvan bepaalt op welke werknemers de OPOV-regeling van toepassing is. SFM stuurt de betrokken werknemers een brief met informatie over de regeling. De verkrijgende contractpartij/vervoerder doet de betrokken werknemers een aanbod, waarbij tenminste vijf nader in deze CAO te noemen kenmerken gelijk blijven, welke de werknemer heeft bij de huidige contractpartij/vervoerder.
Overgang vervoerscontracten. Indien de wet overgang van onderneming van toepassing is, geldt deze boven de bepalingen in de bijlagen 3A t/m 3C.
Overgang vervoerscontracten. Indien de wet overgang van onderneming van toepassing is, geldt deze boven de bepalingen in de bijlagen 2A t/m 2C.
Overgang vervoerscontracten. De regeling ‘Overgang personeel bij overgang vervoerscontracten (OPOV)’ is van toepassing op een openbare procedure, waarbij een opdrachtgever middels een openbare publicatie bekend maakt een (vervoer)opdracht te willen laten uitvoeren. Daarbij staat de procedure open voor eenieder om in te schrijven (voor zover een ieder kan voldoen aan de door een opdrachtgever gestelde voorwaarden en vereisten), worden de inschrijvingen op een vooraf bepaalde datum gesloten en selecteert de opdrachtgever de onderneming die de vervoersop- dracht gegund krijgt. De huidige contractpartij/vervoerder doet een opgave van betrokken personeel aan SFM, die op basis daarvan bepaalt op welke werknemers de OPOV-regeling van toepassing is. SFM stuurt de betrokken werknemers een brief met informatie over de regeling. De verkrijgende contractpartij/vervoerder doet de betrokken werknemers een aanbod, waarbij tenminste vijf nader in deze CAO te noemen kenmer- ken gelijk blijven, welke de werknemer heeft bij de huidige contractpartij/vervoerder. De regeling ‘Overgang bij contractwisseling (OPBC)’ is van toepassing bij wijzigingen van vervoers- contracten, waarop de OPOV-regeling van toepassing was en waarbij gedurende het vervoerscontract van contractpartij en/of vervoerders wordt gewisseld. Deze regeling geldt ook bij tijdelijke overbrug- gingen. De huidige contractpartij/vervoerder doet een opgave van betrokken personeel aan SFM, die op basis daarvan bepaalt op welke werknemers de OPBC regeling van toepassing is. SFM stuurt de betrokken werknemers een brief met informatie over de regeling. De verkrijgende contractpartij/ vervoerder doet de betrokken werknemers een aanbod, waarbij tenminste vijf nader in deze CAO te noemen kenmerken gelijk blijven, welke de werknemer heeft bij de huidige contractpartij/vervoerder. De regeling ‘Regeling bij faillissementen (RBF)’ is van toepassing bij faillissementen, waarbij vervoers- contracten zijn betrokken, waarop de OPOV-regeling van toepassing was. Deze regeling houdt in dat een werknemer die gedurende 3 kalendermaanden voor de derde partij of contractpartij daadwerkelijk heeft gewerkt, deze automatisch een arbeidsovereenkomst krijgt waarvan de omvang gelijk is aan het gemiddeld aantal gewerkte uren en waarvan het type arbeidsovereenkomst gelijk is aan de arbeids- overeenkomst die werknemer had bij de failliete vervoerder/contractpartij. De OPOV-regeling alsmede de regelingen OPBC en RBF zijn opgenomen in bijlage 3 van deze CAO. Indien de wet over...
Overgang vervoerscontracten. De regeling “Overgang personeel bij overgang vervoerscontracten” is van toepassing op vervoerscontracten die worden aanbesteed en waarbij de contractwaarde van de opdracht per jaar groter is dan of gelijk is aan € 300.000,- excl. BTW. Indien over de contractwaarde van de aanbesteding geen duidelijkheid bestaat, stelt Sociaal Fonds Taxi (hierna: SFT) de waarde vast. SFT stuurt aan de betrokken werknemers een brief met informatie over de regeling. In de brief komt terug het: • betrokkenheidpercentage, • type contract en • het aantal contracturen dat de overdragende contractpartij heeft opgegeven. De verkrijgende contractpartij doet 75% van de betrokken werknemers een schriftelijk baanaanbod waarbij tenminste onderstaande vier kenmerken van de schriftelijke arbeidsovereenkomst gelijk blijven, welke de werknemer heeft bij de overdragende vervoerder: • aantal contracturen • contractduur, bepaalde of onbepaalde tijddatum in dienst ten behoeve van vakantiedagenberekening • de inhoud van de functie Bij de inschaling van een werknemer door de verkrijgende partij is het gestelde onder artikel 3.3 C eerste bullet niet van toepassing. Dat wil zeggen dat wel rekening gehouden moet worden met ervaringsjaren vóór een eventuele periode van 3 jaar of meer dat werknemer niet in de branche werkzaam was. De regeling overgang vervoerscontracten is opgenomen in bijlage 3 van deze CAO.
Overgang vervoerscontracten. De regeling “Overgang personeel bij overgang vervoerscontracten” is van toepassing op vervoerscontracten die worden aanbesteed en waarbij de contractwaarde van de opdracht per jaar groter is dan of gelijk is aan € 300.000,- excl. BTW. Indien over de contractwaarde van de aanbesteding geen duidelijkheid bestaat, stelt SFT de waarde vast. SFT stuurt aan de betrokken werknemers een brief met informatie over de regeling. In de brief komt terug het: • betrokkenheidpercentage, • type contract, • het aantal contracturen dat de overdragende contractpartij heeft opgegeven, • met ingang van 1 januari 2018: xxxxx xxxxxxx, als opgegeven door de overdragende contractpartij. De verkrijgende contractpartij doet 75% van de betrokken werknemers een schriftelijk baanaanbod waarbij tenminste onderstaande vier (met ingang van 1 januari 2018: vijf) punten gelijk blijven, welke de werknemer heeft bij de overdragende vervoerder: • aantal contracturen, conform de schriftelijke arbeidsovereenkomst • contractduur, bepaalde of onbepaalde tijd, conform de schriftelijke arbeidsovereenkomst • datum in dienst ten behoeve van vakantiedagenberekening. Deze bullet wordt met ingang van 1 januari 2018 vervangen door: aantal vakantiedagen, conform de laatste loonstrook of laatste vakantiekaart • de inhoud van de functie, conform de schriftelijke arbeidsovereenkomst • met ingang van 1 januari 2018: laatstverdiende bruto uurloon, met inachtneming van een eventuele nog van toepassing zijnde tredeverhoging (conform artikel 3.7.2 of 3.12.2 van deze Cao), conform de laatst verkregen loonstrook. Bij de inschaling van een werknemer door de verkrijgende partij is het gestelde onder artikel 3.1.3 C eerste bullet niet van toepassing. Dat wil zeggen dat wel rekening gehouden moet worden met ervaringsjaren vóór een eventuele periode van 3 jaar of meer dat werknemer niet in de branche werkzaam was. Met ingang van 1 januari 2018 komt deze alinea (beginnend met bij de inschaling van tot en met in de branche werkzaam was) te vervallen. Het opnemen van een uitzendbeding en/of proeftijd in de nieuwe arbeidsovereenkomst is niet toegestaan. Indien de verkrijgende contractpartij en de werknemer een schriftelijke arbeidsovereenkomst aangaan komt de ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst overeen met de formele ingangsdatum van het vervoerscontract. De regeling overgang vervoerscontracten is opgenomen in bijlage 3 van deze CAO.

Related to Overgang vervoerscontracten

  • Arbeidsduur en werktijden 1. De arbeidsduur volgens dienstrooster bedraagt op jaarbasis gemiddeld 37,5 uur per week. Voor werknemers werkzaam in roosters, zoals bedoeld in protocol 1, bedraagt de gemiddelde jaarlijkse arbeidsduur 36 uur per week. Voor werknemers werkzaam in roosters zoals bedoeld in protocol 2 bedraagt de gemiddelde arbeidsduur 33,6 uur per week, verdeeld over 7 dagen per week, op jaarbasis. a) De werktijden volgens dienstrooster liggen voor de werknemers in dagdienst tussen 07.00 uur en 18.00 uur op de eerste 5 werkdagen van de week. b) De werktijden volgens dienstrooster liggen voor de werknemers in 2-ploegendienst als regel tussen 04.00 uur en 24.00 uur, behoudens in geval met een dag- respectievelijk ochtend- en nachtdienst wordt gewerkt. c) De werktijden volgens dienstrooster voor de werknemers in 3-ploegendienst worden zodanig vastgesteld, dat tussen het einde en het begin van de dienstroosters een ononderbroken rustperiode van tenminste 36 uur bestaat, waarvan 24 uur op zondag, die geacht wordt te lopen van 00.00 uur - 24.00 uur. d) Werknemers kunnen in geval van gewetensbezwaren de werkgever verzoeken om vrijgesteld te worden van de verplichting om roostermatig zondagsarbeid te verrichten. Werkgever zal in dat geval de werknemer niet verplichten tot het verrichten van genoemde zondagsarbeid, doch een ander tijdstip bepalen waarop deze arbeid wordt verricht. a) Een dienstrooster mag niet in strijd zijn met de bestaande wetgeving en het in dit artikel bepaalde. b) De werkgever zal, indien daarbij meer dan negen werknemers zijn betrokken, niet tot invoering van een andere werktijdenregeling overgaan dan in overleg met de vakbonden, onverminderd de bevoegdheid van de OR hierover overleg te plegen met de werkgever. c) Indien de nieuwe werktijdenregeling echter tot gevolg heeft dat arbeid op een zondag moet worden verricht, zal de werkgever overleg plegen met de vakbonden. 4. De werkgever kan voor chauffeurs, portiers, bewakingspersoneel en voor werknemers werkzaam in de energiediensten een regeling vaststellen die afwijkt van hetgeen in dit artikel en in artikel 10 is bepaald. In dat geval zal zij dit doen in overleg met de vakbonden. 5. De in lid 1 bedoelde gemiddelde arbeidstijd wordt geëffectueerd overeenkomstig de in bijlage 4 nader vastgestelde bepalingen.