Common use of Pensioenen Clause in Contracts

Pensioenen. In de CAO Sport is de pensioenvoorziening geregeld via de verplichtstelling van PFZW. Dit houdt in dat de werkgever een pensioen moet realiseren. Op de site van PFZW kan het pensioenreglement worden gedownload. Ten aanzien van de verplichtstelling kent het pensioenreglement van PFZW de volgende werkingssfeer: “Onder werkgever in de sport wordt verstaan de rechtspersoon, werkzaam op landelijk, regionaal en/ of provinciaal niveau, die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk faciliteiten te verschaffen voor de sportbeoefening in de ruimste zin, dan wel deze sportbeoefening te bevorderen.” In het pensioenreglement PFZW wordt onder werknemer verstaan, ieder die een arbeidsovereenkomst volgens het BW heeft met een werkgever, uitgezonderd: • de werknemers die de 15-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt en de werknemers die de pensioengerechtigde leeftijd in de zin van de Algemene ouderdomswet hebben bereikt; • de werknemers die ingevolge enige beschikking krachtens artikel 2 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioen 2000 (Stb. 2000, 628) dan wel krachtens artikel 3 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Stb. 2005, 526), zoals die beschikking luidt op de datum waarop de werknemers van de betreffende categorie van instellingen de deelneming in het fonds is verplicht gesteld, reeds verplicht zijn tot deelneming in een ander bedrijfstakpensioenfonds dan wel in een beroepspensioenregeling; • de werknemers die een dagopleiding volgen en uitsluitend gedurende hun school- en studievakanties werkzaam zijn voor een periode niet langer dan maximaal 6 weken achtereen en niet meer dan in totaal 60 dagen per kalenderjaar; • de werknemers die zijn aan te merken als directeur-grootaandeelhouder in de zin van de Pensioenwet. Uitgezonderd van het werknemersbegrip zijn in de sportsector verder: • scheidsrechters in dienst van de KNVB; • werknemers die op basis van een schriftelijke arbeidsovereenkomst met als benaming ‘arbiter’ of ‘docent’ in dienst zijn van en als zodanig werken voor een werkgever in de sport; • sporttechnisch kader in dienst van een provinciaal sportservicebureau en/ of diens rechtsopvolgers, dat bij een lokale vereniging te werk is gesteld; • sporters in dienst van een aangesloten sportorganisatie; • (assistent) bondscoach van het Nederlands A-elftal en Jong Oranje in dienst van de KNVB. De belastingdienst stelt in geval van onbetaald verlof als voorwaarde dat de dienstbetrekking formeel en feitelijk in stand blijft. Het verlof wordt gezien als tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden. Als het niet de bedoeling is om de werkzaamheden na afloop van het verlof weer te hervatten, is er feitelijk sprake van een beëindiging van de dienstbetrekking en telt de verlofperiode niet mee als diensttijd. Door ondertekening van het aanvraagformulier verklaart de deelnemer (de werknemer) de intentie te hebben na het verlof weer ongewijzigd de werkzaamheden te hervatten.

Appears in 3 contracts

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, www.geldersesportfederatie.nl, Collectieve Arbeidsovereenkomst

Pensioenen. In de CAO Sport is de pensioenvoorziening geregeld via de verplichtstelling van PFZW. Dit houdt in dat de werkgever een pensioen moet realiseren. Op de site van PFZW kan het pensioenreglement worden gedownload. Ten aanzien van de verplichtstelling kent het pensioenreglement van PFZW de volgende werkingssfeer: “Onder werkgever in de sport wordt verstaan de rechtspersoon, werkzaam op landelijk, regionaal en/ en/of provinciaal niveau, die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk faciliteiten te verschaffen voor de sportbeoefening in de ruimste zin, dan wel deze sportbeoefening te bevorderen.” In het pensioenreglement PFZW wordt onder werknemer verstaan, ieder die een arbeidsovereenkomst volgens het BW heeft met een werkgever, uitgezonderd: • de werknemers die de 15-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt en de werknemers die de pensioengerechtigde leeftijd in de zin van de Algemene ouderdomswet hebben bereikt; • de werknemers die ingevolge enige beschikking krachtens artikel 2 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioen 2000 (Stb. 2000, 628) dan wel krachtens artikel 3 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Stb. 2005, 526), zoals die beschikking luidt op de datum waarop de werknemers van de betreffende categorie van instellingen de deelneming in het fonds is verplicht gesteld, reeds verplicht zijn tot deelneming in een ander bedrijfstakpensioenfonds dan wel in een beroepspensioenregeling; • de werknemers die een dagopleiding volgen en uitsluitend gedurende hun school- en studievakanties werkzaam zijn voor een periode niet langer dan maximaal 6 weken achtereen en niet meer dan in totaal 60 dagen per kalenderjaar; • de werknemers die zijn aan te merken als directeur-grootaandeelhouder in de zin van de Pensioenwet. Uitgezonderd van het werknemersbegrip zijn in de sportsector verder: • scheidsrechters in dienst van de KNVB; • werknemers die op basis van een schriftelijke arbeidsovereenkomst met als benaming ‘arbiter’ of ‘docent’ in dienst zijn van en als zodanig werken voor een werkgever in de sport; • sporttechnisch kader in dienst van een provinciaal sportservicebureau en/ en/of diens rechtsopvolgers, dat bij een lokale vereniging te werk is gesteld; • sporters in dienst van een aangesloten sportorganisatie; • (assistent) bondscoach van het Nederlands A-elftal en Jong Oranje in dienst van de KNVB. De belastingdienst stelt in geval van onbetaald verlof als voorwaarde dat de dienstbetrekking formeel en feitelijk in stand blijft. Het verlof wordt gezien als tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden. Als het niet de bedoeling is om de werkzaamheden na afloop van het verlof weer te hervatten, is er feitelijk sprake van een beëindiging van de dienstbetrekking en telt de verlofperiode niet mee als diensttijd. Door ondertekening van het aanvraagformulier verklaart de deelnemer (de werknemer) de intentie te hebben na het verlof weer ongewijzigd de werkzaamheden te hervatten.

Appears in 2 contracts

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst Sport, www.sportwerkgever.nl

Pensioenen. In de CAO Sport is de pensioenvoorziening geregeld via de verplichtstelling van PFZW. Dit houdt in dat de werkgever een pensioen moet realiseren. Op de site van PFZW kan het pensioenreglement worden gedownload. Ten aanzien van de verplichtstelling kent het pensioenreglement van PFZW de volgende werkingssfeer: Onder werkgever in de sport wordt verstaan de rechtspersoon, werkzaam op landelijk, regionaal en/ en/of provinciaal niveau, die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk faciliteiten te verschaffen voor de sportbeoefening in de ruimste zin, dan wel deze sportbeoefening te bevorderen.In het pensioenreglement PFZW wordt onder werknemer verstaan, ieder die een arbeidsovereenkomst volgens het BW heeft met een werkgever, uitgezonderd: • de werknemers die de 15-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt en de werknemers die de pensioengerechtigde leeftijd in de zin van de Algemene ouderdomswet hebben bereikt; • de werknemers die ingevolge enige beschikking krachtens artikel 2 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioen 2000 (Stb. 2000, 628) dan wel krachtens artikel 3 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Stb. 2005, 526), zoals die beschikking luidt op de datum waarop de werknemers van de betreffende categorie van instellingen de deelneming in het fonds is verplicht gesteld, reeds verplicht zijn tot deelneming in een ander bedrijfstakpensioenfonds dan wel in een beroepspensioenregeling; • de werknemers die een dagopleiding volgen en uitsluitend gedurende hun school- en studievakanties werkzaam zijn voor een periode niet langer dan maximaal 6 weken achtereen en niet meer dan in totaal 60 dagen per kalenderjaar; • de werknemers die zijn aan te merken als directeur-grootaandeelhouder in de zin van de Pensioenwet. Uitgezonderd van het werknemersbegrip zijn in de sportsector verder: • scheidsrechters in dienst van de KNVB; • werknemers die op basis van een schriftelijke arbeidsovereenkomst met als benaming ‘arbiter’ of ‘docent’ in dienst zijn van en als zodanig werken voor een werkgever in de sport; • sporttechnisch kader in dienst van een provinciaal sportservicebureau en/ en/of diens rechtsopvolgers, dat bij een lokale vereniging te werk is gesteld; • sporters in dienst van een aangesloten sportorganisatie; • (assistent) bondscoach van het Nederlands A-elftal en Jong Oranje in dienst van de KNVB. De belastingdienst stelt in geval van onbetaald verlof als voorwaarde dat de dienstbetrekking formeel en feitelijk in stand blijft. Het verlof wordt gezien als tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden. Als het niet de bedoeling is om de werkzaamheden na afloop van het verlof weer te hervatten, is er feitelijk sprake van een beëindiging van de dienstbetrekking en telt de verlofperiode niet mee als diensttijd. Door ondertekening van het aanvraagformulier verklaart de deelnemer (de werknemer) de intentie te hebben na het verlof weer ongewijzigd de werkzaamheden te hervatten.

Appears in 1 contract

Samples: www.fnv.nl