Renterisico. De Vennootschap sluit nagenoeg al haar financiële schulden af tegen een variabele rentevoet. Om het risico van de stijging van de rentevoeten in te dekken, voert de Vennootschap een beleid dat erop gericht is de rentevoeten met betrekking tot minstens 60 % van haar financiële schulden (zowel de bestaande als de waarschijnlijke) in te dekken over een horizon van meerdere jaren. Er wordt op gewezen dat de Vennootschap bepaalde schulden aan vaste rentevoet heeft overgenomen, afkomstig van reeds bestaande investeringskredieten die verbonden waren aan vastgoedvennootschappen die door de Vennootschap verworven of geabsorbeerd werden. Dit beleid is gebaseerd op het feit dat een stijging van de nominale rentevoeten zonder gelijktijdige groei van de inflatie een verhoging van de reële rentevoeten tot gevolg heeft. Deze verhoging kan niet gecompenseerd worden door een stijging van de huurinkomsten via indexatie. Bovendien stelt men in geval van inflatiegroei een verschil in de tijd vast tussen de stijging van de nominale rentevoeten en de indexatie van de huurinkomsten. Wanneer de curve van de rentevoeten voldoende vlak is (dit wil zeggen wanneer de rentevoeten weinig variëren in functie van de renteperiode) opteert de Vennootschap voor een indekking op langere termijn, in verhouding tot haar investeringshorizon. Bij wijze van voorbeeld: in de veronderstelling dat de structuur en het niveau van de financiële schuld onveranderd blijven en er abstractie gemaakt wordt van de toepassing van de indekkingsinstrumenten, hebben simulaties aangetoond dat een gemiddelde stijging van de rentevoeten met 25 basispunten in 2016/2017 ten opzichte van de gemiddelde rentevoet van de vooruitzichten een verhoging van de financieringskosten van ongeveer 1,7 miljoen euro (op 30 juni 2017) met zich zou meebrengen. Wanneer de kenmerken van de indekkingen het toelaten, past de Vennootschap hierop “hedge accounting” toe, zoals gedefinieerd door de IAS 39-norm. De indekkingen zijn voor lange periodes afgesloten: evenwel (en conform met de marktpraktijk) voorzien de overeenkomsten die met de betrokken banken afgesloten zijn dat sommige gebeurtenissen ertoe kunnen leiden dat de indekkingen stopgezet worden of dat er zekerheden moeten worden gesteld (bijvoorbeeld in contanten) ten voordele van deze banken. De variatie van de rentecurve heeft een beperkte invloed op de toekomstige lasten van de schulden doordat minimaal 60% van de schulden ingedekt is met interest rate swaps (IRS), die de schulden met variabele rente omzetten in schulden met vaste rente, of met caps. Elke variatie van de rentecurve heeft een invloed op de reële waarde van de indekkingen in het resultaat en/of in het eigen vermogen (posten van de balans getiteld “I.C.d. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS” en “I.C.e. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS”). Bepaalde externe gebeurtenissen zouden een verhoging van de kredietmarge ten laste van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen kunnen veroorzaken, door toepassing van “increased costs” clausules die in bancaire overeenkomsten opgenomen werden. Dergelijke clausules laten de kredietverstrekkende banken toe om de kostprijs van het verstrekte krediet te verhogen ten laste van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen o.a. indien die banken door hun toezichthoudende autoriteiten onderworpen worden aan strengere solvabiliteits-, liquiditeits- of andere kapitaalvereisten.
Appears in 1 contract
Samples: Public Offering of Shares
Renterisico. De Vennootschap sluit nagenoeg Aedifica gaat bijna al haar financiële schulden af aan tegen een variabele rentevoet. Hierdoor kan zij, desgevallend, profiteren van lage rentevoeten. Om het risico van de stijging van de rentevoeten in te dekken, voert de Vennootschap Aedifica een beleid dat erop gericht is de rentevoeten met betrekking tot minstens 60 60% van haar financiële schulden (zowel de bestaande als de waarschijnlijke) in te dekken over een horizon van meerdere jaren. Er wordt op gewezen dat de Vennootschap bepaalde schulden aan vaste rentevoet heeft overgenomen, afkomstig van reeds bestaande investeringskredieten die verbonden waren aan vastgoedvennootschappen vastgoedvennootschapen die door de Vennootschap verworven of geabsorbeerd werden. Dit beleid is gebaseerd op het feit dat een stijging van de nominale rentevoeten zonder gelijktijdige groei van de inflatie een verhoging van de reële rentevoeten tot gevolg heeft. Deze verhoging kan niet gecompenseerd worden door een stijging van de huurinkomsten via indexatie. Bovendien stelt men in geval van inflatiegroei een verschil in de tijd vast tussen de stijging van de nominale rentevoeten en de indexatie van de huurinkomsten. Wanneer de curve van de rentevoeten voldoende vlak is (dit wil zeggen wanneer de rentevoeten weinig variëren in functie van de renteperiode) opteert de Vennootschap Aedifica voor een indekking op langere termijn, in verhouding tot haar investeringshorizon. Bij wijze van voorbeeld: in de veronderstelling dat de structuur en het niveau van de financiële schuld onveranderd blijven en er abstractie gemaakt wordt van de toepassing van de indekkingsinstrumenten, hebben simulaties aangetoond dat een gemiddelde stijging van de rentevoeten met 25 100 basispunten in 2016/2017 2017/2018 ten opzichte van de gemiddelde rentevoet van de vooruitzichten een verhoging van de financieringskosten van ongeveer 1,7 7,2 miljoen euro € (op 30 juni 20172018) met zich zou meebrengen. Als er rekening gehouden wordt met de huidige indekkingsinstrumenten, dan zou de stijging van de financieringskosten slechts 2,1 miljoen € bedragen. Om het renterisico te beheren heeft Aedifica dus voor indekkingen gezorgd (interest rate swaps en caps). Alle indekkingen worden afgesloten met onbesproken tegenpartijen en met betrekking tot bestaande of zeer waarschijnlijke risico’s. Wanneer de kenmerken van de indekkingen het toelaten, past de Vennootschap Aedifica hierop “hedge accounting” toe, zoals gedefinieerd door de IAS 39-norm. De analyse van de indekkingen wordt verstrekt in het geconsolideerde beheersverslag en in de geconsolideerde jaarrekening (toelichting 33 van de geconsolideerde jaarrekening in het Jaarlijks Financieel Verslag 2016-2017). De indekkingen zijn voor lange periodes afgesloten: evenwel (en conform met de marktpraktijk) voorzien bepalen de overeenkomsten die met de betrokken banken afgesloten gesloten zijn dat sommige gebeurtenissen ertoe kunnen leiden dat de indekkingen stopgezet worden of dat er zekerheden gesteld moeten worden gesteld (bijvoorbeeld in contanten) ten voordele van deze banken. De variatie van de rentecurve heeft een beperkte invloed op de toekomstige lasten van de schulden schulden, doordat minimaal 60% van de schulden ingedekt is met interest rate swaps (IRS), die de schulden met variabele rente omzetten in schulden met vaste rente, of met caps. Elke variatie van de rentecurve heeft een invloed op de reële waarde van de indekkingen in het resultaat en/of in het eigen vermogen (posten van de balans getiteld “I.C.d. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS” en “I.C.e. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS”). Een sensibiliteitsanalyse wordt gegeven in toelichting 33 van de geconsolideerde jaarrekening in het Jaarlijks Financieel Verslag 2016-2017. Bepaalde externe gebeurtenissen zouden een verhoging van de kredietmarge ten laste van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen Groep kunnen veroorzaken, door toepassing van “increased costs” clausules die in bancaire overeenkomsten opgenomen werden. Dergelijke clausules laten de kredietverstrekkende banken toe om de kostprijs van het verstrekte krediet te verhogen ten laste van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen dochtervennootschappen, o.a. indien die banken door hun toezichthoudende autoriteiten onderworpen worden aan strengere solvabiliteits-, liquiditeits- of andere kapitaalvereisten. Er wordt echter op gewezen dat in de loop van de crisissen die sinds 2007 de financiële wereld klappen hebben toegediend, geen enkele bank ooit een van die clausules heeft ingeroepen ten opzichte van de Groep.
Appears in 1 contract
Samples: Registratiedocument
Renterisico. De Vennootschap sluit nagenoeg al haar financiële schulden af tegen Het Fonds dient de verplichtingen conform de Pensioenwet te waarderen op de rekenrente zoals deze wordt gepubliceerd door toezichthouder DNB. Hierdoor wordt standaard een variabele rentevoetrenterisico voor het Fonds geïntroduceerd, waarbij een stijgende rekenrente de verplichtingen in waarde laat dalen, hetgeen gunstig is voor de dekkingsgraad, en omgekeerd. Om het risico Daar staat tegenover dat de bezittingen in de vorm van vastrentende waarden en renteswaps in principe omgekeerd in waarde meebewegen. Een rentestijging leidt tot een waardevermindering van de stijging obligatieportefeuille. Hierdoor is de dekkingsgraad erg gevoelig voor renteschommelingen en vindt het Fonds het matchen van het renterisico zeer belangrijk. Het bestuur monitort na afloop van ieder kwartaal de matching van het renterisico met behulp van onder andere rente- en volatiliteitsscenario's. Hierbij richt het bestuur zich op de marktwaarde dekkingsgraad bij handhaving van het rente-afdekkingsbeleid. Met de fiduciair manager én de LDI- beheerder is een nauwe bandbreedte (+/- 2,5 procent) afgesproken waarbinnen het rente- afdekkingspercentage ex-ante mag bewegen. Op basis van de rentevoeten in te dekken, voert de Vennootschap een beleid dat erop gericht is de rentevoeten met betrekking tot minstens 60 % van haar financiële schulden (zowel de bestaande als de waarschijnlijke) in te dekken over een horizon van meerdere jaren. Er wordt op gewezen dat de Vennootschap bepaalde schulden aan vaste rentevoet heeft overgenomen, afkomstig van reeds bestaande investeringskredieten die verbonden waren aan vastgoedvennootschappen die door de Vennootschap verworven of geabsorbeerd werden. Dit beleid is gebaseerd op het feit dat een stijging uitkomsten van de nominale rentevoeten zonder gelijktijdige groei van de inflatie een verhoging van de reële rentevoeten tot gevolg heeft. Deze verhoging kan niet gecompenseerd worden door een stijging van de huurinkomsten via indexatie. Bovendien stelt men ALM-studie in geval van inflatiegroei een verschil in de tijd vast tussen de stijging van de nominale rentevoeten en de indexatie van de huurinkomsten. Wanneer de curve van de rentevoeten voldoende vlak 2020, is (dit wil zeggen wanneer de rentevoeten weinig variëren in functie van de renteperiode) opteert de Vennootschap voor een indekking op langere termijn, in verhouding tot haar investeringshorizon. Bij wijze van voorbeeld: in de veronderstelling dat de structuur en besloten het niveau van de financiële schuld onveranderd blijven en er abstractie gemaakt wordt renteafdekking bij herstel van de toepassing dekkingsgraad boven de 105 procent niet opnieuw af te bouwen. Hierdoor blijft de mate van de indekkingsinstrumenten, hebben simulaties aangetoond renteafdekking bij een 20-jaars rente tot 1,5 procent en een dekkingsgraad van meer dan 105 procent vooralsnog 60 procent. In 2021 is nader gekeken naar het curverisico dat een gemiddelde stijging het Fonds loopt ten aanzien van de rentevoeten met 25 basispunten in 2016/2017 ten opzichte renteafdekking. Tot herziening van het curvebeleid werden curveposities voor de gemiddelde rentevoet van korte looptijden meer afgedekt dan de vooruitzichten een verhoging van norm en op langere looptijden minder afgedekt dan de financieringskosten van ongeveer 1,7 miljoen euro (op 30 juni 2017) met zich zou meebrengen. Wanneer de kenmerken van de indekkingen het toelaten, past de Vennootschap hierop “hedge accounting” toe, zoals gedefinieerd door de IAS 39-norm. De indekkingen zijn In december 2021 heeft het bestuur een nieuw curvebeleid vastgesteld, waarmee het curverisico voor lange periodes afgesloten: evenwel (en conform alle looptijden voor een gelijk niveau wordt gemitigeerd. Hiermee wordt de mismatch met de marktpraktijk) voorzien de overeenkomsten die met de betrokken banken afgesloten zijn dat sommige gebeurtenissen ertoe kunnen leiden dat de indekkingen stopgezet worden of dat er zekerheden moeten worden gesteld (bijvoorbeeld in contanten) ten voordele van deze banken. De variatie van de rentecurve heeft betrekking tot een beperkte invloed op de toekomstige lasten van de schulden doordat minimaal 60% van de schulden ingedekt is met interest rate swaps (IRS), die de schulden met variabele rente omzetten in schulden met vaste rente, of met caps. Elke variatie van de rentecurve heeft een invloed op de reële waarde van de indekkingen in het resultaat en/of in het eigen vermogen (posten van de balans getiteld “I.C.d. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS” en “I.C.e. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS”). Bepaalde externe gebeurtenissen zouden een verhoging van de kredietmarge ten laste van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen kunnen veroorzaken, door toepassing van “increased costs” clausules die in bancaire overeenkomsten opgenomen werden. Dergelijke clausules laten de kredietverstrekkende banken toe om de kostprijs van het verstrekte krediet te verhogen ten laste van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen o.a. indien die banken door hun toezichthoudende autoriteiten onderworpen worden aan strengere solvabiliteits-, liquiditeits- of andere kapitaalvereistenniet-parallelle renteschok gemitigeerd.
Appears in 1 contract
Samples: Pension Fund Agreement
Renterisico. De Vennootschap sluit nagenoeg al het grootste gedeelte van haar financiële finan- ciële schulden af tegen een variabele rentevoet. Hierdoor kan zij desgevallend profiteren van lage rentevoeten. Om het risico van de stijging van de rentevoeten in te dekken, voert de Vennootschap een beleid dat erop gericht is de rentevoeten met betrekking tot minstens 60 om het renterisico voor ongeveer 75% van haar de financiële schulden (zowel de bestaande als de waarschijnlijke) in schul- den af te dekken over voor een horizon periode van meerdere jaren. Er wordt op gewezen dat de Vennootschap bepaalde schulden aan vaste rentevoet heeft overgenomen, afkomstig van reeds bestaande investeringskredieten die verbonden waren aan vastgoedvennootschappen die door de Vennootschap verworven of geabsorbeerd werden. Dit beleid is gebaseerd op het feit dat 5 jaar en 50% voor een stijging periode van de nominale rentevoeten zonder gelijktijdige groei daaropvolgende 5 jaar. Het beleid be- staat er verder in om rekening houdend met de afdekkin- gen een zo optimale financieringskost te bereiken. Bijgevolg kan er tijdelijk van de inflatie een verhoging dit beleid afgeweken worden of kunnen er tijdelijk relatief meer vastrentende kredieten opgenomen worden. Het veiligstellen van de reële rentevoeten tot gevolg heeft. Deze verhoging kan niet gecompenseerd worden door een stijging het risico van de huurinkomsten via indexatie. Bovendien stelt men in geval van inflatiegroei een verschil in de tijd vast tussen de stijging van de nominale rentevoeten en de indexatie rente- voeten bij variabele rente kredieten gebeurt door het aan- gaan van de huurinkomsten. Wanneer de curve van de rentevoeten voldoende vlak is (dit wil zeggen wanneer de rentevoeten weinig variëren in functie van de renteperiode) opteert de Vennootschap voor een indekking op langere termijn, in verhouding tot haar investeringshorizon. Bij wijze van voorbeeld: in de veronderstelling dat de structuur en het niveau van de afgeleide financiële schuld onveranderd blijven en er abstractie gemaakt wordt van de toepassing van de indekkingsinstrumenten, hebben simulaties aangetoond dat een gemiddelde stijging van de rentevoeten met 25 basispunten in 2016/2017 ten opzichte van de gemiddelde rentevoet van de vooruitzichten een verhoging van de financieringskosten van ongeveer 1,7 miljoen euro (op 30 juni 2017) met zich zou meebrengen. Wanneer de kenmerken van de indekkingen het toelaten, past de Vennootschap hierop “hedge accounting” toe, instrumenten zoals gedefinieerd door de IAS 39-norm. De indekkingen zijn voor lange periodes afgesloten: evenwel (en conform met de marktpraktijk) voorzien de overeenkomsten die met de betrokken banken afgesloten zijn dat sommige gebeurtenissen ertoe kunnen leiden dat de indekkingen stopgezet worden of dat er zekerheden moeten worden gesteld (bijvoorbeeld in contanten) ten voordele van deze banken. De variatie van de rentecurve heeft een beperkte invloed op de toekomstige lasten van de schulden doordat minimaal 60% van de schulden ingedekt is met interest rate swaps (IRS), die een product waarbij de schulden met Vennootschap de varia- bele rente inruilt tegen een vaste rente) of interest rate caps (een product waarbij de Vennootschap een bepaalde rente afspreekt waarboven de variabele rente omzetten in schulden met vaste rente, of met capsniet kan toenemen). Elke variatie van de rentecurve heeft een invloed op de Dergelijke financiële instrumenten worden gewaardeerd te- gen reële waarde. De reële waarde schommelingen geven aanleiding tot een hogere variabiliteit van de indekkingen in het resultaat en/of in netto resul- taat en het eigen vermogen (posten vermogen, alsook de intrinsieke waarde en kunnen aldus bij dalende rentevoeten hierop een negatief effect hebben. Daarnaast kan dit bij een daling van die ren- tevoeten ook aanleiding geven tot een relatief hogere finan- cieringskost ingevolge de balans getiteld “I.C.d. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS” en “I.C.e. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS”). Bepaalde externe gebeurtenissen zouden een verhoging van de kredietmarge ten laste van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen kunnen veroorzaken, door toepassing van “increased costs” clausules die in bancaire overeenkomsten opgenomen werden. Dergelijke clausules laten de kredietverstrekkende banken toe om de kostprijs van het verstrekte krediet te verhogen ten laste van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen o.a. indien die banken door hun toezichthoudende autoriteiten onderworpen worden aan strengere solvabiliteits-, liquiditeits- of andere kapitaalvereistengekozen financiële instrumenten.
Appears in 1 contract
Samples: Verrichtingsnota Voor De Openbare Aanbieding Tot Inschrijving Op Nieuwe Aandelen