Financiële risico’s. 1.4.1 Risico’s verbonden aan de stijgende rentevoeten en schommelingen van de reële waarde van de afdekkingsinstrumenten
Financiële risico’s. De Groep heeft, in de gewone loop van haar activiteiten, toegang nodig tot aanzienlijke hoeveelheden kapitaal voor de verwerving, ontwikkeling, inrichting en onderhoud van vastgoed. De Groep heeft tot op heden haar kapitaaluitgaven vooral gefinancierd door middel van haar operationele kasstromen en een brede waaier aan schuldfaciliteiten en effectenemissies. Als gevolg hiervan is de Groep onder andere blootgesteld aan de volgende financiële risicofactoren, die een aanzienlijke negatieve impact kunnen hebben op de activiteiten, de bedrijfsresultaten, de rentabiliteit, de financiële toestand en de vooruitzichten van de Groep: • Tegenpartijrisico: wijzigingen in de kredietkwaliteit en de insolventie van de financiële partners van de Groep, kunnen de Groep blootstellen aan de wanprestatie van één van haar financiële tegenpartijen. In dit kader kan de Groep (i) een verlies van deposito’s lijden, (ii) onderworpen zijn aan de opzegging van bestaande kredietfaciliteiten of aan de kosten verbonden aan het herstructureren van de kredietfaciliteiten wanneer deze worden overgenomen door andere financiële instellingen en aan een risico op hogere lasten voor nieuwe kredietafspraken, en/of (iii) het voordeel verliezen van hedgingovereenkomsten die worden afgesloten met financiële tegenpartijen. • Liquiditeitsrisico’s: de strategie van de Emittent hangt in hoge mate af van haar vermogen om financiële middelen op te halen, in de vorm van vreemd vermogen of eigen vermogen, teneinde in staat te zijn haar aanhoudende activiteiten en investeringen te financieren. Er kunnen zich uiteenlopende ongunstige scenario’s (zoals verstoringen van de internationale financiële schuld- en aandelenkapitaalmarkten, een vermindering van de kredietverleningscapaciteiten van banken, een verslechtering van de kredietwaardigheid van de Groep, een negatieve perceptie van beleggers ten aanzien van vastgoedvennootschappen) ontwikkelen die elk op hun beurt zouden kunnen leiden tot het niet-beschikbaar zijn van financiering of een tekort aan financieringsopties. Elk van deze gebeurtenissen zou ertoe kunnen leiden dat de Groep problemen ervaart om onder haar bestaande of nieuwe kredietfaciliteiten of binnen de aandelenkapitaalmarkten toegang te krijgen tot financiering. Als gevolg hiervan is het mogelijk dat de Groep (i) niet in staat is haar financiële verplichtingen na te komen, met inbegrip van interestbetalingen, terugbetalingen van leningen of obligaties, operationele uitgaven of ontwikkelingskost...
Financiële risico’s. Blootstelling aan rente-, liquiditeits- en kredietrisico’s kunnen in de normale bedrijfsuitoefening van Montea ontstaan. Montea analyseert en herziet elk risico en definieert hierbij de strategieën om de economische impact op de prestaties van de Vennootschap te beheersen. De resultaten van deze analyses en voorgestelde strategieën worden op regelmatige basis herzien en goedgekeurd door de raad van bestuur van de Statutaire Xxxxxxxxxxx.
Financiële risico’s. Risico’s verbonden aan debiteuren - Kredietrisico
Financiële risico’s. (1) De Emittent is afhankelijk van de uitkeringen ontvangen van haar dochtervennootschappen, joint ventures en geassocieerde vennootschappen, die een impact hebben op haar inkomsten en reorganisaties van de bestaande groepsstructuur kunnen een verdere impact hebben op deze inkomsten van de Emittent, wat haar vermogen om haar verplichtingen onder de Obligaties na te komen kan aantasten
Financiële risico’s. (1) Het niveau van de uitstaande financiële schuld van de volledig geconsolideerde entiteiten van de Colruyt Group en hun vermogen om verdere schulden of effecten uit te geven of bijkomende fondsen te lenen, kunnen een invloed hebben op het vermogen van de Emittent om diens verplichtingen onder de Obligaties na te komen.
(2) Wijzigingen in rentevoeten kunnen een invloed hebben op de financiële positie van de Colruyt Group, in het bijzonder wat betreft mogelijke toekomstige financieringsovereenkomsten aangegaan tegen variabele rentevoeten.
(3) De Colruyt Group is blootgesteld aan een liquiditeitsrisico dat diens bedrijfsactiviteiten en financiële prestaties kan beïnvloeden.
(4) De Colruyt Group is blootgesteld aan kredietrisico’s met betrekking tot uitstaande vorderingen ten opzichte van diens klanten en is bijgevolg onderworpen aan het risico dat deze niet in staat zal zijn alle of een aanzienlijk deel van de uitstaande vorderingen te innen.
Financiële risico’s. 1. De berekening van de risicobijdrage is gebaseerd op de NARIS-systematiek.
2. De partnergemeente betaalt vanaf 1 januari 2023 een jaarlijkse vaste risicobijdrage aan de centrumgemeente voor het afdekken van risico's. De risicobijdrage bedraagt 2,6%2 van de in dat jaar vastgestelde lumpsum en geldt gedurende de looptijd van de dienstverleningsovereenkomst. De risicobijdrage komt niet in aanmerking voor verrekening tussen gemeenten.
3. Gemeenten kunnen in onderling overleg afwijken van hetgeen is bepaald in het eerste of tweede lid. Een afwijkende afspraak over de hoogte van de risicobijdrage wordt uiterlijk gemaakt op 30 april van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de afwijkende afspraken gaan gelden.
4. Indien zich, gedurende de transitiefase, substantiële en onvoorzienbare financiële risico's voordoen, treden gemeenten met elkaar in overleg over een redelijke verdeling van de financiële gevolgen van deze risico's.
Financiële risico’s. 1.1.3.1 Risico’s verbonden aan de insolvabiliteit van de financiële of bancaire tegenpartijen (tegenpartij-risico)
1.1.3.2 Risico’s verbonden aan het niet beschikbaar zijn van financiering of gewenste looptijd van de financiering (liquiditeitsrisico) en opdroging van de commercial paper markt
1.1.3.3 Risico’s verbonden aan het tekort aan werkkapitaal
1.1.3.4 Risico’s verbonden aan de combinatie van nadelige rentebewegingen, verhoogde risicopremie op de aandelenmarkten en aan de stijging van de bancaire marge (kost van het kapitaal)
1.1.3.5 Risico’s verbonden aan de schuldgraad van de Vennootschap en contractuele convenanten in financieringsovereenkomsten
(i) dergelijke schulden vervroegd te doen terugbetalen alsook andere schulden waarop een bepaling betreffende “cross default” of “cross acceleration” van toepassing is, (ii) alle daaronder uitstaande ontleningen opeisbaar te verklaren en/of (iii) niet-opgenomen verbintenissen te annuleren. Hoewel, op basis van de informatie in haar bezit, de Vennootschap op Datum van dit Prospectus geen kennis heeft van elementen die erop zouden wijzen dat één of meer van deze convenanten en/of wettelijke financiële parameters niet zouden kunnen worden nageleefd, kan het risico van niet-nakoming ervan evenmin worden uitgesloten, hetgeen een significante negatieve impact zou hebben op de activiteiten, resultaten, rendement, financiële positie en vooruitzichten van de Vennootschap, alsook mogelijks zou kunnen leiden tot het verlies van het GVV-statuut van de Vennootschap.
1.1.3.6 Risico op afwijking van de financiële resultaten van het vooropgestelde budget en wettelijke vereisten
1.1.3.7 Risico op reële waarde-schommelingen van afgeleide financiële instrumenten of een relatieve hogere financieringskost ingevolge gekozen indekkingen bij daling van rentevoeten
1.1.3.8 Risico’s verbonden aan de beperkte uitkeerbaarheid van dividenden
Financiële risico’s. 1.2.4.1 Risico’s met betrekking tot financieringsovereenkomsten (inclusief naleving van convenanten en risico op vervroegde terugbetalingen) – liquiditeit
1.2.4.2 Risico’s verbonden aan de stijgende rentevoeten, waardoor financiering met vreemd vermogen duurder wordt, en schommelingen van de reële waarde van de afdekkingsinstrumenten
1.2.4.3 Risico’s verbonden aan inflatie en stijgende energieprijzen, die de financiering met vreemd vermogen duurder kunnen maken en een negatieve invloed kunnen hebben op de Reële Waarde van het Vastgoed en op de meeste prestatie-indicatoren van de Doelvennootschappen
1.2.4.4 Risico’s verbonden aan wisselkoersen, wat in het geval van schommelingen kan leiden tot een waardevermindering van de Reële Waarde van het Vastgoed, uitgedrukt in euro
1 Bron: Browsergegevens van Eurostat voor elektriciteitsprijzen voor niet-huishoudelijke verbruikers - halfjaarlijkse gegevens (vanaf 2007). dan de euro (met inbegrip van Poolse złoty, Deense kroon en Zweedse kroon). Er moet op worden gewezen dat Denemarken sinds 1982 een vast wisselkoersbeleid voert, eerst ten opzichte van de Duitse mark en vervolgens ten opzichte van de euro in het kader van het Europees Wisselkoersmechanisme. Dit zorgt ervoor dat de wisselkoersschommelingen tussen de Deense kroon en de euro binnen een marge van 2,25% blijven (d.w.z. binnen een marge van 762,824 Deense kroon per 100 euro en 729,252 Deense kroon per 100 euro). Het risico in verband met wisselkoersschommelingen is derhalve materieel beperkt tot de Poolse złoty en de Zweedse kroon. In het geval van schommelingen in de wisselkoers tussen de euro en dergelijke vreemde valuta, zou dit kunnen leiden tot een waardevermindering van de Reële Waarde van het Vastgoed en andere Poolse en Zweedse activa van de Doelvennootschappen, uitgedrukt in euro. Het kan zijn dat het niet mogelijk is om zich tegen een dergelijk wisselkoersrisico in te dekken. De onderstaande tabel beschrijft deze risico’s samen met de impact van een wijziging van 1% in de relevante wisselkoers ten opzichte van de euro. De geannualiseerde volatiliteit van de DKK en de PLN ten opzichte van de EUR voor 2021 bedraagt respectievelijk 1,01% en 5,3%. Vastgoedvennootschap Functionele valuta Niet in EUR uitgedrukte nettovermogens- waarde (IFRS) Effect van wijziging van 1% in EUR ST Katowice Krasińskiego SP. z o.o. PLN - 18.779.159 40.447 ST Łódź Rewolucji 1905 SP. z o.o. PLN - 5.987.041 12.895 ST Łódź Rembielińskiego SP. z o.o. PLN - 3.282.520 71.685 ST Sk...
Financiële risico’s. De middelen van het Rijk zullen door middel van een Specifieke Uitkering beschikbaar worden gesteld aan de Provincie Zeeland. De provincie Zeeland is verantwoordelijk voor het voeren van de financiële administratie en het afleggen van verantwoording hierover zoals geregeld in de Financiële- verhoudingswet, artikel 17a. Dit brengt met zich mee dat de provincie Zeeland jaarlijks moet verantwoorden via het systeem van Single information, single audit (Sisa). Zeeland is als ontvanger gehouden om over het geheel via Sisa te verantwoorden aan het Rijk, maar de uitvoering is decentraal belegd (bij een andere provincie en gemeenten). Het risico bestaat, dat de wijze waarop decentraal wordt verantwoord knelpunten oplevert voor de centrale, algehele verantwoording door Zeeland. Over de onderlinge verantwoording worden tussen provincies en gemeenten afspraken gemaakt in de RAL. In het ergste geval kan XxxX geld terugvorderen van de Samenwerkingsregio Zuidwest. Hierover moeten goede afspraken worden gemaakt in de nog te sluiten overeenkomst met de provincie Zeeland. In de nu voorliggende Samenwerkingsovereenkomst met het Rijk is opgenomen dat voordat IenW een verrekening overweegt, de Samenwerkingsregio Zuidwest en IenW in overleg treden.