Ruilvoet Voorbeeldclausules

Ruilvoet. De ruilvoet van een arbeidsvoorwaarde wordt bepaald op basis van het feitelijk salaris per uur dan wel het feitelijk inkomen per uur (zie definities in artikel 1.2.4.).
Ruilvoet. Indien gekozen wordt de hoogte van het ouderdomspensioen te variëren, wordt het ouderdomspensioen in de eerste uitkeringsperiode respectievelijk in de tweede uitkeringsperiode, vastgesteld door het ouderdomspensioen op de pensioendatum te vermenigvuldigen met het percentage in de tabel in de bijlage 2A of 2B dat overeenkomt met de leeftijd aan het einde van de eerste uitkeringsperiode. Indien deze eindleeftijd niet valt in de maand waarin de in de eerste kolom genoemde leeftijd is bereikt, wordt als ruilvoet een afwijkend percentage aangehouden dat overeenkomt met deze eindleeftijd in maanden.
Ruilvoet. Indien gekozen wordt partnerpensioen geheel of gedeeltelijk uit te ruilen in een ouderdomspensioen, wordt het op de pensioendatum geldende ouderdomspensioen verhoogd met een bedrag. Dat bedrag is gelijk aan het uit te ruilen deel van het partnerpensioen vermenigvuldigd met het percentage in de tabel in de bijlage 2A of 2B dat overeenkomt met de leeftijd van de (gewezen) deelnemer op de pensioendatum. Indien de pensioendatum niet valt in de maand waarin de desbetreffende leeftijd is bereikt, wordt als ruilvoet een afwijkend percentage aangehouden dat overeenkomt met de leeftijd van betrokkene op de pensioendatum in maanden nauwkeurig.
Ruilvoet. 1. De waarde van één uur bedraagt in het kader van PBO Flex 0,0575% van het jaarsalaris verhoogd met de vaste maandelijkse toeslagen.
Ruilvoet. 1. De waarde van één uur bedraagt in het kader van SER Flex 0,0575% van het jaarsalaris verhoogd met de vaste maandelijkse toeslagen.
Ruilvoet. Indien gekozen wordt partnerpensioen geheel of gedeeltelijk uit te ruilen in ouderdomspensioen, wordt het op de pensioeningangsdatum geldende ouderdomspensioen verhoogd met een percentage van het uitgeruilde partnerpensioen, als opgenomen in de tabel in Bijlage 1.
Ruilvoet. Indien gekozen wordt partnerpensioen geheel of gedeeltelijk uit te ruilen in een ouderdomspensioen, wordt het op de pensioneringsdatum geldende ouderdomspensioen verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan het uit te ruilen deel van het partnerpensioen vermenigvuldigd met het percentage in de tabel in de bijlage dat overeenkomt met de leeftijd van de (gewezen) deelnemer op de pensioneringsdatum. Indien de pensioneringsdatum niet valt in de maand waarin de desbetreffende leeftijd is bereikt, wordt als ruilvoet een afwijkend percentage aangehouden dat overeenkomt met de leeftijd van betrokkene op de pensioneringsdatum in maanden nauwkeurig.
Ruilvoet. De verhouding tussen het uit te ruilen en het in te kopen pensioen.
Ruilvoet. Gekozen ingangsleeftijd 8 0,6746 57 7 0,7058 58 6 0,7393 59 5 0,7751 60 4 0,8136 61 3 0,8551 62 2 0,8997 63 1 0,9480 64 Tarief ruilvoet uitstel Onderstaande factoren gelden vanaf 1 januari 2023 Aantal jaren dat het 1 1,0569 66 2 1,1199 67 3 1,1896 68 4 1,1957 68 1/12 Ruilvoet Gekozen ingangsleeftijd B I J L A G E I I I Tarief ruilvoet voor extra aanspraken op partnerpensioen Onderstaande factoren gelden vanaf 1 januari 2023 Leeftijd Aankoopfactor nabestaandenpensioen per € 1,00 ouderdomspensioen 21 3,9378 22 3,9022 23 3,8680
Ruilvoet. Xxxxxxxx