Stakeholders Voorbeeldclausules

Stakeholders. Het bedrijfsleven is en wordt betrokken bij de uitwerking van de maatregelen, pilots, een kennisagenda en de door- ontwikkeling van het beleid. Daarbij is de nadrukkelijke wens geuit om het luchtkwaliteitsbeleid in context van aanpalende beleidsdossiers te bespreken.
Stakeholders. Bij de uitwerking van de maatregelen en pilots worden externe stakeholders nauw betrokken. Enerzijds gaat het om het bedrijfsleven uit de kachelbranche en mogelijke emissiereducerende technieken, en anderzijds om vertegenwoordigers van mensen die de gezondheids- effecten ondervinden. Daarnaast is veel kennis aanwezig bij Omgevingsdiensten, GGD GHOR en kennisinstellingen.
Stakeholders. Nr. Vraag Antwoord Bronnen en overige informatie
Stakeholders. Bij de uitwerking van de maatregelen en pilots worden externe stakeholders nauw betrokken. Enerzijds gaat het om het bedrijfsleven (de kachelbranche) anderzijds om niet- gouvernementele organisaties (NGO’s) die mensen verte- genwoordigen die gezondheidseffecten ondervinden van houtstook. Daarnaast worden (naast gemeenten en provin- cies) omgevingsdiensten, GGD GHOR en kennisinstellingen betrokken, omdat zij veel kennis in huis hebben.
Stakeholders. Bij de uitwerking van de maatregelen en pilots worden
Stakeholders. De actoren die in bovenstaande tabel zijn weergegeven zijn uiteraard ook directe stakeholders die belang hebben bij voedselbossen in stedelijke gebieden. Maar, naast bovengenoemde actoren zijn er nog tal van andere stakeholders. Het onderscheid tussen de actoren en de stakeholders is dat de stakeholders niet direct betrokken worden in het netwerk dat de voedselparken daadwerkelijk gaat realiseren op landelijk niveau. Dat betekent echter niet dat de behoeftes en wensen van deze partijen niet in acht genomen dienen te worden tijdens het proces. In tegendeel, het is de taak van het netwerk om de voedselbossen zo te ontwikkelen dat elke stakeholder er baat bij heeft. Deze stakeholders zullen namelijk de grootste gebruikers van het voedselpark zijn en moeten uiteindelijk het voortbestaan hiervan garanderen. De overige stakeholders zijn weergegeven in onderstaande tabel. Buurtvereniging - Ontmoetingsplek - Diverse en educatieve speelplek voor kinderen - Verhoging sociale cohesie - Verhoging gevoel veiligheid - Verse groenten, fruit, noten en kruiden gedurende 9 maanden per jaar Lokale Basisschool - Recreatiemogelijkheden kinderen - Educatiemogelijkheden omtrent natuur en voeding Zorginstellingen - Park als groene interventie geïntegreerd in protocol - Ontspanningsmogelijkheden voor patiënten én personeel Sportverenigingen - Extra Locatie voor sport en spel - Voor yoga: ontspannende locatie voor buitenyoga in de zomer Natuurorganisaties - Vergroting biodiversiteit in de stad - Toename in natuur en verbinding tussen mens en natuur Omwonenden - Verhoging waarde huizen - Verhoging woonplezier - Verhoging kwaliteit van leven
Stakeholders. De Code vraagt vennootschappen te rapporteren over de belangen van stakeholders en hoe zij met verschillende stakeholderbelangen omgaan, ook in relatie tot de strategie en de visie op lange termijn waardecreatie (zie principe 1.1, bepaling 1.1.1.v en principe 2.4). 95 procent van de AEX-vennootschappen relateert de strategie aan de belan- gen van stakeholders. Bij AMX- en AScX-vennootschappen is dit respectievelijk 86 en 80 procent. Bij buitenlandse vennootschappen is dit slechts 37 procent en bij lokale vennootschappen zelfs maar 13 procent. Vennootschappen noemen hier bijvoorbeeld wat de relevantie van de stakeholders voor de vennootschap is, wat de verwachtingen en belangen van die stakeholders zijn en hoe dat doorwerkt in de strategie.
Stakeholders. Beschrijf welke andere stakeholders – zoals zorgverzekeraars/zorgkantoren, banken en regionale en lokale overheden - bij de concentratie zijn betrokken en wat hun relatie is tot de betrokken zorgaanbieder(s). Per 1 januari 2015 is de functie ambulante begeleiding overgegaan van de AWBZ naar de Wmo. De stakeholders zijn daarmee de gemeenten waarin de betreffende cliënten wonen. Zoals gezegd betreft het een kleine groep van 28 cliënten verspreid over bijna evenveel gemeenten. Voor de betreffende gemeenten maken deze cliënten een zeer klein onderdeel uit van de vele duizenden “nieuwe” cliënten die op dit moment overgeheveld worden van AWBZ naar Wmo. Deze omstandigheden maken dat het op dit moment niet mogelijk is om met deze stakeholders in overleg te treden over de concentratie. GGMD is partij bij de VNG-raamovereenkomst. In die zin is de VNG een aparte stakeholder. Met de raamovereenkomst zijn afspraken gemaakt over de inhoud van de begeleiding, niet over de aantallen cliënten waaraan de begeleiding wordt geleverd. Er is geen overleg geweest met de VNG.
Stakeholders. 1. De statutaire directie bepaalt en legt vast wie als belanghebbende partijen worden beschouwd en onderhoudt contact met hen. De statutaire directie bepaalt vervolgens wie van het DT met welke personen/gremia contact onderhoudt. De statutaire directie gaat periodiek na of het DT respectievelijk de diverse leden van het DT met alle relevante belanghebbenden in gesprek is. 2. Het overleg met de lokale huurdersorganisatie wordt gevoerd door de directeur van de betreffende regio. De voorzitter statutaire directie voert het overleg met de ondernemingsraad en het overleg met HBVA. De wijze waarop het huurdersoverleg plaatsvindt is uiteengezet in een samenwerkingsovereenkomst. 3. De statutaire directie schept randvoorwaarden om te komen tot een sterke en professionele lokale huurdersorganisaties en de centrale huurdersorganisatie. 4. De statutaire directie respecteert de rol van de gemeenten, voert daarmee overleg, en besluit tot het maken van prestatieafspraken over de bijdrage die de stichting levert aan de uitvoering van het in de betrokken gemeenten geldende volkshuisvestingsbeleid. 5. Overige als belanghebbend beschouwde partijen worden actief betrokken bij (de vormgeving van) het beleid van de stichting en de behaalde prestaties. De statutaire directie publiceert in het jaarverslag door wie en hoe met de belanghebbenden overleg is gevoerd. 6. De statutaire directie treedt ten minste eenmaal per jaar in overleg met de raad van commissarissen over de omgang met, en de participatie en invloed van belanghebbenden. 7. In het jaarverslag wordt aan de onderwerpen als bedoeld onder lid 1 tot en met 6 van dit artikel ruim aandacht besteed. 8. De statutaire directie informeert de raad van commissarissen over de relevante onderwerpen die aan de orde zijn geweest tijdens het overleg met HBVA en de ondernemingsraad.
Stakeholders. Stakeholderanalyse & Communicatieplan PDF Communicatieplan Afgerond SRA nvt