Studenten & scholieren en vakantiekrachten Voorbeeldclausules

Studenten & scholieren en vakantiekrachten. 1. In deze cao wordt vanaf 1 juli 2010 verstaan onder: a. student of scholier: degene die in het lopend schooljaar (1 augustus – 31 juli) dag- onderwijs volgt of dit gedurende een gedeelte ervan heeft gedaan; BBL-ers vallen hier niet onder. b. vakantiekracht: degene die uitsluitend tijdens schoolvakanties in dienstbetrekking arbeid verricht. c. schoolvakanties: vakanties per regio voor het basis- en voortgezet onderwijs volgens opgave van het Ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap. 2. Studenten en scholieren, vakantiekrachten niet zijnde de gelegenheidswerkers als bedoeld in artikel 9, kunnen worden beloond volgens het voor hen geldende wettelijk minimum (jeugd)loon. Zie bijlage V sub J. 3. Vakantiedagen en vakantiegeld worden bij het einde van de dienstbetrekking of bij iedere loonbetaling afgerekend. 4. Voor dienstverbanden aangegaan voor 1 juli 2010 leidt het bovenstaande niet tot een salarisachteruitgang.
Studenten & scholieren en vakantiekrachten. 1. De cao verstaat onder: a. student of scholier: degene die in het lopend schooljaar (1 augustus- 31 juli) dagonderwijs volgt of dit gedurende een gedeelte ervan heeft gedaan; BBL-ers vallen hier niet onder. b. vakantiekracht: degene die uitsluitend tijdens schoolvakanties in dienstbetrekking arbeid verricht. c. schoolvakanties: vakanties per regio voor het basis- en voortgezet onderwijs volgens opgave van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. 2. Studenten en scholieren, vakantiekrachten worden tenminste beloond volgens het voor hen geldende bruto wettelijk minimum (jeugd)loon. Zie bijlage 4 lid 4. 3. Vakantiedagen en vakantiegeld worden bij het einde van de dienstbetrekking of bij iedere loonbetaling afgerekend tegen het percentage van 20%. Hierop wordt in mindering gebracht de vergoeding die de student/scholier heeft ontvangen over de op zijn verzoek opgenomen vakantie- dagen, niet zijnde feestdagen. artikel 39 is niet van toepassing. 4. Studenten, scholieren en vakantiekrachten met een oproepcontract 1. zij niet verplicht zijn gehoor te geven aan enige oproep van de werkgever voor een dienst en: 2. de werkgever niet verplicht is om hen het loon door te betalen over een door de werkgever ingetrokken oproep voor een dienst en: 3. de werkgever niet verplicht is om hen na 12 maanden een aanbod te doen voor een vaste arbeidsomvang.
Studenten & scholieren en vakantiekrachten. Jongeren die naar school gaan of studeren en als bijbaan bij CSU komen werken worden aangemerkt als ‘student/scholier’. Deze groep medewerkers ontvangt volgens de CAO een ‘all-in loon’. Dat wil zeggen dat het vakantiegeld (8%) en de opbouw van vakantiedagen (10% of 10,5% bij hotels) direct worden uitbetaald. Daardoor is het loon elke periode wat hoger. Maar uiteraard niet hoger dan het loon van een ‘gewone medewerker’. Deze krijgen het vakantiegeld namelijk eenmaal per jaar betaald en de vakantiedagen op het moment van opname. Daarnaast kan een student/scholier kiezen voor weekverloning. Dat wil zeggen dat er wekelijks een voorschot wordt betaald dat gebaseerd is op de gewerkte uren van de week ervoor. En aan het einde van de vierwekelijkse periode vindt vervolgens de definitieve loonbetaling plaats. Belangrijk om te weten is dat een student/scholier maximaal 12 uur per week mag werken. Alleen in de vakanties zijn meer uren toegestaan. Een vakantiekracht is een medewerker die alleen tussen periode 7 en periode 9 van het kalenderjaar in dienst is en vakantiewerk komt doen. Deze medewerker mag wel meer dan 12 uur per week werken, krijgt ook het all- in loon en kan ook kiezen voor weekverloning.
Studenten & scholieren en vakantiekrachten. 1. De cao verstaat onder: a. student of scholier: degene die in het lopend schooljaar (1 augustus–31 juli) dagonderwijs volgt of dit gedurende een gedeelte ervan heeft gedaan; BBL-ers vallen hier niet onder. b. vakantiekracht: degene die uitsluitend tijdens schoolvakanties in dienstbetrekking arbeid verricht. c. schoolvakanties: vakanties per regio voor het basis- en voortgezet onderwijs volgens opgave van het Ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap. 2. Studenten en scholieren, vakantiekrachten niet zijnde piekarbeiders als bedoeld in artikel 9, kunnen worden beloond volgens het voor hen geldende wettelijk minimum (jeugd)loon. Zie bijlage V sub F. 3. Vakantiedagen en vakantiegeld worden bij het einde van de dienstbetrekking of bij iedere loonbetaling afgerekend tegen het percentage van 20%.