Opbouw van vakantiedagen Voorbeeldclausules

Opbouw van vakantiedagen. De voltijdwerknemer bouwt in één jaar 25 vakantiedagen op. Dat is 2 1/12 dag voor elke gewerkte maand. De deeltijder krijgt vakantiedagen naar rato van zijn individuele dienstverband. Een deeltijder die, bijvoorbeeld, wekelijks 20 uur werkt, krijgt per jaar 12,5 vakantiedagen: ruim één vakantiedag (1 1/24) voor elke maand. Het opbouwjaar loopt in de meeste bedrijven van 1 mei tot en met 30 april. Het vakantiejaar kan ook beginnen op 1 januari en eindigen op 31 december. Maar dat moeten werkgever en werknemer dan samen zo afspreken. Meer vakantiedagen voor jongeren Een jonge werknemer, die aan het begin van het vakantiejaar nog geen 19 is, krijgt 1 dag extra. Dus in totaal 26 vakantiedagen per jaar. Een jongere die nog gedeeltelijk leerplichtig is, krijgt minder extra vrij: namelijk het aantal uren dat in verhouding is met het aantal door hem gewerkte dagen. Meer vakantiedagen voor ouderen De oudere werknemer krijgt meer vakantiedagen. • Wie 55 jaar of ouder is en/of 25 jaar bij hetzelfde bedrijf werkt, heeft 27 vakantiedagen per jaar. • Wie 60 jaar of ouder is en/of 40 jaar bij hetzelfde bedrijf werkt, krijgt 30 vakantiedagen per jaar. Per 1 april 2019 wijzigt deze regeling: • Wie 56 jaar en 4 maanden of ouder is en/of 25 jaar bij hetzelfde bedrijf werkt, heeft 27 vakantiedagen per jaar. • Wie 61 jaar en 4 maanden of ouder is en/of 40 jaar bij hetzelfde bedrijf werkt, krijgt 30 vakantiedagen per jaar. Let op: De leeftijd op 1 april 2019 is bepalend voor de ingangsleeftijd van de ouderendagen. • Voor werknemers die op 1 april 2019 op grond van hun leeftijd reeds gebruik maakten van de oude regeling, verandert er niets: zij behouden de op dat moment voor hun geldende extra dagen op basis van de oude regeling. • Zijn deze werknemers op 1 april 2019 ouder dan 50 jaar maar nog geen 60 jaar dan geldt ook voor deze werknemers de ingangsleeftijd van 61 jaar en 4 maanden uit de nieuwe regeling.
Opbouw van vakantiedagen. De werknemer heeft ten minste aanspraak op vakantie in verhouding tot het verstreken deel van het jaar, indien het dienstverband op enig tijdstip nog geen jaar of niet wederom een jaar heeft geduurd. Ook bij ziekte worden vakantiedagen opgebouwd conform de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek. De totale aanspraak op vakantie wordt bij het einde van het vakantiejaar (en/of bij het einde van het dienstverband) naar boven afgerond op halve dagen, indien het dienstverband van de werknemer ten minste 2 maanden onafgebroken heeft geduurd.
Opbouw van vakantiedagen a. Voor de opbouw van vakantiedagen gelden de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. b. De leerling bouwt eveneens over de 6 uren waarop hij de school bezoekt en die conform het bepaalde in deze CAO in zijn dienst- verband zijn begrepen vakantiedagen op.
Opbouw van vakantiedagen. Er vindt volledige opbouw van wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen plaats ongeacht of er sprake is van (gedeeltelijke of volledige) arbeidsongeschiktheid.
Opbouw van vakantiedagen. Tijdens het verlof vindt geen opbouw van vakantiedagen plaats.
Opbouw van vakantiedagen. Met ingang van 1 januari 2012 vindt volledige opbouw van wettelijk en bovenwettelijke vakantiedagen plaats ongeacht of er sprake is van (gedeeltelijke of volledige) arbeidsongeschiktheid.
Opbouw van vakantiedagen a. De werknemer bouwt geen vakantiedagen op over de tijd dat hij wegens het niet verrichten van de bedongen arbeid geen recht heeft op zijn loon. b. In de volgende situaties bouwt de werknemer wel vakantiedagen op: – wanneer de werknemer verhinderd is te werken wegens arbeidsongeschiktheid tenzij de arbeidsongeschiktheid door zijn opzet is veroorzaakt. De werknemer bouwt in dit geval vakantiedagen op over de periode van de laatste 6 maanden dat hij wegens arbeids- ongeschiktheid niet heeft gewerkt; – wanneer de werknemer niet heeft gewerkt, omdat hij, anders dan voor eerste oefening, een verplichting naleeft die hem is opgelegd door de wet, of die voortvloeit uit een verbintenis, door hem jegens de overheid aangegaan ten aanzien van ’s lands verdediging of ter bescherming van de openbare orde; – wanneer een jeugdige werknemer niet heeft gewerkt, omdat hij onderwijs volgt, waartoe hij krachtens de wet of deze CAO door de werkgever in de gelegenheid is gesteld; – wanneer de werknemer onvrijwillig werkloos is en het dienst- verband gehandhaafd wordt; – wanneer de werknemer vakantiedagen geniet, die hij in een vorig dienstverband heeft opgebouwd. Het dienstverband wordt dan geacht te zijn verlengd met deze vakantiedagen; – wanneer de werknemer met toestemming van de werkgever deelneemt aan bijeenkomsten van een werknemersorganisa- tie, waarvan hij lid is; – in de periode dat de werknemer bevallingsverlof heeft. De opbouw van vakantiedagen als genoemd onder het eerste, vierde en laatste gedachtenstreepje vervalt, als het dienstverband door de werknemer wordt bee¨indigd, voordat de werkzaamheden zijn hervat. c. Het bepaalde in artikel 7A:1638dd van het Burgerlijk Wetboek blijft onverminderd van toepassing.
Opbouw van vakantiedagen. De voltijdwerknemer bouwt in één jaar 25 vakantiedagen op. Dat is 2 1/12 dag voor elke gewerkte maand. De deeltijder krijgt vakantiedagen naar rato van zijn individuele dienstverband. Een deeltijder die, bijvoorbeeld, wekelijks 20 uur werkt, krijgt per jaar 12,5 vakantiedagen: ruim één vakantiedag (1 1/24) voor elke maand. Het opbouwjaar loopt in de meeste bedrijven van 1 mei tot en met 30 april. Het vakantiejaar kan ook beginnen op 1 januari en eindigen op 31 december. Maar dat moeten werkgever en werknemer dan samen zo afspreken. Een jonge werknemer, die aan het begin van het vakantiejaar nog geen 19 is, krijgt 1 dag extra. Dus in totaal 26 vakantiedagen per jaar. Een jongere die nog gedeeltelijk leerplichtig is, krijgt minder extra vrij: namelijk het aantal uren dat in verhouding is met het aantal door hem gewerkte dagen. De oudere werknemer krijgt meer vakantiedagen. – Wie 55 jaar of ouder is en/of 25 jaar bij hetzelfde bedrijf werkt, heeft 27 vakantiedagen per jaar. – Wie 60 jaar of ouder is en/of 40 jaar bij hetzelfde bedrijf werkt, krijgt 30 vakantiedagen per jaar. Let op: Een werknemer van 56 jaar heeft dus recht op 27 vakantiedagen. Als hij vervolgens 25 jaar bij het bedrijf werkt, krijgt hij er niet nog eens extra dagen bij!
Opbouw van vakantiedagen. Met ingang van 1 januari 2012 vindt volledige opbouw van wettelijk en bovenwettelijke vakantiedagen plaats ongeacht of er sprake is van (gedeeltelijke of volledige) arbeidsongeschiktheid. Met ingang van 1 januari 2012 geldt in afwijking van de wettelijke rege- ling ten gunste van de medewerker voor wettelijke vakantiedagen een verjaringstermijn van 5 jaar. Indien het hanteren van de verjaringstermijn van 5 jaar voor wettelijke vakantiedagen per 1 januari 2012 leidt tot stuwmeren aan vakantieda- gen, heroverwegen CAO-partijen het hanteren van voormelde verja- ringstermijn voor wettelijke vakantiedagen en/of treffen CAO-partijen aanvullende maatregelen. Voor bovenwettelijke vakantiedagen geldt onverminderd een verja- ringstermijn van 5 jaar.

Related to Opbouw van vakantiedagen

  • Vakantiedagen 1. De werknemers, ten aanzien van wie gedurende het gehele vakantiejaar een dienstverband met een werkgever bestaat, hebben gedurende het vakantiejaar recht op: a. 25 vakantiedagen, indien zij bij de aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, met dien verstande dat van deze vakantiedagen 15 werkdagen aaneengesloten zullen worden genoten; het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal in overleg met de OR worden vastgesteld; b. 29 vakantiedagen, waaronder 15 aaneengesloten werkdagen, indien zij bij de aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt. Op de snipperdagen worden feest- en gedenkdagen, als bedoeld in artikel 14 onder c., d. en e. in mindering gebracht. 2. Werknemers met een langdurig dienstverband hebben recht op de volgende extra vakantiedagen. a. Bij een dienstverband van 10 jaar 1 extra vakantiedag Bij een dienstverband van 15 jaar 2 extra vakantiedagen Bij een dienstverband van 20 jaar 3 extra vakantiedagen Bij een dienstverband van 25 jaar 4 extra vakantiedagen Bij een dienstverband van 30 jaar 5 extra vakantiedagen Bij een dienstverband van 35 jaar 6 extra vakantiedagen Bij een dienstverband van 40 jaar 7 extra vakantiedagen b. Indien een werknemer de leeftijd van 50 jaar bereikt, heeft hij, indien hij op grond van lid 2.a. van dit artikel recht heeft op minder dan 4 dagen extra vakantie, recht op 4 dagen extra vakantie. Indien een werknemer de leeftijd van 55 jaar bereikt, heeft hij, indien hij op grond van lid 2.a. van dit artikel recht heeft op minder dan 6 dagen extra vakantie, recht op 6 dagen vakantie. c. Werknemers met een dienstverband van 25 jaar en de leeftijd van 50 t/m 54 jaar hebben recht op 6 extra vakantiedagen. Werknemers met een dienstverband van 30 jaar en de leeftijd van 55 jaar en ouder hebben recht op 8 vakantiedagen. De dagen genoemd onder a. en c. van dit lid zijn niet cumulatief. 3. De werkgever kan, gedurende de contractperiode in overleg met de OR voor maximaal 4 brugdagen, verplichte snipperdagen vaststellen. 4. Snipperdagen moeten tenminste 1 week van tevoren aangevraagd worden, tenzij dit door dringende omstandigheden, te beoordelen door de werkgever, niet mogelijk is. 5. De werknemer is gerechtigd om maximaal 10 bovenwettelijke dagen per jaar in te zetten voor (met de OR ) vastgestelde doeleinden.

  • Vakantiejaar Het vakantiejaar valt samen met het kalenderjaar.

  • Koopovereenkomst Als u een woning koopt of verkoopt worden de afspraken vastgelegd in een koopovereenkomst. Indien u een woning koopt of verkoopt via een makelaarskantoor, zal de betrokken makelaar u hierbij assisteren. Het was altijd al verstandig om de koop van een woning schriftelijk aan te gaan, maar sinds 1 september 2003 is dat in de meeste gevallen zelfs noodzakelijk. In tegenstelling tot vroeger is een mondelinge (ver)koop van een woning veelal niet geldig. Na ondertekening door alle partijen zal de koopovereenkomst verzonden worden aan de in de koopovereenkomst genoemde notaris. In de meeste gevallen zal koper een zogenoemde bedenktijd hebben. Op deze bedenktijd zal bij de toelichting op artikel 16 nader worden ingegaan.

  • Vakantie a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud van salaris van 24 dagen (op jaarbasis overeenkomend met 182,4 uur). b. Afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende vakantiejaar bereikt, heeft hij recht op een aantal dagen extra vakantie met behoud van salaris volgens de hierna volgende tabel: 40 t/m 44 jaar 1 dag (7,6 uur) 45 t/m 49 jaar 2 dagen (15,2 uur) 50 t/m 54 jaar 3 dagen (22,8 uur) 55 t/m 59 jaar 4 dagen (30,4 uur) 60 jaar en ouder 5 dagen (38 uur) c. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van lid 2. d. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft. 17.2. Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werknemer die voor of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal, indien het dienstverband korter dan één maand heeft geduurd, de werknemer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen. 17.3. Van de in lid 1 sub a. genoemde vakantie zullen als regel 3 weken aaneengesloten worden verleend. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie zal bij voorkeur in een periode plaatsvinden waarin de vakantie met echtgenote/partner en huisgenoten kan worden genoten. De werknemer kan de overblijvende vakantiedagen opnemen op het tijdstip dat door hem wordt gewenst, tenzij de eisen van de organisatie zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten. 17.4. De werkgever mag van de vakantiedagen er 4 aanwijzen in de jaren dat tussen Kerstmis en Nieuwjaar 4 werkdagen vallen; in andere jaren mogen dat maximaal 3 dagen zijn. 17.5. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en niet meer leerplichtig is, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van lessen waartoe de werkgever hem wettelijk in de gelegenheid moet stellen. 17.6. De werknemer kan maximaal 38 vakantie-uren (5 dagen) meenemen naar het eerste kwartaal en tweede van het volgende kalenderjaar. Bij overschrijding van dit maximum, spreken werkgever en werknemer een regeling af teneinde werknemer de niet opgenomen vakantie-uren te laten genieten voor de wettelijke vervaltermijn van 1 juli van dat jaar. 17.7. Gedurende de ziekteperiode bouwt de werknemer volledig vakantiedagen op. Voor arbeidsongeschikte werknemers die gedeeltelijk kunnen werken, zullen bij het opnemen van vakantie, de vakantiedagen voor de gehele arbeidsduur en niet alleen voor de uren dat er daadwerkelijk arbeid wordt verricht, in mindering gebracht worden op de vakantieaanspraken. 17.8. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid gesteld worden de hem nog toekomende vakantie op te nemen, met dien verstande dat deze dagen niet eenzijdig in de opzeggingstermijn mogen worden begrepen. 17.9. Niet opgenomen/genoten vakantiedagen worden uitbetaald aan het einde van het dienstverband. Teveel genoten vakantiedagen worden met het salaris verrekend. 17.10. Rechten op het genieten van vakantiedagen kunnen behoudens in het in lid 9 bedoelde geval en in geval van bovenwettelijke vakantiedagen nimmer worden vervangen door een vergoeding in geld.

  • Huurovereenkomst De bepalingen van artikel 10 zijn eveneens van toepassing in geval van beëindiging van de rechten van de verzekeringnemer op het omschreven motorrijtuig dat hij verkregen heeft ter uitvoering van een huurovereenkomst of een gelijkaardige overeenkomst.

  • Vakantiegeld AAllggeemmeeeenn 1. De werknemer krijgt aan vakantiegeld 8% van wat hij in totaal verdiend heeft sinds de laatste 1 juli. Daarbij geldt ook wat staat in artikel 60 over het minimum-vakantiegeld. Voor de berekening van het vakantiegeld telt het volgende niet mee, behalve als in de onderneming een andere regeling bestaat: a. Overwerk.

  • Vakantie-uren De bovenwettelijke vakantie-uren Vakantietoeslag Alles boven de vakantietoeslag van het wettelijk minimumloon Toeslag voor werk buiten de normale Maximaal de in de keuzeperiode te ontvangen toeslag werktijden van de onderneming Salaris Alles boven het wettelijk minimumloon Extra-uren De schriftelijk overeengekomen te werken extra uren boven de 36-urige werkweek, voor werknemers met een contractuele arbeidsduur van 36 uur per week, met een maximum van 4 uur per week, zoals bedoeld in artikel 3.1.2 CAO.

  • Xxxxxxxxx met koopovereenkomst Deze aannemingsovereenkomst vormt tezamen met de tussen de Verkrijger en de Verkoper gesloten c.q. te sluiten koopovereenkomst een onverbrekelijk geheel. Bij ontbinding dan wel het niet tot stand komen op grond van eventuele opschortende voorwaarden van de ene overeenkomst is de andere overeenkomst eveneens en automatisch ontbonden dan wel niet tot stand gekomen. Overigens ongeacht welke partij de ontbinding inroept van welke overeenkomst. De koopovereenkomst valt niet onder de Woningborg garantie- en waarborgregeling nieuwbouw. Dit artikel leidt niet tot enige aansprakelijkheid van de Verkoper jegens de Verkrijger op grond van de onderhavige overeenkomst en de daarin opgenomen, door de Ondernemer jegens de Verkrijger te verrichten prestatie(s).

  • Afbreukrisico Fouten of onachtzaamheden bij het beoordelen, het indelen, het in- strueren en/of het controleren van de opdrachten kunnen leiden tot een verkeerde uitvoering van de opdrachten en tot productieverlies en/of vertraging bij de aflevering en/of irritatie bij de opdrachtgever. Tijdige ontdekking en herstel van de fouten berusten op zelfcontrole en op signalen van medewerkers.

  • Motorrijtuigen Niet gedekt is de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt met of door een motorrijtuig, met inbegrip van al hetgeen daarmee met welk doel dan ook is verbonden, dat: ■ een verzekerde in eigendom heeft, bezit, houdt, bestuurt, gebruikt of laat gebruiken; ■ een niet-ondergeschikte gebruikt voor werkzaamheden ter uitoefening van het bedrijf van de verzekeringnemer. Deze uitsluiting geldt evenwel niet voor: