Common use of Toegangsrecht Clause in Contracts

Toegangsrecht. Door het indienen van een offerte, verklaart de inschrijver op eer dat hij zich niet bevindt in één van de uitsluitingsgevallen zoals bedoeld in artikel 20 §1/1 van de wet van 15 juni 2006 en de artikelen 61 §§ 1, 2, 5° en 6°, 3 en 4 evenals in de artikelen 62 en 63 van het KB van 15 juli 2011. De aanbestedende overheid zal de juistheid van deze impliciete verklaring op erewoord onderzoeken in hoofde van de inschrijver wiens offerte of best and final offer best in aanmerking komt voor de gunning van de opdracht. Wordt uitgesloten in elk stadium van de gunningsprocedure van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver van wie is vastgesteld dat hij als werkgever illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld als bedoeld in de wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Deze bepaling geldt op dezelfde manier ten aanzien van de entiteit waarop de kandidaat of inschrijver een beroep doet, wanneer de draagkracht van die entiteit bepalend is voor de selectie van de kandidaat of inschrijver, al naargelang. De uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten geldt voor ten hoogste vijf jaar. § 1. De Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat is onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders moet in orde zijn met zijn verplichtingen ten overstaan van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Hij wordt geacht in orde te zijn met voormelde verplichtingen indien blijkt dat hij ten laatste daags vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes: 1° aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid al de vereiste aangiften heeft toegezonden, tot en met diegene die slaan op het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal voor de ontvangst van de offertes en 2° op deze aangiften geen verschuldigde bijdragen van meer dan 3.000 EURO moet vereffenen, tenzij hij voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen waarvan hij de termijnen strikt in acht neemt. Evenwel, zelfs wanneer de bijdrageschuld groter is dan 3.000 EURO, zal de inschrijver in orde bevonden worden indien hij, alvorens tot de beslissing van gunning van de opdracht wordt overgegaan, aantoont dat hij, op het einde van het kalenderkwartaal bedoeld in het tweede lid, op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, van de wet van 15 juni 2006 of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 2, 2°, van de wet van 15 juni 2006, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 3.000 EURO na, ten minste gelijk is aan de achterstallige bijdrageschulden.

Toegangsrecht. Door het indienen van een offerte, verklaart de inschrijver op eer dat hij zich niet bevindt in één van de uitsluitingsgevallen zoals bedoeld in artikel 20 §1/1 van de wet van 15 juni 2006 en de artikelen 61 §§ 1, 2, 5° en 6°, 3 en 4 evenals in de artikelen 62 en 63 van het KB van 15 juli 2011. De aanbestedende overheid zal de juistheid van deze impliciete verklaring op erewoord onderzoeken in hoofde van de inschrijver wiens offerte of best and final offer best in aanmerking komt voor de gunning van de opdracht. Wordt uitgesloten in elk stadium van de gunningsprocedure van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver van wie is vastgesteld dat hij als werkgever illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld als bedoeld in de wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Deze bepaling geldt op dezelfde manier ten aanzien van de entiteit waarop de kandidaat of inschrijver een beroep doet, wanneer de draagkracht van die entiteit bepalend is voor de selectie van de kandidaat of inschrijver, al naargelang. De uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten geldt voor ten hoogste vijf jaar.BELANGRIJK Uitsluitingscriterium inzake illegale tewerkstelling Eerste uitsluitingscriterium § 1. De Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat is onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid zeker- heid der arbeiders moet in orde zijn met zijn verplichtingen ten overstaan van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Hij wordt geacht in orde te zijn met voormelde verplichtingen indien blijkt dat hij ten laatste daags vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes: 1° aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid al de vereiste aangiften heeft toegezonden, tot en met diegene die slaan op het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal voor de ontvangst van de offertes en 2° op deze aangiften geen verschuldigde bijdragen van meer dan 3.000 EURO moet vereffenenvereffe- nen, tenzij hij voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen waarvan hij de termijnen strikt in acht neemt. Evenwel, zelfs wanneer de bijdrageschuld groter is dan 3.000 EURO, zal de inschrijver in orde bevonden worden indien hij, alvorens tot de beslissing van gunning van de opdracht wordt overgegaan, aantoont dat hij, op het einde van het kalenderkwartaal bedoeld in het tweede lid, op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, van de wet van 15 juni 2006 of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 2, 2°, van de wet van 15 juni 2006, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 3.000 EURO na, ten minste gelijk is aan de achterstallige achterstal- lige bijdrageschulden.

Toegangsrecht. Door het indienen van een offerte, offerte verklaart de inschrijver op eer dat hij zich niet bevindt in één een van de onderstaande uitsluitingsgevallen zoals bedoeld in artikel 20 §1/1 van de wet van 15 juni 2006 en de artikelen 61 §§ 1, 2, 5° en 6°, 3 en 4 evenals in de artikelen 62 en 63 van het KB van 15 juli 2011te bevinden. De aanbestedende overheid zal de juistheid van deze impliciete verklaring op erewoord onderzoeken in hoofde van de inschrijver wiens offerte of best and final offer best in aanmerking komt voor de gunning van de opdracht. Wordt uitgesloten in elk stadium van de gunningsprocedure van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver van wie is vastgesteld dat hij als werkgever illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld als bedoeld in de wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Deze bepaling geldt op dezelfde manier ten aanzien van de entiteit waarop de kandidaat of inschrijver een beroep doet, wanneer de draagkracht van die entiteit bepalend is voor de selectie van de kandidaat of inschrijver, al naargelanghet beste gerangschikt is. De uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten geldt voor ten hoogste vijf jaarinlichtingen of documenten die de aanbestedende overheid kosteloos via elektronische middelen bij de gegevensbeheerder kan opvragen, zullen door de aanbestedende overheid zelf worden opgevraagd. § 1§.1. De Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat is onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders moet in orde zijn met zijn verplichtingen ten overstaan van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Hij wordt geacht in orde te zijn met voormelde verplichtingen indien blijkt dat hij ten laatste daags vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes: 1° aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid al de vereiste aangiften heeft toegezonden, tot en met diegene die slaan op het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal voor de ontvangst van de offertes en 2° op deze aangiften geen verschuldigde bijdragen van meer dan 3.000 EURO moet vereffenen, tenzij hij voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen waarvan hij de termijnen strikt in acht neemt. EvenwelXxxxxxx, zelfs wanneer de bijdrageschuld groter is dan 3.000 EURO3.000,00 euro, zal de inschrijver in orde bevonden worden indien hij, alvorens tot de beslissing van gunning van de opdracht wordt overgegaan, aantoont dat hij, op het einde van het kalenderkwartaal bedoeld in het tweede lid, op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, van de wet van 15 juni 2006 of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 2, 2°, van de wet van 15 juni 2006, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 3.000 EURO 3.000,00 euro na, ten minste gelijk is aan de achterstallige bijdrageschulden. Men wordt eraan herinnerd dat indien een inschrijver of kandidaat een sociale schuldbijdrage heeft die hoger is dan 3.000 euro en hij zich kan beroepen op een schuldvordering ten aanzien van een aanbestedende overheid of een openbare instelling, hij opgeroepen wordt aan te tonen dat hij een dergelijke vordering bezit en dat die zeker, opeisbaar en vrij van enige verplichtingen tegenover derden is. Met dit doel voor ogen wordt de inschrijver uitgenodigd om in zijn offerte de vordering of vorderingen mee te delen waarmee door de aanbestedende overheid rekening kan worden gehouden, alsook de aard van deze vordering of vorderingen die zeker, opeisbaar en vrij van enige verplichtingen tegenover derden dient te zijn.

Toegangsrecht. Door Het toegangsrecht behelst de verificatie van de eigen situatie van de ondernemers. De inlichtingen en vereiste formaliteiten om na te gaan of deze voorwaarden zijn vervuld, worden hierna beschreven. Alleen al het indienen feit deel te nemen aan de gunningsprocedure van de opdracht vormt een offerte, verklaart impliciete verklaring op erewoord van de inschrijver op eer dat hij zich niet bevindt in één een van de uitsluitingsgevallen zoals bedoeld in artikel 20 §1/1 de artikelen 67 tot 69 van de wet van 15 17 juni 2006 2016 en zoals xxxxx beschreven in de artikelen 61 §§ 1, 2, 5° en 6°, 3 en 4 evenals in de artikelen 62 en 63 tot 64 van het KB van 15 juli 201118 april 2017. Uitsluitingsgevallen als gevolg van het gebrek aan betaling van belastingen en taksen of van sociale zekerheidsbijdragen De inschrijver moet in orde zijn: - met zijn verplichtingen inzake de betaling van de sociale zekerheidsbijdragen, tot en met het laatste afgelopen kalendertrimester voorafgaand aan de uiterste datum voor indiening van de offertes; - met zijn professionele fiscale verplichtingen voor de laatste afgelopen aanslagperiode voorafgaand aan de uiterste datum voor indiening van de offertes. Voor de Belgische inschrijvers en voor elk lid van het team controleert de aanbestedende overheid, met behulp van de toepassing Digiflow, de situatie van de inschrijver inzake sociale zekerheid en belastingschulden (artikelen 62, §§2 en 3 van het KB van 18 april 2017). Voor de inschrijvers of het (de) uit een andere lidstaat van de Europese Unie afkomstig(e) teamlid (teamleden) worden, op verzoek van de aanbestedende overheid, de attesten van de bevoegde overheden bijgevoegd waaruit blijkt dat de inschrijver in orde is met de bovenvermelde verplichtingen. De aanbestedende overheid zal behoudt zich de juistheid van deze impliciete verklaring op erewoord onderzoeken mogelijkheid voor aan de inschrijvers te vragen de betrokken documenten in hoofde eender welke fase van de inschrijver wiens offerte of best and final offer best in aanmerking komt voor de gunning van de opdracht. Wordt uitgesloten in elk stadium van de gunningsprocedure van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver van wie is vastgesteld dat hij als werkgever illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld als bedoeld in de wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Deze bepaling geldt op dezelfde manier ten aanzien van de entiteit waarop de kandidaat of inschrijver een beroep doet, wanneer de draagkracht van die entiteit bepalend is voor de selectie van de kandidaat of inschrijver, al naargelang. De uitsluiting van deelname procedure aan overheidsopdrachten geldt voor ten hoogste vijf jaarte vullen. § 1. De Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat is onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders moet in orde zijn met zijn verplichtingen ten overstaan van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Hij wordt geacht in orde te zijn met voormelde verplichtingen indien blijkt dat hij ten laatste daags vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes: 1° aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid al de vereiste aangiften heeft toegezonden, tot en met diegene die slaan op het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal voor de ontvangst van de offertes en 2° op deze aangiften geen verschuldigde bijdragen van meer dan 3.000 EURO moet vereffenen, tenzij hij voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen waarvan hij de termijnen strikt in acht neemt. Evenwel, zelfs wanneer de bijdrageschuld groter is dan 3.000 EURO, zal de inschrijver in orde bevonden worden indien hij, alvorens tot de beslissing van gunning van de opdracht wordt overgegaan, aantoont dat hij, op het einde van het kalenderkwartaal bedoeld in het tweede lid, op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, van de wet van 15 juni 2006 of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 2, 2°, van de wet van 15 juni 2006, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 3.000 EURO na, ten minste gelijk is aan de achterstallige bijdrageschulden.

Toegangsrecht. Door het indienen van een offerte, verklaart de inschrijver op eer dat hij zich niet bevindt in één van de uitsluitingsgevallen zoals bedoeld in artikel 20 §1/1 van de wet van 15 juni 2006 en de artikelen 61 §§ 1, 2, 5° en 6°, 3 en 4 evenals evenal s in de artikelen 62 en 63 van het KB van 15 juli 2011. De aanbestedende overheid zal de juistheid van deze impliciete verklaring op erewoord onderzoeken in hoofde van de inschrijver wiens offerte of best and final offer best in aanmerking komt voor de gunning van de opdracht. Wordt uitgesloten in elk stadium van de gunningsprocedure van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver van wie is vastgesteld dat hij als werkgever illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld als bedoeld in de wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Deze bepaling geldt op dezelfde manier ten aanzien van de entiteit waarop de kandidaat of inschrijver een beroep doet, wanneer de draagkracht van die entiteit bepalend is voor de selectie van de kandidaat of inschrijver, al naargelang. De uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten geldt voor ten hoogste vijf jaar. § 1. De Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat is onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders moet in orde zijn met zijn verplichtingen ten overstaan van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Hij wordt geacht in orde te zijn met voormelde verplichtingen indien blijkt dat hij ten laatste daags vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes: 1° aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid al de alle vereiste aangiften heeft toegezondengestuurd, tot en met diegene inbegrip van die slaan op voor het afgelopen voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal in verhouding tot de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes offertes, en 2° op deze aangiften geen verschuldigde bijdragen van meer dan 3.000 EURO moet vereffenen, tenzij hij voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen waarvan hij de termijnen strikt in acht neemt. Evenwel, zelfs wanneer de bijdrageschuld groter is dan 3.000 EURO, zal de inschrijver in orde bevonden worden indien hij, alvorens tot de beslissing van gunning van de opdracht wordt overgegaan, aantoont dat hij, op het einde van het kalenderkwartaal bedoeld in het tweede lid, op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, van de wet van 15 juni 2006 of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 2, 2°, van de wet van 15 juni 2006, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 3.000 EURO na, ten minste gelijk is aan de achterstallige bijdrageschulden.

Toegangsrecht. Door het indienen van een offerte, verklaart de inschrijver op eer dat hij zich niet bevindt in één van de uitsluitingsgevallen zoals bedoeld in artikel 20 §1/1 van de wet van 15 juni 2006 en de artikelen 61 §§ 1, 2, 5° en 6°, 3 en 4 evenals in de artikelen 62 en 63 van het KB van 15 juli 2011. De aanbestedende overheid zal de juistheid van deze impliciete verklaring op erewoord onderzoeken in hoofde van de inschrijver wiens offerte of best and final offer best in aanmerking komt voor de gunning van de opdracht. Wordt uitgesloten in elk stadium van de gunningsprocedure van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver van wie is vastgesteld dat hij als werkgever illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld als bedoeld in de wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Deze bepaling geldt op dezelfde manier ten aanzien van de entiteit waarop de kandidaat of inschrijver een beroep doet, wanneer de draagkracht van die entiteit bepalend is voor de selectie van de kandidaat of inschrijver, al naargelang. De uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten geldt voor ten hoogste vijf jaar.BELANGRIJK Uitsluitingscriterium inzake illegale tewerkstelling Eerste uitsluitingscriterium § 1. De Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat is onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders moet in orde zijn met zijn verplichtingen ten overstaan van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Hij wordt geacht in orde te zijn met voormelde verplichtingen indien blijkt dat hij ten laatste daags vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes: 1° aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid al de vereiste aangiften heeft toegezonden, tot en met diegene die slaan op het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal voor de ontvangst van de offertes en 2° op deze aangiften geen verschuldigde bijdragen van meer dan 3.000 EURO moet vereffenen, tenzij hij voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen waarvan hij de termijnen strikt in acht neemt. Evenwel, zelfs wanneer de bijdrageschuld groter is dan 3.000 EURO, zal de inschrijver in orde bevonden worden indien hij, alvorens tot de beslissing van gunning van de opdracht wordt overgegaan, aantoont dat hij, op het einde van het kalenderkwartaal bedoeld in het tweede lid, op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, van de wet van 15 juni 2006 of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 2, 2°, van de wet van 15 juni 2006, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 3.000 EURO na, ten minste gelijk is aan de achterstallige bijdrageschuldenbijdrage- schulden.

Toegangsrecht. Door het indienen van een offerte, verklaart de inschrijver op eer dat hij zich niet bevindt in één van de uitsluitingsgevallen zoals bedoeld in artikel 20 §1/1 van de wet van 15 juni 2006 en de artikelen 61 §§ 1, 2, 5° en 6°, 3 en 4 evenals in de artikelen 62 en 63 van het KB van 15 juli 2011. De aanbestedende overheid zal de juistheid van deze die impliciete verklaring op erewoord onderzoeken in hoofde van de inschrijver wiens van wie de offerte of (best and final offer offer) het best in aanmerking komt voor de gunning van de opdracht. Wordt uitgesloten in elk stadium van de gunningsprocedure van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver van wie is vastgesteld dat hij als werkgever illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld als bedoeld in de wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Deze bepaling geldt op dezelfde manier ten aanzien van de entiteit waarop de kandidaat of inschrijver een beroep doet, wanneer de draagkracht van die entiteit bepalend is voor de selectie van de kandidaat of inschrijver, al naargelang. De uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten geldt voor ten hoogste vijf jaar. § 1. De Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat is onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders moet in orde zijn met zijn verplichtingen ten overstaan van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Hij wordt geacht in orde te zijn met voormelde heeft voldaan aan voornoemde verplichtingen indien blijkt dat hij ten laatste daags vóór de dag voor de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes: 1° aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid al de vereiste aangiften heeft toegezonden, tot en met diegene de aangiften die slaan op het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal kwartaal dat is verstreken ten opzichte van de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes en 2° op deze aangiften geen verschuldigde bijdragen van meer dan 3.000 EURO euro moet vereffenen, tenzij hij voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen waarvan hij de termijnen strikt in acht neemt. Evenwel, zelfs wanneer de bijdrageschuld groter is dan 3.000 EUROeuro, zal de inschrijver in orde bevonden beschouwd worden indien hij, alvorens tot de beslissing van gunning tot het gunnen van de opdracht wordt overgegaangenomen, aantoont dat hij, op het einde van het kalenderkwartaal bedoeld in het tweede lid, op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, van de wet van 15 juni 2006 of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 2, 2°, van de wet van 15 juni 2006, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 3.000 EURO euro na, ten minste gelijk is aan de achterstallige bijdrageschuldenbijdragen.

Toegangsrecht. Door het indienen van een offerte, zijn offerte verklaart de inschrijver op eer dat hij zich niet bevindt in één van de onderstaande uitsluitingsgevallen zoals bedoeld in artikel 20 §1/1 van de wet van 15 juni 2006 en de artikelen 61 §§ 1, 2, 5° en 6°, 3 en 4 evenals in de artikelen 62 en 63 van het KB van 15 juli 2011te bevinden. De aanbestedende overheid zal de juistheid van deze impliciete verklaring op erewoord onderzoeken in hoofde van de inschrijver wiens offerte het beste gerangschikt is. Daartoe zal zij de betrokken inschrijver via de snelste middelen en binnen de door haar bepaalde termijn verzoeken de inlichtingen of best and final offer best in aanmerking komt voor documenten te verstrekken die toestaan zijn persoonlijke situatie te controleren. De inlichtingen of documenten die de gunning van aanbestedende overheid kosteloos via elektronische middelen bij de opdrachtgegevensbeheerders kan opvragen, zullen door de aanbestedende overheid zelf worden opgevraagd. Wordt uitgesloten in elk stadium van de gunningsprocedure van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver van wie is vastgesteld dat hij als werkgever illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld als bedoeld in de wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Deze bepaling geldt op dezelfde manier ten aanzien van de entiteit waarop de kandidaat of inschrijver een beroep doet, wanneer de draagkracht van die entiteit bepalend is voor de selectie van de kandidaat of inschrijver, al naargelang. De uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten geldt voor ten hoogste vijf jaar. § 1. De Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat is onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders moet in orde zijn met zijn verplichtingen ten overstaan van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Hij wordt geacht in orde te zijn met voormelde verplichtingen indien blijkt dat hij ten laatste daags vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes: 1° aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid al de vereiste aangiften heeft toegezonden, tot en met diegene die slaan op het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal voor de ontvangst van de offertes en 2° op deze hij met betrekking tot die aangiften geen verschuldigde bijdragen bijdrageschuld heeft van meer dan 3.000 EURO moet vereffenen3 000 euro, tenzij hij voor die schuld een uitstel van betaling heeft verkregen waarvan gekregen dat hij de termijnen strikt in acht neemtnaleeft. Evenwel, zelfs wanneer de bijdrageschuld groter is dan 3.000 EUROeuro, zal de inschrijver in orde bevonden worden indien hij, alvorens tot de beslissing van gunning van de opdracht wordt overgegaan, aantoont dat hij, op het einde van het kalenderkwartaal bedoeld in het tweede lid, op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, van de wet van 15 juni 2006 of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 2, 2°, van de wet van 15 juni 2006, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 3.000 EURO euro na, ten minste gelijk is aan de achterstallige bijdrageschulden.

Toegangsrecht. Door het indienen van een offerte, verklaart de inschrijver op eer dat hij zich niet bevindt in één van de uitsluitingsgevallen zoals bedoeld in artikel 20 §1/1 van de wet van 15 juni 2006 en de artikelen 61 §§ 1, 2, 5° en 6°, 3 en 4 evenals evenal s in de artikelen 62 en 63 van het KB van 15 juli 2011. De aanbestedende overheid zal de juistheid van deze impliciete verklaring op erewoord onderzoeken in hoofde van de inschrijver wiens offerte of best and final offer best in aanmerking komt voor de gunning van de opdracht. Wordt uitgesloten in elk stadium van de gunningsprocedure van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver van wie is vastgesteld dat hij als werkgever illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld als bedoeld in de wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Deze bepaling geldt op dezelfde manier ten aanzien van de entiteit waarop de kandidaat of inschrijver een beroep doet, wanneer de draagkracht van die entiteit bepalend is voor de selectie van de kandidaat of inschrijver, al naargelang. De uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten geldt voor ten hoogste vijf jaar. § 1. De Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat is onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders moet in orde zijn met zijn verplichtingen ten overstaan van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Hij wordt geacht in orde te zijn met voormelde verplichtingen indien blijkt dat hij ten laatste daags vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes: 1° aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid al de vereiste aangiften heeft toegezonden, tot en met diegene die slaan op het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal voor de ontvangst van de offertes en 2° op deze aangiften geen verschuldigde bijdragen van meer dan 3.000 EURO moet vereffenen, tenzij hij voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen waarvan hij de termijnen strikt in acht neemt. Evenwel, zelfs wanneer de bijdrageschuld groter is dan 3.000 EURO, zal de inschrijver in orde bevonden worden indien hij, alvorens tot de beslissing van gunning van de opdracht wordt overgegaan, aantoont dat hij, op het einde van het kalenderkwartaal bedoeld in het tweede lid, op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, van de wet van 15 juni 2006 of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 2, 2°, van de wet van 15 juni 2006, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 3.000 EURO na, ten minste gelijk is aan de achterstallige bijdrageschulden.

Toegangsrecht. Door het indienen van een offerte, offerte verklaart de inschrijver op eer dat hij zich niet bevindt in één een van de onderstaande uitsluitingsgevallen zoals bedoeld in artikel 20 §1/1 van de wet van 15 juni 2006 en de artikelen 61 §§ 1, 2, 5° en 6°, 3 en 4 evenals in de artikelen 62 en 63 van het KB van 15 juli 2011te bevinden. De aanbestedende overheid zal de juistheid van deze impliciete verklaring op erewoord onderzoeken in hoofde van de inschrijver wiens offerte of best and final offer best in aanmerking komt voor de gunning van de opdracht. Wordt uitgesloten in elk stadium van de gunningsprocedure van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver van wie is vastgesteld dat hij als werkgever illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld als bedoeld in de wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Deze bepaling geldt op dezelfde manier ten aanzien van de entiteit waarop de kandidaat of inschrijver een beroep doet, wanneer de draagkracht van die entiteit bepalend is voor de selectie van de kandidaat of inschrijver, al naargelanghet beste gerangschikt is. De uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten geldt voor ten hoogste vijf jaarinlichtingen of documenten die de aanbestedende overheid kosteloos via elektronische middelen bij de gegevensbeheerder kan opvragen, zullen door de aanbestedende overheid zelf worden opgevraagd. § 1§.1. De Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat is onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders moet in orde zijn met zijn verplichtingen ten overstaan van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Hij wordt geacht in orde te zijn met voormelde verplichtingen indien blijkt dat hij ten laatste daags vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes: 1° aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid al de vereiste aangiften heeft toegezonden, tot en met diegene die slaan op het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal voor de ontvangst van de offertes en 2° op deze aangiften geen verschuldigde bijdragen van meer dan 3.000 EURO moet vereffenen, tenzij hij voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen waarvan hij de termijnen strikt in acht neemt. Evenwel, zelfs wanneer de bijdrageschuld groter is dan 3.000 EURO3.000,00 euro, zal de inschrijver in orde bevonden worden indien hij, alvorens tot de beslissing van gunning van de opdracht wordt overgegaan, aantoont dat hij, op het einde van het kalenderkwartaal bedoeld in het tweede lid, op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, van de wet van 15 juni 2006 of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 2, 2°, van de wet van 15 juni 2006, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 3.000 EURO 3.000,00 euro na, ten minste gelijk is aan de achterstallige bijdrageschulden. Men wordt eraan herinnerd dat indien een inschrijver of kandidaat een sociale schuldbijdrage heeft die hoger is dan 3.000 euro en hij zich kan beroepen op een schuldvordering ten aanzien van een aanbestedende overheid of een openbare instelling, hij opgeroepen wordt aan te tonen dat hij een dergelijke vordering bezit en dat die zeker, opeisbaar en vrij van enige verplichtingen tegenover derden is. Met dit doel voor ogen wordt de inschrijver uitgenodigd om in zijn offerte de vordering of vorderingen mee te delen waarmee door de aanbestedende overheid rekening kan worden gehouden, alsook de aard van deze vordering of vorderingen die zeker, opeisbaar en vrij van enige verplichtingen tegenover derden dient te zijn.

Toegangsrecht. Door het indienen van een offerteofferte in te dienen, verklaart de inschrijver op eer dat hij zich niet bevindt in één een van de onderstaande uitsluitingsgevallen zoals bedoeld in artikel 20 §1/1 van de wet van 15 juni 2006 en de artikelen 61 §§ 1, 2, 5° en 6°, 3 en 4 evenals in de artikelen 62 en 63 van het KB van 15 juli 2011. te bevinden: De aanbestedende overheid zal de juistheid van deze impliciete verklaring op erewoord onderzoeken in hoofde van de inschrijver wiens offerte het beste gerangschikt is. Daartoe zal hij de betrokken inschrijver vragen om, zo spoedig mogelijk en binnen de door hem vastgestelde termijn, inlichtingen of best and final offer best in aanmerking komt voor documenten te bezorgen die hem toestaan de gunning persoonlijke situatie van de opdracht. Wordt uitgesloten in elk stadium van de gunningsprocedure van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver van wie is vastgesteld dat hij als werkgever illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld als bedoeld in de wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Deze bepaling geldt op dezelfde manier ten aanzien van de entiteit waarop de kandidaat of inschrijver een beroep doet, wanneer de draagkracht van die entiteit bepalend is voor de selectie van de kandidaat of inschrijver, al naargelangna te gaan. De uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten geldt voor ten hoogste vijf jaaraanbestedende overheid vraagt zelf de inlichtingen of documenten op die gratis via elektronische weg kunnen worden verkregen bij de respectieve diensten. § 1. 1 De Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale maatschappelijke zekerheid der arbeiders arbeiders, moet in orde zijn met voldaan hebben aan zijn verplichtingen ten overstaan van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Hij wordt geacht in orde te zijn met voormelde heeft voldaan aan voornoemde verplichtingen indien blijkt dat hij ten laatste daags vóór de dag voor de uiterste datum voor de ontvangst indieningsdatum van de offertes: 1° aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid al de alle vereiste aangiften heeft toegezonden, overgemaakt tot en met diegene die slaan op de aangiften van het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal kwartaal dat is verstreken ten opzichte van de limietdatum voor de ontvangst van de offertes en 2° op deze voor de bedoelde aangiften geen verschuldigde achterstallige bijdragen voor een bedrag van meer dan 3.000 EURO moet vereffeneneuro is verschuldigd, tenzij hij voor die schuld uitstel van betaling de bewuste schulden betalingstermijnen heeft verkregen waarvan die hij de termijnen strikt in acht neemtnaleeft. Evenwel, zelfs wanneer de bijdrageschuld groter is dan 3.000 EUROEUR, zal de inschrijver in orde regel bevonden worden indien hij, alvorens tot de beslissing van gunning van om de opdracht wordt overgegaante gunnen genomen wordt, aantoont dat hij, op het einde van het kalenderkwartaal bedoeld in het tweede lidlid 2, op ten aanzien van een aanbestedende overheid in de zin van artikel 2, 1°, 2,1° van de wet van 15 juni 2006 of op van een overheidsbedrijf in de zin van artikel 2, 2°, 2,2° van de wet van 15 juni 2006, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn en waarvan het bedrag op 3.000 EURO na, EUR na ten minste gelijk is aan de achterstallige bijdrageschulden.