Toegestane hulpstoffen, additieven en verwerkingsmethoden Voorbeeldclausules

Toegestane hulpstoffen, additieven en verwerkingsmethoden. Toegestane hulpstoffen en additieven zijn te vinden in hoofdstuk 3. • Starterculturen zijn bij voorkeur cultures van eigen kweek. De opkweek en verdere vermeerdering dient plaats te vinden in Demeter-melk. Wanneer aangekochte cultures worden gebruikt dient een specificatie beschikbaar te zijn voor de controleur. • Zure starters en plantenextracten (artisjokken, geel walstro (Gallium verum)), zonder conserverings- middel, mogen worden gebruikt om de melk te stremmen. • Pasteuriseren is toegestaan. Zie nadere voorwaarden in de BFDI voorwaarden. • Verse enwrongelkaas mogen worden geproduceerd met toevoeging van starterculturen, calciumchlo- ride en stremsel. Het gebruik van methoden met behulp van weiproteïnen, zoals thermo-wrongel- methoden en ultrafijne filtratie, is toegestaan. Centrifugale weischeidingsmethoden zijn niet toege- staan. • Kaas van zure melk mag uitsluitend worden gemaakt van melkzure wrongel. • De volgende opties zijn mogelijk voor het verhogen van het droge stofgehalte: toevoeging van poe- dermelk, indampen onder vacuüm, verdampen in valstroomverdamper en meertrapsverdamper, ultrafiltratie en omgekeerde osmose. • Melkpoeder van koemelk is alleen toegestaan als ingrediënt in verwerkte producten. • Boterzuurbacteriën kunnen ten behoeve van de kaasbereiding verwijderd worden met behulp van een bactofugatie. Het bactofugaat mag niet worden teruggevoerd in de melk. • Bewaren van boter in de diepvries is toegestaan voor een periode van maximaal een half jaar. Diepvriesboter mag niet gemengd worden met verse boter. • Vetgehalte kan worden gereguleerd door mengen met kwark en room. • Als karnemelk (deels) wordt geproduceerd door het aanzuren van ondermelk, dient dit als zoda- nig te worden vermeld op het etiket. • Voor de zuurneerslag van melkeiwitten zijn kaasmakerijzuursel en vruchtenazijn toegestaan. • Toevoeging van keukenzout aan de kaasbrui bij de vervaardiging van kaas van zure melk is ten hoogste 2,5%. • Alleen zuivere kruiderijen, specerijen en extracten of destillaten van kruiden en specerijen mogen aan de kaas worden toegevoegd.
Toegestane hulpstoffen, additieven en verwerkingsmethoden. De productie van Demeter-bier moet schone, Demeter gecertificeerde granen voor het mouten gebruiken. De granen worden gewassen met water om te weken in de containers, en op de vloer gelegd om te ontkiemen. • Voor het brouwen van Demeter-bier kunnen als ingrediënten hop, mout, brouwwater en Deme- ter-brouwgranen worden gebruikt. • De volgende verwerkingshulpmiddelen: • Filtermaterialen gemaakt van textiel (bijvoorbeeld watten), Membranen (zonder PVC, PVPP, Asbest en bentoniet) • Diatomeeënaarde • Natriumcarbonaat voor het ontharden van het water • Gips voor het brouwen • Het toevoegen van Demeter fruit, kruiden en specerijen van Demeter-kwaliteit. • Biologische gist. Zie verdere eisen in de BFDI voorwaarden. • Melkzuurbacteriën voor speciaalbieren en het gebruik van bierresiduen voor aanzuren. • Fermentatie CO2 voor het temperen van de vaten en N2 voor het vullen van de vaten. • Siliciumdioxide (silica) als technische hulpstof voor productie van glutenvrij bier. • Verpakken in glas of vaten van RVS of hout. • Flesetiketten bedrukken met inkten zonder of met laag niveau zware metalen. • Drogen met behulp van indirecte warmte. • Nathanproces (bierfermentatie en -rijping in dezelfde conische tank). • Water dient ten minste van drinkwaterkwaliteit te zijn en < 25 milligram/liter nitraat, eventueel ont- daan van ijzer en mangaan m.b.v. beluchting of kalk d.m.v. natriumcarbonaat. • Onbewerkte, natuurlijke hopbloemen hebben de voorkeur. Gepelletiseerde hop type 90 mag gebruikt worden. • Bieren met verhoogd restsuikergehalte mogen gepasteuriseerd worden. • Bij nagisting op de fles is een suikertoevoeging van maximaal 2,5 gram/liter bier toegestaan. Voor nagisting op de fles van bier van hoge gisting is maximaal 7,5 gram/liter en voor champagnebieren van hoge gisting maximaal 10 gram/liter bier. • Nieuwe bierkratten dienen zomin mogelijk polyethyleen en zware metalen te bevatten. • Indien beschikbaar dient er gebruik gemaakt te worden van Demeter gecertificeerde hop. Stich- ting Demeter kan een ontheffing verlenen voor het gebruik van biologische hop. • De gist mag alleen in water met brouwkwaliteit worden gewassen. • De granen worden gewassen met water om te weken in de containers, en op de vloer gelegd om te ontkiemen.
Toegestane hulpstoffen, additieven en verwerkingsmethoden. Toegestane hulpstoffen en additieven zijn te vinden in hoofdstuk 3. Alle ingrediënten en additieven dienen in overeenstemming met de aanduidingseisen van onverpakte en verpakte Demeter bakwa- ren in de ingrediëntendeclaratie vermeld te worden. • Pinda- en palmolie van ten minste biologische kwaliteit zijn alleen toegestaan om te frituren. • Toegestane bakverbeteraars zijn tarwegluten, vruchtensap, mout, sojameel en acerolapoeder (draag- stof vrij van maltodextrine en GGO). Tarwegluten mogen alleen voor tarwebevattende, kleine bak- waren (zoals stokbrood, beschuit en toast) worden gebruikt. • Als rijsmiddelen van micro-organismen mogen bakfermenten, zuurdeeg en gist worden gebruikt. Zie BFDI voorwaarden voor nadere uitleg. • Geschikte anti-aanbakmiddelen zijn meel (van granen), plantaardige oliën en vetten, boter en andere dierlijke vetten. Houtmeel, magnesiumoxide en anti-aanbakemulsies zijn niet toegestaan. Was is toegestaan totdat een geschikter vervangend materiaal is gevonden.
Toegestane hulpstoffen, additieven en verwerkingsmethoden. Het is toegestaan wettelijk vereiste toevoegingen van vitamines (Vitamine B1) toe te voegen aan babyvoeding op basis van granen. • Toegestane hulpstoffen, additieven en verwerkingsmethoden zijn te vinden in hoofdstuk 3. • Voor kant-en-klare bakmixen zijn de volgende (niet GGO) culturen van micro-organismen toege- staan, indien verkrijgbaar van groei op gecertificeerde biologisch-gecertificeerde substraten: zuur- desem, gedroogde zuurdesemkorrels, gist, gistproducten. • Toegestane chemische rijsmiddelen voor gebruiksklare mengsels zijn Natrium of Kaliumbicarbo- naat, met wijnsteenzuur, natrium- of kaliumtartraat (E 334/335/336 en E 500/501) in elke combina- tie. Graanzetmeel is de enige toegestane drager. • Smaakextracten moeten extracten zijn van ten minste gecertificeerde biologische productie, b.v. etherische oliën. • Natriumhydroxide (NaOH) mag bij de productie van zetmeel de pH-waarde regelen. • De productie en verwerking van parboiled rijst van Demeter rijst is toegestaan.
Toegestane hulpstoffen, additieven en verwerkingsmethoden. Toegestane hulpstoffen en additieven zijn te vinden in hoofdstuk 3. • In principe dienen enzymen vrij te zijn van conserveringsmiddelen. Voor toepassing in de vervaar- diging van graanzoetstoffen zijn voor zover bekend echter geen enzymen beschikbaar die vrij zijn van conserveringsmiddelen. Aangezien gebruik van enzymen onmisbaar is, kan ontheffing worden aangevraagd voor gebruik van enzymen met conserveermiddelen. Er dient een specificatie te worden voorgelegd aan de Demeter Licentie Commissie. • Suikerstroop wordt verdampt onder druk bij temperaturen die laag genoeg zijn om karamellisatie te voorkomen. • Bij de productie van suiker en zoetmiddelen is het verwijderen van ongewenste materialen met behulp van kalkwater toegestaan. • Tannine - van natuurlijke bronnen, biologische suikerester zijn toegestaan voor de productie van suiker en zoetmiddelen. • Natriumcarbonaat, calcium en natriumThydroxide zijn toegestane hulpstoffen voor de productie van suiker. • Zwavelzuur als hulpstof voor de pH-beheersing en citroenzuur als hulpstof voor klaring zijn alleen toegestaan voor de productie van suiker. • Voor de productie van invertsuiker uit graan/zetmeel is xylose (glucose) isomerase toegestaan.
Toegestane hulpstoffen, additieven en verwerkingsmethoden. Toegestane hulpstoffen en additieven zijn te vinden in hoofdstuk 3. • Demeter alcohol. • Vruchtenwijnen: inheemse of ingebrachte Demeter of biologische GGO-vrije gisten. • Azijnen: starterculturen. • Demeter of biologische suiker tot maximaal 10%, mits in lijn met het wettelijke kader. • Kaliumdisulfiet (E224) en SO2 (E220). • Traditionele en snelle azijnprocessen. • Glazen flessen en vaten (hout, keramisch materiaal, roestvrij staal).
Toegestane hulpstoffen, additieven en verwerkingsmethoden. Voor toegestane hulpstoffen, additieven en verwerkingsmethoden: zie hoofdstuk 3. • Nigari (Magnesiumchloride) en Calciumsulfaat zijn toegelaten stremmingsmiddelen voor tofu en tofuproducten. Natriumbicarbonaat is toegestaan als hulpstof / additief. • Voor het roken van sojaproducten mag alleen hardhout (zoals hout, schaafsel of zaagsel) worden gebruikt. Zie ook 7.18.3. • Bij de productie van graandranken kunnen enzymen worden gebruikt voor het losmaken en het ver- suikeren van het zetmeel. • Lecithine mag worden gebruikt voor dranken van noten. • Voor de conservering van dranken gemaakt van granen, soja en noten geldt dat het maximaal toege- stane verhittingsproces is UHT (ultra hight temperature). • Homogeniseren is toegestaan voor dranken gemaakt van granen, soja en noten.