Uitkering bij vertrek Voorbeeldclausules

Uitkering bij vertrek. 1. De werknemer wiens arbeidsovereenkomst na het bereiken van de 60-jarige leeftijd op zijn verzoek of wegens arbeidsongeschiktheid door ziekte of gebreken (BW:7 art 669, lid 3, sub b) eindigt en die, ware hij in dienst gebleven, vóór het bereiken van de ontslagleeftijd een jubileum zou hebben gehaald, heeft ter gelegenheid van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst aanspraak op een uitkering. De hoogte van deze uitkering is gerelateerd aan de gemiste jubileumuitkering en wordt vastgesteld naar evenredigheid van de ten tijde van de beëindiging bereikte diensttijd, als nader omschreven in bijlage 10 van deze CAO. 2. De werknemer, die de 60-jarige leeftijd nog niet heeft bereikt en wiens arbeidsovereenkomst eindigt wegens 80 – 100% arbeidsongeschiktheid, heeft eveneens aanspraak op de in lid 1 genoemde uitkering, indien voldaan wordt aan de aldaar genoemde overige voorwaarden en hij op de ontslagdatum ten minste 20 jaar in dienst is geweest van HTM.
Uitkering bij vertrek. Een medewerker die vanwege WIA of pensioen het dienstverband moet beëindigen, ontvangt, indien hij tenminste 10 dienstjaren bij de onderneming heeft, een uitkering ter grootte van één bruto maandinkomen.
Uitkering bij vertrek. Artikel 10 De functionaris die de leeftijd van 62 jaar nog niet heeft bereikt en wiens dienst anders dan door overlijden of wegens invaliditeit eindigt zonder dat hij aanspraak kan maken op ouderdomspensioen of op toepassing van artikel 9, lid 1, heeft bij zijn vertrek recht op: a) het totaal van de op zijn basissalaris ingehouden pensioenbijdragen, verhoogd met de samengestelde interest berekend op de grondslag van een rente van 3,5 % per jaar; b) indien zijn arbeidsovereenkomst niet is beëindigd om tuchtrechtelijke redenen als bepaald in artikel 88 van het statuut, een uitkering bij vertrek evenredig aan de werkelijk volbrachte diensttijd berekend op basis van een maand van het laatste aan inhouding onderworpen basissalaris per dienstjaar. Indien artikel 9, lid 2, wordt toegepast, wordt als werkelijke diensttijd eveneens aangemerkt de vroegere diensttijd, op basis van het aantal pensioenjaren dat Europol heeft toegerekend overeenkomstig artikel 9, lid 2, tweede alinea; c) het totale overeenkomstig artikel 9, lid 2, aan het in artikel 37 bedoelde Europol-fonds betaalde bedrag, verhoogd met de samengestelde interest berekend op de grondslag van een rente van 3,5 % per jaar.

Related to Uitkering bij vertrek

  • Uitkering bij overlijden 1. De werkgever dient na het overlijden van een werknemer aan de nabestaanden een uitkering te verstrekken. 2. De uitkering wordt verstrekt over de periode vanaf de dag van overlijden tot en met de laatste dag van de 2e maand na die, waarin het overlijden plaatsvond. 3. De uitkering moet worden berekend naar het laatst verdiende brutoloon dat de werknemer toekwam. 4. De nabestaanden zijn: a. De langstlevende van de echtgenoten van wie de werknemer niet duurzaam gescheiden leefde danwel degene met wie de werknemer ongehuwd samenleefde.3 b. Bij ontbreken van de onder a. bedoelde persoon, de minderjarige wettige of erkende natuurlijke kinderen. c. Bij ontbreken van de onder a en b bedoelde personen degenen ten aanzien van wie de overledene grotendeels in de kosten van het bestaan voorzag en met wie hij in gezinsverband leefde. 4 5. De uitkering mag alleen worden verminderd met de overlijdensuitkering welke de nabestaanden van de WAO/WIA ontvangen.