Common use of Vakantie Clause in Contracts

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur per week heeft de werk- nemer recht op 152 uur wettelijke vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren per jaar. De wettelijke vakantie-uren vervallen 6 maanden na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan; de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond van leef- tijd: werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per 1 januari 2016, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er niets. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De werknemer heeft het recht om maximaal 3 aaneen- gesloten weken vakantie op te nemen. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uur. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaakt. k. Indien de werknemer ziek wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverband.

Appears in 8 contracts

Samples: Cao Huisartsenzorg, Cao Huisartsenzorg, Cao

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur per week heeft de werk- nemer recht op 152 uur wettelijke 1. De normale vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren bedraagt 25 dagen per jaar. Deze vakantie wordt als volgt opgebouwd: de werknemer heeft recht op 2 en 1⁄12e (twee eentwaalfde) werkdagen vakantie met behoud van salaris voor elke maand, welke hij of zij sinds 1 mei van het voorafgaande jaar onafgebroken in dienst van de werkgever is geweest en waarvoor hij of zij nog geen vakantievergoeding heeft genoten. 2. De wettelijke vakantie-uren vervallen hieronder vermelde categorieën werknemers hebben voorts elk jaar recht op de volgende extra vakantiedagen: a. handelsvertegenwoordigers: 3 werkdagen; b. werknemers van wie de AOW: - 15 tot 11 jaar later ingaat: 1 werkdag; - 10 tot 6 maanden na jaar later ingaat: 3 werkdagen (inclusief de dag uit het kalenderjaar waarin het recht is ontstaanvorige sublid); de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen - maximaal 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaanlater ingaat: 5 werkdagen (inclusief de dagen uit de vorige subleden). b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond c. voor de in sub b genoemde dagen geldt 1 januari 2020 als peildatum voor het vaststellen van leef- tijd: werknemers de AOW-leeftijd van de werknemer en hebben mogelijke latere aanpassingen van de AOW-leeftijd hier geen invloed meer op. De koppeling aan de AOW-leeftijd geldt niet voor medewerkers die op 31 december 2015 recht hebben op 2016 in dienst zijn van een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per technische groothandel én geboren zijn vóór 1 januari 20161967, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van voor hen blijven de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot leeftijdsgrenzen 50, 55 en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er nietsjaar. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week in sub b genoemde dagen worden naar rato toegekend wat betreft het aantal gewerkte uren en de vakantie-uren naar evenredigheid vastgestelddatum waarop de medewerker jarig is. 3. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over Van de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen voorgaande leden bedoelde vakantiedagen dienen tenminste drie weken aaneengesloten te kunnen worden opgenomen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van wel zoveel mogelijk tussen 30 april en 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maandenoktober. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld4. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De Een werknemer heeft het recht na een bevallings- of kraamverlof de mogelijkheid om maximaal 3 aaneen- gesloten aansluitend in ieder geval drie weken vakantie op te nemen, mits dit uiterlijk drie maanden voor aanvang van het bevallings- of kraamverlof bij de werkgever wordt aangemeld en er geen sprake is van zwaarwegende bedrijfseconomische bezwaren. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uurDe in de vorige zin genoemde vakantie laat onverlet het wettelijk recht van de werknemer op ouderschapsverlof. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken 5. Voor handelsvertegenwoordigers wordt de hun tijdens de vakantie toekomende beloning berekend op vakantie- dagen ook grondslag van het inkomen over de laatste 12 maanden - of zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaaktkorter als de dienstbetrekking heeft geduurd - onmiddellijk voorafgaande aan de maand, waarin de vakantie wordt genoten. k. Indien 6. Verwerft de werknemer ziek wordt handelsvertegenwoordiger tijdens de vakantie, op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst, aanspraak op een provisiebedrag dat kleiner is dan de in het voorgaande lid bedoelde beloning dan wordt deze beloning met het provisiebedrag verminderd. Is echter het provisiebedrag even groot of groter dan de in het vorige lid bedoelde beloning dan blijft deze beloning achterwege en wordt alleen het volle provisiebedrag uitgekeerd. a. De werkgever, die voor inwerkingtreding van deze CAO al in de periode juli en augustus een jaarlijkse periode kende waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan was gesloten, kan met instemming van de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of de betrokken medewerkers in de periode juli en augustus maximaal 21 achtereenvolgende kalenderdagen aanwijzen als vrije dagen, waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan zal zijn gesloten. De aanwijzing van deze dagen zal tijdig en in ieder geval vóór 1 januari van het jaar waarin deze vrije dag(en) zal (zullen) vallen, aan de werknemers worden bekendgemaakt. De werkgever die van deze sluiting gebruik wil maken, is verplicht dit te melden aan de hierdoor gemiste vakantie-uren niet Vaste Commissie zoals bedoeld in mindering gebracht op artikel 53 CAO. b. De werkgever kan met instemming van de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of de betrokken medewerkers in de periode juli en augustus maximaal 21 achtereenvolgende kalenderdagen aanwijzen als vrije dagen, waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan zal zijn gesloten. De aanwijzing van deze dagen zal tijdig en in ieder geval vóór 1 januari van het totaal aantal resterende jaar waarin deze vrije dag(en) zal (zullen) vallen, aan de werknemers worden bekendgemaakt. De werkgever die van deze sluiting gebruik wil maken, is verplicht de Vaste Commissie zoals bedoeld in artikel 53 CAO om voorafgaande goedkeuring te vragen. a. Vanaf 1 januari 2016 is de wettelijke verjaringstermijn ten aanzien van de wettelijke vakantiedagen, mits zoals genoemd in het Burgerlijk Wetboek, van toepassing in de Technische Groothandel. Voor alle tot en met 31 december 2015 opgebouwde wettelijke vakantiedagen geldt een verjaringstermijn van 5 jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven, met als uitgangspunt dat de werknemer zich houdt aan gedurende de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 looptijd van deze caoCAO geen vakantiedagen kwijtraakt eerder dan de verjaringstermijn van 5 jaar. l. Per kalenderjaar kan b. De verjaringstermijn van de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverbandbedraagt vijf jaar.

Appears in 6 contracts

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur per week heeft de werk- nemer recht op 152 uur wettelijke vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren per jaar. De wettelijke vakantie-uren vervallen 6 maanden na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan; de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond van leef- tijd: werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per 1 januari 2016, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer1. Ten aanzien van de werkgever vakantie gelden -met inachtneming van de leden 2 tot en werknemer die tussen 31 december 2015 met 8 van dit artikel- de wettelijke bepalingen, geregeld in artikel 7:634 BW en verder. 2. Het vakantiejaar loopt van 1 januari 2019 tot en met 31 december. 3. De normale vakantie per jaar bedraagt: a. voor werknemers van 16 jaar en jonger 28 dagen voor werknemers van 17 en 18 jaar 26 dagen voor werknemers van 19 t/m 39 jaar 24 dagen voor werknemers van 40 t/m 44 jaar 24 dagen voor werknemers van 45 t/m 49 jaar 25 dagen voor werknemers van 50 t/m 54 jaar 26 dagen voor werknemers van 55 t/m 59 jaar 27 dagen voor werknemers van 60 jaar en ouder 28 dagen b. In afwijking van het gestelde onder a. bedraagt de overgangs- regeling hebben toegepast in vakantie per jaar: voor werknemers met 10 dienstjaren 25 dagen voor werknemers met 15 dienstjaren 26 dagen voor werknemers met 20 dienstjaren 27 dagen voor werknemers met 25 dienstjaren 28 dagen voor werknemers met 30 dienstjaren 29 dagen c. Het toekennen van vakantiedagen vindt plaats of op grond van de zin lengte van bovenstaande toelichting het dienstverband dan wel op grond van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij leeftijd; het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er nietshoogste aantal dagen prevaleert. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De werknemer heeft recht op het recht om maximaal onder a. respectievelijk b. van lid 3 aaneen- gesloten weken vakantie genoemde aantal vakantiedagen, indien hij op te nemen1 juli de daarbij genoemde leeftijd heeft bereikt, respectievelijk het daarbij genoemde aantal dienstjaren zonder onderbreking in de onderneming heeft vervuld. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uurAls onderbreking wordt niet beschouwd enige vorm van verlof of afwezigheid met instandhouding van de arbeidsovereenkomst. j. 4. De vakantiedagen worden zodanig werknemer heeft geen aanspraak op vakantie over de tijd, gedurende welke hij wegens het niet verrichten van de bedongen arbeid geen aanspraak op in geld vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaaktloon heeft, tenzij uit artikel 7:635 BW anders voortvloeit. k. Indien de werknemer ziek 5. De totale aanspraak op vakantie wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op bij het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato einde van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaaktvakantiejaar, of bij het ontbreken einde van een Ondernemingsraad of PVT de dienstbetrekking naar boven afgerond op halve dagen indien het dienstverband van de werknemer tenminste 2 maanden onafgebroken heeft geduurd. 6.a. De werkgever bevordert, dat de werknemer zijn vakantiedagen in het lopende vakantiejaar opneemt. Daartoe zal de werkgever binnen 6 tijdig in overleg met de werknemers jaarlijks een goede vakantieplanning maken. 6.b. Desgewenst geniet de werknemer -voor zover de aanspraak in het betreffende vakantiejaar toereikend zal zijn- drie weken aaneengesloten vakantie. 6.c. De werknemer ouder dan 50 jaar geniet desgewenst – voor zover de aanspraak in het betreffende vakantiejaar toereikend zal zijn - 4 weken aaneengesloten vakantie in een door werkgever na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op overleg met de loonstrook werknemer te bepalen periode. 6.d. De werkgever stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vast na overleg met de werknemer, waarbij de aanvang van de aaneengesloten vakantie zoveel mogelijk zal zijn gelegen in de verlofadministratieperiode van 1 mei tot en met 30 september. 6.e. Bij deze administratieve verwerking De werkgever mag niet bepalen, dat oponthoud tijdens een meerdaagse buitenlandse rit als vakantie zal worden aangemerkt, tenzij met de deeltijdfactor niet - als gevolg werknemer op diens verzoek anders is overeengekomen. 6.f. De werkgever heeft de bevoegdheid jaarlijks drie verplichte snipperdagen aan te wijzen. Deze snipperdagen moeten direct voorafgaan aan of volgen op een der in artikel 32 genoemde feestdagen. Indien de werkgever van deze keuze - mogelijkheid gebruik maakt dient dat tenminste twee maanden van tevoren schriftelijk bekend gemaakt te worden. 7. Vakantiedagen worden gewijzigdaan het begin van het kalenderjaar toegekend. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop feitelijke opbouw vindt per betalingsperiode plaats. In geval van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het negatief saldo niet genoten aan vakantiedagen bij einde dienstverband, zullen deze bij de eindafrekening worden verrekend.

Appears in 5 contracts

Samples: Collective Labor Agreement, Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur per week heeft de werk- nemer recht op 152 uur wettelijke vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren per jaar. De wettelijke vakantie-uren vervallen 6 maanden na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan; de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond van leef- tijd: werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per 1 januari 2016, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer1. Ten aanzien van de werkgever vakantie gelden -met inachtneming van de leden 2 tot en werknemer die tussen 31 december 2015 met 8 van dit artikel- de wettelijke bepalingen, geregeld in artikel 7:634 BW en verder. 2. Het vakantiejaar loopt van 1 januari 2019 tot en met 31 december. 3. De normale vakantie per jaar bedraagt: a. voor werknemers van 16 jaar en jonger 28 dagen voor werknemers van 17 en 18 jaar 26 dagen voor werknemers van 19 t/m 39 jaar 24 dagen voor werknemers van 40 t/m 44 jaar 24 dagen voor werknemers van 45 t/m 49 jaar 25 dagen voor werknemers van 50 t/m 54 jaar 26 dagen voor werknemers van 55 t/m 59 jaar 27 dagen voor werknemers van 60 jaar en ouder 28 dagen b. In afwijking van het gestelde onder a. bedraagt de overgangs- regeling hebben toegepast in vakantie per jaar: voor werknemers met 10 dienstjaren 25 dagen voor werknemers met 15 dienstjaren 26 dagen voor werknemers met 20 dienstjaren 27 dagen voor werknemers met 25 dienstjaren 28 dagen voor werknemers met 30 dienstjaren 29 dagen c. Het toekennen van vakantiedagen vindt plaats of op grond van de zin lengte van bovenstaande toelichting het dienstverband danwel op grond van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij leeftijd; het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er nietshoogste aantal dagen prevaleert. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De werknemer heeft recht op het recht om maximaal onder a. respectievelijk b. van lid 3 aaneen- gesloten weken vakantie genoemde aantal vakantiedagen, indien hij op te nemen1 juli de daarbij genoemde leeftijd heeft bereikt, respectievelijk het daarbij genoemde aantal dienstjaren zonder onderbreking in de onderneming heeft vervuld. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uurAls onderbreking wordt niet beschouwd enige vorm van verlof of afwezigheid met instandhouding van de arbeidsovereenkomst. j. 4. De vakantiedagen worden zodanig werknemer heeft geen aanspraak op vakantie over de tijd, gedurende welke hij wegens het niet verrichten van de bedongen arbeid geen aanspraak op in geld vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaaktloon heeft, tenzij uit artikel 7:635 BW anders voortvloeit. k. Indien de werknemer ziek 5. De totale aanspraak op vakantie wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op bij het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato einde van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaaktvakantiejaar, of bij het ontbreken einde van een Ondernemingsraad of PVT de dienstbetrekking naar boven afgerond op halve dagen indien het dienstverband van de werknemer tenminste 2 maanden onafgebroken heeft geduurd. 6.a. De werkgever bevordert, dat de werknemer zijn vakantiedagen in het lopende vakantiejaar opneemt. Daartoe zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op tijdig in overleg met de loonstrook en in de verlofadministratiewerknemers jaarlijks een goede vakantieplanning maken. 6.b. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor Desgewenst geniet de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor -voorzover de afkoop van aanspraak in het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverbandbetreffende vakantiejaar toereikend zal zijn- drie weken aaneengesloten vakantie.

Appears in 5 contracts

Samples: Arbeidsvoorwaarden en Cao, Arbeidsvoorwaarden, Collectieve Arbeidsovereenkomst

Vakantie. a. 1. Bij een arbeidsduur van 38 uur volledig dienstverband heb je per week heeft de werk- nemer kalenderjaar recht op 152 uur 20 wettelijke vakantie vakantiedagen (160 uur) en 38 uur 4 bovenwettelijke vakantievakantiedagen (32 uur). 2. Het hiervoor genoemde aantal bovenwettelijke vakantiedagen wordt verhoogd als je een dienstverband hebt van 10 jaar of meer op de peildatum (1 januari van het betreffende kalender- jaar): - 10-uren per jaar15 jaar in dienst zijn, recht op 1 extra dag (8 uur), - 16-20 jaar in dienst zijn, recht op 2 extra dagen (16 uur), - 21-25 jaar in dienst zijn, recht op 3 extra dagen (24 uur), - 26 jaar of meer in dienst zijn, recht op 4 extra dagen (32 uur). De wettelijke vakantie-uren vervallen 6 maanden na - Als je voor 1 april 1988 bij Selektvracht in dienst bent getreden, dan geldt de aanspraak op extra vakantiedagen in bijlage 5 van deze cao. Hierin staan de oude rechten van 31 maart 1988 beschreven. In dat geval geldt dus alleen de in de bijlage beschreven regeling. 3. DHL kan aan het begin van het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan; na instemming door de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaanondernemingsraad drie dagen als verplichte vakantiedagen aanwijzen. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond van leef- tijd: werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren4. Er vindt geen uit- breiding plaats per 1 januari 2016, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er niets. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband Als je arbeidsovereenkomst in de loop van het kalenderjaar begint of eindigt, als je in deeltijd werkt en/of als het aantal uren dat je werkt wijzigt, wordt het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maand, dan worden voor die maand vakantiedagen waarop je recht hebt naar rato vakantie- uren opgebouwdvastgesteld, waarbij afronding naar boven op halve dagen plaats vindt. f. De werkgever kan collectieve 5. Een verzoek tot opname van vakantiedagen vaststel- len tot een maximum dien je tijdig, bij voorkeur 14 dagen voor aanvang van 3 per kalenderjaarhet verlof schriftelijk in te dienen bij je leidinggevende. DHL zal dit verzoek inwilligen, tenzij het belang van het bedrijf zich daartegen verzet. Een door DHL ingewilligd verzoek kan, na overleg met jou, op grond van gewichtige redenen geheel of gedeeltelijk worden herzien. De derde dag kan alleen worden ingezet herziening wordt uiterlijk zeven dagen voor zogenaamde brugdagende aangevraagde verlofdag(en) schriftelijk aan je meegedeeld. DHL vergoedt de financiële schade, dagen die voor jou rechtstreeks uit de herziening ontstaat. 6. Als je voldoende vakantie-aanspraken hebt en de periode tussen een erkende feestdag jou en DHL is afgesproken, kun je aaneengesloten 3 weken vakantie opnemen. 7. Je hebt het weekeinde. De werkgever maakt recht om de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van in het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever kalenderjaar opge- bouwde vakantie-aanspraken in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst datzelfde jaar op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig 8. Voor de verjaringstermijn van (bovenwettelijke) vakantiedagen geldt de wettelijke regeling. Als je een langere tijd op vakantie wil gaan, om bijvoorbeeld familie in het verzoek buitenland te bezoeken, dan dien je die vakantie te plannen en in overleg met je leiding- gevende schriftelijk vastgelegd te worden. 9. Je dient arbeidsongeschiktheid tijdens vakantie onmiddellijk (schriftelijk) te melden onder opgave van datum van ingang van de werknemer arbeidsongeschiktheid en de vakantiedagen vaststellen(tijdelijk) plaats van verblijf. Je dient een medische verklaring van de behandelende arts aan te vragen en te overleggen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan met name als de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van arbeidsongeschikt- heid in het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar makenbuitenland plaats heeft. i. De werknemer heeft 10. Je hebt het recht om maximaal 3 aaneen- gesloten weken vakantie op bovenwettelijke vakantiedagen uit te nemen. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uur. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaakt. k. Indien de werknemer ziek wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaaktlaten betalen, of bij in het ontbreken kader van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverbandcao à la carte-regeling te benutten.

Appears in 4 contracts

Samples: Cao (Collective Labor Agreement), Cao (Collective Labor Agreement), Cao (Collective Labor Agreement)

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur per week heeft de werk- nemer recht op 152 uur wettelijke vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren per jaar. De wettelijke vakantie-uren vervallen 6 maanden na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan; de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond van leef- tijd: werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per 1 januari 2016, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en de werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling over- gangsregeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande boven- staande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan aangaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er niets. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. Met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) zijn artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing. Voorwaarde is wel dat beide dienstverban- den elkaar hebben opgevolgd met een tussenpoos van ten hoogste 6 maanden. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienst- verband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxx- enzorg, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn over- eengekomen tussen de werkgever en de werknemer, heeft de werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De werknemer heeft het recht om maximaal 3 aaneen- gesloten weken vakantie op te nemen. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uur. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaakt. k. Indien de werknemer ziek wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverband.

Appears in 4 contracts

Samples: Cao Huisartsenzorg, Cao Huisartsenzorg, Cao Huisartsenzorg

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur per week heeft de werk- nemer recht op 152 uur wettelijke vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren 1. Het normale aantal vakantiedagen bedraagt 25 dagen per jaar. Deze vakantie wordt als volgt opgebouwd: de werknemer heeft recht op 2 en 1⁄12e (twee-een-twaalfde) werkdagen vakantie met behoud van salaris voor elke maand, welke hij of zij sinds 1 mei van het voorafgaande jaar onafgebroken in dienst van de werkgever is geweest en waarvoor hij of zij nog geen vakantievergoeding heeft genoten. 2. De wettelijke vakantie-uren vervallen hieronder vermelde categorieën werknemers hebben voorts elk jaar recht op de volgende extra vakantiedagen: a. handelsvertegenwoordigers: 3 werkdagen; b. werknemers van wie de AOW: - 15 tot 11 jaar later ingaat: 1 werkdag; - 10 tot 6 maanden na jaar later ingaat: 3 werkdagen (inclusief de dag uit het kalenderjaar waarin het recht is ontstaanvorige sublid); de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen - maximaal 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaanlater ingaat: 5 werkdagen (inclusief de dagen uit de vorige subleden). b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond c. voor de sub b genoemde dagen geldt 1 januari 2020 als peildatum voor het vaststellen van leef- tijd: de AOW-leeftijd van de werknemer en hebben mogelijke latere aanpassingen van de AOW-leeftijd hier geen invloed meer op. De koppeling aan de AOW-leeftijd geldt niet voor werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op 2016 in dienst zijn van een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per technische groothandel én geboren zijn vóór 1 januari 20161967, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van voor hen blijven de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot leeftijdsgrenzen 50, 55 en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er nietsjaar. d. Voor de sub b genoemde dagen worden naar rato toegekend wat betreft het aantal gewerkte uren en de datum waarop de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden jarig is. 3. Van de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen voorgaande leden bedoelde vakantiedagen dienen tenminste drie weken aaneengesloten te kunnen worden opgenomen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van wel zoveel mogelijk tussen 30 april en 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maandenoktober. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld4. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De Een werknemer heeft het recht na een zwangerschapsverlof en bevallingsverlof de mogelijkheid om maximaal 3 aaneen- gesloten aansluitend in ieder geval drie weken vakantie op te nemen, mits dit uiterlijk drie maanden voor aanvang van het zwangerschapsverlof en bevallingsverlof bij de werkgever wordt aangemeld en er geen sprake is van zwaarwegende bedrijfseconomische bezwaren. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uurDe in de vorige zin genoemde vakantie laat onverlet het wettelijk recht van de werknemer op ouderschapsverlof. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken 5. Voor handelsvertegenwoordigers wordt de hun tijdens de vakantie toekomende beloning berekend op vakantie- dagen ook grondslag van het inkomen over de laatste 12 maanden - of zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaaktkorter als de dienstbetrekking heeft geduurd - onmiddellijk voorafgaande aan de maand, waarin de vakantie wordt genoten. k. Indien 6. Verwerft de werknemer ziek wordt handelsvertegenwoordiger tijdens de vakantie, op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst, aanspraak op een provisiebedrag dat kleiner is dan de in het voorgaande lid bedoelde beloning dan wordt deze beloning met het provisiebedrag verminderd. Is echter het provisiebedrag even groot of groter dan de in het vorige lid bedoelde beloning dan blijft deze beloning achterwege en wordt alleen het volle provisiebedrag uitgekeerd. a. De werkgever, die voor inwerkingtreding van deze CAO al in de periode juli en augustus een jaarlijkse periode kende waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan was gesloten, kan met instemming van de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of de betrokken werknemers in de periode juli en xxxxxxxx maximaal 21 achtereenvolgende kalenderdagen aanwijzen als vrije dagen, waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan zal zijn gesloten. De aanwijzing van deze dagen zal tijdig en in ieder geval vóór 1 januari van het jaar waarin deze vrije dag(en) zal (zullen) vallen, aan de werknemers worden bekendgemaakt. De werkgever die van deze sluiting gebruik wil maken, is verplicht dit te melden aan de hierdoor gemiste vakantie-uren Vaste Commissie zoals bedoeld in artikel 53 CAO. b. De werkgever kan met instemming van de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of de betrokken werknemers in de periode juli en augustus maximaal 21 achtereenvolgende kalenderdagen aanwijzen als vrije dagen, waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan zal zijn gesloten. De aanwijzing van deze dagen zal tijdig en in ieder geval vóór 1 januari van het jaar waarin deze vrije dag(en) zal (zullen) vallen, aan de werknemers worden bekendgemaakt. De werkgever die van deze sluiting gebruik wil maken, is verplicht de Vaste Commissie zoals bedoeld in artikel 53 CAO om voorafgaande goedkeuring te vragen. 8. Op grond van artikel 7:640a BW vervalt de aanspraak op de wettelijke vakantiedagen zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in mindering gebracht staat is geweest vakantie op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits te nemen. Voorts bepaalt artikel 7:642 BW dat onverminderd artikel 7:640a BW een rechtsvordering tot toekenning van vakantie verjaart door verloop van vijf jaren na de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato laatste dag van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met kalenderjaar waarin de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverbandaanspraak is ontstaan.

Appears in 3 contracts

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur per week heeft de werk- nemer recht op 152 uur wettelijke vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren 1. Het normale aantal vakantiedagen bedraagt 25 dagen per jaar. Deze vakantie wordt als volgt opgebouwd: de werknemer heeft recht op 2 en 1⁄12e (twee-een-twaalfde) werkdagen vakantie met behoud van salaris voor elke maand, welke hij of zij sinds 1 mei van het voorafgaande jaar onafgebroken in dienst van de werkgever is geweest en waarvoor hij of zij nog geen vakantievergoeding heeft genoten. 2. De wettelijke vakantie-uren vervallen hieronder vermelde categorieën werknemers hebben voorts elk jaar recht op de volgende extra vakantiedagen: a. handelsvertegenwoordigers: 3 werkdagen; b. werknemers van wie de AOW: - 15 tot 11 jaar later ingaat: 1 werkdag; - 10 tot 6 maanden na jaar later ingaat: 3 werkdagen (inclusief de dag uit het kalenderjaar waarin het recht is ontstaanvorige sublid); de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen - maximaal 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaanlater ingaat: 5 werkdagen (inclusief de dagen uit de vorige subleden). b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond c. voor de sub b genoemde dagen geldt 1 januari 2020 als peildatum voor het vaststellen van leef- tijd: de AOW-leeftijd van de werknemer en hebben mogelijke latere aanpassingen van de AOW-leeftijd hier geen invloed meer op. De koppeling aan de AOW-leeftijd geldt niet voor werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op 2016 in dienst zijn van een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per technische groothandel én geboren zijn vóór 1 januari 20161967, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van voor hen blijven de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot leeftijdsgrenzen 50, 55 en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er nietsjaar. d. Voor de sub b genoemde dagen worden naar rato toegekend wat betreft het aantal gewerkte uren en de datum waarop de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden jarig is. 3. Van de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen voorgaande leden bedoelde vakantiedagen dienen tenminste drie weken aaneengesloten te kunnen worden opgenomen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van wel zoveel mogelijk tussen 30 april en 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maandenoktober. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld4. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De Een werknemer heeft het recht na een zwangerschapsverlof en bevallingsverlof de mogelijkheid om maximaal 3 aaneen- gesloten aansluitend in ieder geval drie weken vakantie op te nemen, mits dit uiterlijk drie maanden voor aanvang van het zwangerschapsverlof en bevallingsverlof bij de werkgever wordt aangemeld en er geen sprake is van zwaarwegende bedrijfseconomische bezwaren. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uurDe in de vorige zin genoemde vakantie laat onverlet het wettelijk recht van de werknemer op ouderschapsverlof. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken 5. Voor handelsvertegenwoordigers wordt de hun tijdens de vakantie toekomende beloning berekend op vakantie- dagen ook grondslag van het inkomen over de laatste 12 maanden - of zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaaktkorter als de dienstbetrekking heeft geduurd - onmiddellijk voorafgaande aan de maand, waarin de vakantie wordt genoten. k. Indien 6. Verwerft de werknemer ziek wordt handelsvertegenwoordiger tijdens de vakantie, op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst, aanspraak op een provisiebedrag dat kleiner is dan de in het voorgaande lid bedoelde beloning dan wordt deze beloning met het provisiebedrag verminderd. Is echter het provisiebedrag even groot of groter dan de in het vorige lid bedoelde beloning dan blijft deze beloning achterwege en wordt alleen het volle provisiebedrag uitgekeerd. a. De werkgever, die voor inwerkingtreding van deze CAO al in de periode juli en augustus een jaarlijkse periode kende waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan was gesloten, kan met instemming van de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of de betrokken werknemers in de periode juli en augustus maximaal 21 achtereenvolgende kalenderdagen aanwijzen als vrije dagen, waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan zal zijn gesloten. De aanwijzing van deze dagen zal tijdig en in ieder geval vóór 1 januari van het jaar waarin deze vrije dag(en) zal (zullen) vallen, aan de werknemers worden bekendgemaakt. De werkgever die van deze sluiting gebruik wil maken, is verplicht dit te melden aan de hierdoor gemiste vakantie-uren Vaste Commissie zoals bedoeld in artikel 53 CAO. b. De werkgever kan met instemming van de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of de betrokken werknemers in de periode juli en augustus maximaal 21 achtereenvolgende kalenderdagen aanwijzen als vrije dagen, waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan zal zijn gesloten. De aanwijzing van deze dagen zal tijdig en in ieder geval vóór 1 januari van het jaar waarin deze vrije dag(en) zal (zullen) vallen, aan de werknemers worden bekendgemaakt. De werkgever die van deze sluiting gebruik wil maken, is verplicht de Vaste Commissie zoals bedoeld in artikel 53 CAO om voorafgaande goedkeuring te vragen. 8. Op grond van artikel 7:640a BW vervalt de aanspraak op de wettelijke vakantiedagen zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in mindering gebracht staat is geweest vakantie op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits te nemen. Voorts bepaalt artikel 7:642 BW dat onverminderd artikel 7:640a BW een rechtsvordering tot toekenning van vakantie verjaart door verloop van vijf jaren na de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato laatste dag van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met kalenderjaar waarin de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverbandaanspraak is ontstaan.

Appears in 3 contracts

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur 1. Het vakantiejaar loopt gelijk met het kalenderjaar. In afwijking daarvan is het toegestaan het vakantie (opbouw)jaar gelijk te stellen aan de periode van 38 uur per week 1 mei tot en met 30 april. 2. Vakantiedagen kunnen worden opgenomen in het vakantiejaar waarin het recht daarop wordt verworven. 3. De journalist in dienstbetrekking heeft in het vakantiejaar recht op vijfentwintig werkdagen vakantie met behoud van salaris. 4. Onverminderd de hem uit anderen hoofde toekomende vakantie heeft de werk- nemer journalist recht op: a. drie werkdagen extra vakantie indien hij op de laatste dag van het op basis van artikel 6.1 lid 1 van deze cao in de onderneming geldende vakantiejaar de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt; b. vier werkdagen extra vakantie indien hij op de laatste dag van het op basis van artikel 6.1 lid 1 van deze cao in de onderneming geldende vakantiejaar de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt; c. zes werkdagen extra vakantie indien hij op de laatste dag van het op basis van artikel 6.1 lid 1 van deze cao in de onderneming geldende vakantiejaar de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt; d. de journalist die op grond van het bepaalde in artikel 6.2 aanspraak heeft op extra vrije tijd, heeft geen recht op 152 uur de in dit lid, sub b en c, van dit artikel bedoelde extra vakantiedagen wegens het bereiken van de 55-jarige, respectievelijk de 60-jarige leeftijd. 5. Een journalist bepaalt, na voorafgaand overleg met de hoofdredactie, het tijdvak waarin de vakantie zal worden genoten. In principe moet de werkgever instemmen met de vakantiewensen van zijn werknemer, tenzij dat grote problemen voor de bedrijfsuitvoering oplevert. a. Tot 1 januari 2012 opgebouwde aanspraken op vakantie verjaren na verloop van vijf jaren na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan. Toelichting b. Per 1 januari 2012 geldt dat wettelijke vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren per jaar. De wettelijke vakantie-uren vervallen 6 vakantierechten die niet binnen zes maanden na het kalenderjaar verstrijken van het vakantiejaar waarin zij zijn verworven door de journalist zijn opgenomen, vervallen van rechtswege. Toelichting 7. Voor de berekening van het recht is ontstaan; aantal vakantiedagen worden feestdagen, waarop de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaankrant niet verschijnt en vallende in een vakantieperiode, niet als vakantiedagen aangemerkt. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond 8. Verlof wegens ziekte, wegens een der in artikel 6.3 genoemde gevallen, wegens andere omstandigheden als bedoeld in artikel 7: 629 lid 2 BW of wegens normale herhalingsoefeningen (vervulling van leef- tijd: werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijdnormale reserveplicht) in militaire dienst mag, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per 1 januari 2016buitengewone omstandigheden voorbehouden, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er niets. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De werknemer heeft het recht om maximaal 3 aaneen- gesloten weken vakantie op te nemen. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uur. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaakt. k. Indien de werknemer ziek wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op de aan de journalist toekomende vakantie worden gebracht. 9. Bij het totaal einde van de dienstbetrekking heeft de journalist recht op uitkering van een bedrag, gelijk aan het salaris van hetzelfde aantal resterende werkdagen als het aantal vakantiedagen, mits op welke hij krachtens de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop bepalingen van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverbandartikel nog aanspraak kan doen gelden.

Appears in 3 contracts

Samples: Cao Voor Dagbladjournalisten, Cao Voor Dagbladjournalisten, Cao Voor Dagbladjournalisten

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur 1 Het vakantiejaar loopt van 38 uur per week 1 mei tot en met 30 april. 2 Iedere werknemer die op 1 mei van enig jaar gedurende tenminste twaalf maanden bij dezelfde werkgever in dienst is geweest, heeft de werk- nemer in dat kalenderjaar recht op 152 een vakantie van 172,8 uren met behoud van salaris. Werknemer moet de gelegenheid krijgen om tenminste 72 uur wettelijke vakantie aaneengesloten op te nemen in de periode mei tot en 38 uur bovenwettelijke met september. De vakantieperiode wordt in onderling overleg vastgesteld. 3 Vakantie-uren dienen in beginsel opgenomen te worden in het vakantiejaar waarin zij zijn opgebouwd. De werkgever zal uiterlijk op 1 juli van het nieuwe kalenderjaar een overzicht verstrekken van de nog niet genoten vakantie-uren, opgebouwd in het voorafgaande kalenderjaar. Bij niet-opneming van deze vakantie-uren per jaarop 1 juli van dat jaar is de werkgever gerechtigd data vast te stellen, waarop de werknemer deze uren zal genieten. De Indien op 1 oktober van dat jaar blijkt dat niet alle uren zijn opgenomen, vervallen de wettelijke vakantie-uren vervallen 6 maanden na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan; uren, tenzij de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond van leef- tijd: werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per 1 januari 2016, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 medewerker redelijkerwijs niet in de leeftijds- categorie 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake staat is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er niets. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de vakantie-uren op te nemen. Voor boven- wettelijke vakantieuren geldt de wettelijke verjaringstermijn van vijf jaar. 4 Aan het begin van ieder kalenderjaar wordt in onderling overleg tussen werkgever en werknemers of hun vertegenwoordigers vastgesteld, welke van de vakantie uren een vaste bestemming zullen krijgen 5 Iedere werknemer, die op de eerste werkdag van het lopende vakantiejaar (zoals gedefinieerd in artikel 20 lid 1) nog geen 12 maanden in dienst is van de werkgever, heeft in dat vakantiejaar recht op 1/12 deel van de in lid 2 en 7 van dit artikel genoemde vakantie voor iedere volle kalendermaand, welke sedert de aanvang van de dienstbetrekking is verstreken, met dien verstande dat een dienstverband van 15 dagen of langer wordt gerekend voor een volle kalendermaand. Bij de berekening van het aantal dagen zal minder dan een halve dag worden verwaarloosd, terwijl bij meer dan een halve dag een volle dag zal gelden. 6 Werknemers, die op 1 mei van enig jaar, onafgebroken in dienst van dezelfde werkgever zijn geweest hebben (niet cumulatief) recht op een extra vakantie van: - 7,2 uren bij 5 jaren dienstverband; - 14,4 uren bij 10 jaren dienstverband of op 50-jarige leeftijd bij 5 jaren dienstverband; - 21,6 uren bij 15 jaren dienstverband of op 55-jarige leeftijd bij 5 jaren dienstverband; - 28,8 uren bij 20 jaren dienstverband of op 60-jarige leeftijd; - 36 uren bij 25 jaren dienstverband of op 60-jarige leeftijd bij 10 jaren dienstverband. Deze vakantie dient te worden opgenomen - in onderling overleg tussen werkgever en werknemer te regelen - in de maanden januari t/m mei, tenzij anders wordt overeengekomen. 7 Bij een werknemer die vanwege leerplicht één of meer dagen per week geen werkzaamheden kan verrichten, wordt het aantal vakantie uren vastgesteld naar evenredigheid vastgesteldevenredigheid, op basis van het aantal uren per week waarop de werknemer wel werkzaamheden verricht voor de werkgever. Cao-partijen hebben geconstateerd Gedurende de periode dat er onduidelijk- heid is het opleidingsinstituut dat de werknemer bezoekt wegens vakantie e.d. gesloten is, kan de werknemer niet verplicht worden om gedurende de hierdoor ontstane vrije tijd 10 werkzaamheden te verrichten bij zijn werkgever. 8 De werknemer, die bij de aanvang van een door hem vastgestelde aaneengesloten vakantie arbeidsongeschikt is, behoudt zijn aanspraak op reeds verworven vakantierecht. De werknemer, die tijdens zijn vakantie arbeidsongeschikt wordt, behoudt zijn aanspraak over de interpretatie dagen, waarover hij uitkering ontvangt krachtens de ziektewet - eventuele wachtdagen daartoe gerekend - mits hij terstond bij de aanvang van de artikelen 8.1.barbeidsongeschiktheid kennis geeft aan de werkgever. en 8.1.c. Cao-partijen hebben De werknemer verwerft vakantierechten gedurende de tijd dat hij arbeidsongeschikt is. 9 Een werknemer, die de dienst van een werkgever verlaat, heeft voor zover hij nog geen vakantie genoten heeft, voor elke maand dat het dienstverband in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer het lopende jaar heeft geduurd, recht op 1/12 deel van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b in lid 2 en artikel 8.1.c. lid 7 genoemde vakantie, voor zover deze bepalingen op dat nieuwe dienstverband hem van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van Voor het dienstverband in de loop van geval nog vakantie over het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maandvorige vakantiejaar moet worden genomen, dan dient deze alsnog te worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 per kalenderjaargerealiseerd. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien Tenzij de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij anders verzoekt zal deze vakantie in geld worden uitbetaald. Bij betaling is de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren verplicht aan de werknemer schriftelijk kenbaar makeneen verklaring uit te reiken, waaruit blijkt xxxxxxx vakantie uren in geld zijn uitbetaald. i. De 10 Wanneer de werknemer heeft blijvend of tijdelijk per werkdag wegens arbeidsongeschiktheid op therapeutische basis minder dan zijn normale arbeidstijd werkzaam is, worden voor de opbouw van zijn vakantierechten deze werkdagen als volle dagen beschouwd. Voor het recht om maximaal 3 aaneen- gesloten weken vakantie opnemen van vakantie- of snipperuren op te nemen. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uurdeze werkdagen wordt overeenkomstig de volledige normale arbeidstijd van die werkdag als vakantie- of snipperuren worden aangemerkt. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat 11 In afwijking van het in lid 3 van dit artikel bepaalde, behouden werknemers die langer dan één jaar volledig arbeidsongeschikt zijn geweest, hun aanspraak op niet opgenomen vakantieuren, verworven gedurende het jaar voorafgaande aan bedoelde periode van arbeidsongeschiktheid, alsmede op niet opgenomen vakantieuren verworven gedurende de arbeidsongeschiktheid. 12 Het aantal bovenwettelijke vakantie uren per kalenderjaar mag de werknemer inbrengen in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaaktlevensloopregeling of laten uitbetalen door de werkgever. Voor een voltijdwerker zijn dit 28,8 uren. k. Indien de werknemer ziek wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverband.

Appears in 2 contracts

Samples: c.a.o. Voor Het Personeel Werkzaam in Het Partikuliere Kaaspakhuisbedrijf, c.a.o. Voor Het Personeel Werkzaam in Het Partikuliere Kaaspakhuisbedrijf

Vakantie. a. Per kalenderjaar heeft iedere medewerker met een fulltime dienstverband recht op 172,80 uur vakantie met behoud van salaris (144 uur wettelijk verlof en 28,8 uur bovenwettelijk verlof). Bij een arbeidsduur parttime dienstverband en wanneer het dienstverband tijdens het kalenderjaar start of eindigt, wordt het aantal vakantiedagen of -uren naar rato berekend. 1 De tijd waarin de vakantie opgenomen zal worden, dient tijdig door de medewerker in overleg met en met toestemming van 38 uur per week heeft de werk- nemer recht op 152 uur wettelijke vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren per jaarwerkgever te worden vastgesteld. Tenzij de werkgever hiervoor goede redenen heeft, waaronder dat de organisatiebezetting het niet toelaat, keurt de werkgever een verzoek van de medewerker goed. De wettelijke vakantie-uren vervallen 6 maanden na medewerker dient het verzoek om vakantie uiterlijk zes weken voor aanvang van de periode waarin hij vakantie wil opnemen in. 2 Voor vakantie in de zomerperiode dient de medewerker zijn verzoek uiterlijk de laatste dag voordat het jaarrooster ingaat in te dienen. Doet de medewerker dit niet, kan de werkgever de vakantieperiode vaststellen. 3 Vakantiedagen dienen in principe te worden opgenomen in het kalenderjaar waarin zij zijn opgebouwd. Na afstemming met werkgever mogen uren meegenomen worden naar het recht is ontstaan; daarop volgende jaar, waarbij de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen 5 jaar na wettelijke regels van verval van vakantiedagen gelden. 4 Daarnaast gelden de volgende regeling afhankelijk van de leeftijd van de medewerker. De extra dag(en) worden toegekend in het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond van leef- tijdde genoemde leeftijd wordt bereikt: werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal 18 jaar 3 vakantiedagen extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal 19 jaar 2 vakantiedagen extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per 20 jaar 1 januari 2016, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per vakantiedag extra 35 jaar t/m 39 jaar 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur vakantiedag extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 40 jaar t/m 44 jaar 2 vakantiedagen extra 45 jaar t/m 49 jaar 3 vakantiedagen extra 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt4 vakantiedagen extra 5 Een vakantiedag bedraagt 7,2 uren. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van Voor medewerkers met een nieuw parttime dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen wordt het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er niets. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de aantal extra vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie rato berekend. 6 Voor medewerkers van de artikelen 8.1.b. Accres Apeldoorn B.V. of N.V. SRO, die op 30 juni 2004 (SRO) en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst 2007 (Accres) bij de ene werkgever is geëindigd in dienst waren en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van waarvan het dienstverband in de loop van het kalenderjaar sinds die tijd zonder onderbreking is voortgezet, wordt het aantal vakantie- vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteldverhoogd met 12,96 uren. Vindt in- of uitdiensttreding plaats Volgend uit de jaarurensystematiek, omdat 5 mei en goede vrijdag per 7 jaar tweemaal in de loop van een kalender- maandhet weekeinde vallen, dan worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwdwordt gerekend met 10,29 uur per jaar. f. 7 De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 medewerker dient per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst kalenderjaar ten minste twee werkweken aaneengesloten vakantie op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De werknemer heeft het recht om maximaal 3 aaneen- gesloten weken vakantie op te nemen. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uur. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat 8 Een medewerker kan in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaakt. k. Indien de werknemer ziek wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste kalenderjaar niet meer vakantie-uren niet in mindering gebracht op opnemen dan anderhalf maal het totaal hem toekomende aantal resterende vakantiedagen, mits de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze caovakantie-uren. l. Per kalenderjaar 9 Waar dit in redelijkheid mogelijk is, kan de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen medewerker vakantie opnemen op officiële feestdagen, die samenhangen met diens geloof en/of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaaktculturele achtergrond, of bij het ontbreken huwelijk of geregistreerd partnerschap van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook bloed- en aanverwanten in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde eerste en tweede graad en bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverbandverhuizing.

Appears in 2 contracts

Samples: Cao Verzelfstandigde Maatschappelijke Organisaties, Cao Verzelfstandigde Maatschappelijke Organisaties

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur per week heeft de werk- nemer recht op 152 uur wettelijke vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren 1. Het normale aantal vakantiedagen bedraagt 25 dagen per jaar. Deze vakantie wordt als volgt opgebouwd: de werknemer heeft recht op 2 en 1⁄12e (twee-een-twaalfde) werkdagen vakantie met behoud van salaris voor elke maand, welke hij of zij sinds 1 mei van het voorafgaande jaar onafgebroken in dienst van de werkgever is geweest en waarvoor hij of zij nog geen vakantievergoeding heeft genoten. 2. De wettelijke vakantie-uren vervallen hieronder vermelde categorieën werknemers hebben voorts elk jaar recht op de volgende extra vakantiedagen: a. handelsvertegenwoordigers: 3 werkdagen; b. werknemers van wie de AOW: - 15 tot 11 jaar later ingaat: 1 werkdag; - 10 tot 6 maanden na jaar later ingaat: 3 werkdagen (inclusief de dag uit het kalenderjaar waarin het recht is ontstaanvorige sublid); de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen - maximaal 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaanlater ingaat: 5 werkdagen (inclusief de dagen uit de vorige subleden). b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond c. voor de sub b genoemde dagen geldt 1 januari 2020 als peildatum voor het vaststellen van leef- tijd: de AOW-leeftijd van de werknemer en hebben mogelijke latere aanpassingen van de AOW-leeftijd hier geen invloed meer op. Voor werknemers die na 31 december 2020 in dienst komen, geldt als peildatum voor het vaststellen van de AOW-leeftijd 1 januari van het jaar waarin zij in dienst zijn gekomen. De koppeling aan de AOW-leeftijd geldt niet voor werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op 2016 in dienst zijn van een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per technische groothandel én geboren zijn vóór 1 januari 20161967, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van voor hen blijven de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot leeftijdsgrenzen 50, 55 en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er nietsjaar. d. Voor de sub b genoemde dagen worden naar rato toegekend wat betreft het aantal gewerkte uren en de datum waarop de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden jarig is. 3. Van de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen voorgaande leden bedoelde vakantiedagen dienen tenminste drie weken aaneengesloten te kunnen worden opgenomen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van wel zoveel mogelijk tussen 30 april en 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maandenoktober. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld4. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De Een werknemer heeft het recht na een zwangerschapsverlof en bevallingsverlof de mogelijkheid om maximaal 3 aaneen- gesloten aansluitend in ieder geval drie weken vakantie op te nemen, mits dit uiterlijk drie maanden voor aanvang van het zwangerschapsverlof en bevallingsverlof bij de werkgever wordt aangemeld en er geen sprake is van zwaarwegende bedrijfseconomische bezwaren. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uurDe in de vorige zin genoemde vakantie laat onverlet het wettelijk recht van de werknemer op ouderschapsverlof. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken 5. Voor handelsvertegenwoordigers wordt de hun tijdens de vakantie toekomende beloning berekend op vakantie- dagen ook grondslag van het inkomen over de laatste 12 maanden - of zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaaktkorter als de dienstbetrekking heeft geduurd - onmiddellijk voorafgaande aan de maand, waarin de vakantie wordt genoten. k. Indien 6. Verwerft de werknemer ziek wordt handelsvertegenwoordiger tijdens de vakantie, op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst, aanspraak op een provisiebedrag dat kleiner is dan de in het voorgaande lid bedoelde beloning dan wordt deze beloning met het provisiebedrag verminderd. Is echter het provisiebedrag even groot of groter dan de in het vorige lid bedoelde beloning dan blijft deze beloning achterwege en wordt alleen het volle provisiebedrag uitgekeerd. a. De werkgever, die voor inwerkingtreding van deze CAO al in de periode juli en augustus een jaarlijkse periode kende waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan was gesloten, kan met instemming van de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of de betrokken werknemers in de periode juli en augustus maximaal 21 achtereenvolgende kalenderdagen aanwijzen als vrije dagen, waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan zal zijn gesloten. De aanwijzing van deze dagen zal tijdig en in ieder geval vóór 1 januari van het jaar waarin deze vrije dag(en) zal (zullen) vallen, aan de werknemers worden bekendgemaakt. De werkgever die van deze sluiting gebruik wil maken, is verplicht dit te melden aan de hierdoor gemiste vakantie-uren Vaste Commissie zoals bedoeld in artikel 53 CAO. b. De werkgever kan met instemming van de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of de betrokken werknemers in de periode juli en augustus maximaal 21 achtereenvolgende kalenderdagen aanwijzen als vrije dagen, waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan zal zijn gesloten. De aanwijzing van deze dagen zal tijdig en in ieder geval vóór 1 januari van het jaar waarin deze vrije dag(en) zal (zullen) vallen, aan de werknemers worden bekendgemaakt. De werkgever die van deze sluiting gebruik wil maken, is verplicht de Vaste Commissie zoals bedoeld in artikel 53 CAO om voorafgaande goedkeuring te vragen. 8. Op grond van artikel 7:640a BW vervalt de aanspraak op de wettelijke vakantiedagen zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in mindering gebracht staat is geweest vakantie op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits te nemen. Voorts bepaalt artikel 7:642 BW dat onverminderd artikel 7:640a BW een rechtsvordering tot toekenning van vakantie verjaart door verloop van vijf jaren na de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato laatste dag van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met kalenderjaar waarin de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverbandaanspraak is ontstaan.

Appears in 2 contracts

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst, Collectieve Arbeidsovereenkomst

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur per week heeft de werk- nemer werknemer recht op 152 uur wettelijke vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren per jaar. De wettelijke vakantie-uren vervallen 6 maanden na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan; de bovenwettelijke vakantie- vakantie-uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan. b. . Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond van leef- tijdleeftijd: werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- vakantie uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-vakantie uren. Er vindt geen uit- breiding uitbreiding plaats per 1 januari 2016, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf . Vanaf 1 januari 2016 kan de werknemer op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-vakantie uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-vakantie uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-vakantie uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie leeftijdscategorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er niets. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maandkalendermaand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- vakantie-uren opgebouwd. f. . De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len vast- stellen tot een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. . Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. . De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. . De werknemer heeft het recht om maximaal 3 aaneen- gesloten weken vakantie op te nemen. Dat is 21 kalen- derdagenkalenderdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uur. j. . De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaakt. k. . Indien de werknemer ziek wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. . Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling ruil- regeling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek schriftelijk- verzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof xxxxxx wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke mogelijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag berekenings- grondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverband.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Huisartsenzorg

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur per week heeft de werk- nemer recht op 152 uur wettelijke 1. De normale vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren bedraagt 25 dagen per jaar. Deze vakantie wordt als volgt opgebouwd: de werknemer heeft recht op 2 en 1⁄12e (twee eentwaalfde) werkdagen vakantie met behoud van salaris voor elke maand, welke hij of zij sinds 1 mei van het voorafgaande jaar onafgebroken in dienst van de werkgever is geweest en waarvoor hij of zij nog geen vakantievergoeding heeft genoten. 2. De wettelijke vakantie-uren vervallen hieronder vermelde categorieën werknemers hebben voorts elk jaar recht op de volgende extra vakantiedagen: a. handelsvertegenwoordigers: 3 werkdagen; b. werknemers van wie de AOW: – 15 tot 11 jaar later ingaat: 1 werkdag; – 10 tot 6 maanden na jaar later ingaat: 3 werkdagen (inclusief de dag uit het kalenderjaar waarin het recht is ontstaanvorige sublid); de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen – maximaal 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaanlater ingaat: 5 werkdagen (inclusief de dagen uit de vorige subleden). b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond c. voor de in sub b genoemde dagen geldt 1 januari 2020 als peildatum voor het vaststellen van leef- tijd: werknemers de AOW-leeftijd van de werknemer en hebben mogelijke latere aanpassingen van de AOW- leeftijd hier geen invloed meer op. De koppeling aan de AOW-leeftijd geldt niet voor medewerkers die op 31 december 2015 recht hebben op 2016 in dienst zijn van een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per technische groothandel én geboren zijn vóór 1 januari 20161967, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van voor hen blijven de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot leeftijdsgrenzen 50, 55 en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er nietsjaar. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week in sub b genoemde dagen worden naar rato toegekend wat betreft het aantal gewerkte uren en de vakantie-uren naar evenredigheid vastgestelddatum waarop de medewerker jarig is. 3. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over Van de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen voorgaande leden bedoelde vakantiedagen dienen tenminste drie weken aaneenge- sloten te kunnen worden opgenomen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van wel zoveel mogelijk tussen 30 april en 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maandenoktober. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld4. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De Een werknemer heeft het recht na een bevallings- of kraamverlof de mogelijkheid om maximaal 3 aaneen- gesloten aansluitend in ieder geval drie weken vakantie op te nemen, mits dit uiterlijk drie maanden voor aanvang van het bevallings- of kraamverlof bij de werkgever wordt aangemeld en er geen sprake is van zwaarwe- gende bedrijfseconomische bezwaren. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uurDe in de vorige zin genoemde vakantie laat onverlet het wettelijk recht van de werknemer op ouderschapsverlof. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken 5. Voor handelsvertegenwoordigers wordt de hun tijdens de vakantie toekomende beloning berekend op vakantie- dagen ook grondslag van het inkomen over de laatste 12 maanden – of zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaaktkorter als de dienstbetrek- king heeft geduurd – onmiddellijk voorafgaande aan de maand, waarin de vakantie wordt genoten. k. Indien 6. Verwerft de werknemer ziek wordt handelsvertegenwoordiger tijdens de vakantie, op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst, aanspraak op een provisiebedrag dat kleiner is dan de in het voorgaande lid bedoelde beloning dan wordt deze beloning met het provisiebedrag verminderd. Is echter het provisiebedrag even groot of groter dan de in het vorige lid bedoelde beloning dan blijft deze beloning achterwege en wordt alleen het volle provisiebedrag uitgekeerd. a. De werkgever, die voor inwerkingtreding van deze CAO al in de periode juli en augustus een jaarlijkse periode kende waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan was gesloten, kan met instemming van de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of de betrokken medewerkers in de periode juli en augustus maximaal 21 achtereenvolgende kalenderdagen aanwijzen als vrije dagen, waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan zal zijn gesloten. De aanwijzing van deze dagen zal tijdig en in ieder geval vóór 1 januari van het jaar waarin deze vrije dag(en) zal (zullen) vallen, aan de werknemers worden bekendgemaakt. De werkgever die van deze sluiting gebruik wil maken, is verplicht dit te melden aan de hierdoor gemiste vakantie-uren niet Vaste Commissie zoals bedoeld in mindering gebracht op artikel 53 CAO. b. De werkgever kan met instemming van de ondernemingsraad, de personeelsvertegen- woordiging of de betrokken medewerkers in de periode juli en augustus maximaal 21 achtereenvolgende kalenderdagen aanwijzen als vrije dagen, waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan zal zijn gesloten. De aanwijzing van deze dagen zal tijdig en in ieder geval vóór 1 januari van het totaal aantal resterende vakantiedagenjaar waarin deze vrije dag(en) zal (zullen) vallen, mits aan de werkne- mers worden bekendgemaakt. De werkgever die van deze sluiting gebruik wil maken, is verplicht de Vaste Commissie zoals bedoeld in artikel 53 CAO om voorafgaande goedkeuring te vragen. a. Vanaf 1 januari 2016 is de wettelijke verjaringstermijn ten aanzien van de wettelijke vakantieda- gen, zoals genoemd in het Burgerlijk Wetboek, van toepassing in de Technische Groothandel. Voor alle tot en met 31 december 2015 opgebouwde wettelijke vakantiedagen geldt een verjaringstermijn van 5 jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven, met als uitgangspunt dat de werknemer zich houdt aan gedurende de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 looptijd van deze caoCAO geen vakantiedagen kwijtraakt eerder dan de verjaringstermijn van 5 jaar. l. Per kalenderjaar kan b. De verjaringstermijn van de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverbandbedraagt vijf jaar.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur per week heeft de werk- nemer recht op 152 uur wettelijke vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren per jaar. De wettelijke vakantie-uren vervallen 6 maanden na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan; de bovenwettelijke vakantie- vakantie-uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar waarin waar- in het recht is ontstaan. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond van leef- tijd: werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- vakantie uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-vakantie uren. Er vindt geen uit- breiding uitbreiding plaats per 1 januari 2016, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-vakantie uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie leeftijdscate- gorie 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-vakantie uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie leeftijdscate- gorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-vakantie uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie leeftijdscate- gorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan aan- gegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemerwerknemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er niets. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid onduidelijkheid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden dienstverbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos tussenpoos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagenbrug- dagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De werknemer heeft het recht om maximaal 3 aaneen- gesloten aan- eengesloten weken vakantie op te nemen. Dat is 21 kalen- derdagenkalenderdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uur. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaakt. k. Indien de werknemer ziek wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking ver- werking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke mogelijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag vakantie- toeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag berekenings- grondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverband.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Huisartsen

Vakantie. a. Bij 1. Het vakantiejaar loopt van 1 juni tot en met 31 mei. Indien hiervan wordt afgeweken dient dit in de arbeidsovereenkomst te worden vermeld. 2. Een werknemer heeft recht op 24 vakantiedagen per jaar. Uitgedrukt in vakantie-uren betekent dat een vakantierecht van {(Y : 5) x 24} uren per jaar, waarbij Y is het aantal contracturen per werkweek. 3. De vakantieaanspraken zoals bedoeld in dit artikel worden voor werknemers met een afwijkende arbeidsduur vastgesteld in verhouding van 38 uur de voor hen over het vakantiejaar gerekende gemiddelde arbeidsduur per week en 38 uur. 4. Indien een werknemer tenminste 25 jaar dan wel 40 jaar bij dezelfde onderneming werkzaam is, heeft de werk- nemer hij recht op 152 uur wettelijke vakantie en 38 uur bovenwettelijke 14 dan wel 28 extra vakantie-uren per jaarvakantiejaar met behoud van loon. 5. De wettelijke Indien een werknemer de leeftijd van 50, 55 dan wel 60 jaar heeft bereikt, heeft hij recht op 7, 14 onderscheidenlijk 21 extra vakantie-uren vervallen 6 maanden na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan; de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaanper vakantiejaar met behoud van loon. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren 6. Xxxxxxx een werknemer zowel op grond van leef- artikel 15.4 als 15.5 aanspraak kan maken op extra vrije tijd: werknemers die , is slechts dat artikel van toepassing op 31 december 2015 grond waarvan hij recht hebben heeft op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren de meeste vakantieuren. 7. Bij het beëindigen van de dienstbetrekking ontvangt de werknemer voor Elk, tijdens zijn dienstverband, op grond van leeftijdartikel 15.2 opgebouwde maar nog niet opgenomen, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per 1 januari 2016, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaatsvakantieuur een vergoeding gelijk aan zijn uurloon. c. 8. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer werknemer, die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er niets. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt vakantiejaar in dienst treedt, verwerft aanspraak op vakantie in verhouding tot het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgestelddeel van het vakantiejaar, dat hij in dienst is. Vindt in- of uitdiensttreding plaats Op dezelfde wijze worden de aanspraken op extra vakantie berekend: indien de betrokken werknemer in de loop van een kalender- maandhet vakantiejaar in dienst treedt, dan worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwdwel de omstandigheid, op grond waarvan aanspraak op extra vakantie bestaat, zich in de loop van het vakantiejaar voordoet. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 per kalenderjaar9. De derde dag kan werknemer verwerft geen aanspraak op vakantie over de tijd, gedurende welke hij wegens het niet- verrichten van de bedongen arbeid geen aanspraak op in geld vastgesteld loon heeft. - Bij volledige arbeidsongeschiktheid die langer duurt dan zes maanden ontstaat er alleen recht op vakantie-uren gedurende de laatste zes maanden van arbeidsongeschiktheid. - De werknemer verwerft aanspraken op vakantie over de tijd, welke hij besteedt aan het volgen van onderricht, waartoe hij ingevolge de XXX door de werkgever in de gelegenheid moet worden ingezet voor zogenaamde brugdagengesteld. - Dagen of gedeelten van dagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeindewaarop de werknemer wegens in dit lid genoemde redenen verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, gelden niet als vakantie. 10. De vakantie waarop de werknemer aanspraak heeft verkregen wordt opgenomen in de vorm van: a. aaneengesloten vakantie; b. snipperdagen/uren. 11. De werkgever maakt stelt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december tijdvakken der vakantie tijdig en zoveel mogelijk rekening houdende met de wensen van het jaarde werknemer vast, voorafgaande doch in ieder geval zodanig dat: a. de werknemer, wiens aanspraken daartoe toereikend zijn, gedurende een periode van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers3 opeenvolgende weken geen arbeid hoeft te verrichten. g. Indien b. deze aaneengesloten periode van 3 weken ligt in de periode van 15 mei - 15 september en, zolang de betrokken werknemer vakantiedagen wil opnemennog partieel leerplichtig is, dient hij een schriftelijk verzoek bij bovendien samenvallend met diens schoolvakantie, één en ander tenzij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar makenanders bepaalt. i. De werknemer heeft het recht om maximaal 3 aaneen- gesloten weken vakantie op te nemen. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uur. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaakt. k. Indien de werknemer ziek wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverband.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Vakantie. a. Per kalenderjaar heeft iedere werknemer met een fulltime dienstverband recht op 172,80 uur vakantie met behoud van salaris (144 uur wettelijk verlof en 28,8 uur bovenwettelijk verlof). Bij een arbeidsduur parttime dienstverband en wanneer het dienstverband tijdens het kalenderjaar start of eindigt, wordt het aantal vakantiedagen of -uren naar rato berekend. 1 De tijd waarin de vakantie opgenomen zal worden, dient tijdig door de werknemer in overleg met en met toestemming van 38 uur per week heeft de werk- nemer recht werkgever te worden vastgesteld. Tenzij de werkgever hiervoor goede redenen heeft, waaronder dat de organisatiebezetting het niet toelaat, keurt de werkgever een verzoek van de werknemer binnen twee weken na aanvraag goed. De werknemer dient het verzoek om vakantie uiterlijk zes weken voor aanvang van de periode waarin hij vakantie wil opnemen in. 2 Voor vakantie in de zomerperiode dient de werknemer zijn verzoek uiterlijk de laatste dag voordat het jaarrooster ingaat in te dienen. Doet de werknemer dit niet, kan de werkgever de vakantieperiode vaststellen. 3 Vakantiedagen dienen in principe te worden opgenomen in het kalenderjaar waarin zij zijn opgebouwd. Na afstemming met werkgever mogen uren meegenomen worden naar het daaropvolgende jaar, waarbij de wettelijke regels van verval van vakantiedagen gelden. 4 Daarnaast gelden de volgende regelingen afhankelijk van de leeftijd van de werknemer. De extra dag(en) worden toegekend in het kalenderjaar waarin de genoemde leeftijd wordt bereikt: 18 jaar 3 vakantiedagen extra 19 jaar 2 vakantiedagen extra 20 jaar 1 vakantiedag extra 35 jaar t/m 39 jaar 1 vakantiedag extra 40 jaar t/m 44 jaar 2 vakantiedagen extra 45 jaar t/m 49 jaar 3 vakantiedagen extra 50 jaar en ouder 4 vakantiedagen extra 5 Een vakantiedag bedraagt 7,2 uren. Voor een werknemer met een parttime dienstverband wordt het aantal extra vakantie uren naar rato berekend. 6 Voor werknemers van Accres Apeldoorn B.V. of N.V. SRO, die op 152 uur wettelijke vakantie 30 juni 2004 (SRO) en 38 uur bovenwettelijke 1 januari 2007 (Accres) bij werkgever in dienst waren en waarvan het dienstverband sinds die tijd zonder onderbreking is voortgezet, wordt het aantal vakantie-uren verhoogd met 12,96 uren. Volgend uit de jaarurensystematiek, omdat 5 mei en goede vrijdag per zeven jaar tweemaal in het weekeinde vallen, wordt gerekend met 10,29 uur per jaar. De wettelijke vakantie-uren vervallen 6 maanden na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan; de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond van leef- tijd: werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per 1 januari 2016, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. 7 De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er niets. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur dient per week worden de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van kalenderjaar ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst minste twee werkweken aaneengesloten vakantie op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig 8 Een werknemer kan in kalenderjaar niet meer vakantie uren opnemen dan anderhalf maal het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar makenhem toekomende aantal vakantie uren. i. De werknemer heeft het recht om maximaal 3 aaneen- gesloten weken vakantie op te nemen. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uur. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat 9 Waar dit in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel redelijkheid mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaakt. k. Indien de werknemer ziek wordt tijdens de vakantieis, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen vakantie opnemen op officiële feestdagen, die samenhangen met diens geloof en/of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaaktculturele achtergrond, of bij het ontbreken huwelijk of geregistreerd partnerschap van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook bloed- en aanverwanten in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde eerste en tweede graad en bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverbandverhuizing.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Verzelfstandigde Maatschappelijke Organisaties

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur 1 Het vakantiejaar loopt van 38 uur per week 1 mei tot en met 30 april. 2 Iedere werknemer die op 1 mei van enig jaar gedurende tenminste twaalf maanden bij dezelfde werkgever in dienst is geweest, heeft de werk- nemer in dat kalenderjaar recht op 152 een vakantie van 172,8 uren met behoud van salaris. Werknemer moet de gelegenheid krijgen om tenminste 72 uur wettelijke vakantie aaneengesloten op te nemen in de periode mei tot en 38 uur bovenwettelijke met september. De vakantieperiode wordt in onderling overleg vastgesteld. 3 Vakantie-uren dienen in beginsel opgenomen te worden in het vakantiejaar waarin zij zijn opgebouwd. De werkgever zal uiterlijk op 1 juli van het nieuwe kalenderjaar een overzicht verstrekken van de nog niet genoten vakantie-uren, opgebouwd in het voorafgaande kalenderjaar. Bij niet-opneming van deze vakantie-uren per jaarop 1 juli van dat jaar is de werkgever gerechtigd data vast te stellen, waarop de werknemer deze uren zal genieten. De Indien op 1 oktober van dat jaar blijkt dat niet alle uren zijn opgenomen, vervallen de wettelijke vakantie-uren vervallen 6 maanden na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan; uren, tenzij de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond van leef- tijd: werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per 1 januari 2016, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 medewerker redelijkerwijs niet in de leeftijds- categorie 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake staat is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er niets. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de vakantie-uren op te nemen. Voor boven- wettelijke vakantieuren geldt de wettelijke verjaringstermijn van vijf jaar. 4 Aan het begin van ieder kalenderjaar wordt in onderling overleg tussen werkgever en werknemers of hun vertegenwoordigers vastgesteld, welke van de vakantie uren een vaste bestemming zullen krijgen 5 Iedere werknemer, die op de eerste werkdag van het lopende vakantiejaar (zoals gedefinieerd in artikel 20 lid 1) nog geen 12 maanden in dienst is van de werkgever, heeft in dat vakantiejaar recht op 1/12 deel van de in lid 2 en 7 van dit artikel genoemde vakantie voor iedere volle kalendermaand, welke sedert de aanvang van de dienstbetrekking is verstreken, met dien verstande dat een dienstverband van 15 dagen of langer wordt gerekend voor een volle kalendermaand. Bij de berekening van het aantal dagen zal minder dan een halve dag worden verwaarloosd, terwijl bij meer dan een halve dag een volle dag zal gelden. 6 Werknemers, die op 1 mei van enig jaar, onafgebroken in dienst van dezelfde werkgever zijn geweest hebben (niet cumulatief) recht op een extra vakantie van: - 7,2 uren bij 5 jaren dienstverband; - 14,4 uren bij 10 jaren dienstverband of op 50-jarige leeftijd bij 5 jaren dienstverband; - 21,6 uren bij 15 jaren dienstverband of op 55-jarige leeftijd bij 5 jaren dienstverband; - 28,8 uren bij 20 jaren dienstverband of op 60-jarige leeftijd; - 36 uren bij 25 jaren dienstverband of op 60-jarige leeftijd bij 10 jaren dienstverband. Deze vakantie dient te worden opgenomen - in onderling overleg tussen werkgever en werknemer te regelen - in de maanden januari t/m mei, tenzij anders wordt overeengekomen. 7 Bij een werknemer die vanwege leerplicht één of meer dagen per week geen werkzaamheden kan verrichten, wordt het aantal vakantie uren vastgesteld naar evenredigheid vastgesteldevenredigheid, op basis van het aantal uren per week waarop de werknemer wel werkzaamheden verricht voor de werkgever. Cao-partijen hebben geconstateerd Gedurende de periode dat er onduidelijk- heid is het opleidingsinstituut dat de werknemer bezoekt wegens vakantie e.d. gesloten is, kan de werknemer niet verplicht worden om gedurende de hierdoor ontstane vrije tijd werkzaamheden te verrichten bij zijn werkgever. 8 De werknemer, die bij de aanvang van een door hem vastgestelde aaneengesloten vakantie arbeidsongeschikt is, behoudt zijn aanspraak op reeds verworven vakantierecht. De werknemer, die tijdens zijn vakantie arbeidsongeschikt wordt, behoudt zijn aanspraak over de interpretatie dagen, waarover hij uitkering ontvangt krachtens de ziektewet - eventuele wachtdagen daartoe gerekend - mits hij terstond bij de aanvang van de artikelen 8.1.barbeidsongeschiktheid kennis geeft aan de werkgever. en 8.1.c. Cao-partijen hebben De werknemer verwerft vakantierechten gedurende de tijd dat hij arbeidsongeschikt is. 9 Een werknemer, die de dienst van een werkgever verlaat, heeft voor zover hij nog geen vakantie genoten heeft, voor elke maand dat het dienstverband in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer het lopende jaar heeft geduurd, recht op 1/12 deel van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b in lid 2 en artikel 8.1.c. lid 7 genoemde vakantie, voor zover deze bepalingen op dat nieuwe dienstverband hem van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van Voor het dienstverband in de loop van geval nog vakantie over het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maandvorige vakantiejaar moet worden genomen, dan dient deze alsnog te worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 per kalenderjaargerealiseerd. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien Tenzij de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij anders verzoekt zal deze vakantie in geld worden uitbetaald. Bij betaling is de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren verplicht aan de werknemer schriftelijk kenbaar makeneen verklaring uit te reiken, waaruit blijkt xxxxxxx vakantie uren in geld zijn uitbetaald. i. De 10 Wanneer de werknemer heeft blijvend of tijdelijk per werkdag wegens arbeidsongeschiktheid op therapeutische basis minder dan zijn normale arbeidstijd werkzaam is, worden voor de opbouw van zijn vakantierechten deze werkdagen als volle dagen beschouwd. Voor het recht om maximaal 3 aaneen- gesloten weken vakantie opnemen van vakantie- of snipperuren op te nemen. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uurdeze werkdagen wordt overeenkomstig de volledige normale arbeidstijd van die werkdag als vakantie- of snipperuren worden aangemerkt. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat 11 In afwijking van het in lid 3 van dit artikel bepaalde, behouden werknemers die langer dan één jaar volledig arbeidsongeschikt zijn geweest, hun aanspraak op niet opgenomen vakantieuren, verworven gedurende het jaar voorafgaande aan bedoelde periode van arbeidsongeschiktheid, alsmede op niet opgenomen vakantieuren verworven gedurende de arbeidsongeschiktheid. 12 Het aantal bovenwettelijke vakantie uren per kalenderjaar mag de werknemer inbrengen in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaaktlevensloopregeling of laten uitbetalen door de werkgever. Voor een voltijdwerker zijn dit 28,8 uren. k. Indien de werknemer ziek wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverband.

Appears in 1 contract

Samples: c.a.o. Voor Het Personeel Werkzaam in Het Partikuliere Kaaspakhuisbedrijf

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur per week heeft de werk- nemer werknemer recht op 152 uur wettelijke vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren per jaar. De wettelijke vakantie-uren vervallen 6 maanden na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan; de bovenwettelijke vakantie- vakantie-uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond van leef- tijdleeftijd: werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- vakantie uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-vakantie uren. Er vindt geen uit- breiding uitbreiding plaats per 1 januari 2016, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf Vanaf 1 januari 2016 kan de werknemer op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-vakantie uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-vakantie uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-vakantie uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie leeftijdscategorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er niets. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maandkalendermaand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- vakantie-uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len vast- stellen tot een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De werknemer heeft het recht om maximaal 3 aaneen- gesloten weken vakantie op te nemen. Dat is 21 kalen- derdagenkalenderdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uur. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaakt. k. Indien de werknemer ziek wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling ruil- regeling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek schriftelijk- verzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof xxxxxx wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke mogelijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag berekenings- grondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverband.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Huisartsen

Vakantie. 1. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur De werknemer heeft per week heeft de werk- nemer kalenderjaar recht op 152 24 arbeidsdagen vakantie van 7,2 uur, hetgeen overeenkomt met 24 x 7,2 uur wettelijke vakantie = 172,8 b. De werkgever kan, na overleg met het personeel, drie van boven- bedoelde vakantiedagen als voor het gehele personeel geldende snipperdagen aanwijzen. Een dergelijke aanwijzing dient echter plaats te vinden in de eerste maand van het desbetreffende vakantiejaar. 3. Recht op extra vakantiedagen hebben: a. werknemers ingedeeld in een van de hieronder genoemde sala- risschalen in verband met het bepaalde in artikel 12: – salarisschalen 12 tot en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren per jaar. De wettelijke vakantie-uren vervallen 6 maanden na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan; de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaanmet 17: 4 dagen. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond van leef- tijd: werknemers werknemers, die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per 1 januari 2016, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er niets. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld. Vindt in- of uitdiensttreding plaats vakantiejaar de hieronder genoemde leeftijd minstens bereiken: 40 jaar - 1 dag; 45 jaar - 2 dagen; 50 jaar - 3 dagen; 55 jaar - 4 dagen; 60 jaar - 5 dagen. c. jeugdige werknemers, die in de loop van een kalender- maand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwdhet vakantiejaar de hier- onder genoemde leeftijd bereiken: 18 jaar - 3 dagen; 19 jaar - 2 dagen; 20 jaar - 1 dag; 21 jaar - 1 dag. f. De werkgever 4. Met de werknemer die de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt kan collectieve op zijn verzoek worden overeengekomen dat de hem krachtens lid 3 toekomende extra vakantiedagen vaststel- len tot worden genoten in de vorm van arbeidstijdverkorting indien en voor zover het bedrijfsbelang zich daartegen niet verzet. 5. Indien een maximum werknemer op het tijdstip van 3 per kalenderjaarontslag meer vakantie heeft genoten dan hem op grond van het voorgaande toekomt, kan verre- kening daarvan plaatshebben met het laatste salaris. Indien hij op grond van deze berekening nog vakantie te goed heeft, kan deze hem op zijn verzoek zodanig worden toegekend dat de laatste dag samen- valt met het ontslag, tenzij hij deze vakantiedagen uitbetaald wenst te krijgen. Gedeelten van vakantiedagen worden te zijnen gunste op hele dagen afgerond. 6. De derde dag kan alleen vakantie-aanspraken kunnen, zolang de dienstbetrekking duurt, niet worden ingezet vervangen door een uitkering in geld. Werkgever en werknemer dragen er zorg voor zogenaamde brugdagendat de opgebouwde vakantierechten worden genoten in het jaar waarin zij zijn opgebouwd. Indien dit door bijzondere omstandigheden – anders dan arbeidsongeschiktheid – onmogelijk is, dagen tussen een erkende feestdag dienen deze opgenomen te worden vóór 31 maart van het daaropvolgende jaar. 7. Ingeval van gehele en gedeeltelijke onafgebroken arbeidsongeschikt- heid wegens ziekte of ongeval, waarbij inbegrepen zwangerschap, zal gedurende zes maanden geen korting op het weekeinderecht op vakantie worden toegepast. Bij gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de werknemer die langer duurt dan zes maanden, is de opbouw van vakantierechten beperkt tot de laatste zes maanden van de arbeidsongeschiktheid. Buiten de periode van zes maanden bouwt de gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer daarnaast vakantierechten op over het deel waarvoor hij arbeidsgeschikt wordt geacht. 8. De werkgever maakt vakantie-opbouw wordt niet onderbroken gedurende de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers.tijd waarin de bedongen arbeid: g. Indien a. niet kon worden verricht omdat de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient onderricht volgt waartoe hij een schriftelijk verzoek bij door de werkgever in te dienen, waarin het kader van een leerover- eenkomst in de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen.gelegenheid wordt gesteld; h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek b. buiten de schuld van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De werknemer heeft het recht om maximaal 3 aaneen- gesloten weken vakantie op te nemen. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uur. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaakt. k. Indien de werknemer ziek wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverband.andere reden dan ge- noemd onder

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur per week heeft de werk- nemer recht op 152 uur wettelijke vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren per jaar. De wettelijke vakantie-uren vervallen 6 maanden na 8.1.1 Het vakantiejaar valt samen met het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan; de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaankalenderjaar. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond van leef- tijd: werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per 1 januari 2016, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor 8.1.2 Aan de werknemer die op 31-12-2015 de eerste dag van het vakantiejaar in dienst is, wordt voor dat jaar het volgende aantal werkdagen vakantie toegekend: Xxxxxx vakantiedagen bij leeftijd op 31 december van het voorgaande jaar: 8.1.3 Werkgever en werknemer dragen jaarlijks zorg voor één vakantieperiode van tenminste 3 weken aaneengesloten, voor zover de leeftijds- categorie 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor opgebouwde vakantieaanspraken van de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor toereikend zijn. 8.1.4 Over genoten vakantiedagen wordt het salaris aan de werknemer doorbetaald. Aanspraken op niet opgenomen vakantiedagen vervallen na 5 jaar gerekend vanaf de dag waarop de aanspraak is ontstaan, ook in geval van arbeidsongeschiktheid. 8.1.5 De werknemer, die over een periode geen aanspraak op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer salaris heeft wegens het niet verrichten van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemerbedongen arbeid, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er over die periode ook geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er nietsop vakantie. d. Voor 8.1.6 In de volgende gevallen blijft de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en nog gedurende ten hoogste één jaar aanspraak op vakantie verwerven: 8.1.7 Als de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar jaar in dienst treedt of de dienst verlaat, wordt het aantal vakantie- uren vakantiedagen berekend naar evenredigheid vastgesteldhet aantal maanden waarover maandsalaris is verschuldigd. Vindt in- Als de datum van indiensttreding valt op of uitdiensttreding plaats voor de 16e van de maand, telt deze maand mee. Als de laatste dag van de dienstbetrekking valt op of voor de 15e van de maand, telt deze maand niet mee. 8.1.8 Het bepaalde in 8.1.6 is van overeenkomstige toepassing bij einde resp. aanvang van de periode waarin op grond van 8.1.5 geen aanspraak op vakantie bestaat. 8.1.9 Onbetaald verlof wegens niet genoten vakantie bij een vorige werkgever moet in de loop van een kalender- maand, dan het vakantiejaar van indiensttreding worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwdopgenomen. Op deze onbetaalde verlofdagen zijn de overige bepalingen van deze vakantieregeling van toepassing. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot 8.1.10 Een werknemer die op een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen(collectieve) vakantiedag arbeidsongeschikt is, dagen tussen een erkende feestdag en heeft het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van recht die vakantiedag later in het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst vakantiejaar op te nemen. h. 8.1.11 Ter gelegenheid van zijn 25-jarig of 40-jarig jubileum heeft een werknemer recht op een extra vakantie van een werkweek, naar keuze op te nemen in het jubileumjaar of in het daaropvolgende jaar. 8.1.12 De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenenkan jaarlijks maximaal 2 (twee) dagen aanwijzen als collectieve vakantiedagen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De werknemer heeft het recht om maximaal 3 aaneen- gesloten weken vakantie op te nemen. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uur. j. De vakantiedagen Deze dagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaakt. k. Indien de werknemer ziek wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits vakantiedagen in mindering gebracht. De data van de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato collectieve vakantiedagen zullen voor 1 januari van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In desbetreffende vakantiejaar na overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen OR worden vastgesteld. 8.1.13 De werknemer kan, als de bedrijfsomstandigheden daartoe aanleiding geven, worden verplicht jaarlijks een deel van zijn vakantiedagen te bestemmen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn een aaneengesloten vakantieperiode van aanvraag en uitbetalingten hoogste drie weken. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal Deze aaneengesloten vakantieperiode moet in overleg met de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken zodanig worden opgenomen, dat de voortgang van de werkzaamheden op de loonstrook en afdeling van de werknemer verzekerd blijft. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de werknemer. 8.1.14 Voor het opnemen van individuele vakantiedagen moet tijdig overleg worden gepleegd met de directe chef. In de regel kunnen 3 individuele vakantiedagen in delen worden opgenomen. Over de verlofadministratiewijze van opname wordt verwezen naar de RSB ‘Verlof’. 8.1.15 De werkgever kan in het belang van de onderneming de vastgestelde collectieve vakantie wijzigen. Bij deze administratieve verwerking Hij zal hierover overleg plegen met de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigdbetrokken werknemers. De uurloonwaarde bij financiële schade, welke de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het werknemers door deze wijziging lijden, zal door de werkgever worden vergoed. 8.1.16 De bovenwettelijke vakantiedagen kunnen worden aangewend voor fiscaal vriendelijke aanwending. Tevens heeft werknemer de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverbandmogelijkheid om per jaar 5 bovenwettelijke dagen te verkopen.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur per week heeft de werk- nemer werknemer recht op 152 uur wettelijke vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren per jaar. De wettelijke vakantie-uren vervallen 6 maanden na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan; de bovenwettelijke vakantie- vakantie-uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond van leef- tijdleeftijd: werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- vakantie-uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding uitbreiding plaats per 1 januari 2016, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie leeftijdscategorie 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie leeftijdscategorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie leeftijdscategorie 60 jaar en ouder valt. Met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeidsovereenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) zijn artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing. Voorwaarde is wel dat beide dienstverbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussenpoos van ten hoogste 6 maanden. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen de werkgever en werk- nemerde werknemer, heeft de werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en de werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling overgangsregeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan aangaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er niets. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maandkalendermaand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- vakantie-uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De werknemer heeft het recht om maximaal 3 aaneen- gesloten weken vakantie op te nemen. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uur. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaakt. k. Indien de werknemer ziek wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverband.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur per week heeft de werk- nemer werknemer recht op 152 uur wettelijke vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren per jaar. De wettelijke vakantie-uren vervallen 6 maanden na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan; de bovenwettelijke vakantie- vakantie-uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond van leef- tijdleeftijd: werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- vakantie uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-vakantie uren. Er vindt geen uit- breiding uitbreiding plaats per 1 januari 2016, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf Vanaf 1 januari 2016 kan de werknemer op grond van de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-vakantie uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-vakantie uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-vakantie uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie leeftijdscategorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er niets. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maandkalendermaand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- vakantie-uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len vast- stellen tot een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De werknemer heeft het recht om maximaal 3 aaneen- gesloten weken vakantie op te nemen. Dat is 21 kalen- derdagenkalenderdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uur. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaakt. k. Indien de werknemer ziek wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze cao. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling ruil- regeling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek schriftelijk- verzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke mogelijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag berekenings- grondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverband.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Huisartsenzorg

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur per week heeft de werk- nemer recht op 152 uur wettelijke 1. De normale vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren bedraagt 25 dagen per jaar. Deze vakantie wordt als volgt opgebouwd: de werknemer heeft recht op 2 en 1⁄12e (twee eentwaalfde) werkdagen vakantie met behoud van salaris voor elke maand, welke hij of zij sinds 1 mei van het voorafgaande jaar onafgebroken in dienst van de werkgever is geweest en waarvoor hij of zij nog geen vakantievergoeding heeft genoten. 2. De wettelijke vakantie-uren vervallen hieronder vermelde categorieën werknemers hebben voorts elk jaar recht op de volgende extra vakantiedagen: a. handelsvertegenwoordigers: 3 werkdagen; b. werknemers van wie de AOW: – 15 tot 11 jaar later ingaat: 1 werkdag; – 10 tot 6 maanden na jaar later ingaat: 3 werkdagen (inclusief de dag uit het kalenderjaar waarin het recht is ontstaanvorige sublid); de bovenwettelijke vakantie- uren vervallen – maximaal 5 jaar na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaanlater ingaat: 5 werkdagen (inclusief de dagen uit de vorige subleden). b. Extra bovenwettelijke vakantie uren op grond c. voor de in sub b genoemde dagen geldt 1 januari 2020 als peildatum voor het vaststellen van leef- tijd: werknemers de AOW-leeftijd van de werknemer en hebben mogelijke latere aanpassingen van de AOW- leeftijd hier geen invloed meer op. De koppeling aan de AOW-leeftijd geldt niet voor medewerkers die op 31 december 2015 recht hebben op 2016 in dienst zijn van een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per technische groothandel én geboren zijn vóór 1 januari 20161967, dit recht wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaats. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond van voor hen blijven de overgangsregeling maximaal recht hebben op: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 50 tot leeftijdsgrenzen 50, 55 en met 54 jaar valt; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 55 tot en met 59 jaar valt; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er nietsjaar. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week in sub b genoemde dagen worden naar rato toegekend wat betreft het aantal gewerkte uren en de vakantie-uren naar evenredigheid vastgestelddatum waarop de medewerker jarig is. 3. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over Van de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen voorgaande leden bedoelde vakantiedagen dienen tenminste drie weken aaneenge- sloten te kunnen worden opgenomen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van wel zoveel mogelijk tussen 30 april en 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maandenoktober. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld4. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len tot een maximum van 3 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De Een werknemer heeft het recht na een bevallings- of kraamverlof de mogelijkheid om maximaal 3 aaneen- gesloten aansluitend in ieder geval drie weken vakantie op te nemen, mits dit uiterlijk drie maanden voor aanvang van het bevallings- of kraamverlof bij de werkgever wordt aangemeld en er geen sprake is van zwaarwe- gende bedrijfseconomische bezwaren. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uurDe in de vorige zin genoemde vakantie laat onverlet het wettelijk recht van de werknemer op ouderschapsverlof. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken 5. Voor handelsvertegenwoordigers wordt de hun tijdens de vakantie toekomende beloning berekend op vakantie- dagen ook grondslag van het inkomen over de laatste 12 maanden – of zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaaktkorter als de dienstbetrek- king heeft geduurd – onmiddellijk voorafgaande aan de maand, waarin de vakantie wordt genoten. k. Indien 6. Verwerft de werknemer ziek wordt handelsvertegenwoordiger tijdens de vakantie, op grond van de tussen hem of haar en zijn of haar werkgever gesloten overeenkomst, aanspraak op een provisiebedrag dat kleiner is dan de in het voorgaande lid bedoelde beloning dan wordt deze beloning met het provisiebedrag verminderd. Is echter het provisiebedrag even groot of groter dan de in het vorige lid bedoelde beloning dan blijft deze beloning achterwege en wordt alleen het volle provisiebedrag uitgekeerd. a. De werkgever, die voor inwerkingtreding van deze CAO al in de periode juli en augustus een jaarlijkse periode kende waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan was gesloten, kan met instemming van de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of de betrokken medewerkers in de periode juli en augustus maximaal 21 achtereenvolgende kalenderdagen aanwijzen als vrije dagen, waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan zal zijn gesloten. De aanwijzing van deze dagen zal tijdig en in ieder geval vóór 1 januari van het jaar waarin deze vrije dag(en) zal (zullen) vallen, aan de werknemers worden bekendgemaakt. De werkgever die van deze sluiting gebruik wil maken, is verplicht dit te melden aan de hierdoor gemiste vakantie-uren niet Vaste Commissie zoals bedoeld in mindering gebracht op artikel 53 CAO. b. De werkgever kan met instemming van de ondernemingsraad, de personeelsvertegen- woordiging of de betrokken medewerkers in de periode juli en augustus maximaal 21 achtereenvolgende kalenderdagen aanwijzen als vrije dagen, waarop de gehele onderneming of een gedeelte daarvan zal zijn gesloten. De aanwijzing van deze dagen zal tijdig en in ieder geval vóór 1 januari van het totaal aantal resterende vakantiedagenjaar waarin deze vrije dag(en) zal (zullen) vallen, mits aan de werkne- mers worden bekendgemaakt. De werkgever die van deze sluiting gebruik wil maken, is verplicht de Vaste Commissie zoals bedoeld in artikel 53 CAO om voorafgaande goedkeuring te vragen. a. Vanaf 1 januari 2016 is de wettelijke verjaringstermijn ten aanzien van de wettelijke vakantieda- gen, zoals genoemd in het Burgerlijk Wetboek, van toepassing in de Technische Groothandel. Voor alle tot en met 31 december 2015 opgebouwde wettelijke vakantiedagen geldt een verjaringstermijn van 5 jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven, met als uitgangspunt dat de werknemer zich houdt aan gedurende de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 looptijd van deze caoCAO geen vakantiedagen kwijtraakt eerder dan de verjaringstermijn van 5 jaar. l. Per kalenderjaar kan b. De verjaringstermijn van de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopenvakantiedagen bedraagt vijf jaar. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverband.‌‌‌

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst

Vakantie. a. Bij een arbeidsduur van 38 uur per week heeft de werk- nemer werknemer recht op 152 uur wettelijke vakantie en 38 uur bovenwettelijke vakantie-uren per jaar. De wettelijke vakantie-uren vervallen 6 maanden na het kalenderjaar waarin het recht is ontstaan; de bovenwettelijke vakantie- boven- wettelijke vakantie-uren vervallen 5 jaar na het kalenderjaar kalen- derjaar waarin het recht is ontstaan. b. Extra bovenwettelijke vakantie uren Daarnaast heeft de werknemer, afhankelijk van de leeftijd van de werknemer, jaarlijks recht op grond van leef- tijd: werknemers die op 31 december 2015 recht hebben op een aantal extra bovenwettelijke vakantie- uren op grond van leeftijd, behouden dit aantal extra bovenwettelijke vakantie-uren. Er vindt geen uit- breiding plaats per 1 januari 2016, dit recht Voor het bepalen van de leeftijd geldt de leeftijd die in de loop van het kalenderjaar wordt bevroren. Evenmin vindt er per 1 januari 2016 nog instroom tot deze overgangsregeling plaatsbereikt. c. De werknemer kan vanaf 1 januari 2016 op grond Bij een arbeidsduur van de overgangsregeling maximaal recht hebben op38 uur: - 15 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie leeftijdscategorie 50 tot en met 54 jaar valtjaar; - 30 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie leeftijdscategorie 55 tot en met 59 jaar valtjaar; - 45 uur extra bovenwettelijke vakantie-uren voor de werknemer die op 31-12-2015 in de leeftijds- categorie leeftijdscategorie 60 jaar en ouder valt. In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werk- nemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer. Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangs- regeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer - al dan niet bij het aan- gaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking - wijzigt er nietsouder. d. Voor de werknemer wiens arbeidsduur (tijdelijk) anders is dan 38 uur per week worden de vakantie-vakantie- uren naar evenredigheid vastgesteld. Cao-partijen hebben geconstateerd dat er onduidelijk- heid is over de interpretatie van de artikelen 8.1.b. en 8.1.c. Cao-partijen hebben in de cao 2019-2020 duidelijkheid willen scheppen en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd. Zij hebben daartoe afgesproken dat met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeids- overeenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienst- verbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussen- poos van ten hoogste 6 maanden. e. Bij aanvang of beëindiging van het dienstverband in de loop van het kalenderjaar wordt het aantal vakantie- vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Vindt in- of uitdiensttreding plaats in de loop van een kalender- maandka- lendermaand, dan worden voor die maand naar rato vakantie- vakantie-uren opgebouwd. f. De werkgever kan collectieve vakantiedagen vaststel- len vast- stellen tot een maximum van 3 2 per kalenderjaar. De derde dag kan alleen worden ingezet voor zogenaamde brugdagen, dagen tussen een erkende feestdag en het weekeinde. De werkgever maakt de collectieve vakantiedagen dit jaarlijks voor 31 december van het jaar, voorafgaande van het betreffende kalenderjaarkalender- jaar, bekend aan alle werknemers. g. Indien de werknemer vakantiedagen wil opnemen, dient hij een schriftelijk verzoek bij de werkgever in te dienen, waarin de werknemer aangeeft wanneer en hoeveel vakantiedagen hij wenst op te nemen. h. De werkgever zal overeenkomstig het verzoek van de werknemer de vakantiedagen vaststellen, tenzij sprake is van gewichtige redenen. De werkgever zal alsdan de werknemer binnen 2 weken na ontvangst van het verzoek zijn bezwaren aan de werknemer schriftelijk kenbaar maken. i. De werknemer heeft het recht om maximaal 3 aaneen- gesloten aan- eengesloten weken vakantie op te nemen. Dat is 21 kalen- derdagen; een kalenderdag vangt aan om 00:00 uur. j. De vakantiedagen worden zodanig vastgesteld dat in een bepaald jaar verworven aanspraken op vakantie- dagen va- kantiedagen ook zoveel mogelijk in datzelfde jaar geldend worden gemaakt. k. Indien de werknemer ziek wordt tijdens de vakantie, worden de hierdoor gemiste vakantie-uren niet in mindering gebracht op het totaal aantal resterende vakantiedagen, mits de werknemer zich houdt aan de geldende regels, genoemd in artikel 5.4 van deze caoCAO. l. Per kalenderjaar kan de werknemer jaarlijks naar rato van het dienstverband maximaal 38 bovenwettelijke vakantie-uren kopen of verkopen. In overleg met de Ondernemingsraad of PVT kunnen voor deze ruilrege- ling nadere procedureafspraken worden gemaakt zoals de termijn van aanvraag en uitbetaling. Indien geen nadere procedureafspraken zijn gemaakt, of bij het ontbreken van een Ondernemingsraad of PVT zal de werkgever binnen 6 weken na het schriftelijkverzoek dit administratief verwerken op de loonstrook en in de verlofadministratie. Bij deze administratieve verwerking zal de deeltijdfactor niet - als gevolg van deze keuze - worden gewijzigd. De uurloonwaarde bij de aan- of verkoop van dit verlof wordt gebaseerd op het voor de werknemer geldende basissalaris (inclusief een moge- lijke persoonlijke toeslag) en inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Deze berekeningsgrondslag geldt ook voor de afkoop van het saldo niet genoten vakantiedagen bij einde dienstverband.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Huisartsenzorg