Vakgroepen Voorbeeldclausules

Vakgroepen. De coöperatie kent vakgroepen, elk met ten minste een vakgroepbestuur, een vakgroepledenvergadering en een basisreglement.
Vakgroepen. De vakgroep waarin een medewerker wordt ingedeeld, wordt in beginsel bepaald door het niveau van zijn functie, mits: - er voldoende zekerheid bestaat over de geschiktheid van de medewerker om zowel de huidige functie als andere functies op het voorgestelde niveau te vervullen en - functies van tenminste dit niveau in de onderneming beschikbaar blijven.
Vakgroepen. De vakgroepen dragen bij het voorbereiden, vaststellen en uitvoeren van hun beleid en het ontwikkelen van hun activiteiten zorg voor afstemming op het beleid en de activiteiten van de coöperatie.
Vakgroepen. Een toeslag voor overuren geldt als je werkt in de vakgroepen 10 tot en met 50.
Vakgroepen. Een toeslag voor bijzondere uren bij dienstroosters geldt als je werkt in de vakgroepen 10 tot en met 60.
Vakgroepen. Een toeslag voor consignatiedienst geldt als je werkt in de vakgroepen 10 tot en met 60.
Vakgroepen. Hindertoeslag geldt als je werkt in de vakgroepen 10 tot en met 45.
Vakgroepen. Dit artikel geldt als je bent ingedeeld in de vakgroepen 10 tot en met 45.

Related to Vakgroepen

  • Groepen Wanneer een reservering voor uitsluitend logies, al dan niet met ontbijt, is gemaakt voor een groep dan geldt voor annulering van die reservering het navolgende (tenzij schriftelijk anders is overeengekomen). Bij annulering voor het tijdstip waarop krachtens de horecaovereenkomst de eerste horecadienst zal moeten worden verleend, nader te noemen: “de ingangsdatum”, is de klant gehouden de volgende percentages van de reserveringswaarde die door de klant betaald moeten worden bij annulering aan het horecabedrijf te betalen: Meer dan 3 maanden voor de ingangsdatum 0% Meer dan 2 maanden voor de ingangsdatum 15% Meer dan 1 maand voor de ingangsdatum 35% Meer dan 14 dagen voor de ingangsdatum 60% Meer dan 7 dagen voor de ingangsdatum 85% 7 dagen of minder voor de ingangsdatum 100%

  • Roekeloosheid U bent bewust of onbewust roekeloos geweest. U bent ‘bewust roekeloos’, als u weet dat er een grote kans is op schade, maar u denkt dat die schade niet zal ontstaan. U bent ‘onbewust roekeloos’, als u er in het geheel niet bij stilstaat dat er een grote kans is op schade.

  • Vervroegde opeisbaarheid 15.1. Behoudens het bepaalde in de akte en de Algemene Bepalingen is de lening door de geldgever niet opzegbaar. 15.2. De lening is terstond opeisbaar: (a) bij het einde van de looptijd van de lening of bij opeising van een andere aan de schuldenaar door de geldgever verstrekte lening en/of opeising van enige tot zekerheid in pand gegeven, dan wel gecedeerde vordering; (b) indien de schuldenaar enige verplichting voortvloeiende uit de akte of de Algemene Bepalingen jegens de geldgever niet nakomt, daaronder begrepen het verrichten van de met de akte of de Algemene Bepalingen strijdige handelingen zonder voorafgaande toestemming van de geldgever; (c) indien de schuldenaar surséance van betaling aanvraagt, in staat van faillissement wordt verklaard, een verzoek tot toepassing van een wettelijke schuldsaneringsregeling heeft ingediend, het beheer, de beschikking of het bestuur over zijn vermogen verliest, afwezig is zonder orde op zaken te hebben gesteld of overlijdt; (d) indien de schuldenaar uit een rechtspersoon, vennootschap onder firma, of maatschap naar burgerlijk recht bestaat: indien de rechtspersoon/vennootschap wordt ontbonden, zijn statuten wijzigt, een wijziging in zijn aandeelhouders of vennoten optreedt, een wijziging in zijn bestuur optreedt, dan wel wijziging komt in de aansprakelijkheid van de rechtspersoon/vennootschap; (e) indien de schuldenaar een borgtocht of andere zekerheid niet stelt of verstrekt (heeft) voor een kortere duur, onder andere bepalingen of met een andere rangorde dan in de akte is bepaald; (f) indien de schuldenaar bij de aanvraag van de lening onvoldoende of onjuiste gegevens heeft verstrekt, zodanig dat de geldgever bij kennis daarvan de lening niet of niet op de overeengekomen bepalingen zou hebben verstrekt; (g) indien het huwelijk van de schuldenaar door echtscheiding wordt ontbonden en indien de schuldenaar staande huwelijk huwelijkse voorwaarden maakt of wijzigt; het voorgaande is van overeenkomstige toepassing indien de schuldenaar een geregistreerd partnerschap is aangegaan; (h) indien de schuldenaar handelt in strijd met of niet voldoet aan de verplichtingen voortvloeiende uit de wet, de betrokken overeenkomst of het betrokken reglement terzake van het onderpand; (i) indien het onderpand door schuld, nalatigheid of verwaarlozing van de schuldenaar aanzienlijk in waarde vermindert; (j) indien het onderpand geheel of gedeeltelijk tenietgaat, ernstig wordt beschadigd of wordt afgebroken; (k) indien het onderpand onbewoonbaar wordt verklaard, niet mag worden bebouwd, verbouwd of hersteld, daarop enig beslag wordt gelegd, in een ruilverkaveling wordt begrepen, op een monumentenlijst wordt geplaatst, voor onteigening wordt aangewezen, of op aanschrijving van de overheid moet worden vernieuwd of hersteld; (l) indien het onderpand geheel of gedeeltelijk in juridische en/of economische zin wordt overgedragen, wordt bezwaard met beperkte rechten of kwalitatieve verplichtingen, of indien op enige andere wijze verandering komt in de rechtstoestand van het onderpand, daaronder begrepen een aankondiging tot publieke verkoop; (m) indien de schuldenaar zich niet met succes blijkt te kunnen beroepen op de bescherming van artikel 3:88 Burgerlijke Wetboek of enige andere derdenbeschermingsbepaling van het Burgerlijk Wetboek ter bescherming van zijn eigendom van of beperkt recht op het onderpand; (n) indien het onderpand bestaat uit een recht van erfpacht en of een recht van opstal: bij niet tijdige voldoening van de verschuldigde canon, retributie of bij enige andere handeling van de erfpachter of opstaller in strijd met de desbetreffende bepalingen, bij opzegging van het recht van erfpacht of het recht van opstal, bij wijziging van de bepalingen van het recht van erfpacht of het recht van opstal, wijzigingen in de canon of retributie daaronder begrepen; bij wijziging van het recht van erfpacht of het recht van opstal door de rechter, alsmede door het teniet gaan van het recht om welke reden dan ook; (o) indien het onderpand bestaat uit een appartementsrecht: bij elke wijziging of aanvulling van de akte van splitsing of het reglement, bij opheffing van de splitsing of bij gehele of gedeeltelijke tenietgaan of sloping van het gesplitste gebouw, alsmede bij overtreding of niet nakoming door de onderzetter van enige verplichting voor hem als appartementseigenaar voortvloeiende uit de wet, de akte van splitsing of het reglement; (p) indien het onderpand met toestemming van de geldgever is verhuurd of verpacht: indien door de rechter of grondkamer machtiging tot verandering van de inrichting of gedaante van het onderpand is verleend, indien door de rechter machtiging wordt verleend aan de huurder een ander in zijn plaatst te stellen en indien de huur- of pachtprijs wordt verlaagd; (q) indien blijkt dat er in de titels van eigendom of ander verbonden registergoed gebreken bestaan, een verbonden beperkt recht of gebruiksrecht vervalt, wordt gewijzigd of wordt beëindigd, de schuldenaar uit het lidmaatschap van een coöperatie wordt ontzet, of indien er anderszins omstandigheden optreden waardoor redelijkerwijs van de geldgever niet kan worden verlangde dat de lening op de overeengekomen bepalingen wordt gecontinueerd.

  • Fysiotherapie en oefentherapie Cesar/Mensendieck U heeft recht op fysiotherapie en oefentherapie Cesar/Mensendieck. Hieronder leest u om welke zorg het gaat en welke voorwaarden er voor het recht op deze zorg gelden.

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. 2. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in de nacht (meer dan 1 uur tussen 00.00 en 06.00 uur). Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. Bestaande afspraken gemaakt met werknemers die voorheen onder de CAO Goederenvervoer Nederland vielen, worden gerespecteerd. 3. Teneinde bij te dragen aan de duurzame inzetbaarheid van werknemers en die werknemers meer inzicht te geven daarin zal het Sectorinstituut Transport en Logistiek het gebruik van employability- en loopbaanscans en een vitaliteitsprogramma nader promoten. Werknemers kunnen 1x per 3 jaar gebruik maken van deze instrumenten.

  • Technische en beroepsbekwaamheid Selectiecriteria zoals vermeld in de aanbestedingsstukken

  • Vakantiebijslag 1. Per kalenderjaar heeft de werknemer recht op een vakantiebijslag die 8% bedraagt van het over de vierde betalingsperiode van het lopende kalenderjaar berekende loon maal dertien en bij loonbetaling per maand 8% van het loon over de maand april van het lopende kalenderjaar maal twaalf. Onder het loon zoals genoemd in dit artikel wordt verstaan het van toepassing zijnde functieloon, vermeerderd met, indien van toepassing, de ploegendiensttoeslag en de persoonlijke toeslag ex artikel 23 van deze CAO. 2. De minimum vakantiebijslag bedraagt per kalenderjaar voor alle werknemers van 22 jaar en ouder tenminste 104% van het in de vierde betalingsperiode van het lopende kalenderjaar geldende loon, respectievelijk tenminste 96% van het loon over de maand april van het lopende kalenderjaar bij maandbetaling, behorende bij schaal D trede 1. Voor de jeugdige werknemer in de zin van artikel 20 bedraagt dit minimum het bij hun leeftijd passende percentage, genoemd in artikel 20, van hiervoor aangegeven bedrag. 3. Indien de werknemer slechts een gedeelte van het kalenderjaar in dienst is van de werkgever, heeft hij recht op een evenredig deel. 4. De vakantiebijslag dient in de maand mei over het lopende kalenderjaar te worden uitbetaald. 5. In afwijking van het gestelde in lid 4 kan de werkgever aan de werknemer die minder dan 1 jaar in zijn dienst is, of op basis van een tijdelijk contract korter dan 3 jaar in zijn dienst is, de vakantiebijslag in twee termijnen betalen, en wel één in de maand mei en één in de maand november. 6. Indien het dienstverband van de werknemer vóór de vierde betalingsperiode danwel vóór april eindigt, vormt – in afwijking van lid 1 – het laatst genoten loon de basis van de berekening van de vakantiebijslag. 7. In geval van langdurige arbeidsongeschiktheid is de werkgever over een periode van 24 maanden van de arbeidsongeschiktheid verplicht de vakantiebijslag te betalen, met inachtneming van de bepalingen in artikel 16 van de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag. Voor de toepassing van dit artikellid worden perioden waarin de werknemer ten gevolge van ziekte verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten, bij elkaar opgeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan 4 weken opvolgen.

  • Rijbevoegdheid Schade terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig: a. niet de overeenkomstig de Nederlandse wetgeving geldende wettelijke bevoegdheid tot het besturen daarvan bezit en/of b. niet heeft voldaan aan de overige eisen voor rijbevoegdheid, zoals het in bezit hebben van een chauffeursdiploma en/of voor het feitelijk verrichte vervoer verplichte aanvullende certificaten. Deze uitsluiting geldt niet voor een verzekerde (rechts)persoon die aantoont, dat deze voorvallen / omstandigheden / gebeurtenissen zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.

  • (BEROEPS)REGELGEVING 1. Opdrachtgever verleent volledige medewerking aan de verplichtingen die voor Opdrachtnemer voortvloeien uit de toepasselijke (Beroeps)regelgeving. 2. Opdrachtnemer treft passende maatregelen om de van Opdrachtgever afkomstige persoonsgegevens en andere vertrouwelijke informatie te beschermen. Opdrachtnemer zal Xxxxxxxxxxx en in te schakelen derden inlichten over het vertrouwelijke karakter van de informatie. Verwerking van persoonsgegevens door Opdrachtnemer vindt plaats conform de toepasselijke (inter)nationale wet- en (Beroeps)regelgeving op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens. 3. Opdrachtgever is ermee bekend dat Opdrachtnemer in sommige gevallen op basis van (inter)nationale wet- of (Beroeps)regelgeving verplicht wordt tot openbaarmaking van vertrouwelijke informatie van Opdrachtgever. Voor zover nodig, geeft Opdrachtgever hierbij haar toestemming en medewerking aan dergelijke openbaarmaking, waaronder (maar niet uitsluitend) in de gevallen dat Opdrachtnemer: a. in wet- en (Beroeps)regelgeving omschreven en tijdens de uitvoering van zijn Werkzaamheden bekend geworden, verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transacties dient te melden aan de daarvoor van overheidswege ingestelde autoriteiten; b. in bepaalde situaties een fraudemelding moet doen; c. verplicht is om een onderzoek te doen naar de (identiteit van) Opdrachtgever dan wel diens cliënt. 4. Opdrachtnemer sluit iedere aansprakelijkheid uit voor schade die ontstaat bij Opdrachtgever ten gevolge van het voldoen door Opdrachtnemer aan de voor hem geldende wet- en (Beroeps)regelgeving. 5. Partijen zullen hun verplichtingen op grond van dit artikel opleggen aan door hen in te schakelen derden.

  • Onregelmatigheidstoeslag Verwijzend naar artikel 39 lid 1, waarin wordt verwezen naar de matrixen toeslagen onregelmatige uren bij de verbijzonderende delen, is voor werknemers vóór 1 juli 1994 in dienst bij een werkgever in de zin van deze cao die institutionele cateringactiviteiten verricht, de matrix toeslagen onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage B4a van toepassing. Op werknemers als bedoeld in artikel 1 lid 2 deel B, in dienst vanaf 1 juli 1994, kan de matrix onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage B4b worden toegepast. Voor werknemers in de institutionele sector vanaf 1 juli 1999 in dienst, geldt in afwijking van bijlage B4b, van maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 20.00 uur, een 0-tarief, een en ander zoals verwerkt in bijlage B4c.