VERBLIJFKOSTENVERGOEDING Voorbeeldclausules

VERBLIJFKOSTENVERGOEDING. 1. Indien de werktijd plus reistijd meer bedraagt dan 14 uur op één dag, zorgt de werkgever voor vervoer, verblijf of een verblijfskostenvergoeding. 2. De in het eerste lid van dit artikel genoemde vergoeding bestaat in ieder geval uit pensionkosten. 3. Indien de werknemer van het eerste lid van dit artikel geen gebruik wenst te maken, kan deze werknemer, met betrekking tot een reiskosten- en reisurenvergoeding (uitgezonderd eenmaal de heenreis en eenmaal de terugreis), geen beroep doen op artikel 26 van deze cao.
VERBLIJFKOSTENVERGOEDING. 1 De vergoeding wegens verblijfkosten waarop aanspraak bestaat, omvat: a de werkelijke kosten tot een maximum van € 10,13 indien kosten voor een ontbijt in een daarvoor bestemde gelegenheid zijn gemaakt (ontbijtcomponent); b de werkelijke kosten tot een maximum van € 9,16 indien kosten voor een middagmaal in een daarvoor bestemde gelegenheid zijn gemaakt (lunchcomponent); c de werkelijke kosten tot een maximum van € 22,99 indien kosten voor een avondmaal in een daarvoor bestemde gelegenheid zijn gemaakt (dinercomponent); d de werkelijke kosten tot een maximum van € 102,59, indien kosten voor nachtverblijf in een daarvoor bestemde gelegenheid zijn gemaakt (logiescomponent). 2 Ter bestrijding van gemaakte kleine uitgaven: a bestaat aanspraak op vergoeding van de werkelijke, overdag gemaakte kosten met een maximum van € 4,52 (dagcomponent); b bestaat aanspraak op een vergoeding van de werkelijke, ’s avonds gemaakte kosten met een maximum van € 9,05 (avondcomponent). 3 De in het eerste en tweede lid genoemde verblijfkosten worden toegekend onder de voorwaarde dat: a de avondcomponent slechts wordt toegekend indien mede wordt voldaan aan de voorwaarde dat een overnachting in de dienstreis valt;
VERBLIJFKOSTENVERGOEDING. Deze regelingen zijn opgenomen in De Kempenroute en vormen een onderdeel van deze CAO.
VERBLIJFKOSTENVERGOEDING. De werknemer kan een vergoeding worden toegekend voor verblijfskosten in verband met de functie- vervulling, voor zover deze vergoeding naar het oordeel van de werkgever redelijk is te achten.
VERBLIJFKOSTENVERGOEDING. De verblijfkostenvergoeding van de CAO BGV is van toepassing. Deze regeling houdt op dit moment het volgende in: Bij ééndaagse ritten: - korter dan 4 uur geen onbelaste vergoeding - langer dan 4 uur € 0,65 per uur - tussen 18.00 en 24.00 uur: indien vertrek voor 14.00 uur € 2,98 per uur - indien vertrek na 14.00 uur en er sprake is van een afwezigheidsduur van tenminste 12 uur een extra toeslag van € 12,43. Deze regeling volgt eventuele wijzigingen uit de CAO BGV en geldt onder voorbehoud van dispensatie voor de werkkostenregeling en voor zover deze vergoeding aan de geldende fiscale regels voldoet.

Related to VERBLIJFKOSTENVERGOEDING

  • Kostenvergoeding De werknemer krijgt de kosten, die hij voor de onderneming heeft gemaakt, terug betaald.

  • Onkostenvergoeding De vrijwilliger ontvangt geen beloning voor de verrichte werkzaamheden. De vrijwilliger ontvangt een vergoeding voor de werkelijk gemaakte kosten. Uitgangspunt is dat de vrijwilliger vooraf toestemming heeft gekregen van de contactpersoon voor het maken van deze kosten. Vergoeding vindt plaats na overlegging van een declaratieformulier en evt. ook een betalingsbewijs bij de contactpersoon van Jeugd GGZ.

  • Verhuiskostenvergoeding De werknemer die een dienstverband aangaat met een nieuwe werkgever komt op dat moment in aanmerking voor de verhuiskostenvergoeding volgens de arbeidsvoorwaardenregeling indien de nieuwe werkgever een dergelijke vergoeding niet ter beschikking stelt.

  • Reiskostenvergoeding Lid 1 De werknemer ontvangt voor het reizen met eigen vervoer, een vergoeding van de reiskosten voor het vervoer heen en terug van zijn woning naar de vestiging, dan wel een door de werkgever aangewezen opstappunt, conform Artikel 38 Lid 6. De vergoeding is gebaseerd op het aantal gereden kilometers per dag en bedraagt: Aantal gereden kilometers totaal per dag Vergoeding Maximum vergoeding per dag 1 t/m 10 km heen en terug € 0,19 per km € 1,90 Vanaf 11 t/m 20 km heen en terug € 0,19 per km € 2,65 Vanaf 21 km heen en terug € 0,19 per km € 3,00 Lid 2 Bij vrijwillige verhuizing verder van de onderneming ontstaat geen recht op een hogere reiskostenvergoeding. Lid 3 Indien de werknemer voor het vervoer van zijn woning naar de plaats waar de werkzaamheden feitelijk worden uitgevoerd, niet zijnde de hoofd- of nevenvestiging van de onderneming, per dag tot en met 30 kilometer reist (totaal heen en terug), ontvangt hij een vergoeding conform de tabel in Lid 1. Over de meerdere kilometers boven 30 kilometer (totaal heen en terug) ontvangt de werknemer € 0,27 per kilometer. Lid 4 Indien, naar het oordeel van de werkgever, de werknemer gebruik moet maken van een eigen vervoermiddel, of indien de werknemer tijdens de werktijd ten behoeve van de werkzaamheden gebruik moet maken van een eigen vervoermiddel, dan ontvangt hij hiervoor een vergoeding van € 0,27 per kilometer. Lid 5 Indien de werkzaamheden worden verricht op een zodanige afstand van de woonplaats van de werknemer, dat het voor hem noodzakelijk is elders te overnachten, zal op ondernemingsniveau een passende regeling worden getroffen voor een zogenaamde nachtvergoeding. Lid 6 De werkgever zal binnen de kaders van de fiscale wet- en regelgeving, maandelijks zijn medewerking verlenen aan het fiscaal vriendelijk geheel of gedeeltelijk verrekenen van eventuele niet-benutte ruimte met betrekking tot de vergoeding voor reiskosten voor woon- werkverkeer. Als een maandelijkse verwerking niet mogelijk is, kan de werkgever er ook voor kiezen om dit per kwartaal, halfjaarlijks of jaarlijks te verrekenen. Indien de fiscale regelgeving wijzigt wordt deze regeling dienovereenkomstig aangepast. Lid 7 Bij verplaatsing van de vestiging of het opstappunt op initiatief van de werkgever waarbij de afstand voor woon-werkverkeer met meer dan 10 kilometer toeneemt, ontvangt de werknemer een vergoeding van € 0,19 per kilometer over het meerdere van 10 kilometer. Deze vergoeding wordt in 3 jaar in 3 gelijke stappen afgebouwd.

  • Kostenvergoedingen a. De werknemer kan in aanmerking komen voor de volgende kostenvergoedingen: - woon-werkverkeer (artikel 6.2); - functiegerichte scholing (artikel 6.3), loopbaan- gerichte scholing (artikel 6.4), en maaltijdkosten (artikel 6.7). b. Voorts kunnen door de werkgever een aantal facultatieve kostenvergoedingen toegekend worden. In bijlage 6 zijn de aanbevelingen opgenomen met betrekking tot deze regelingen: - zakelijke kilometers; - telefoon; - verblijf. Deze niet verplichte kostenvergoedingen zullen individueel in de arbeidsovereenkomst worden overeengekomen. Daarbij worden zoveel als mogelijk de richtlijnen gevolgd zoals deze in bijlage 6 zijn op- genomen. De werkgever heeft echter te allen tijde de bevoegdheid om daar van af te wijken. c. De vergoedingen worden maandelijks met het salaris uitbetaald, dan wel rechtstreeks per kas onder overleg- ging van de originele betalingsbewijzen of nota’s, (eventueel) de kilometerstaten en de door de werk- gever voor akkoord getekende opgave. d. Indien de werknemer de functie langer dan 1 maand niet uitoefent, behoudt de werkgever zich het recht voor om de voor de werknemer geldende kosten ver- goeding(en) stop te zetten, zonder dat de werkgever jegens de werknemer gehouden zal zijn tot betaling van enige (schade-) vergoeding. e. Alle kostenvergoedingsregelingen zijn erop gebaseerd dat voor de werkgever, ten aanzien van de vergoedin- gen, geen inhoudingplicht in het kader van de Wet op de Loonbelasting aanwezig is.

  • Thuiswerkvergoeding a. De werknemer die anders dan incidenteel thuis werkt, heeft recht op een vergoeding van € 2,00 netto per thuiswerkdag om de dienstbetrekking vanuit thuis goed te kunnen uitvoeren. Onder anders dan incidenteel thuiswerken in dit artikel wordt verstaan: a. de werknemer werkt over een tijde- lijke periode van tenminste één maand minimaal 50% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van twee werkdagen per werkweek of b. de werknemer werkt structureel minimaal 20% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van één werkdag per werkweek. b. Het recht op de (standaard) thuiswerkvergoeding wordt door deugdelijke administratie bijgehouden door de werkgever. c. De werknemer die recht heeft op de in lid a genoemde vergoeding, heeft op een thuiswerkdag geen recht op een kostenvergoeding woon-werkverkeer zoals genoemd in artikel 6.2 van deze cao. De werknemer die op een thuiswerkdag een noodzakelijke dienstreis maakt, heeft aanspraak op een vergoeding voor de gemaakte reiskosten.

  • Verblijfskosten Indien er sprake is van een overnachting in opdracht van de werkgever, worden de verblijfskosten, inclusief maaltijden, door de werkgever vergoed.

  • Verblijfkosten 1. De chauffeur internationaal ontvangt per buitenlandse reis een bedrag aan verblijfskosten per 24 aaneengesloten uren. De netto vergoeding bedraagt € 45,12 per 24 aaneengesloten uren. De onderweg gemaakte verblijfskosten bestaande uit maaltijden, overige consumpties en sanitaire vergoedingen worden vergoed. 2. De overige chauffeurs ontvangen een vergoeding voor verblijfkosten op basis van de werkelijk gemaakte kosten.

  • Maaltijdvergoeding Indien de werkgever geen maaltijd verstrekt, heeft de medewerker recht op een vergoeding. Deze vergoeding is per 1 januari 2021 ten minste € 4,30. Overlegt de medewerker een kassabon van een genoten maaltijd op die dag met een hoger bedrag, dan ontvangt hij het bonbedrag tot een maximum van € 8,80.

  • Hoe berekenen we uw vergoeding? We berekenen de vergoeding per werkdag. Dat doen we door het verzekerde loon te delen door 260 dagen. Voor iedere werkdag dat de verzekerde arbeidsongeschikt is, ontvangt u dus een deel van de vergoeding. U ontvangt deze vergoeding echter niet over de wachtdagen. We stellen de vergoeding als volgt vast: - Mate van arbeidsongeschiktheid Is de verzekerde volledig arbeidsongeschikt? Dan is uw vergoeding voor hem gelijk aan het verzekerde loon vermenigvuldigd met het verzekerde dekkingspercentage. Heeft u de werkgeverslasten meeverzekerd? Dan verhogen we het verzekerde loon eerst met de werkgeverslasten. Is de verzekerde gedeeltelijk arbeidsongeschikt? Dan is de vergoeding voor hem gelijk aan de vergoeding bij volledige arbeidsongeschiktheid, vermenigvuldigd met zijn arbeidsongeschiktheidspercentage. - Passende arbeid Verricht de arbeidsongeschikte verzekerde passende arbeid? Dan bepaalt de casemanager, in overleg met u, welke loonwaarde aan deze arbeid gekoppeld is. Die loonwaarde trekken we af van het verzekerde loon. De uitkomst hiervan vermenigvuldigen we met het verzekerde dekkingspercentage. - Werk op arbeidstherapeutische basis Gaat de verzekerde op arbeidstherapeutische basis aan het werk? Dan behoudt u maximaal vier weken uw oorspronkelijke vergoeding. Daarna beschouwen we de arbeidstherapeutische arbeid als passende arbeid. We berekenen uw vergoeding dan zoals aangegeven bij Passende arbeid. - Andere wettelijke uitkering Heeft de verzekerde voor zijn arbeidsongeschiktheid ook recht op een wettelijke uitkering? En kunt u deze uitkering in mindering brengen op uw loondoorbetalingsplicht? Dan is de vergoeding gelijk aan het verzekerd loon maal het dekkingspercentage minus de in mindering te brengen wettelijke uitkering. We vergoeden nooit meer dan het loon dat u verplicht bent om door te betalen. Als u werkgeverslasten heeft meeverzekerd, dan verhogen we de vergoeding met deze werkgeverslasten.