Verdeling van belastingopbrengsten. 1. De overeenkomstsluitende staat die overeenkomstig artikel 5, lid 1, bronbelasting heft, behoudt 25% van de opbrengsten van de bronbelasting en draagt 75% over aan de andere overeenkomstsluitende staat.
2. Indien een overeenkomstsluitende staat overeenkomstig artikel 5, lid 4, bronbelasting heft, behoudt deze overeenkomstsluitende staat 25% van de opbrengsten van de bronbelasting geheven op rentebetalingen aan in de andere overeenkomstsluitende staat gevestigde entiteiten als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de richtlijn en draagt 75% over aan de andere overeenkomstsluitende staat.
3. Die overdrachten vinden plaats uiterlijk in de zes maanden volgende op het eind van het belastingjaar van de overeenkomstsluitende staat van, in het geval van lid 1, de uitbetalende instantie, of, in het geval van lid 2, de marktdeelnemer.
4. De overeenkomstsluitende staten treffen de maatregelen die nodig zijn om het systeem voor de verdeling van de belastingopbrengsten correct te doen functioneren.
Verdeling van belastingopbrengsten. 1. De Republiek Oostenrijk behoudt 25% van de opbrengsten van de bronbelasting als bedoeld artikel 5, lid 1, en draagt 75% van de opbrengsten over aan Aruba.
2. Indien de Republiek Oostenrijk overeenkomstig artikel 5, lid 4, bronbelasting heft, behoudt de Republiek Oostenrijk 25% van de opbrengsten van de bronbelasting geheven op rentebetalingen aan in Aruba gevestigde entiteiten als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de richtlijn en draagt 75% over aan Aruba.
3. Die overdrachten vinden uiterlijk in de zes maanden volgende op het eind van het belastingjaar van de Republiek Oostenrijk.
4. De Republiek Oostenrijk treft de maatregelen die nodig zijn om het systeem voor de verdeling van de belastingopbrengsten correct te doen functioneren.
Verdeling van belastingopbrengsten. 1. De Nederlandse Antillen behouden 25% van de opbrengsten van de bronbelasting als bedoeld in artikel 5, lid 1, en dragen 75% van de opbrengsten over aan de Helleense Republiek.
2. Indien de Nederlandse Antillen overeenkomstig artikel 5, lid 4, bronbelasting heffen, behouden zij 25% van de opbrengsten van de bron- belasting geheven op rentebetalingen aan in de Helleense Republiek gevestigde entiteiten als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de richtlijn en dragen 75% over aan de Helleense Republiek.
3. Die overdrachten vinden uiterlijk plaats in de zes maanden vol- gende op het eind van het belastingjaar van de Nederlandse Antillen.
4. De Nederlandse Antillen treffen de maatregelen die nodig zijn om het systeem voor de verdeling van de belastingopbrengsten correct te doen functioneren.
Verdeling van belastingopbrengsten. 1. Zwitserland behoudt 25 % van de opbrengsten als gevolg van de inhouding op grond van deze overeenkomst en draagt 75 % van de opbrengsten over aan de woonstaat van de uit- eindelijk gerechtigde.
2. Die overdrachten vinden elk jaar in één verrichting per lidstaat plaats, uiterlijk binnen een periode van zes maanden volgend op het eind van het belastingjaar in Zwitserland.
Verdeling van belastingopbrengsten. 1. De Republiek San Xxxxxx behoudt 25 % van de opbreng- sten van de in artikel 7 genoemde bronbelasting en draagt 75 % van de opbrengsten over aan de lidstaat waar de uiteindelijk gerechtigde van de rentebetaling woonachtig is.
2. Die overdrachten vinden in een tranche per lidstaat plaats, uiterlijk binnen een periode van zes maanden volgend op het eind van het belastingjaar in de Republiek Xxx Xxxxxx.
0. Xx Republiek San Xxxxxx ziet erop toe dat het systeem voor de verdeling van de belastingopbrengsten correct functio- neert.
Verdeling van belastingopbrengsten. 1. Het Vorstendom Monaco behoudt 25 % van de opbreng- sten van de overeenkomstig artikel 7 geheven bronbelasting en draagt 75 % van de opbrengsten over aan de lidstaat van de Europese Gemeenschap waar de uiteindelijk gerechtigde van de rente overeenkomstig artikel 3, lid 2, onder b), woonachtig is.
2. Die overdrachten vinden elk jaar in een tranche per lid- staat van de Europese Gemeenschap plaats, uiterlijk binnen een periode van zes maanden volgend op het eind van het belas- tingjaar in het Vorstendom Monaco.
3. Het Vorstendom Monaco ziet erop toe dat het systeem voor de verdeling van de belastingopbrengsten correct functio- neert. Te dien einde maakt het Vorstendom Monaco de opbrengsten voor de betrokken lidstaat over aan de in bijlage 1 bij deze overeenkomst aangewezen bevoegde autoriteit.
Verdeling van belastingopbrengsten. 1. Het Groothertogdom Luxemburg behoudt 25% van de opbrengsten van de bronbelasting als bedoeld artikel 5, lid 1, en draagt 75% van de opbrengsten over aan Aruba.
2. If the Grand Duchy of Luxembourg levies withholding tax in accordance with article 5, paragraph 4, the Grand Duchy of Luxembourg shall retain 25% of the revenue and transfer 75% to Aruba of the rev- enue of the withholding tax levied on interest payments made to entities referred to in Article 4, paragraph 2, of the Directive, established in Aruba.
3. Such transfers shall take place at the latest within a period of six months following the end of the tax year of the Grand Duchy of Lux- embourg.
4. The Grand Duchy of Luxembourg shall take the necessary meas- ures to ensure the proper functioning of this revenue-sharing system.
1. The Grand Duchy of Luxembourg shall provide for one or both of the procedures of article 13, paragraph 1, of the Directive in order to ensure that the beneficial owners may request that no tax be withheld.
2. At the request of the beneficial owner, the competent authority of his Contracting State of residence for tax purposes shall issue a certifi- cate in accordance with Article 13, paragraph 2, of the Directive. Aruba shall ensure the elimination of any double taxation which might result from the imposition of the withholding tax referred to in Article 5, in accordance with the provisions of Article 14, paragraph 2 and 3 of the Directive or will provide a refund of the withholding tax. The Convention shall not preclude the Contracting States from levy- ing other types of withholding tax than that referred to in Article 5 in accordance with their national laws or double-taxation conventions.
Verdeling van belastingopbrengsten. 1. Het Koninkrijk België behoudt 25% van de opbrengsten van de bronbelasting als bedoeld artikel 5, lid 1, en draagt 75% van de opbreng- sten over aan Aruba.
2. Indien het Koninkrijk België overeenkomstig artikel 5, lid 4, bron- belasting heft, behoudt het Koninkrijk België 25% van de opbrengsten van de bronbelasting geheven op rentebetalingen aan in Aruba geves- tigde entiteiten als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de richtlijn en draagt 75% over aan Aruba.
1. During the transitional period referred to in Article 10 of the Direc- tive, where the beneficial owner is resident in Aruba and the paying agent is resident in the Kingdom of Belgium, the Kingdom of Belgium shall levy a withholding tax at a rate of 15% during the first three years of the transitional period, 20% for the subsequent three years and 35% thereafter. During this period, the Kingdom of Belgium shall not be required to apply the provisions of Article 4. It shall, however, receive information from Aruba in accordance with that Article.
2. The paying agent shall levy the withholding tax as described in article 11, paragraphs 2 and 3 of the Directive.
3. The imposition of withholding tax by the Kingdom of Belgium shall not preclude Aruba from taxing the income in accordance with its national law.
4. During the transitional period, the Kingdom of Belgium may pro- vide that an economic operator paying interest to, or securing interest for, an entity referred to in Article 4, paragraph 2, of the Directive, esta- blished in Aruba, shall be considered the paying agent in place of the entity and shall levy the withholding tax on that interest, unless the entity has formally agreed to its name, address and the total amount of interest paid to it or secured for it being communicated in accordance with the last subparagraph of that paragraph.
5. At the end of the transitional period, the Kingdom of Belgium shall be required to apply the provisions of Article 4 and shall cease to apply the withholding tax and the revenue sharing provided for in this provi- sion and in Article 6. If, during the transitional period, the Kingdom of Belgium elects to apply the provisions of Article 4, it shall no longer apply the withholding tax and the revenue sharing provided for in this provision and in Article 6.
1. The Kingdom of Belgium shall retain 25% of the revenue of the withholding tax mentioned in Article 5, paragraph 1, and transfer 75% of the revenue to Aruba.
2. If the Kingdom of Belgium levies withholding ...
Verdeling van belastingopbrengsten. 1. Het Vorstendom Andorra behoudt 25 % van de opbreng- sten van de in artikel 7 genoemde bronbelasting en draagt 75 % van de opbrengsten over aan de lidstaat van de Europese Ge- meenschap waar de uiteindelijk gerechtigde van de rente woon- achtig is.
2. Die overdrachten vinden elk kalenderjaar in een tranche per lidstaat plaats, uiterlijk binnen een periode van zes maanden volgend op het einde van het kalenderjaar waarin de inhoudin- gen werden verricht. Het Vorstendom Andorra ziet erop toe dat het systeem voor de verdeling van de belastingopbrengsten correct functioneert.
Verdeling van belastingopbrengsten. 1. De Nederlandse Antillen behouden 25% van de opbrengsten van de bronbelasting als bedoeld in artikel 5, eerste lid, en dragen 75% van de opbrengsten over aan de Republiek Cyprus.
2. Indien de Nederlandse Antillen overeenkomstig artikel 5, vierde lid, bronbelasting heffen, behouden zij 25% van de opbrengsten van de bronbelasting geheven op rentebetalingen aan in de Republiek Cyprus gevestigde entiteiten als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de richtlijn en dragen 75% over aan de Republiek Cyprus.
3. Die overdrachten vinden uiterlijk plaats in de zes maanden vol- gende op het eind van het belastingjaar van de Nederlandse Antillen.
4. De Nederlandse Antillen treffen de maatregelen die nodig zijn om het systeem voor de verdeling van de belastingopbrengsten correct te doen functioneren.