Vijfde middel Voorbeeldclausules

Vijfde middel. Standpunt van de partijen 1. In een vijfde middel roepen de verzoekende partijen als volgt de schending in van het vertrouwensbeginsel: . .te Naar aanleiding van de eerdere vergunningsaanvraag door de Vlaamse Landmaatschappij, ingediend op 26/03/2007, waarin reeds de aanleg van een gracht (sloot) op het perceel ( .) was opgenomen, hadden verzoekers eveneens al als bezwaar . .werden uitgesloten van de vergunning, behalve wat de aanleg van een brug betrof: 2. Volgens de verwerende partij is de aanvraag evenwel niet helemaal dezelfde als de oorspronkelijke aanvraag. In de huidige aanvraag wordt voorzien om eventueel doorsneden buizen te herstellen, waardoor wordt ingegaan op het belangrijkste argument uit het oorspronkelijke bezwaar van de verzoekende partijen. 3. De verzoekende partijen stellen in hun wederantwoordnota nog het volgende: “… . .werden uitgesloten, met uitzondering van het oprichten van een brug. .
Vijfde middel. Standpunt van de partijen 1. In dit middel roepen de verzoekende partijen de schending in van het koninklijk besluit van 3 oktober 1979 houdende goedkeuring van het gewestplan Antwerpen, van artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen (verder: het Inrichtingsbesluit), artikel 2 en 3 van de wet van 26 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen, artikel 4.3.1, § VCRO, het zorgvuldigheidsbeginsel en het redelijkheidsbeginsel. Ze lichten dit als volgt toe: woongebied met landelijk karakter (STUK E2) slechts tot 50m achter de loopt, hetgeen dus voor de kavels IA tot en met 6A een bouwdiepte van 40m tot gevolg heeft en voor de kavels 7A tot en met 9A van 50m. Dit werd reeds vastgesteld door het Ministerieel Besluit van 8 april 2008 (STUK C2), dat een gelijkaardige aanvraag weigerde omdat de kavels voor 10m waren gelegen in het recreatiegebied, waar verdere residentiële uitbouw planologisch niet kan worden aanvaard:… De bestreden beslissing bevat geen beoordeling van de verenigbaarheid van de "bufferstrook" met de Gewestplanbestemming dagrecreatiegebied. Dit op zich is reeds een schending van de artt. 2 en 3 van de Uitdrukkelijke Motiveringswet van 1991 en van art. 4.3.1, §1 VCRO, dat voorschrijft dat een aanvraag moet worden geweigerd bij onverenigbaarheid met de Gewestplanvoorschriften. Er wordt louter gesteld dat de aanvraag verenigbaar zou zijn met de bestemming "woongebied met landelijk karakter". Nergens wordt aandacht besteed aan de beoordeling van de onverenigbaarheid van de aanvraag met de Gewestplanbestemming dagrecreatiegebied voor wat betreft de "bufferzone" van 10m. 2. De verwerende partij antwoordt hierop als volgt: De breedte van de verkaveling waarbij percelen met een diepte van 50 meter worden voorgesteld komt ongeveer overeen met de afbakening van het woongebied met landelijk karakter ten opzichte van de aanpalende zone die bestemd is als dagrecreatie. In het schorsingsbesluit van 12 maart 2008 wordt aan de hand van opmetingen geargumenteerd dat deze strook beduidend minder diep is dan de gebruikelijke 50 meter. Er wordt evenwel van uitgegaan dat deze strook de gangbare diepte heeft van 50 meter. Dit standpunt wordt ook gehanteerd in het ministerieel besluit van 8 april 2008 houdende nietigverklaring van de verkavelingsvergunning. Men mag er dus van uitgaan dat er geen delen van de te ontwikkelen gronden in het ge...
Vijfde middel. Standpunt van de partijen 1. Verzoekende partijen voeren de schending aan van: - artikel 4.3.2, §2, bijlage I en II van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (hierna: DABM) - artikel 4, lid 4 van de Richtlijn 2014/52/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten en van bijlage IIA bij deze richtlijn (hierna: project-MER- richtlijn) - de artikelen 2 en 3 van de Motiveringswet - het motiverings-, het rechtszekerheids-, het zorgvuldigheids- en het redelijkheidsbeginsel als algemene beginselen van behoorlijk bestuur - de vereiste van een feitelijke en juridische grondslag. Ze betwisten in essentie de degelijkheid van de project-MER-screeningsnota bij de aanvraag, die niet zou toelaten om de milieueffecten van het project zorgvuldig te beoordelen, en de beoordeling hiervan door verwerende partij. In een eerste onderdeel stellen ze dat deze nota niet voldoet aan de inhoudelijke vereisten die hierover worden opgelegd in artikel 4, lid 4 en in bijlage IIA van de project-MER-richtlijn, die directe werking hebben. Ze stellen dat de nota is opgemaakt op basis van een modelformulier met stijlclausules, waarin de mogelijke milieueffecten van het project niet op grondige en concrete wijze worden onderzocht, en er met name onder meer geen melding wordt gemaakt van de ligging hiervan volgens de biologische waarderingskaart in een biologisch waardevol gebied. In een tweede onderdeel stellen ze dat verwerende partij de aanvraag onontvankelijk had moeten verklaren op basis van de vaststelling dat de project-MER- screeningsnota ontoereikend is en er op basis daarvan niet kan worden nagegaan of de aanvraag aanleiding geeft tot aanzienlijke milieueffecten. In een derde onderdeel stellen ze dat verwerende partij bij de beoordeling van de mogelijke milieueffecten van het project in beginsel moet uitgaan van de project-MER-screeningsnota, gelet op de eigenheid hiervan, en dat ze de gebreken van deze nota niet kan verhelpen door haar eigen beoordeling op basis van andere documenten in de plaats te stellen. Ze verwijten verwerende partij dat ze in de bestreden beslissing zonder onderzoek uitgaat van de veronderstelling dat het project geen schadelijke gevolgen heeft voor de daar aanwezige natuurwaarden, omdat er daar wel degelijk waardevolle vegetaties aanwezig zijn. 2. Verwerende partij betwist het middel....
Vijfde middel. Het middel voert schending aan van artikel 1984 Burgerlijk Wetboek. Het betoogt dat het bestreden arrest wegens de voorafgaande volmacht, door de ver- weerster aan de eiser gegeven, ten onrechte vaststelt dat de eiser de verrichtingen op de effectenrekening heeft verricht zonder de toestemming van de verweerster.

Related to Vijfde middel

  • VGZ Rotterdampakket Compact VGZ Rotterdampakket maximaal € 100 per kalenderjaar maximaal € 300 per kalenderjaar

  • Geneesmiddelen Dit krijgt u vergoed

  • Hulpmiddelen U heeft recht op: a. levering van functionerende hulpmiddelen en verbandmiddelen in eigendom. Soms geldt voor een hulpmiddel een wettelijke eigen bijdrage of wettelijke maximale vergoeding; b. het wijzigen, vervangen of repareren van hulpmiddelen; c. een eventueel reservehulpmiddel. De nadere voorwaarden voor vergoeding van hulpmiddelen staan in het Reglement Hulpmiddelen. Dit reglement maakt deel uit van deze polis en kunt u vinden op onze website of kunt u bij ons opvragen. Voor de levering, wijziging, vervanging of het herstel van een groot aantal hulpmiddelen heeft u vooraf geen toestemming nodig. U kunt hiervoor direct contact opnemen met een gecontracteerde leverancier. In artikel 4 van het Reglement Hulpmiddelen staat voor welke hulpmiddelen dit geldt. Voor de levering, wijziging, vervanging of het herstel van een aantal hulpmiddelen moet u wel vooraf onze toestemming vragen. Hierbij beoordelen wij of het hulpmiddel noodzakelijk, doelmatig en niet onnodig kostbaar of onnodig gecompliceerd is. Bij niet-gecontracteerde leveranciers moet u vooraf onze toestemming vragen, behalve als het gaat om stoma-voorzieningen en/of katheters en toebehoren. In sommige gevallen worden de hulpmiddelen in bruikleen aan u gegeven. Dit staat in het Reglement Hulpmiddelen. In dat geval wijken wij af van dit artikel onder a en artikel A.2.1 Recht op zorg. Heeft u een hulpmiddel nodig dat deel uitmaakt van medisch-specialistische zorg? Xxx heeft u geen recht op hulpmiddelen op basis van dit artikel. Deze hulpmiddelen vallen onder artikel B.28. Wilt u zorg van een zorgverlener met wie wij geen contract hebben afgesloten? Dan kan de vergoeding lager zijn dan bij een zorgverlener die wij wél gecontracteerd hebben. Of dit zo is en hoe hoog de vergoeding dan is, is afhankelijk van de basisverzekering die u heeft. Meer hierover leest u in artikel A.4 Wat wordt vergoed? En naar welke zorgverlener, zorginstelling of leverancier kunt u gaan? Wilt u weten met welke zorgverleners wij een contract hebben? Gebruik dan de Zorgverkenner op xx.xx/xxxxxxxxxxxxx of neem contact met ons op. Het indicatieve marktconforme tarief is bij ons op te vragen.

  • Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd De werknemer treedt in dienst voor onbepaalde tijd tenzij artikel D-3 of artikel D-4 van toepassing is.

  • Vrijwillige aansluiting Ondernemingen, verwant met de verblijfsrecreatie, zoals bedoeld in artikel 1 lid 30, en niet vallend onder een andere cao, kunnen desgevraagd in aanmerking komen voor vrijwillige aansluiting bij het geheel van regelingen en fondsen voortvloeiend uit de cao. De bedrijven die vrijwillig zijn aangesloten, verplichten zich de cao’s integraal toe te passen op alle bij hun in dienst zijnde werknemers, mits het bestuur van het Pensioenfonds Recreatie met de vrijwillige aansluiting heeft ingestemd (de voorwaarden staan vermeld in het Reglement van het Pensioenfonds) Recreatie.

  • Boetebepaling Indien huurder zich, na door verhuurder behoorlijk in gebreke te zijn gesteld, niet houdt aan de in de huurovereenkomst en de in deze algemene bepalingen opgenomen voorschriften, verbeurt huurder aan verhuurder, voor zover geen specifieke boete is overeengekomen, een direct opeisbare boete van € 250,00 per dag voor elke dag dat huurder in verzuim is. Het vorenstaande laat onverlet het recht van verhuurder op volledige schadevergoeding, voor zover de geleden schade de verbeurde boete overtreft.

  • Licentievoorwaarden bij ontwikkeling B.4.1 Opdrachtnemer verleent aan Opdrachtgever het recht om ontwikkelde Materialen te verveelvoudigen en te verspreiden voor de doeleinden die Opdrachtgever bij het aangaan van de Overeenkomst heeft beoogd. B.4.2 Opdrachtnemer draagt daarmee nooit enige aan Opdrachtnemer toekomende rechten van intellectueel eigendom (zoals het auteursrecht) over op Opdrachtgever, tenzij Schriftelijk uitdrukkelijk anders is overeengekomen. B.4.3 De broncode van door Opdrachtnemer geleverde software, niet zijnde open source software, en de bij de ontwikkeling van de software voortgebrachte technische documentatie mag en zal nimmer aan Opdrachtgever ter beschikking worden gesteld, noch mag Opdrachtgever daarin enige wijzigingen aanbrengen, tenzij Schriftelijk uitdrukkelijk anders is overeengekomen. B.4.4 Opdrachtnemer verleent Opdrachtgever het niet-exclusieve recht tot het gebruik van het ten behoeve van Opdrachtgever ontwikkelde Dienst/programmatuur. Opdrachtgever zal de tussen partijen overeengekomen gebruiksbeperkingen steeds stipt naleven. Het verstrekte gebruiksrecht is niet overdraagbaar. B.4.5 Het is Opdrachtgever niet toegestaan de ontwikkelde werken te verkopen, te verhuren, te sublicentiëren, te vervreemden of daarop beperkte rechten te verlenen of op welke wijze of voor welk doel dan ook ter beschikking van een derde te stellen, ook niet indien de betreffende derde de programmatuur uitsluitend ten behoeve van Opdrachtgever gebruikt, tenzij Schriftelijk anders is overeengekomen of in geval van en in combinatie met een verkoop van de betreffende bedrijfsonderdelen of -activiteiten van Opdrachtgever.

  • Belangrijke opmerking Het volgende model werd opgesteld door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in uitvoering van artikel 218, § 4 van de Brusselse Huisvestingscode. Het is een indicatief model en het is dus niet verplicht voor de partijen, die voor een ander model kunnen kiezen. Om de partijen bij te staan en voor de volledigheid omvat het niet alleen de clausules uit de huisvestingscode, maar ook andere bepalingen die in de praktijk welbekend zijn en betrekking hebben op onderwerpen die niet gereglementeerd zijn. Om een duidelijk onderscheid te maken tussen de clausules die door een wettekst worden geregeld en de clausules die louter indicatief zijn en de partijen naar eigen goeddunken kunnen wijzigen, zijn die laatste in de tekst in grijstinten aangegeven. Wanneer het model voor de partijen verschillende opties voorziet over hetzelfde onderwerp, wordt de keuze aangegeven met selectievakjes (□) om aan te kruisen. De partijen kunnen voor aanvullende informatie in verband met de huurovereenkomst de verklarende bijlage raadplegen, die is bijgevoegd.

  • Belangrijke gegevens doorsturen U moet alle brieven en andere documenten die u ontvangt en die met de schade te maken hebben onbeantwoord naar ons doorsturen. Medewerking verlenen

  • Onmiddellijke opeisbaarheid U moet aan uw verplichtingen voldoen. Als u dit niet doet, kunnen wij al onze vorderingen op u meteen opeisbaar maken. a. Wij mogen dan al onze vorderingen op u meteen opeisbaar maken, dus ook de vorderingen uit een overeenkomst die u wel correct nakomt. Wij maken van dit recht geen gebruik als uw verzuim van weinig betekenis is en houden ons aan onze zorgplicht zoals genoemd in artikel 2 lid 1 ABV. Wij geven een voorbeeld: Stel u heeft bij ons een betaalrekening waarop u volgens de afspraken met ons maximaal € 500,- rood mag staan terwijl u een keer € 900,- rood staat. U heeft dan een niet toegestaan tekort van € 400,- op uw betaalrekening. Als u daarnaast een woningfinanciering bij ons heeft, is dit tekort geen voldoende reden om uw woningfinanciering op te eisen. U moet dan natuurlijk wel aan al uw verplichtingen uit de woningfinanciering voldoen en het tekort snel aanzuiveren. b. Als wij onze vorderingen opeisbaar maken, doen wij dat door een verklaring. Wij vertellen u daarin waarom wij dat doen.