Vormen van samenwerking. 1. De samenwerking in het kader van deze overeenkomst kan, zonder zich daartoe te beperken, de volgende vormen aannemen:
a. de uitwisseling en verstrekking van informatie en gegevens over wetenschappelijke en technische activiteiten, ontwikkelingen, praktijken en resultaten, alsmede over programmabeleid en planning, met inbegrip van de uitwisseling van vertrouwelijke informatie onder de in de artikelen VI en VII bedoelde voorwaarden;
b. de uitwisseling van wetenschappers, technici en andere specialisten voor overeengekomen perioden om deel te nemen aan experimenten, analyses, het maken van ontwerpen en andere onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten overeenkomstig artikel VIII;
c. de organisatie van seminars en andere bijeenkomsten om informatie over overeengekomen onderwerpen op de in artikel II genoemde gebieden te bespreken en uit te wisselen en om te bepalen welke activiteiten nuttig gezamenlijk kunnen worden ondernomen overeenkomstig artikel V;
d. de uitwisseling en verstrekking van monsters, materialen en uitrusting (instrumenten en onderdelen) voor experimenten, tests en evaluaties overeenkomstig de artikelen IX en X;
e. de uitvoering van gezamenlijke studies, projecten of experimenten, inclusief het gezamenlijk ontwerpen, bouwen en beheren ervan;
f. het opzetten van datacommunicatieverbindingen zoals, maar niet beperkt tot, tools voor de analyse van gegevens op afstand; en
g. andere specifieke vormen van samenwerking zoals onderling schriftelijk overeengekomen.
2. De partijen coördineren de activiteiten in het kader van deze overeenkomst in voorkomend geval met andere internationale activiteiten in verband met onderzoek en ontwikkeling van kernfusie, teneinde doublures zoveel mogelijk te vermijden. Niets in deze overeenkomst wordt zo opgevat dat het afbreuk doet aan bestaande of toekomstige samenwerkingsregelingen tussen partijen.
Vormen van samenwerking. 1. In Egypte gevestigde juridische entiteiten, zoals gedefini- eerd in bijlage I, inclusief natuurlijke personen of privaat- of publiekrechtelijke rechtspersonen, nemen aan de werkzaamhe- den onder contract van het Kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (hierna het „EG- Kaderprogramma” genoemd) deel onder dezelfde voorwaarden als die welke van toepassing zijn op de juridische entiteiten van de lidstaten van de Europese Unie, behoudens de voorwaarden vastgesteld bij of bedoeld in de bijlagen I en II.
2. Juridische entiteiten die gevestigd zijn in de lidstaten van de Europese Gemeenschap nemen deel aan de onderzoekspro- gramma’s en -projecten in Egypte wat betreft onderwerpen die overeenstemmen met die van het EG-Kaderprogramma onder dezelfde voorwaarden als juridische entiteiten uit Egypte, behou- dens de voorwaarden vastgesteld bij of bedoeld in de bijlagen I en II.
3. De samenwerking kan tevens volgende vormen aannemen: — regelmatige discussies over de hoofdlijnen en prioriteiten van het onderzoeksbeleid en de onderzoeksplanning in Egypte en de Gemeenschap; — discussies over de vooruitzichten en ontwikkeling van de samenwerking; — tijdige verschaffing van informatie over de tenuitvoerlegging van programma’s en onderzoeksprojecten van Egypte en de Gemeenschap en over de resultaten van de in het kader van deze overeenkomst verrichte werkzaamheden; — gezamenlijke vergaderingen; — bezoeken en uitwisselingen van onderzoekers, ingenieurs en technici, inclusief voor opleidingsdoeleinden; — uitwisseling en gezamenlijk gebruik van uitrusting en mate- riaal; — geregelde en permanente contacten tussen programma- of projectbeheerders van Egypte en de Gemeenschap; — deelname van deskundigen aan seminars, symposia en workshops; — uitwisselingen van informatie over praktijken, wetten, voor- schriften en programma’s die relevant zijn voor de samen- werking in het kader van deze overeenkomst; — opleiding inzake onderzoek en technologische ontwikkeling; — wederzijdse toegang tot wetenschappelijke en technologische informatie binnen het kader van deze samenwerking; — elke andere modaliteit vastgesteld door het Gezamenlijk Co- mité voor wetenschappelijke en technische samenwerking EG-Egypte, zoals gedefinieerd in artikel 4, en in overeen- stemming geacht met de in beide partijen van toepassing zijnde beleidslijnen en procedures.
Vormen van samenwerking. 1. Behoudens hun toepasselijke regulerende maatregelen bevorderen de partijen zoveel mogelijk de samenwerkingsactiviteiten op grond van deze overeenkomst met het oog op het bieden van vergelijkbare kansen voor deelname aan hun activiteiten in de onder artikel 4 bedoelde sectoren.
2. De partijen komen overeen samenwerkingsactiviteiten uit te voeren zoals bedoeld in de artikelen 6 tot en met 13 van deze overeenkomst.
Vormen van samenwerking. Samenwerking kan de volgende activiteiten omvatten:
Vormen van samenwerking. De samenwerkingsactiviteiten kunnen de volgende vorm aan nemen: — deelname van Indiase onderzoeksentiteiten aan OTO-projec ten uit hoofde van het kaderprogramma en wederkerige deelname van in de Gemeenschap gevestigde onderzoeks entiteiten aan Indiase projecten in soortgelijke OTO-secto ren. Een dergelijke deelname is onderworpen aan de voor iedere partij geldende regels en procedures; — gezamenlijke OTO-projecten; de gezamenlijke OTO-projec ten worden uitgevoerd wanneer de deelnemers een plan voor technologiebeheer hebben opgesteld (betreffende ver spreiding en gebruik van, alsmede toegangsrechten tot, ken nis), zoals aangegeven in de bijlage; — pooling van OTO-projecten die reeds worden uitgevoerd in overeenstemming met de voor de OTO-programma’s van iedere partij geldende procedures; — bezoeken en uitwisselingen van wetenschappers en tech nische deskundigen; — gezamenlijk organiseren van wetenschappelijke seminars, conferenties, symposia en workshops, alsmede deelname van deskundigen aan deze activiteiten; — gecoördineerde werkzaamheden voor de verspreiding van resultaten en uitwisseling van ervaring inzake gezamenlijke OTO-projecten die zijn gefinancierd; — uitwisseling en gezamenlijk gebruik van uitrusting en mate riaal met inbegrip van het gezamenlijke gebruik van geavan ceerde onderzoeksinstallaties; — uitwisseling van informatie over gebruiken, wetten, voor schriften en programma’s die relevant zijn voor de samen werking in het kader van deze overeenkomst; — alle andere vormen van samenwerking als aanbevolen door het stuurcomité, wanneer deze met de bij elke partij gehan teerde beleidslijnen en procedures in overeenstemming wor den geacht.
Vormen van samenwerking. De samenwerkingsactiviteiten kunnen de volgende vorm aannemen: – deelneming van Indiase onderzoekinstellingen aan OTO-projecten uit hoofde van de eerste activiteit van het kaderprogramma en deelneming van in de Gemeenschap gevestigde onderzoekinstellingen aan Indiase projecten in soortgelijke OTO-sectoren. Een dergelijke deelname is onderworpen aan de voor iedere Partij geldende regels en procedures; – gezamenlijke OTO-projecten; de gezamenlijke OTO-projecten worden uitgevoerd wanneer de deelnemers een plan voor technologiebeheer hebben opgesteld zoals aangegeven in de bijlage bij deze overeenkomst. – pooling van OTO-projecten die reeds worden uitgevoerd in overeenstemming met de voor de OTO-programma's van iedere Partij geldende procedures; – bezoeken en uitwisselingen van wetenschappers en technische deskundigen; – gezamenlijk organiseren van wetenschappelijke seminars, conferenties, symposia en workshops, alsmede deelname van deskundigen aan deze activiteiten; – gecoördineerde werkzaamheden voor de verspreiding van resultaten en uitwisseling van ervaring van gezamenlijke OTO-projecten die zijn gefinancierd; – uitwisseling en gezamenlijk gebruik van uitrusting en materiaal met inbegrip van het gezamenlijke gebruik van geavanceerde onderzoekinstallaties; – uitwisseling van informatie over gebruiken, wetten, voorschriften en programma's die relevant zijn voor de samenwerking in het kader van deze overeenkomst; – alle andere vormen van samenwerking als aanbevolen door het stuurcomité, wanneer deze met de bij elke Partij gehanteerde beleidslijnen en procedures in overeenstemming worden geacht.
Vormen van samenwerking. De partijen bevorderen de deelneming van de onderzoek- en technologische ontwikkelingsinstanties aan de samenwerkings- activiteiten in het kader van deze overeenkomst, zulks in over- eenstemming met hun interne bepalingen en beleidsbeginselen, en bieden elkaar aldus gelijkwaardige mogelijkheden bij de eigen activiteiten op het vlak van onderzoek, wetenschappelijk en technologie. De samenwerkingsactiviteiten kunnen de volgende vorm aannemen:
1. Enerzijds deelneming van Chileense onderzoek- en techno- logische-ontwikkelingsinstellingen aan OTO-projecten van het kaderprogramma en anderzijds deelneming van in de Gemeenschap gevestigde onderzoek- en technologische- ontwikkelingsinstellingen aan Chileense projecten op dezelfde OTO-gebieden. Een dergelijke deelname is onder- worpen aan de voor iedere partij geldende regels en proce- dures.
2. Pooling van OTO-projecten die reeds worden uitgevoerd in overeenstemming met de voor de OTO-programma's van iedere partij geldende procedures.
3. Gezamenlijke OTO-projecten binnen het kader van hun wetenschappelijke en technologische beleidsmaatregelen, met name in verband met toekomstige wetenschappelijke en technologische activiteiten.
Vormen van samenwerking. (artikel 39 en 40)
Vormen van samenwerking. 1. Tunesische juridische entiteiten nemen deel aan de werk- zaamheden onder contract (3) van de kaderprogramma's van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onder- zoeksruimte en van innovatie, hierna „het kaderprogramma” te noemen, onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor juridische entiteiten uit de lidstaten van de Europese Unie, onder voorbehoud van de regels en voorwaarden die worden gesteld of zijn vermeld in de bijlagen I en II.
(1) PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1.
(2) PB L 97 van 30.3.1998, blz. 2.
(3) Zie Verordening (EG) nr. 2321/2002 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 355 van 30.12.2002, blz. 23).
2. Juridische entiteiten uit de Gemeenschap nemen deel aan Tunesische onderzoeksprogramma's en -projecten op de gebieden die overeenstemmen met die van het kaderpro- gramma onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor Tunesische juridische entiteiten, onder voorbehoud van de regels en voorwaarden die worden gesteld of zijn vermeld in de bijlagen I en II.
3. De samenwerking kan tevens volgende vormen aannemen:
a) gezamenlijke vergaderingen;
b) regelmatig overleg over beleidslijnen en -prioriteiten en over de planning van onderzoek in Tunesië en in de Gemeen- schap;
c) gedachtewisselingen en overleg over de perspectieven voor samenwerking en ontwikkeling;
d) tijdige mededeling van informatie over de uitvoering en resultaten van de gezamenlijke onderzoeksprogramma's en -projecten van Tunesië en de Gemeenschap die in het kader van deze overeenkomst worden uitgevoerd;
e) bezoeken en uitwisselingen van onderzoekers, ingenieurs en technici, mede ten behoeve van opleiding door onderzoek;
f) uitwisseling en gemeenschappelijk gebruik van wetenschap- pelijke uitrusting en materieel;
g) regelmatige contacten tussen Tunesische en communautaire leiders van onderzoeksprogramma's en -projecten;
h) deelname van deskundigen van beide partijen aan seminars, symposia en thematische workshops;
i) uitwisseling van informatie over praktijken, wetten, voor- schriften en programma's die van belang zijn voor de samenwerking in het kader van deze overeenkomst;
j) wederzijdse toegang tot wetenschappelijke en technische informatie die van belang is voor deze samenwerking;
k) alle andere vormen van samenwerking die worden goedge- keurd door het Gemengd Comité voor wetenschappelijke en technische samenwerking tussen de Europe...
Vormen van samenwerking. 1. Voor elke sector van de samenwerking in deze titel komen de partijen overeen activiteiten op bilateraal of regionaal niveau uit te voeren, of in een combinatie van beide niveaus, met inbegrip van drie- partijensamenwerking.
2. De samenwerking tussen de partijen kan onder meer omvatten:
a) ontwikkeling en technische bijstand aan programma's en projecten als overeengekomen tussen de partijen;
b) capaciteitsopbouw door middel van opleidingscursussen, workshops en seminars, uitwisseling van deskundigen, studies en gemeenschap- pelijk onderzoek tussen de partijen;
c) mogelijke andere vormen van ontwikkelingsfinanciering indien pas- send;
d) uitwisseling van informatie over optimale werkwijzen voor de doel- treffendheid van de steun.