Wederzijdse erkenning Voorbeeldclausules

Wederzijdse erkenning. 1. Geen enkele bepaling in dit hoofdstuk belet een partij te eisen dat natuurlijke personen de kwalificaties en/of de beroepservaring hebben die op het grondgebied waar de dienst wordt verleend, voor de betrok- ken sector van activiteit zijn voorgeschreven.
Wederzijdse erkenning. Onverminderd het recht op beroep, zal de Bond door een bevoegde ADO of andere organisatie of instantie verleende dispensatie, opgelegde ordemaatregel en tuchtrechtelijke uitspraak die consistent is met de World Anti-Doping Code, erkennen, respecteren en overnemen.
Wederzijdse erkenning. 1. Geen enkele bepaling in deze titel belet de EG en de overeenkomst- sluitende Cariforum-staten te eisen dat natuurlijke personen de kwalifi- caties en/of de beroepservaring hebben die op het grondgebied waar de dienst wordt verleend voor de betrokken sector van economische activi- teit zijn voorgeschreven.
Wederzijdse erkenning. In overeenstemming met artikel 85 werken de partijen samen op het gebied van de wederzijdse erkenning van eisen, kwalificaties, vergun- ningen en andere regelingen.
Wederzijdse erkenning. Zowel de vader als de moeder erkennen de geformuleerde belangen van de ander als waardevol en belangrijk. Beide ouders beloven de belangen van de ander en de belangen van de kinderen naar eer en geweten te dienen alsof het zijn of haar eigen belangen zijn. Wanneer dit niet lukt beloven beide ouders daarover in gesprek te gaan.
Wederzijdse erkenning. 1. De CCR erkent de geldigheid op de Rijn van nationale dienstboekjes die zijn afgegeven door de bevoegde instanties van de Administratieve Overheden die partij zijn bij de onderhavige overeenstemming.
Wederzijdse erkenning. 1. Niets in deze titel belet een partij te eisen dat natuurlijke personen de kwalificaties en/of beroepservaring hebben die op het grondgebied waar de dienst wordt verleend, voor de betrokken bedrijfstak zijn voor- geschreven.
Wederzijdse erkenning. Het beginsel van de wederzijdse erkenning is door het Hof ontwikkeld en steeds verder uitgewerkt in een omvangrijke jurisprudentie op het gebied van het vrije verkeer van goede- ren, personen en diensten. Op grond van dit beginsel is een lidstaat verplicht om goederen en diensten van ondernemingen uit andere lidstaten van de Gemeenschap toe te laten voorzover die goederen en diensten op gelijkwaardige wijze beantwoorden aan de legitieme doelstellingen van de lidstaat van bestem- ming (57). Toepassing van dit beginsel op concessieovereenkomsten heeft met name tot gevolg dat de lidstaat waar de dienst wordt verricht, verplicht is de in andere lidstaten vereiste technische specificaties, controles, titels, certificaten en kwalificaties te ac- cepteren voorzover deze zijn erkend als gelijkwaardig aan de eisen van de lidstaat waar de dienst wordt verricht (58).