Ziekengeld. 1. Met inachtneming van hetgeen in de volgende leden is vermeld wordt gedurende het eerste jaar van ziekte zoals bedoeld in artikel 19 van de Ziektewet, een uitkering uitbetaald gelijk aan 100% van het nettoloon.
Ziekengeld a. De uitzendovereenkomst met uitzendbeding eindigt conform artikel 13 lid 3 sub a als de terbeschikkingstelling ten einde komt wegens arbeidsongeschiktheid van de uitzendkracht. Als de uitzendkracht op dat moment recht heeft op een uitkering op grond van de Ziektewet van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), vult de uitzendonderneming gedurende de eerste 52 weken van de arbeidsongeschiktheid de Ziektewetuitkering aan tot 90% van het uitkeringsdagloon. Voor deze aanvulling kan de uitzendonderneming een verzekering afsluiten of op andere wijze een voorziening treffen. De maximumpercentages die voor deze verzekering, c.q. voorziening op het loon van de uitzendkracht mogen worden ingehouden, zijn vermeld in bijlage 3 van deze cao.
Ziekengeld a. De uitzendkracht met een uitzendovereenkomst met uitzendbeding heeft in geval van ziekte of ongeval in fase 1, in fase 2 en in de eerste periode van 52 gewerkte weken van fase 3A recht op een uitkering van de Uitvoering Werknemersverzekeringen (UWV) ingevolge de bepalingen van de Ziektewet, mits de daartoe strekkende voorschriften in acht worden genomen. De uitzendonderneming is gehouden het UWV te verzoeken de uitkeringen welke overeenkomstig de wet dienen te worden uitgekeerd, rechtstreeks aan de uitzendkracht uit te betalen.