Uitkering bij ziekte Voorbeeldclausules

Uitkering bij ziekte. In geval van ziekte keert Xxxxxx Xxxxx het lOOn Over ziekte uren als vOlgt uit: • Gedurende de eerste 26 weken: 100% van het lOOn • Gedurende de vOlgende 26 weken: 90% van het lOOn • Gedurende de daarOpvOlgende 52 weken: 80% van het lOOn Tijdens de vrijwillige Of verplichte lOOndOOrbetaling na het tweede ziektejaar wOrdt 80% van het lOOn dOOrbetaald. Tijdens het tweede ziektejaar wOrdt tenminste het vOOr de medewerker geldende minimumlOOn dOOrbetaald. Als de medewerker in het tweede ziektejaar tenminste 25% van zijn cOntracturen werkt (inclusief arbeidstherapie) wOrdt Over deze gewerkte uren het lOOn 100% dOOrbetaald. VOOr de resterende ziekte uren wOrdt de dOOrbetaling van het lOOn aangevuld tOt 90%. Dit geldt OOk bij de vrijwillige en verplichte lOOndOOrbetaling na het tweede ziektejaar. Na 104 weken ziek is de WIA caO (geldend vOOr medewerkers van XxXxx Xxxxxxxx NL) Op de medewerker van tOepassing, als aan de daarin gestelde vOOrwaarden wOrdt vOldaan.
Uitkering bij ziekte. Na uw melding van ziekte geldt een eigenrisicoperiode. De eigenrisicoperiode staat op uw polisblad. Na de eigenrisicoperiode ontvangt u een uitkering voor elke werkdag dat uw werknemer nog ziek is. Hierbij gaan wij uit van het verzekerde jaarsalaris van uw werknemer op de eerste dag dat deze ziek is. Heeft u de werkgeverslasten meeverzekerd? Dan verhogen we dit bedrag met de werkgeverslasten. Het verzekerde jaarsalaris delen wij door 261 dagen en vermenigvuldigen we daarna met het dekkingspercentage. Is uw werknemer gedeeltelijk ziek? Dan vermenigvuldigen wij deze uitkomst nog eens met het percentage dat uw werknemer ziek is. De belastbaarheid en de mate van geschiktheid voor het eigen werk wordt vastgesteld door een bedrijfsarts. Als uw werknemer passende arbeid gaat verrichten verlagen wij de uitkering met de loonwaarde die aan deze werkzaamheden kan worden gekoppeld. De loonwaarde wordt vastgesteld door een arbeidsdeskundige of loonwaarde expert. Als uw werknemer op arbeidstherapeutische basis gaat werken, blijft de uitkering maximaal 4 weken onveranderd. Hierna wordt opnieuw beoordeeld en beschouwen we de arbeidstherapeutische arbeid als passende arbeid. We berekenen uw uitkering dan zoals hiervoor aangegeven bij ‘passende arbeid’. Met eigenrisicoperiode bedoelen wij het aantal werkdagen, tenzij op het polisblad anders vermeld, dat uw werknemer niet kan werken door ziekte. En waarvoor u geen uitkering ontvangt. Wij gaan uit van 5 werkdagen in een week. Bij meerdere perioden van ziekte die elkaar opvolgen binnen 28 kalenderdagen, geldt de eigenrisicoperiode 1 maal. Zwangerschaps- en bevallingsverlof tellen niet mee als wachtdagen. Meerdere perioden van ziekte die elkaar opvolgen binnen 28 kalenderdagen, zien wij als 1 periode van ziekte.
Uitkering bij ziekte. In geval van ziekte keert Xxxxxx Xxxxx het loon over ziekte uren als volgt uit: • Gedurende de eerste 26 weken: 100% van het loon • Gedurende de volgende 26 weken: 90% van het loon • Gedurende de daaropvolgende 52 weken: 80% van het loon Tijdens de vrijwillige of verplichte loondoorbetaling na het tweede ziektejaar wordt 80% van het loon doorbetaald. Tijdens het tweede ziektejaar wordt tenminste het voor de medewerker geldende minimumloon doorbetaald. Als de medewerker in het tweede ziektejaar tenminste 25% van zijn contracturen werkt (inclusief arbeidstherapie) wordt over deze gewerkte uren het loon 100% doorbetaald. Voor de resterende ziekte uren wordt de doorbetaling van het loon aangevuld tot 90%. Dit geldt ook bij de vrijwillige en verplichte loondoorbetaling na het tweede ziektejaar. Na 104 weken ziek is de WIA cao (geldend voor medewerkers van Xxxxx Xxxxxxxx NL) op de medewerker van toepassing, als aan de daarin gestelde voorwaarden wordt voldaan.
Uitkering bij ziekte. Het loon tijdens ziekte wordt als volgt bepaald: = Voor medewerkers werkzaam in fase 1 met het uitzendbeding wordt het ziekengeld als volgt voldaan: • De eerste twee dagen van de arbeidsongeschiktheid zijn wachtdagen waarover de medewerker geen recht heeft op doorbetaling van loon. • De eerste 26 weken keert het UWV een ziekengelduitkering uit van 70% van het uitkeringsdagloon met als maximum het maximumdagloon volgens de SVW. • Blue Circle HRM vult gedurende de eerste 52 weken deze uitkering aan met 20% van het uitkeringsdagloon met als maximum het maximumdagloon volgens de SVW. • De volgende 52 weken keert het UWV ziekengelduitkering uit van 70% van het uitkeringsdagloon met als maximum het maximumdagloon volgens de SVW. = Voor medewerkers werkzaam voor bepaalde of onbepaalde tijd wordt het ziekengeld als volgt voldaan: • De eerste dag van de arbeidsongeschiktheid is een wachtdag waarover de medewerker geen recht heeft op doorbetaling van loon. • Gedurende de looptijd van de overeenkomst met een maximum van 52 weken keert Blue Circle HRM een ziekengelduitkering uit van 90% van het uitkeringsdagloon met als maximum € 383,14 per dag (equivalent van € 100.000,= per jaar). • Voor medewerkers die voor onbepaalde tijd in dienst zijn keert Blue Circle HRM de volgende 52 weken een ziekengelduitkering uit van 70% van het uitkeringsdagloon met als maximum € 383,14 per dag (equivalent van € 100.000,= per jaar).
Uitkering bij ziekte. De uitkering bij ziekte door of vanwege de werkgever geschiedt gedurende een periode van maximaal 104 weken, te rekenen vanaf de dag waarop de ziekmelding heeft plaatsgevonden. Met inachtneming van hetgeen hierna onder het derde gedachte- streepje is bepaald, geldt dat de werknemer gedurende de eerste 52 weken recht behoudt op 100% van het naar tijdruimte vastgestelde loon. Vanaf week 53 bedraagt de uitkering 70% van het naar tijdruimte vastgestelde loon. – Over daadwerkelijk gewerkte uren, gedurende welke de bedongen arbeid danwel passende arbeid wordt verricht, geldt, in afwijking van hetgeen is bepaald in de vorige volzin, dat de werknemer vanaf week 53 recht heeft op 100% van het naar tijdruimte vastgestelde loon. Over de overige uren heeft de werknemer recht op 70% van het naar tijdruimte vastgestelde loon. – Bij elke derde en volgende ziekmelding per kalenderjaar geldt dat de uitkering gedu- rende maximaal vier weken gelijk is aan 90% van het naar tijdruimte vastgestelde loon. Het voorgaande lijdt uitzondering indien de arbeidsongeschiktheid naar het oordeel van de bedrijfsarts het gevolg is van een bedrijfsongeval of een chronische ziekte. – De loondoorbetaling in geval van ziekte door eigen schuld of toedoen mag gedurende de eerste 52 weken worden beperkt tot 70% van het naar tijdruimte vastgestelde loon. Van arbeidsongeschiktheid door eigen schuld of toedoen is sprake indien door een bedrijfsarts is vastgesteld dat de arbeidsongeschiktheid een gevolg is van activiteiten waarvan de werkgever op verschillende data schriftelijk heeft aangegeven dat de werknemer deze dient te staken omdat zij in het verleden zodanige schade toebrachten aan de werknemer dat als gevolg daarvan arbeidsongeschiktheid ontstond. – De uitkering bij ziekte door of vanwege de werkgever zal niet meer bedragen dan het maximum dagloon, bedoeld in de Wet Financiering Sociale Verzekeringen.
Uitkering bij ziekte. De uitkering bij ziekte door of vanwege de werkgever geschiedt gedurende een periode van maximaal 104 we- ken, te rekenen vanaf de dag waarop de ziekmelding heeft plaatsgevonden. Met inachtneming van hetgeen hierna onder het derde gedachtestreepje is bepaald, geldt dat de werknemer gedurende de eerste 52 weken recht behoudt op 100% van het naar tijdruimte vastgestelde loon. Vanaf week 53 bedraagt de uitkering 70% van het naar tijd- ruimte vastgestelde loon. – Over daadwerkelijk gewerkte uren, gedurende welke de bedongen arbeid danwel passende arbeid wordt verricht, geldt met ingang van 1 januari 2006, in afwijking van het- geen is bepaald in de vorige volzin, dat de werknemer vanaf week 53 recht heeft op 100% van het naar tijd- ruimte vastgestelde loon. Over de overige uren heeft de werknemer recht op 70% van het naar tijdruimte vastge- stelde loon. – Met ingang van 1 januari 2006 geldt dat bij elke derde en volgende ziekmelding per kalenderjaar, de uitkering ge- durende maximaal vier weken gelijk is aan 90% van het naar tijdruimte vastgestelde loon. Het voorgaande lijdt uitzondering indien de arbeidsongeschiktheid naar het oordeel van de bedrijfsarts het gevolg is van een bedrijfs- ongeval of een chronische ziekte. – De uitkering bij ziekte door of vanwege de werkgever zal niet meer bedragen dan het maximum dagloon, bedoeld in artikel 9 eerste lid van de Coördinatiewet Sociale Verze- kering. – Voor de vaststelling van het in de vorige volzin genoemde loon zijn van toepassing de Algemene Dagloonregelen Ziektewet, met uitsluiting van de verdiensten uit over- werk, voorzover dit niet van een roostermatige aard is. – Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing op werkne- mers van 65 jaar en ouder.
Uitkering bij ziekte. Indien de betrokkene binnen de termijn waarover hij aanspraak heeft op een van de uitkeringen be- doeld in de artikelen 11:6 tot en met 11:15 dan wel uiterlijk een maand na afloop van die termijn wegens ziekte verhinderd is arbeid te verrichten, wordt hem telkens met ingang van de vierde dag van die verhindering een uitkering toegekend van 80% van zijn bezoldiging.
Uitkering bij ziekte. 1. De werknemer die door ziekte (of ongeval) niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, dient er zorg voor te dragen, dat dit ruim voor aanvang van zijn dienst wordt gemeld aan de werkgever, tenzij dit door bijzondere omstandigheden onmogelijk is. 2. De werknemer die door ziekte (of ongeval) niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, dient zich voor wat betreft de melding aan de werkgever alsmede de controle- en de re-integratievoorschriften, te houden aan de binnen de onderneming geldende regels van de arbodienst. 3. De werknemer die door ziekte (of ongeval) niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, is verplicht zich te onderwerpen aan de medische- en lekencontrole die krachtens de sociale verzekeringswetten worden bepaald en/of uitgeoefend. 4. In geval van ziekte heeft de werknemer onder aftrek van wachtdagen recht op een doorbetaling van het brutosalaris gedurende: a. de 1e periode van 26 weken: 100 procent; b. de 2e periode van 6 maanden (27e tot en met de 52e week): 90 procent, met inachtneming van het wettelijk minimumloon; c. de 3e periode van 6 maanden (53e tot en met de 78e week): 80 procent; d. de 4e periode van 6 maanden (79e tot en met de 104e week): 70 procent. 5. Indien de werknemer bij ziekte de arbodienst dient te bezoeken en daarvoor reiskosten maakt, worden deze reiskosten volledig door de werkgever vergoed. 6. De werknemer die het werk gedeeltelijk dan wel op therapeutische basis hervat heeft gedurende een periode van maximaal 104 weken over de gewerkte uren recht op 100 procent van het brutosalaris. 7. De werknemer waarvan is vastgesteld dat die geen kans heeft op geheel of gedeeltelijk herstel heeft vanaf de eerste ziektedag gedurende een periode van maximaal 104 weken recht op 100 procent van het brutosalaris. 8. Bij de 1e en 2e ziekmelding in hetzelfde kalenderjaar zullen geen wachtdagen in rekening worden gebracht. Vanaf de 3e ziekmelding in hetzelfde kalenderjaar heeft de werkgever het recht voor elke ziekmelding 1 wachtdag in rekening te brengen. 9. Wordt de werknemer binnen 4 weken nadat hij ziek is geweest weer ziek, dan geldt de gehele periode als een 1 ziekmelding en mag geen wachtdag in rekening worden gebracht, tenzij het verzuim redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak. 10. Indien het verzuimpatroon voor de werkgever aanleiding geeft tot vermoedens van gebruik of misbruik dan heeft de werkgever nadat uitdrukkelijk is vastgesteld dat er sprake is van onterecht gebru...
Uitkering bij ziekte. De uitkering bij ziekte door of vanwege de werkgever geschiedt gedurende een periode van maximaal 52 weken, te rekenen vanaf de dag waarop de ziekmelding heeft plaatsgevonden. De uitkering bij ziekte is gelijk aan het gederfde bruto inkomen van de werknemer. – Voor de vaststelling van het in de vorige volzin genoemde inkomen zijn van toepassing de Algemene Dagloonregelen Ziektewet, met uitsluiting van de verdiensten uit over- werk, voorzover dit niet van een roostermatige aard is. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing op werkne- mers van 65 jaar en ouder.
Uitkering bij ziekte. 1. De werknemer die door ziekte de bedongen arbeid niet verricht, dient zich voor wat betreft de melding aan de werkgever, controle- en reïntegratievoorschriften, te houden aan de binnen de onderneming geldende regels van de Arbodienst. 2. De werknemer die door ziekte niet in staat is zijn arbeid te verrichten, is verplicht zich te onderwerpen aan de medische- en lekencontrole die krachtens de sociale verzekeringswetten, inclusief Arbodienst en Arbo-wet en enig bedrijfsreglement, worden bepaald en/of uitgeoefend. 3. In geval van ziekte heeft de werknemer in beginsel recht op een uitkering van 100 procent van het brutoloon gedurende 52 weken, onder aftrek van wachtdagen. 4. De wachtdagen worden, met inachtneming van het Wettelijk Minimumloon, ingehouden op het loon. Wanneer zulks niet mogelijk is dan worden de wachtdagen van de bovenwettelijke vakantiedagen afgetrokken. 5. Het aantal wachtdagen per kalenderjaar bedraagt: a. Bij de 1e ziekmelding: 0 wachtdagen; b. Bij de 2e ziekmelding: 1 wachtdag; c. Vanaf de 3e ziekmelding: 2 wachtdagen. 6. Indien de werknemer niet voldoet aan de voor hem geldende verplichtingen bij ziekte, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel, heeft de werkgever het recht de uitkering zoals bedoeld in het derde lid van dit artikel te verlagen tot 70 procent van het brutoloon. Indien de werkgever van zijn recht hiertoe gebruik maakt dient hij zijn gemotiveerde beslissing schriftelijk aan de werknemer kenbaar te maken.