Common use of Arbeidstijd Clause in Contracts

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur.

Arbeidstijd. 1. Lid 1 De werkgever stelt arbeidsweek loopt van maandag tot en met inachtneming van zaterdag. Lid 2 Geen arbeid wordt verricht op zondag en algemeen erkende feestdagen. Lid 3 Van het bepaalde in lid 2 kan worden afgeweken indien bijzondere omstandigheden zulks noodzakelijk maken, de Wet op desbetreffende wettelijke bepalingen zich daartegen niet verzetten en alleen met instemming van de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzenwerknemer. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij Lid 4 De normale arbeidsduur bedraagt ten hoogste gemiddeld 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per verdeeld over 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur dagen per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren berekend over 3 kalendermaanden. a. De Lid 5 Bij de vaststelling van de tussen werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij en werknemer overeengekomen arbeidstijd geldt het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterdvolgende. De werknemer heeft recht op een werkweek van maximaal 5 dagen. In overleg tussen werkgever en werknemer kan voor aanvang op vrijwillige basis de 4-daagse werkweek gehanteerd worden. Lid 6 De werkgever houdt bij het vaststellen van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in het arbeidsrooster rekening met de vorm van loon. De andere helft persoonlijke omstandigheden van de uren wordt werknemer, voor zover dat in betreffend kalenderjaar naar inzicht redelijkheid van de werkgever in overleg met gevergd kan worden. Onder persoonlijke omstandigheden wordt onder andere verstaan: zorgtaken voor kinderen, afhankelijke familieleden en naasten, religieuze dagen, alsmede maatschappelijke verantwoordelijkheden door de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterdgedragen. Lid 7 De dagelijkse arbeid is in de regel gelegen tussen 06.00 uur en 21.00 uur van maandag tot en met vrijdag en van 06.00 uur tot 18.00 uur op zaterdag. Lid 8 De tijd die nodig is voor het opruimen, het ‘afhelp-kwartiertje’ wordt niet tot de arbeidstijd gerekend. Lid 9 De arbeidstijden worden op de volgende wijze onderbroken door rusttijden: a. bij een werkdag van meer den 5 ½ uur: tenminste een ½ uur; b. bij een werkdag van meer dan 8 uur: tenminste ¾ uur, eventueel op te splitsen in een ½ uur en een kwartier: c. De inroostering rusttijden van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij minder dan een kwartier (koffie- en theepauzes) worden tot de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeemarbeidstijd gerekend. d. Indien in De werkgever organiseert de arbeid van een onderneming jeugdige werknemer (onder de 18 jaar) zodanig dat, indien hij meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben 4,5 uren arbeid per dienst verricht, zijn arbeid tijdens de eigen werknemers de mogelijkheid dienst wordt onderbroken door een verzoek pauze. De pauze bedraagt ten minste 30 minuten, die zo nodig kan worden gesplitst in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster pauzes van 5 maal 8 uur te gaan werkenelk ten minste 15 minuten. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3)Lid 10 Werknemers jonger dan 18 jaar mogen geen arbeid verrichten na 21.00 uur. f. ADV dagen Lid 11 Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet tot het werken op koopavonden en tot het verrichten van overwerk worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaaldverplicht. g. Bij arbeidsongeschiktheid Lid 12 De werkgever is verplicht de werknemer ononderbroken zijn werkzaamheden te laten verrichten. Werkgever en werknemer kunnen op verzoek van de werknemer beslissen dat van deze verplichting wordt afgeweken. Een koffie- of theepauze van 15 minuten of langer, geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periodeals onderbreking en evenmin als arbeidstijd. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze caoCAO. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren uren. a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbondenwerknemersorga- nisaties, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer werk- nemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst volledig dienstverband bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen zater- dagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren. De bruto arbeidsduur bedraagt in 2021 1879,2 uren en in 2022 1872 uren. Bij een 38-urige werkweek is de bruto arbeidsduur in 2021 1983,6 uren en in 2022 1976 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren). De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst dienstverband bedraagt: - De bruto arbeidsduur • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zater- dagen en zondagen in dat jaar vermenigvuldigd met 7,2 uren, vermin- derd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en 1, verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd vallen, vermenigvul- digd met 7,2 uren. De netto arbeidsduur bedraagt in 2021 1670,4 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij in 2022 1663,2 uren. Bij een 38-urige werkweek. - De werkweek is de netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 in 2021 1763,2 en in 2022 1755,6 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren). Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze caoCAO. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende achter- eenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiëni- sche handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf 2e snit als normale werkdag worden ingeroosterd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de werknemersorganisa- ties, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de rele- vante CAO bepalingen aan het Fonds Collectieve Belangen Vleessector voorgelegd. Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in prin- cipe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwil- lige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen bij afwijking van de standaardregeling lokale afspraken te maken met werknemersorganisaties over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegen- woordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakverenigingen plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende: De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen en hygiënische handelingen aan het einde van de dienst, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek. Deze vergoeding kan zowel in tijd als in geld worden gewaardeerd.

Arbeidstijd. 1. Lid 1 De werkgever stelt arbeidsweek loopt van maandag tot en met inachtneming van zaterdag. Lid 2 Geen arbeid wordt verricht op zondag en algemeen erkende feestdagen. Lid 3 Van het bepaalde in lid 2 kan worden afgeweken indien bijzondere omstandigheden zulks noodzakelijk maken, de Wet op desbetreffende wettelijke bepalingen zich daartegen niet verzetten en alleen met instemming van de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzenwerknemer. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij Lid 4 De normale arbeidsduur bedraagt ten hoogste gemiddeld 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per verdeeld over 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur dagen per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren berekend over 3 kalendermaanden. a. De Lid 5 Bij de vaststelling van de tussen werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij en werknemer overeengekomen arbeidstijd geldt het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterdvolgende. De werknemer heeft recht op een werkweek van maximaal 5 dagen. In overleg tussen werkgever en werknemer kan voor aanvang op vrijwillige basis de 4-daagse werkweek gehanteerd worden. Lid 6 De werkgever houdt bij het vaststellen van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in het arbeidsrooster rekening met de vorm van loon. De andere helft persoonlijke omstandigheden van de uren wordt werknemer, voor zover dat in betreffend kalenderjaar naar inzicht redelijkheid van de werkgever in overleg met gevergd kan worden. Onder persoonlijke omstandigheden wordt onder andere verstaan: zorgtaken voor kinderen, afhankelijke familieleden en naasten, religieuze dagen, alsmede maatschappelijke verantwoordelijkheden door de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterdgedragen. Lid 7 De dagelijkse arbeid is in de regel gelegen tussen 06.00 uur en 21.00 uur van maandag tot en met vrijdag en van 06.00 uur tot 18.00 uur op zaterdag. Lid 8 De tijd die nodig is voor het opruimen, het ‘afhelp-kwartiertje’ wordt niet tot de arbeidstijd gerekend. Lid 9 De arbeidstijden worden op de volgende wijze onderbroken door rusttijden: a. bij een werkdag van meer den 5 ½ uur: tenminste een ½ uur; b. bij een werkdag van meer dan 8 uur: tenminste ¾ uur, eventueel op te splitsen in een ½ uur en een kwartier: c. De inroostering rusttijden van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij minder dan een kwartier (koffie- en theepauzes) worden tot de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeemarbeidstijd gerekend. d. Indien in De werkgever organiseert de arbeid van een onderneming jeugdige werknemer onder de 18 jaar) zodanig dat, indien hij meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben 4,5 uren arbeid per dienst verricht, zijn arbeid tijdens de eigen werknemers de mogelijkheid dienst wordt onderbroken door een verzoek pauze. De pauze bedraagt ten minste 30 minuten, die zo nodig kan worden gesplitst in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster pauzes van 5 maal 8 uur te gaan werkenelk ten minste 15 minuten. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3)Lid 10 Werknemers jonger dan 18 jaar mogen geen arbeid verrichten na 21.00 uur. f. ADV dagen Lid 11 Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet tot het werken op koopavonden en tot het verrichten van overwerk worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaaldverplicht. g. Bij arbeidsongeschiktheid Lid 12 De werkgever is verplicht de werknemer ononderbroken zijn werkzaamheden te laten verrichten. Werkgever en werknemer kunnen op verzoek van de werknemer beslissen dat van deze verplichting wordt afgeweken. Een koffie- of theepauze van 15 minuten of langer, geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periodeals onderbreking en evenmin als arbeidstijd. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur.

Arbeidstijd. 1. Lid 1 De werkgever stelt arbeidsweek loopt van maandag tot en met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzenzaterdag. 2Lid 2 Geen arbeid wordt verricht op zondag en algemeen erkende feestdagen. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur)In bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur)Een werknemer mag alleen op vrijwillige basis werken. 3. Lid 3 De arbeidstijd (structureel) normale wekelijkse arbeidsduur bedraagt maximaal 9,5 40 uur verdeeld over maximaal 5 dagen per dienstweek. Lid 4 Bij de vaststelling van de, 45 uur per week tussen werkgever en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur)werknemer, overeengekomen arbeidstijd geldt het volgende: De werknemer heeft recht op een werkweek van maximaal 5 dagen. In overleg tussen werkgever en werknemer kan op vrijwillige basis de 4-daagse werkweek gehanteerd worden met een minimum van 32 en een maximum van 45 40 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. Lid 5 De werkgever kan in overleg houdt bij het vaststellen van het arbeidsrooster rekening met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft persoonlijke omstandigheden van de uren wordt werknemer, voor zover dat in betreffend kalenderjaar naar inzicht redelijkheid van de werkgever in overleg met gevergd kan worden. Onder persoonlijke omstandigheden wordt onder andere verstaan: zorgtaken voor kinderen, afhankelijke familieleden en naasten, religieuze dagen, alsmede maatschappelijke verantwoordelijkheden door de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterdgedragen. c. Lid 6 De inroostering dagelijkse arbeid is in de regel gelegen tussen 06.00 uur en 21.00 uur van deze ADV dagen is minimaal twee weken maandag tot en met vrijdag en van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking 06.00 uur tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem18.00 uur op zaterdag. d. Indien Lid 7 Afhelpkwartiertje: Per 1 april 2024 wordt het afhelp-kwartiertje reguliere arbeidstijd. Lid 8 De arbeidstijden worden op de volgende wijze onderbroken door rusttijden: a. bij een werkdag van meer dan 5 ½ uur: tenminste een ½ uur; b. bij een werkdag van meer dan 8 uur: tenminste ¾ uur, eventueel op te splitsen in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 ½ uur en een minimum rusttijd na kwartier; c. rusttijden van minder dan een reeks nachtdiensten kwartier (koffie- en theepauzes) worden tot de arbeidstijd gerekend; d. De werkgever organiseert de arbeid van 48 uureen jeugdige werknemer (onder de 18 jaar) zodanig dat, indien hij meer dan 4,5 uren arbeid per dienst verricht, zijn arbeid tijdens de dienst wordt onderbroken door een pauze. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst pauze bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 wekenten minste 30 minuten, dan wel die zo nodig kan worden gesplitst in pauzes van elk ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur)minste 15 minuten. 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer Lid 9 Werknemers jonger dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 18 jaar mogen geen arbeid verrichten na 21.00 uur. Lid 10 Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet tot het werken op koopavonden en tot het verrichten van overwerk worden verplicht. Lid 11 De werkgever zal geen gebroken diensten inroosteren.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze caoCAO. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging Personeelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbondenwerknemersorganisaties, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon afzetpatroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring uitzondering van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst volledig dienstverband bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: - Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren. De bruto arbeidsduur bedraagt in 2017 1872 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o 2018 1879,2 uren en in 2025 2019 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij Bij een 38-urige werkweekwerkweek is de bruto arbeidsduur in 2017 1976 uren, in 2018 1983,6 uren en in 2019 1983,6 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren). De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig dienstverband bedraagt: • - Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, jaar vermenigvuldigd met 7,6 7,2 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en 1, verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vallen, vermenigvuldigd met 7,2 uren. De netto arbeidsduur bedraagt in 2017 1656 uren, in 2018 1656 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij in 2019 1663,2 uren. Bij een 38-urige werkweek. - De werkweek is de netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 2017 1748 uren, in 2018 1748 uren en in 2019 1755,6 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren). Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze caoCAO. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf 2e snit als normale werkdag worden ingeroosterd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de werknemersorganisaties, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante CAO-bepalingen aan het Fonds Collectieve Belangen Vleessector voorgelegd. Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen bij afwijking van de standaardregeling lokale afspraken te maken met werknemersorganisaties over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakverenigingen plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende. De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek. Met ingang van 1 juli 2019 is de betaald werktijd in het kader hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen en hygiënische handelingen aan het einde van de dienst, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek. Deze vergoeding kan zowel in tijd als in geld worden gewaardeerd.

Arbeidstijd. 1. Lid 1 De werkgever stelt arbeidsweek loopt van maandag tot en met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzenzaterdag. 2Lid 2 Geen arbeid wordt verricht op zondag en algemeen erkende feestdagen. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur)In bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur)Een werknemer mag alleen op vrijwillige basis werken. 3. Lid 3 De arbeidstijd (structureel) normale wekelijkse arbeidsduur bedraagt maximaal 9,5 40 uur verdeeld over maximaal 5 dagen per dienstweek. Lid 4 Bij de vaststelling van de, 45 uur per week tussen werkgever en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur)werknemer, overeengekomen arbeidstijd geldt het volgende: De werknemer heeft recht op een werkweek van maximaal 5 dagen. In overleg tussen werkgever en werknemer kan op vrijwillige basis de 4-daagse werkweek gehanteerd worden met een minimum van 32 en een maximum van 45 40 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. Lid 5 De werkgever kan in overleg houdt bij het vaststellen van het arbeidsrooster rekening met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft persoonlijke omstandigheden van de uren wordt werknemer, voor zover dat in betreffend kalenderjaar naar inzicht redelijkheid van de werkgever in overleg met gevergd kan worden. Onder persoonlijke omstandigheden wordt onder andere verstaan: zorgtaken voor kinderen, afhankelijke familieleden en naasten, religieuze dagen, alsmede maatschappelijke verantwoordelijkheden door de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterdgedragen. c. Lid 6 De inroostering dagelijkse arbeid is in de regel gelegen tussen 06.00 uur en 21.00 uur van deze ADV dagen is minimaal twee weken maandag tot en met vrijdag en van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking 06.00 uur tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem18.00 uur op zaterdag. d. Indien Lid 7 De tijd die nodig is voor het opruimen, het ‘afhelp-kwartiertje’ wordt niet tot de arbeidstijd gerekend. Per 1 april 2024 wordt het afhelp-kwartiertje reguliere arbeidstijd. Lid 8 De arbeidstijden worden op de volgende wijze onderbroken door rusttijden: a. bij een werkdag van meer dan 5 ½ uur: tenminste een ½ uur; b. bij een werkdag van meer dan 8 uur: tenminste ¾ uur, eventueel op te splitsen in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 ½ uur en een minimum rusttijd na kwartier; c. rusttijden van minder dan een reeks nachtdiensten kwartier (koffie- en theepauzes) worden tot de arbeidstijd gerekend; d. De werkgever organiseert de arbeid van 48 uureen jeugdige werknemer (onder de 18 jaar) zodanig dat, indien hij meer dan 4,5 uren arbeid per dienst verricht, zijn arbeid tijdens de dienst wordt onderbroken door een pauze. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst pauze bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 wekenten minste 30 minuten, dan wel die zo nodig kan worden gesplitst in pauzes van elk ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur)minste 15 minuten. 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer Lid 9 Werknemers jonger dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 18 jaar mogen geen arbeid verrichten na 21.00 uur. Lid 10 Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet tot het werken op koopavonden en tot het verrichten van overwerk worden verplicht. Lid 11 De werkgever zal geen gebroken diensten inroosteren.

Arbeidstijd. 1. In deze CAO wordt onder normale arbeidstijd verstaan: de tijd waarin de werknemer voor een onderneming werk- zaamheden verricht. De werknemer en werkgever zijn de arbeidstijd samen overeengekomen.‌ 2. De normale arbeidstijd bedraagt bij een fulltime dienst- verband gemiddeld 36 uur per week. Bij een onvolledig dienstverband bedraagt de normale arbeidstijd het gemiddeld aantal uren per week waarvoor de arbeidsovereenkomst is afgesloten. Onderbrekingen van 15 minuten of langer behoren, mits zij ongestoord genoten kunnen worden, niet tot de arbeidstijd. 3. Volgens de Arbeidstijdenwet zijn de maximum arbeidstijden voor werknemers van 18 jaar en ouder1: - per dienst (structureel): 10 uur; - per week (structureel): 45 uur; - per dienst bij overwerk (incidenteel): 11 uur; - per week bij overwerk (incidenteel): 54 uur. Deze CAO maakt hierop een uitzondering. Incidenteel mag 60 uur per week gewerkt worden: - in de periode tussen 1 december en 31 december; - in de week voorafgaande aan speciale bloemendagen zoals moederdag, Valentijnsdag, Xxxxx en secretaressedag. 4. De werkgever legt na overleg met de werknemer de werktijden van de werknemer vast in een rooster. De bedoeling hiervan is dat een gemiddelde arbeidstijd per week - zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel - kan worden gerealiseerd. In dit rooster zijn de dagen en het aantal uren dat de werknemer op een dag werkt, weergegeven. Bij de vaststelling van het rooster houdt de werkgever rekening met de religieuze feestdagen die voor de werknemer belangrijk zijn. De werkgever stelt met inachtneming de werknemer van dit rooster tenminste 28 dagen tevoren op de hoogte. Als de aard van het bepaalde in werk dit onmogelijk maakt kan een kortere termijn worden aangehouden dan 28 dagen, maar 4 dagen 1 Zie voor overige relevante bepalingen uit de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur Arbeidstijdenwet (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uurATW), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren kader pagina 17. a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze caoCAO. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging Personeelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbondenwerknemersorganisaties, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon afzetpatroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring uitzondering van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst volledig dienstverband bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: - Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij bedraagt in in 2021 1879,2 uren en in 2022 1872 uren. Bij een 38-urige werkweekwerkweek is de bruto arbeidsduur in 2021 1983,6 uren en in 2022 1976 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren). De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig dienstverband bedraagt: • - Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, jaar vermenigvuldigd met 7,6 7,2 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en 1, verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vallen, vermenigvuldigd met 7,2 uren. De netto arbeidsduur bedraagt in 2021 1670,4 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij in 2022 1663,2 uren. Bij een 38-urige werkweek. - De werkweek is de netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 in 2021 1763,2 en in 2022 1755,6 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren). Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze caoCAO. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf 2e snit als normale werkdag worden ingeroosterd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de werknemersorganisaties, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante CAO-bepalingen aan het Fonds Collectieve Belangen Vleessector voorgelegd. Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen bij afwijking van de standaardregeling lokale afspraken te maken met werknemersorganisaties over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakverenigingen plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende. De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen en hygiënische handelingen aan het einde van de dienst, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek. Deze vergoeding kan zowel in tijd als in geld worden gewaardeerd.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt arbeidsweek loopt van maandag tot en met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzenzaterdag. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur)Geen arbeid wordt verricht op zondag en algemeen erkende feestdagen. 3. Van het bepaalde in lid 2 kan worden afgeweken indien bijzondere omstandigheden zulks noodzakelijk maken, de desbetreffende wettelijke bepalingen zich daartegen niet verzetten en alleen met instemming van de werknemer. 4. De arbeidstijd (structureel) normale arbeidsduur bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en ten hoogste gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur verdeeld over 5 dagen per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van krachtberekend over 3 kalendermaanden. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met Bij de vaststelling van de tussen werkgever en werknemer overeengekomen arbeidstijd geldt het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 urenvolgende. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet werknemer heeft recht op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek van maximaal 5 dagen. In overleg tussen werkgever en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38werknemer kan op vrijwillige basis de 4-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dagdaagse werkweek gehanteerd worden. 6. De arbeidstijd werkgever houdt bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per diensthet vaststellen van het arbeidsrooster rekening met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, 50 uur per weekvoor zover dat in redelijkheid van de werkgever gevergd kan worden. Onder persoonlijke omstandigheden wordt onder andere verstaan: zorgtaken voor kinderen, afhankelijke familieleden en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur)naasten, religieuze dagen, alsmede maatschappelijke verantwoordelijkheden door de werknemer gedragen. 7. Indien er sprake De dagelijkse arbeid is van nachtdiensten (arbeid in de regel gelegen tussen 00.00 06.00 uur en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 21.00 uur van 14 uur maandag tot en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten met vrijdag en van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 tot 18.00 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur)op zaterdag. 8. Bij De tijd die nodig is voor het opruimen, het ‘afhelp-kwartiertje’ wordt niet tot de arbeidstijd gerekend. 9. De arbeidstijden worden op de volgende wijze onderbroken door rusttijden: a. bij een arbeidstijd per dienst werkdag van meer den 5 ½ uur: tenminste een ½ uur; b. bij een werkdag van meer dan 5,5 8 uur: tenminste ¾ uur, eventueel op te splitsen in een ½ uur geldt en een pauze kwartier: c. rusttijden van minder dan een kwartier (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uurkoffie- en theepauzes) worden tot de arbeidstijd gerekend. d. De werkgever organiseert de arbeid van een 1/2 jeugdige werknemer onder de 18 jaar) zodanig dat, indien hij meer dan 4,5 uren arbeid per dienst verricht, zijn arbeid tijdens de dienst wordt onderbroken door een pauze. De pauze bedraagt ten minste 30 minuten, die zo nodig kan worden gesplitst in pauzes van elk ten minste 15 minuten. 10. Werknemers jonger dan 18 jaar mogen geen arbeid verrichten na 21.00 uur. 11. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet tot het werken op koopavonden en tot het verrich- ten van overwerk worden verplicht. 12. De werkgever is verplicht de werknemer ononderbroken zijn werkzaamheden te laten verrichten. Werkgever en werknemer kunnen op verzoek van de werknemer beslissen dat van deze verplich- ting wordt afgeweken. Een koffie- of theepauze van 15 minuten of langer, geldt niet als onderbre- king en evenmin als arbeidstijd.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbondenwerknemersor- ganisaties, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst volledig dienstverband bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: - Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen zater- dagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren. De bruto arbeidsduur bedraagt in 2017 1872 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o 2018 1879,2 uren en in 2025 2019 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij Bij een 38-urige werkweekwerkweek is de bruto arbeidsduur in 2017 1976 uren, in 2018 1983,6 uren en in 2019 1983,6 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren). De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig dienstverband bedraagt: • - Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen zater- dagen en zondagen in dat jaar, jaar vermenigvuldigd met 7,6 7,2 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd vermin- derd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en 1, verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd vallen, vermenigvul- digd met 7,2 uren. De netto arbeidsduur bedraagt in 2017 1656 uren, in 2018 1656 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij in 2019 1663,2 uren. Bij een 38-urige werkweek. - De werkweek is de netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 2017 1748 uren, in 2018 1748 uren en in 2019 1755,6 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren). Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende achter- eenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiëni- sche handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf 2e snit als normale werkdag worden ingeroosterd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de werknemersorganisa- ties, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante cao-bepalingen aan het Fonds Collectieve Belangen Vleessector voorge- legd. Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen bij afwijking van de standaardregeling lokale afspraken te maken met werknemersorganisaties over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegen- woordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakverenigingen plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende. De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneenge- sloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke bescher- mingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitge- voerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek. Met ingang van 1 juli 2019 is de betaald werktijd in het kader hygiënehande- lingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen en hygië- nische handelingen aan het einde van de dienst, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke bescher- mingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitge- voerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek. Deze vergoe- ding kan zowel in tijd als in geld worden gewaardeerd.‌

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze caoCAO. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging Personeelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbondenwerknemersorganisaties, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon afzetpatroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring uitzondering van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst volledig dienstverband bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: - Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren. De bruto arbeidsduur bedraagt in 2022 1872 uren, dat is: o in 2023 1872 uren en in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij uren Bij een 38-urige werkweekwerkweek is de bruto arbeidsduur in 2022 1976 uren in 2023 1976 uren en in 2024 1991,2 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren). De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig dienstverband bedraagt: • - Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, jaar vermenigvuldigd met 7,6 7,2 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en 1, verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vallen, vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek uren. De netto arbeidsduur bedraagt in 2022 1663,2 uren, in 2023 1663,2uren en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij in 2024 1670,4 uren. Bij een 38-urige werkweek. - De werkweek is de netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o 2022 1755,6 in 2023 1755,6 uren en in 2024 1763,2 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren. o In 2025 1748 uren). Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze caoCAO. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf 2e snit als normale werkdag worden ingeroosterd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de werknemersorganisaties, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante CAO-bepalingen aan het Fonds Collectieve Belangen Vleessector voorgelegd. Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen bij afwijking van de standaardregeling lokale afspraken te maken met werknemersorganisaties over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakverenigingen plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende. De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen en hygiënische handelingen aan het einde van de dienst, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek. Deze vergoeding kan zowel in tijd als in geld worden gewaardeerd.

Arbeidstijd. 1. Met ingang van 1 juli 1996 bedraagt de normale werkweek van een fulltime werknemer maximaal vijf werkdagen en gemiddeld 36 arbeidsuren en van een parttime werknemer maximaal vijf werk- dagen en gemiddeld het contractueel overeengekomen aantal arbeids- uren. Dit gemiddelde wordt tot 1 januari 2008 telkens berekend over een termijn van 28 dagen, met dien verstande dat een werknemer in enige week nimmer meer dan 45 uren arbeid kan verrichten. De werkgever stelt met inachtneming van voor de indeling der werktijden een rooster op over- eenkomstig het bepaalde in artikel 11 lid 1. Met ingang van 1 januari 2008 wordt dit gemiddelde telkens berekend per kalenderkwartaal, met dien verstande dat een werknemer in enige week nimmer meer dan 45 uren arbeid kan verrichten. De kalenderkwartalen evenals de Wet arbeidsduur per kwartaal worden gespecificeerd in tabellen. De werk- gever stelt voor de indeling van de werktijden een rooster op over- eenkomstig het bepaalde in artikel 11 lid 1. De contractuele arbeids- duur geeft het aantal uren aan dat een werknemer kan worden ingeroosterd. In bijlage 7 is de Ondernemingsraden van toepassing zijnde kwartaaluren- systematiek weergegeven. Werkgever en werknemer kunnen overeenkomen dat het gemiddeld aantal arbeidsuren wordt verhoogd tot maximaal 40 uren per week. Het aantal arbeidsuren kan enkel worden verhoogd tot maximaal 40 uren indien hiervoor toestemming is verleend door de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzenAdvies- commissie Arbeidsvoorwaarden. 2. Voor Met ingang van 1 januari 1993 is de Seniorenregeling voor fulltime- en parttime-werknemers, die niet minder dan 20 arbeidsuren per week werken, van toepassing, welke regeling en uitvoering is opge- nomen in de Collectieve Arbeidsovereenkomst Regelingen Mede- werkers Apotheken. Deze Seniorenregeling is met ingang van 1 januari 2006 afgeschaft en omgezet in een overgangsregeling voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd die op voornoemde datum van hetzij 36 uur de regeling gebruik maken. De werknemer die gebruik maakt van deze Seniorenregeling zal de vrije uren aaneensluitend per periode week in dagdelen/dagen (tenzij het niet anders kan, afhankelijk van 7 x 24 uurhet aantal uren) op kunnen nemen, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur)tenzij werkgever en werknemer onderling xxxxxx xxxxxxxxx- men. 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienstMet inachtneming van hetgeen bij of ingevolge de wet is bepaald, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met wordt de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) indeling der werktijden door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in na overleg met de werknemer geregeld, met dien verstande dat de werktijden zo regelmatig mogelijk worden verdeeld en bij voorkeur liggen tussen 8.00 uur en 18.00 uur op maandag tot en met zaterdag. Een grotere spreiding van het aantal te werken uren over een jaar heen zal niet gepaard gaan met de invoering van onevenwichtige werkpatronen voor individuele werknemers. Per werkdag wordt maximaal 9 uren, in perioden principe aaneensluitend gewerkt (exclusief de pauze van minimaal een half uur ná 51⁄2 uren werken). Bij het niet tot overeenstemming komen van de indeling van de te werken uren heeft de werkgever de doorslaggevende stem. Hierbij zal zoveel mogelijk met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterd. c. De inroostering de wensen van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekendreke- ning worden gehouden. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde arbeid van een ADV dag iswerknemer wordt, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van indien zij meer dan 5,5 uur geldt arbeid heeft verricht, afgewisseld door een pauze (zijnde pauze. Indien een tijdruimte werk- nemer per werkdag niet meer dan 8 uur arbeid verricht, heeft zij recht op pauzes van minimaal 1/4 tezamen ten minste een half uur) . Indien een werknemer per werkdag meer dan 8 uur arbeid verricht, heeft zij recht op pauzes van tezamen 45 minuten, waarvan één tenminste een 1/2 uurhalf uur aaneengesloten bedraagt.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging Personeelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbondenwerknemersorganisaties, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een levensloop- of pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon afzetpatroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring uitzondering van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst volledig dienstverband bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het - het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o . De bruto arbeidsduur bedraagt in 2024 1886,4 uren. o 2013 1879,2 uren en in 2025 2014 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij Bij een 38-urige werkweekwerkweek is de bruto arbeidsduur in 2013 1983,6 uren en in 2014 1983,6 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren). De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig dienstverband bedraagt: • Het - het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, jaar vermenigvuldigd met 7,6 7,2 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en 1, verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vallen, vermenigvuldigd met 7,2 uren. De netto arbeidsduur bedraagt in 2013 1656 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij in 2014 1656 uren. Bij een 38-urige werkweek. - De werkweek is de netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 in 2013 1748 uren en in 2014 1748 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren). Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze caoCAO. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf 2e snit als normale werkdag worden ingeroosterd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de werknemersorganisaties, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante CAO- bepalingen aan het Fonds Collectieve Belangen Vleessector voorgelegd. Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen bij afwijking van de standaardregeling lokale afspraken te maken met werknemersorganisaties over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakverenigingen plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende. De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek.

Arbeidstijd. 1De arbeidstijd is het aantal per week te werken uren. Dat zijn er normaal gesproken 38. 38 uur is een fulltime- of voltijddienstverband. Minder dan 38 uur is een parttime- of deeltijddienstverband. De werkgever stelt en werknemer spreken samen af hoeveel uur er wordt gewerkt: 38 uur óf minder per week. De afgesproken wekelijkse arbeidstijd staat op schrift in het arbeidscontract. Fulltime en parttime werknemers zijn gelijkwaardig: ze hebben dezelfde rechten en plichten. Er zijn bedrijven met inachtneming een regeling voor Arbeidstijdverkorting (ATV). In die bedrijven is de normale arbeidstijd 40 uur per week. Werknemers van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 262 jaar of ouder zijn niet verplicht volle werkweken te maken. Zij mogen hun werkweek terugbrengen naar 35 uur. Voor werknemers geldt servicemonteurs wordt de arbeidstijd gemeten over 2 maanden. Zij werken over een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt 2 maanden gemiddeld maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 38 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze caohandelsvertegenwoordiger maakt met zijn werkgever aparte afspraken over de wekelijkse arbeidstijd. Werkgevers Ter bevordering van de arbeidsparticipatie van oudere werknemers in de sector kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling werknemers op vrijwillige basis met hun werkgever afspraken maken over vermindering van de arbeidsduur tot 80% van de overeengekomen arbeidsduur met behoud van 80% van het salaris en 100% pensioenopbouw van het laatste salaris dat geldt voor de deelname aan de regeling. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: Op verzoek van de werknemer vindt tenminste 6 maanden voor de beoogde ingangsdatum onderling overleg plaats over toepassing van de regeling; Deelname aan de regeling is mogelijk vanaf maximaal 5 jaar voor de wettelijke AOW leeftijd; Afspraken worden schriftelijk vastgelegd; Deelnamegerechtigd is de werknemer die tenminste 5 jaar onafgebroken voor de deelname in dienst is geweest; Vanaf het moment dat de werknemer van deze twee extra uren . a. regeling gebruik maakt, vervalt verdere opbouw van leeftijdsdagen zoals genoemd in artikel 2.8 (zie schema 'Extra vakantiedagen'). De pensioenpremie wordt tussen de werkgever kan in overleg en de werknemer met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij gebruikelijke verdeelsleutel verdeeld. Aan het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft eind van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht looptijd van deze CAO-periode zal er een evaluatie worden uitgevoerd. Bovenstaande 00-00-000 % regeling kan ook door alle medewerkers die structureel mantelzorg verlenen worden gebruikt. Aan het eind van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterd. c. De inroostering looptijd van deze ADV dagen is minimaal twee weken CAO zullen CAO-partijen een evaluatie van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeemafspraak uitvoeren. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur.

Arbeidstijd. 1. De werktijden worden, na overleg met de werknemer, vastgesteld door de werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in en zo spoedig mogelijk aan de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3werknemer meegedeeld. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard normale arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 gemiddeld 40 uur per week, tegen volledige betaling 1040 uur per 26 weken en ten hoogste 10 uur per dag. Zodra de dagelijkse werktijd 5,5 uur of meer bedraagt, ongeacht de periode van deze twee extra uren het etmaal waarin de werkzaamheden worden verricht, wordt de werknemer geacht een pauze van een half uur te hebben genoten. a. De werkgever kan draagt er zorg voor dat de werknemer in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur beginsel twee aaneengesloten vrije dagen per week voor heeft. Als dit niet mogelijk is, wordt de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) vrije tijd door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt gewerkt met één of meer roosters: – een dienstrooster. Hierop wordt aangegeven op welke tijdstippen de werknemer daadwer- kelijk werkzaamheden dient te verrichten. Het dienstrooster kan – afhankelijk van het actuele werkaanbod – minimaal 24 uur van tevoren in overleg met de werknemer worden gewijzigd. Ter compensatie van opgebouwde plusuren, kan de werkgever, na overleg met de werknemer, tot 24 uur van tevoren het dienstrooster aanpassen opdat compensatieverlof wordt genoten. Dit compensatieverlof dient te worden ingeroosterd in blokken van minimaal 2 uur, welke aan het begin dan wel het einde van de betreffende werkdag vallen. – een beschikbaarheid rooster. Hierop wordt aangegeven op welke momenten een werkne- mer zich beschikbaar moet houden voor het verrichten van werkzaamheden die, door de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dagaard van de activiteit, niet vooruit kunnen worden ingepland. Beschikbaarheid rooster(s) worden zoveel mogelijk per maand vastgesteld. De werkgever geeft de begin- en eindtijd van de beschikbaarheid dienst aan. 6b. De werknemer zal per kalenderjaar minimaal 26 weekenden (zaterdag en zondag) geen werkzaamheden verrichten. a. Rusttijden uitvaartleiders en -verzorgers. b. Beschikbaarheid dienst. 1. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal werkgever organiseert de arbeid zodanig dat de werknemer: I in elke aaneengesloten periode van 28 maal 24 uren ten minste; a. 14 maal een periode van 24 aaneengesloten uren geen beschikbaarheid dienst wordt opgelegd, en b. 2 maal een aaneengesloten periode van 48 uren noch arbeid verricht noch een beschikbaarheid dienst wordt opgelegd; II geen beschikbaarheid dienst wordt opgelegd gedurende: a. 11 aaneengesloten uren voor elke nachtdienst, en b. 14 aaneengesloten uren na elke nachtdienst; III aan een werknemer aan wie een beschikbaarheid dienst is opgelegd ten hoogste 13 uren per 24 uren arbeid verricht; IV ten hoogste gemiddeld 48 uren per week in elke periode van 16 achtereenvolgende weken arbeid verricht, waarbij de beschikbaarheid diensten niet worden opgelegd tussen 00.00 en 06.00 uur. 2. Bij 16 of meer beschikbaarheid diensten in een aaneengesloten periode van 16 weken, die geheel of gedeeltelijk tussen 00.00 en 06.00 uur plaatsvinden, organiseert de werkgever, in afwijking van het bepaalde in onderdeel 1 sub IV, de arbeid zodanig dat de werknemer: • ten hoogste gemiddeld 40 uur per dienstweek arbeid verricht, 50 uur per week, en of • ten hoogste gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7arbeid verricht waarbij na de laatste oproep, die tussen 00.00 en 06.00 uur heeft plaatsgevonden, ten minste 8 uur rusttijd wordt genoten. Indien er sprake Daarbij geldt dat wanneer de dienst aanvangt direct aansluitend op een oproep, die is van nachtdiensten (arbeid aangevangen tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke de direct aaneengesloten periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 18 uren welke periode begint om 06.00 uur), een onafgebroken rusttijd wordt genoten van ten minste 8 uren. 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - – volgens de hierboven genoemde voorwaarden - – met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer werkne- mer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o – in 2024 1886,4 uren. o – in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar kalender- jaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o – in 2024 1991,2 uren. o – in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - – De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- 36-urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweek. - – De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o • In 2024 1670,4 uren. o • in 2025 1656 uren. - – De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o • in 2024 1763,2 uren. o • In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf de 2e snit als normale werkdag worden ingeroosterd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante cao-bepalingen aan het Fonds Collectieve Belangen Vleessector voorgelegd. Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen bij afwijking van de standaardregeling lokale afspraken te maken met vakbonden over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegen- woordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakbonden plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende. De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen en hygiënische handelingen aan het einde van de dienst, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke beschermings- middelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek. Deze vergoeding kan zowel in tijd als in geld worden gewaardeerd.

Arbeidstijd. 1. Lid 1 De werkgever stelt arbeidsweek loopt van maandag tot en met inachtneming van zaterdag. Lid 2 Geen arbeid wordt verricht op zondag en algemeen erkende feestdagen. Lid 3 Van het bepaalde in lid 2 kan worden afgeweken indien bijzondere omstandigheden zulks noodzakelijk maken, de Wet op desbetreffende wettelijke bepalingen zich daartegen niet verzetten en alleen met instemming van de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzenwerknemer. 2. Voor werknemers geldt een minimum Lid 4 De gemiddelde wekelijkse rusttijd van hetzij 36 arbeidsduur bedraagt per 1 januari 2022 maximaal 40 uur per periode van 7 x 24 uurweek, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per verdeeld over 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur dagen per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze caomedewerker kan ervoor kiezen, indien de werkgever daar de mogelijkheid voor biedt, zijn arbeidsduur uit te breiden naar een werkweek van 40 uur. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan de medewerker hiertoe niet dwingen. De maandsalarissen in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, tabel worden per 1 januari 2022 aangepast naar een rooster vaststellen omvang van gemiddeld 160 40 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag(concreet x 40/36). b. In geval Lid 5 Bij de vaststelling van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de de, tussen werkgever op regelmatige basis vrij geroosterden werknemer, overeengekomen arbeidstijd geldt het volgende. De werknemer heeft recht op een werkweek van maximaal 5 dagen. In overleg tussen werkgever en werknemer kan voor aanvang op vrijwillige basis de 4-daagse werkweek gehanteerd worden. Lid 6 De werkgever houdt bij het vaststellen van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in het arbeidsrooster rekening met de vorm van loon. De andere helft persoonlijke omstandigheden van de uren wordt werknemer, voor zover dat in betreffend kalenderjaar naar inzicht redelijkheid van de werkgever in overleg met gevergd kan worden. Onder persoonlijke omstandigheden wordt onder andere verstaan: zorgtaken voor kinderen, afhankelijke familieleden en naasten, religieuze dagen, alsmede maatschappelijke verantwoordelijkheden door de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterdgedragen. Lid 7 De dagelijkse arbeid is in de regel gelegen tussen 06.00 uur en 21.00 uur van maandag tot en met vrijdag en van 06.00 uur tot 18.00 uur op zaterdag. Lid 8 De tijd die nodig is voor het opruimen, het ‘afhelp-kwartiertje’ wordt niet tot de arbeidstijd gerekend. Lid 9 De arbeidstijden worden op de volgende wijze onderbroken door rusttijden: a. bij een werkdag van meer den 5 ½ uur: tenminste een ½ uur; b. bij een werkdag van meer dan 8 uur: tenminste ¾ uur, eventueel op te splitsen in een ½ uur en een kwartier: c. De inroostering rusttijden van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij minder dan een kwartier (koffie- en theepauzes) worden tot de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeemarbeidstijd gerekend. d. Indien in De werkgever organiseert de arbeid van een onderneming jeugdige werknemer (onder de 18 jaar) zodanig dat, indien hij meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben 4,5 uren arbeid per dienst verricht, zijn arbeid tijdens de eigen werknemers de mogelijkheid dienst wordt onderbroken door een verzoek pauze. De pauze bedraagt ten minste 30 minuten, die zo nodig kan worden gesplitst in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster pauzes van 5 maal 8 uur te gaan werkenelk ten minste 15 minuten. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3)Lid 10 Werknemers jonger dan 18 jaar mogen geen arbeid verrichten na 21.00 uur. f. ADV dagen Lid 11 Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet tot het werken op koopavonden en tot het verrichten van overwerk worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaaldverplicht. g. Bij arbeidsongeschiktheid Lid 12 De werkgever is verplicht de werknemer ononderbroken zijn werkzaamheden te laten verrichten. Werkgever en werknemer kunnen op verzoek van de werknemer beslissen dat van deze verplichting wordt afgeweken. Een koffie- of theepauze van 15 minuten of langer, geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periodeals onderbreking en evenmin als arbeidstijd. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet gemiddelde arbeidsduur voor een voltijdse opdracht wordt vastgesteld op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 38 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt wordt voor de deeltijdse arbeid herleid pro rata het arbeidsregime. De personeelsleden volbrengen aldus in het kader van de vastgestelde uurstelsels en op de basis van hun prestatievolume, over een termijn van vier weken, volgend aantal uren: voltijds: 1 VTE: 152 u 00 min deeltijds: 0,95 VTE: 144 u 24 min 0,90 VTE: 136 u 48 min 0,85 VTE: 129 u 12 min 0,80 VTE: 121 u 36 min 0,75 VTE: 114 u 0,70 VTE: 106 u 24 min 0,65 VTE: 98 u 48 min 0,60 VTE: 91 u 12 min 0,50 VTE: 76 u 0,45 VTE: 68 u 24 min 0,40 VTE: 60 u 48 min De Arbeidswet van 16 maart 1971 inzake arbeidsduurreglementering is van toepassing voor alle personeelsleden werkzaam in het woonzorgcentrum en de assistentiewoningen alsook de personeelsleden van de extramurale poetsdienst. Voor alle andere personeelsleden gelden de bepalingen van de Arbeidstijdwet van 14 december 2000. De gemiddelde arbeidsduur voor een voltijdse opdracht wordt vastgesteld op 38 uur per week conform deze caovolgens een vooraf vastgesteld arbeidsstelsel. Werkgevers kunnen deze Als normale rustdagen worden beschouwd: zaterdagen, zondagen, feestdagen en facultatieve vakantiedagen. Elk personeelslid kan per dag maximum 11 uren presteren. Na een opeenvolgende arbeidsduur van zes uren wordt er minimaal een half uur niet-betaalde pauze genomen. Elk personeelslid kan per week maximum 50 uren presteren. Behoudens uitzonderingen voorzien in de wetgeving (afdeling binnen eenleidinggevenden, late vergaderingen, dringende gevallen, …) bedrijf verhogen naar is het principieel verboden om werk te verrichten tussen 22 uur en 6 uur. De aanvang en het einde van de arbeidsdagen, het tijdstip en de duur van de rusttijden, zijn bepaald zoals vermeld in bijlage. Het voltijds tewerkgestelde personeel presteert een gemiddelde van 38 uren per week dat berekend wordt over een periode van maximaal drie maanden. Het personeel tewerkgesteld in een continudienst dat op rustdagen van dienst is geweest, zal recht hebben op inhaalrust. Als normale rustdagen worden beschouwd: zaterdagen, zondagen, feestdagen en facultatieve vakantiedagen. Elk personeelslid kan per dag maximum 11 uren presteren. Na een opeenvolgende arbeidsduur van zes uren wordt er minimaal een kwartier niet-betaalde pauze genomen. Tussen twee arbeidsprestaties door, heeft het personeelslid recht op 11 uur ononderbroken uren rust (niet van toepassing tussen de rusttijd bij onderbroken diensten). Elk personeelslid kan per week, tegen volledige betaling van deze twee extra week maximum 50 uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 wekenpresteren. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden onderbezetting van de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren dienst en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft nachtdienst kunnen personeelsleden zeven kalenderdagen na elkaar ingepland worden, mits het respecteren van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht inhaalrust. Onderbroken diensten voor personeel van de werkgever in overleg met continudiensten zijn mogelijk indien de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterddienst daartoe genoodzaakt is. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging Personeelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbondenwerknemersorganisaties, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een levensloop- of pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon afzetpatroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring uitzondering van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst volledig dienstverband bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het - het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren. De bruto arbeidsduur bedraagt in 2011 1872 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o 2012 1879,2 uren en in 2025 2013 1879,2 uren. • De bruto netto arbeidsduur bedraagt, op jaarbasis bij een 38-urige werkweekvolledig dienstverband bedraagt: • Het - het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, jaar vermenigvuldigd met 7,6 7,2 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 38 lid 1 en 1, verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vallen, vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweekuren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 in 2011 1670,4 uren. o , in 2025 2012 1663,2 uren en in 2013 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze caoCAO. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf 2e snit als normale werkdag worden ingeroosterd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de werknemersorganisaties, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante CAO- bepalingen aan de Stichting Kwaliteit van de Arbeid voorgelegd. Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen bij afwijking van de standaardregeling lokale afspraken te maken met werknemersorganisaties over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakverenigingen plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende. De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet gemiddelde arbeidsduur voor een voltijdse opdracht wordt vastgesteld op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 38 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt wordt voor de deeltijdse arbeid herleid pro rata het arbeidsregime. De personeelsleden volbrengen aldus in het kader van de vastgestelde uurstelsels en op de basis van hun prestatievolume, over een termijn van vier weken, volgend aantal uren: voltijds: 1 VTE: 152 u 00 min deeltijds: 0,95 VTE: 144 u 24 min 0,90 VTE: 136 u 48 min 0,85 VTE: 129 u 12 min 0,80 VTE: 121 u 36 min 0,75 VTE: 114 u 0,70 VTE: 106 u 24 min 0,65 VTE: 98 u 48 min 0,60 VTE: 91 u 12 min 0,50 VTE: 76 u 0,45 VTE: 68 u 24 min 0,40 VTE: 60 u 48 min De Arbeidswet van 16 maart 1971 inzake arbeidsduurreglementering is van toepassing voor alle personeelsleden werkzaam in het woonzorgcentrum en de assistentiewoningen alsook de personeelsleden van de extramurale poetsdienst. Voor alle andere personeelsleden gelden de bepalingen van de Arbeidstijdwet van 14 december 2000. De gemiddelde arbeidsduur voor een voltijdse opdracht wordt vastgesteld op 38 uur per week conform deze caovolgens een vooraf vastgesteld arbeidsstelsel. Werkgevers kunnen deze Als normale rustdagen worden beschouwd: zaterdagen, zondagen, feestdagen en facultatieve vakantiedagen. Elk personeelslid kan per dag maximum 11 uren presteren. Na een opeenvolgende arbeidsduur van zes uren wordt er minimaal een half uur niet-betaalde pauze genomen. Elk personeelslid kan per week maximum 50 uren presteren. Behoudens uitzonderingen voorzien in de wetgeving (afdeling binnen eenleidinggevenden, late vergaderingen, dringende gevallen, …) bedrijf verhogen naar is het principieel verboden om werk te verrichten tussen 22uur en 6 uur. De aanvang en het einde van de arbeidsdagen, het tijdstip en de duur van de rusttijden, zijn bepaald zoals vermeld in bijlage. Het voltijds tewerkgestelde personeel presteert een gemiddelde van 38 uren per week dat berekend wordt over een periode van maximaal drie maanden. Het personeel tewerkgesteld in een continudienst dat op rustdagen van dienst is geweest, zal recht hebben op inhaalrust. Als normale rustdagen worden beschouwd: zaterdagen, zondagen, feestdagen en facultatieve vakantiedagen. Elk personeelslid kan per dag maximum 11 uren presteren. Na een opeenvolgende arbeidsduur van zes uren wordt er minimaal een kwartier niet-betaalde pauze genomen. Tussen twee arbeidsprestaties door, heeft het personeelslid recht op 11 uur ononderbroken uren rust (niet van toepassing tussen de rusttijd bij onderbroken diensten). Elk personeelslid kan per week, tegen volledige betaling van deze twee extra week maximum 50 uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 wekenpresteren. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden onderbezetting van de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren dienst en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft nachtdienst kunnen personeelsleden zeven kalenderdagen na elkaar ingepland worden, mits het respecteren van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht inhaalrust. Onderbroken diensten voor personeel van de werkgever in overleg met continudiensten zijn mogelijk indien de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterddienst daartoe genoodzaakt is. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging Personeelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbondenwerknemersorganisaties, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een levensloop- of pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon afzetpatroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring uitzondering van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst volledig dienstverband bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het - het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o . De bruto arbeidsduur bedraagt in 2024 1886,4 uren. o 2013 1879,2 uren en in 2025 2014 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij Bij een 38-urige werkweekwerkweek is de bruto arbeidsduur in 2013 1983,6 uren en in 2014 1983,6 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren). De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig dienstverband bedraagt: • Het - het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, jaar vermenigvuldigd met 7,6 7,2 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 38 lid 1 en 1, verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vallen, vermenigvuldigd met 7,2 uren. De netto arbeidsduur bedraagt in 2013 1656 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij in 2014 1656 uren. Bij een 38-urige werkweek. - De werkweek is de netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 in 2013 1748 uren en in 2014 1748 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren). Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze caoCAO. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf 2e snit als normale werkdag worden ingeroosterd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de werknemersorganisaties, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante CAO- bepalingen aan het Fonds Collectieve Belangen Vleessector voorgelegd. Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen bij afwijking van de standaardregeling lokale afspraken te maken met werknemersorganisaties over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakverenigingen plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende. De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze caoCAO. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren uren. a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging Personeelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbondenwerknemersorganisaties, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon afzetpatroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - – volgens de hierboven genoemde voorwaarden - – met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer werk- nemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring uitzondering van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst volledig dienstverband bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: – Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren. De bruto arbeidsduur bedraagt in 2022 1872 uren, dat is: o in 2023 1872 uren en in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij uren Bij een 38-urige werkweekwerkweek is de bruto arbeidsduur in 2022 1976 uren in 2023 1976 uren en in 2024 1991,2 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren). De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig dienstverband bedraagt: • – Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, jaar vermenigvuldigd met 7,6 7,2 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en 1, verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vallen, vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek uren. De netto arbeidsduur bedraagt in 2022 1663,2 uren, in 2023 1663,2uren en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij in 2024 1670,4 uren. Bij een 38-urige werkweek. - De werkweek is de netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o 2022 1755,6 in 2023 1755,6 uren en in 2024 1763,2 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren. o In 2025 1748 uren). Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze caoCAO. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf 2e snit als normale werkdag worden ingeroos- terd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de werknemersorganisaties, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante CAO-bepalingen aan het Fonds Collectieve Belangen Vleessector voorgelegd. Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen bij afwijking van de standaardregeling lokale afspraken te maken met werk- nemersorganisaties over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakverenigingen plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende. De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen en hygiënische handelingen aan het einde van de dienst, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke beschermings- middelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek. Deze vergoeding kan zowel in tijd als in geld worden gewaardeerd.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren uren. a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging Perso- neelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • - De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen zater- dagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o - in 2024 1886,4 uren. o - in 2025 1879,2 uren. • - De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen zater- dagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o - in 2024 1991,2 uren. o - in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- 36-urige werkweek en vermenigvuldigd verme- nigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o - In 2024 1670,4 uren. o - in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o - in 2024 1763,2 uren. o - In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende achter- eenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. - Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. - Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiëni- sche handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf de 2e snit als normale werkdag worden ingeroosterd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante cao-bepa- lingen aan het Fonds Collectieve Belangen Vleessector voorgelegd. Werk- nemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen bij afwijking van de standaardregeling lokale afspraken te maken met vakbonden over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegen- woordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakbonden plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende: de wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6 ; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen en hygiënische handelingen aan het einde van de dienst, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek. Deze vergoeding kan zowel in tijd als in geld worden gewaardeerd.‌

Arbeidstijd. 1De arbeidstijd is het aantal per week te werken uren. Dat zijn er normaal gesproken 38.  38 uur is een fulltime- of voltijddienstverband.  Minder dan 38 uur is een parttime- of deeltijddienstverband. De werkgever stelt en werknemer spreken samen af hoeveel uur er wordt gewerkt: 38 uur óf minder per week. De afgesproken wekelijkse arbeidstijd staat op schrift in het arbeidscontract. Fulltime en parttime werknemers zijn gelijkwaardig: ze hebben dezelfde rechten en plichten. Er zijn bedrijven met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur regeling voor Arbeidstijdverkorting (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uurATV). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De In die bedrijven is de normale arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 40 uur per week. De standaard  Werknemers van 62 jaar of ouder zijn niet verplicht volle werkweken te maken. Zij mogen hun werkweek terugbrengen naar 35 uur.  Voor servicemonteurs wordt de arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze caogemeten over 2 maanden. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar Zij werken over een periode van 2 maanden gemiddeld maximaal 38 uur per week, tegen volledige betaling .  De handelsvertegenwoordiger maakt met zijn werkgever aparte afspraken over de wekelijkse arbeidstijd.  00-00-000 % - regeling. Ter bevordering van de arbeidsparticipatie van oudere werknemers in de sector kunnen werknemers op vrijwillige basis met hun werkgever afspraken maken over vermindering van de arbeidsduur tot 80% van de overeengekomen arbeidsduur met behoud van 80% van het salaris en 100% pensioenopbouw van het laatste salaris dat geldt voor de deelname aan de regeling. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:  Op verzoek van de werknemer vindt tenminste 6 maanden voor de beoogde ingangsdatum onderling overleg plaats over toepassing van de regeling;  Deelname aan de regeling is mogelijk vanaf maximaal 5 jaar voor de wettelijke AOW leeftijd;  Afspraken worden schriftelijk vastgelegd;  Deelnamegerechtigd is de werknemer die tenminste 5 jaar onafgebroken voor de deelname in dienst is geweest;  Vanaf het moment dat de werknemer van deze twee extra uren . a. regeling gebruik maakt, vervalt verdere opbouw van leeftijdsdagen zoals genoemd in artikel 2.8 (zie schema 'Extra vakantiedagen').  De pensioenpremie wordt tussen de werkgever kan in overleg en de werknemer met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij gebruikelijke verdeelsleutel verdeeld.  Aan het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft eind van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht looptijd van deze CAO-periode zal er een evaluatie worden uitgevoerd.  00-00-000 % - regeling voor mantelzorgers Bovenstaande 00-00-000 % regeling kan ook door alle medewerkers die structureel mantelzorg verlenen worden gebruikt. Aan het eind van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterd. c. De inroostering looptijd van deze ADV dagen is minimaal twee weken CAO zullen CAO-partijen een evaluatie van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeemafspraak uitvoeren. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 54. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst volledig dienstverband bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het - het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren. De bruto arbeidsduur bedraagt in 2005 1872 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o 2006 1857,6 uren en in 2025 2007 1879,2 uren. • De bruto netto arbeidsduur bedraagt, op jaarbasis bij een 38-urige werkweekvolledig dienstverband bedraagt: • Het - het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, jaar vermenigvuldigd met 7,6 7,2 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren vakantie -uren zoals bedoeld in artikel 40 38 lid 1 en 1, verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vallen, vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweekuren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 2005 1670,4, in 2006 1648,8 en in 2007 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze caoCAO. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 65. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 76. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 87. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 8. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf 2e snit als normale werkdag worden ingeroosterd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de werknemersorganisaties, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante CAO-bepalingen aan de Stichting Kwaliteit van de Arbeid voorgelegd.Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven kunnen lokale afspraken maken met werknemersorganisaties over locatie specifieke wensen. 9. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakverenigingen plaatsvinden. 10. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende. De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 11. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 12. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 13. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging Personeelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbondenwerknemersorganisaties, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een levensloop- of pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon afzetpatroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 37 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring uitzondering van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst volledig dienstverband bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het - het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagtbedraagt in 2009 1879,2 uren, in 2010 1879,2 uren en in 2011 1872 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een 38-urige werkweekvolledig dienstverband bedraagt: • Het - het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, jaar vermenigvuldigd met 7,6 7,2 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 38 lid 1 en 1, verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vallen, vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweekuren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 in 2009 1663,2 uren, in 2010 1663,2 uren en in 2011 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze caoCAO. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf 2e snit als normale werkdag worden ingeroosterd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de werknemersorganisaties, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante CAO- bepalingen aan de Stichting Kwaliteit van de Arbeid voorgelegd. Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen bij afwijking van de standaardregeling lokale afspraken te maken met werknemersorganisaties over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakverenigingen plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende. De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging Personeelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbondenwerknemersorganisaties, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een levensloop- of pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon afzetpatroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 37 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst volledig dienstverband bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het - het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagtbedraagt in 2007 1879,2 uren, in 2008 1886,4 uren en in 2009 1879.2 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een 38-urige werkweekvolledig dienstverband bedraagt: • Het - het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, jaar vermenigvuldigd met 7,6 7,2 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 38 lid 1 en 1, verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vallen, vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweekuren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 2007 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o , in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 2008 1663,2 uren en in 2009 1663,2 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze caoCAO. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf 2e snit als normale werkdag worden ingeroosterd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de werknemersorganisaties, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante CAO- bepalingen aan de Stichting Kwaliteit van de Arbeid voorgelegd. Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen lokale afspraken maken met werknemersorganisaties over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakverenigingen plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende. De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt a. Bij de indeling van de arbeidstijd wordt rekening gehouden met inachtneming van het bepaalde in dit artikel, de Wet op artikelen 9 t/m 12 van deze CAO en de Ondernemingsraden desbetreffende voorschriften. b. De roosterschema’s worden in overleg met de arbeidstijden vast binnen Ondernemingsraad vastgesteld. Indien er geen Ondernemingsraad bestaat geschiedt vaststelling in overleg met de volgende grenzengezamenlijke werknemers. c. De individuele inroostering geschiedt in overleg met de betrok- ken werknemers. d. Wijziging van de structurele individuele afspraken over werktij- den vinden alleen plaats met instemming van de werknemer. e. Een verzoek tot structurele wijziging van de individuele afspra- ken over werktijden van de werknemer wordt gehonoreerd zodra dit redelijkerwijs mogelijk is. f. Werkroosters zullen minimaal 2 weken voor ze ingaan aan de werknemer bekend worden gemaakt. 2. Voor werknemers geldt De werknemer, ongeacht de functie, heeft recht om in deeltijd te werken. De werknemer zal een minimum wekelijkse rusttijd verzoek om in deeltijd te gaan wer- ken schriftelijk aan de werkgever kenbaar moeten maken. Een verzoek van hetzij 36 uur per periode de werknemer zal in beginsel worden gehonoreerd tenzij dit redelijkerwijs op grond van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode zwaarwichtige bedrijfsbelangen niet of niet op dat moment van 9 x 24 uur de werkgever kan worden gevergd. Een afwijzing van een verzoek dient schriftelijk en gemotiveerd aan de werknemer medegedeeld te worden. Bij verschil van mening kan de kwestie worden voorgelegd aan de Vaste Commissie (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uurzie artikel 19). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt normale arbeidstijden liggen op: – maandag t/m vrijdag tussen 07.00 en 18.00 uur en maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur op 2 van deze dagen tot 21.00 uur. – zaterdag tussen 07.00 en 18.00 uur. 4. Indien de werkgever noodgedwongen gebruik maakt van de avond- openstelling zullen deze uren voornamelijk ingevuld worden door full-timers en parttimers. In die situatie kunnen werknemers niet ver- plicht worden meer dan 2 avonden per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken te werken, uitgezonderd maximaal 6 (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze nader in te brengen vullen) weken per jaar waar in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in men 3 avon- den verplicht kan worden om te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur werknemer van 55 jaar of ouder kan – tenzij hij verantwoorde- lijk is voor het beheer van een winkel – niet tot het werken op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden avonduren worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dagverplicht. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur Werknemers kunnen niet worden verplicht om gemiddeld meer dan 2 zaterdagen per dienst, 50 uur per week, 3 weken te werken. Voor de werknemer in de functiegroepen 5 en 6 geldt dat hij niet kan worden verplicht om gemiddeld 45 uur per week meer dan 3 zaterdagen per 4 weken (180 uur). 7te werken. Indien er sprake De hardheidsclausule, bedoeld in lid 9 van dit artikel, is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 over- eenkomstige toepassing. Een en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uurander betekent dat de werknemer in de functiegroepen 1 t/m 4 recht heeft op minimaal 21 vrije zaterdagen. De arbeidstijd (structureel) werknemer in de functiegroepen 5 en 6 heeft recht op minimaal 17 vrije zaterdagen per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5jaar. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur)zaterdagen die in de vakantie van betreffende werkne- mer vallen zijn hierbij inbegrepen. Uitsluitend op basis van vrijwilligheid kan op meer zaterdagen ge- werkt worden. 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt arbeidsweek loopt van maandag tot en met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzenzaterdag. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur)Geen arbeid wordt verricht op zondag en algemeen erkende feestdagen. 3. Van het bepaalde in lid 2 kan worden afgeweken indien bijzondere omstandigheden zulks noodzakelijk maken, de desbetreffende wettelijke bepalingen zich daartegen niet verzetten en alleen met instemming van de werknemer. 4. De arbeidstijd (structureel) normale arbeidsduur bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en ten hoogste gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur verdeeld over 5 dagen per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van krachtberekend over 3 kalendermaanden. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met Bij de vaststelling van de tussen werkgever en werknemer overeengekomen arbeidstijd geldt het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 urenvolgende. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet werknemer heeft recht op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek van maximaal 5 dagen. In overleg tussen werkgever en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38werknemer kan op vrijwillige basis de 4-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dagdaagse werkweek gehanteerd worden. 6. De arbeidstijd werkgever houdt bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per diensthet vaststellen van het arbeidsrooster rekening met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, 50 uur per weekvoor zover dat in redelijkheid van de werkgever gevergd kan worden. Onder persoonlijke omstandigheden wordt onder andere verstaan: zorgtaken voor kinderen, afhankelijke familieleden en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur)naasten, religieuze dagen, alsmede maatschappelijke verantwoordelijkheden door de werknemer gedragen. 7. Indien er sprake De dagelijkse arbeid is van nachtdiensten (arbeid in de regel gelegen tussen 00.00 06.00 uur en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 21.00 uur van 14 uur maandag tot en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten met vrijdag en van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 tot 18.00 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur)op zaterdag. 8. Bij De tijd die nodig is voor het opruimen, het ‘afhelp-kwartiertje’ wordt niet tot de arbeidstijd gerekend. 9. De arbeidstijden worden op de volgende wijze onderbroken door rusttijden: a. bij een arbeidstijd per dienst werkdag van meer den 5 ½ uur: tenminste een ½ uur; b. bij een werkdag van meer dan 5,5 8 uur: tenminste ¾ uur, eventueel op te splitsen in een ½ uur geldt en een pauze kwartier: c. rusttijden van minder dan een kwartier (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uurkoffie- en theepauzes) worden tot de arbeidstijd gerekend. d. De werkgever organiseert de arbeid van een 1/2 jeugdige werknemer (onder de 18 jaar) zodanig dat, indien hij meer dan 4,5 uren arbeid per dienst verricht, zijn arbeid tijdens de dienst wordt onderbroken door een pauze. De pauze bedraagt ten minste 30 minuten, die zo nodig kan worden gesplitst in pauzes van elk ten minste 15 minuten. 10. Werknemers jonger dan 18 jaar mogen geen arbeid verrichten na 21.00 uur. 11. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet tot het werken op koopavonden en tot het verrich- ten van overwerk worden verplicht. 12. De werkgever is verplicht de werknemer ononderbroken zijn werkzaamheden te laten verrichten. Werkgever en werknemer kunnen op verzoek van de werknemer beslissen dat van deze verplich- ting wordt afgeweken. Een koffie- of theepauze van 15 minuten of langer, geldt niet als onderbre- king en evenmin als arbeidstijd.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze caoCAO. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren uren. a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging Personeelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbondenwerknemersorganisaties, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon afzetpatroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - – volgens de hierboven genoemde voorwaarden - – met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer werkne- mer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring uitzondering van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst volledig dienstverband bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: – Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij bedraagt in 2016 1879,2 uren en in 2017 1872uren. Bij een 38-urige werkweekwerkweek is de bruto arbeidsduur in 2016 1983,6 uren en in 2017 1976 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren). De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig dienstverband bedraagt: • – Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, jaar vermenigvuldigd met 7,6 7,2 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en 1, verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vallen, vermenigvuldigd met 7,2 uren. De netto arbeidsduur bedraagt in 2016 1663,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij in 2017 1656 uren. Bij een 38-urige werkweek. - De werkweek is de netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 in 2016 1755,6 uren en in 2017 1748 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren). Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze caoCAO. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf 2e snit als normale werkdag worden ingeroos- terd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de werknemersorganisaties, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante CAO-bepalingen aan het Fonds Collectieve Belangen Vleessector voorgelegd. Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen bij afwijking van de standaardregeling lokale afspraken te maken met werk- nemersorganisaties over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakverenigingen plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende. De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereed- schappen en persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek. ‌‌‌

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze caoCAO. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren uren. a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging Personeelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbondenwerknemersorganisaties, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon afzetpatroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - – volgens de hierboven genoemde voorwaarden - – met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer werkne- mer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring uitzondering van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst volledig dienstverband bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: – Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij in 2018 1879,2 uren en in 2019 1879,2 uren. Bij een 38-urige werkweekwerkweek is de bruto arbeidsduur, in 2018 1983,6 uren en in 2019 1983,6 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren). De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig dienstverband bedraagt: • – Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, jaar vermenigvuldigd met 7,6 7,2 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en 1, verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vallen, vermenigvuldigd met 7,2 uren. De netto arbeidsduur bedraagt, in 2018 1656 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij in 2019 1663,2 uren. Bij een 38-urige werkweek. - De werkweek is de netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 arbeidsduur, in 2018 1748 uren en in 2019 1755,6 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren). Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze caoCAO. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf 2e snit als normale werkdag worden ingeroos- terd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de werknemersorganisaties, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante CAO-bepalingen aan het Fonds Collectieve Belangen Vleessector voorgelegd. Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen bij afwijking van de standaardregeling lokale afspraken te maken met werk- nemersorganisaties over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakverenigingen plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende. De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereed- ‌‌ xxxxxxxx en persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek. Met ingang van 1 juli 2019 is de betaald werktijd in het kader hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen en hygiënische handelingen aan het einde van de dienst, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoon- lijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek. Deze vergoeding kan zowel in tijd als in geld worden gewaardeerd.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt arbeidsweek loopt van maandag tot en met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzenzaterdag. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur)Geen arbeid wordt verricht op zondag en algemeen erkende feestdagen. 3. Van het bepaalde in lid 2 kan worden afgeweken indien bijzondere omstandigheden zulks noodzakelijk maken, de desbetreffende wettelijke bepalingen zich daartegen niet verzetten en alleen met instemming van de werknemer. 4. De arbeidstijd (structureel) normale arbeidsduur bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en ten hoogste gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur verdeeld over 5 dagen per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbonden, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden blijven onverkort van krachtberekend over 3 kalendermaanden. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met Bij de vaststelling van de tussen werkgever en werknemer overeengekomen arbeidstijd geldt het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 38-urige werkweek: • Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,6 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 urenvolgende. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet werknemer heeft recht op een zaterdag of zondag vallen vermenigvuldigd met 7,2 uren bij een 36- urige werkweek van maximaal 5 dagen. In overleg tussen werkgever en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij een 38werknemer kan op vrijwillige basis de 4-urige werkweek. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren. Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze cao. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dagdaagse werkweek gehanteerd worden. 6. De arbeidstijd werkgever houdt bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per diensthet vaststellen van het arbeidsrooster rekening met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, 50 uur per weekvoor zover dat in redelijkheid van de werkgever gevergd kan worden. Onder persoonlijke omstandigheden wordt onder andere verstaan: zorgtaken voor kinderen, afhankelijke familieleden en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur)naasten, religieuze dagen, alsmede maatschappelijke verantwoordelijkheden door de werknemer gedragen. 7. Indien er sprake De dagelijkse arbeid is van nachtdiensten (arbeid in de regel gelegen tussen 00.00 06.00 uur en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 21.00 uur van 14 uur maandag tot en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten met vrijdag en van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 tot 18.00 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur)op zaterdag. 8. Bij De tijd die nodig is voor het opruimen, het ‘afhelp-kwartiertje’ wordt niet tot de arbeidstijd gerekend. 9. De arbeidstijden worden op de volgende wijze onderbroken door rusttijden: a. bij een arbeidstijd per dienst werkdag van meer dan 5,5 5½ uur: tenminste een ½ uur; b. bij een werkdag van meer dan 8 uur: tenminste ¾ uur, eventueel op te splitsen in een ½ uur geldt en een pauze kwartier: c. rusttijden van minder dan een kwartier (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uurkoffie- en theepauzes) worden tot de arbeidstijd gerekend. d. De werkgever organiseert de arbeid van een 1/2 jeugdige werknemer (onder de 18 jaar) zodanig dat, indien hij meer dan 4,5 uren arbeid per dienst verricht, zijn arbeid tijdens de dienst wordt onderbroken door een pauze. De pauze bedraagt ten minste 30 minuten, die zo nodig kan worden gesplitst in pauzes van elk ten minste 15 minuten. 10. Werknemers jonger dan 18 jaar mogen geen arbeid verrichten na 21.00 uur. 11. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet tot het werken op koopavonden en tot het verrich- ten van overwerk worden verplicht. 12. De werkgever is verplicht de werknemer ononderbroken zijn werkzaamheden te laten verrichten. Werkgever en werknemer kunnen op verzoek van de werknemer beslissen dat van deze verplich- ting wordt afgeweken. Een koffie- of theepauze van 15 minuten of langer, geldt niet als onderbre- king en evenmin als arbeidstijd.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze caoCAO. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging Personeelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbondenwerknemersorganisaties, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon afzetpatroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring uitzondering van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst volledig dienstverband bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: - Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij bedraagt in 2016 1879,2 uren en in 2017 1872uren. Bij een 38-urige werkweekwerkweek is de bruto arbeidsduur in 2016 1983,6 uren en in 2017 1976 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren). De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig dienstverband bedraagt: • - Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, jaar vermenigvuldigd met 7,6 7,2 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en 1, verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vallen, vermenigvuldigd met 7,2 uren. De netto arbeidsduur bedraagt in 2016 1663,2 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij in 2017 1656 uren. Bij een 38-urige werkweek. - De werkweek is de netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 in 2016 1755,6 uren en in 2017 1748 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren). Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze caoCAO. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf 2e snit als normale werkdag worden ingeroosterd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de werknemersorganisaties, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante CAO-bepalingen aan het Fonds Collectieve Belangen Vleessector voorgelegd. Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen bij afwijking van de standaardregeling lokale afspraken te maken met werknemersorganisaties over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakverenigingen plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende. De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze cao. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren uren. a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging Personeelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbondenwerknemersorganisaties, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een levensloop- of pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon afzetpatroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - – volgens de hierboven genoemde voorwaarden - – met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer werkne- mer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring uitzondering van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst volledig dienstverband bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: Het − het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o . De bruto arbeidsduur bedraagt in 2024 1886,4 uren. o 2013 1879,2 uren en in 2025 2014 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij Bij een 38-urige werkweekwerkweek is de bruto arbeidsduur in 2013 1983,6 uren en in 2014 1983,6 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren). De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig dienstverband bedraagt: • Het − het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, jaar vermenigvuldigd met 7,6 7,2 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en 1, verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vallen, vermenigvuldigd met 7,2 uren. De netto arbeidsduur bedraagt in 2013 1.656 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij in 2014 1.656 uren. Bij een 38-urige werkweek. - De werkweek is de netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 in 2013 1.748 uren en in 2014 1.748 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren). Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze caoCAO. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 ¼ uur) van een 1/2 ½ uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan ½ uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan ½ uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf 2e snit als normale werkdag worden ingeroos- terd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de werknemersorganisaties, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante CAO-bepalingen aan het Fonds Collectieve Belangen Vleessector voorgelegd. Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen bij afwijking van de standaardregeling lokale afspraken te maken met werk- nemersorganisaties over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakverenigingen plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende. De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal ¼ uur, van een ½ uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan ½ uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. ‌‌ 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereed- schappen en persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek.

Arbeidstijd. 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen. 2. Voor werknemers geldt een minimum wekelijkse rusttijd van hetzij 36 uur per periode van 7 x 24 uur, hetzij 60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten tot 32 uur). Voorts geldt een minimum dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur). 3. De arbeidstijd (structureel) bedraagt maximaal 9,5 uur per dienst, 45 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. De standaard arbeidstijd bedraagt 36 uur per week conform deze caoCAO. Werkgevers kunnen deze per (afdeling binnen een) bedrijf verhogen naar 38 uur per week, tegen volledige betaling van deze twee extra uren . a. De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeels- vertegenwoordiging Personeelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan de vakbondenwerknemersorganisaties, een rooster vaststellen van gemiddeld 160 uur per 4 weken. Hierdoor ontstaat in principe een 8-urige werkdag. b. In geval van een afwijkend rooster worden de extra gewerkte uren boven de 36 uur per week voor de helft (t.w. 8 uur per 4 weken) door de werkgever op regelmatige basis vrij geroosterd. De werknemer kan voor aanvang van elk kalenderjaar een verzoek indienen om deze uren niet vrij te roosteren en op basis van een à la carte systeem te storten in een pensioenregeling of uit te betalen in de vorm van loon. De andere helft van de uren wordt in betreffend kalenderjaar naar inzicht van de werkgever in overleg met de werknemer in perioden met een afwijkende seizoensmatige aanvoer-, productie- en/of afzet- patroon afzetpatroon ingeroosterd. c. De inroostering van deze ADV dagen is minimaal twee weken van te voren bij de werknemer bekend. Ook met betrekking tot deze uren kan werknemer het verzoek indienen deze in te brengen in het à la carte systeem. d. Indien in een onderneming meer dan 30% inleenarbeid aanwezig is dan hebben de eigen werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen om - volgens de hierboven genoemde voorwaarden - met een rooster van 5 maal 8 uur te gaan werken. e. De waarde van een ADV dag is, zowel in tijd als in geld, gelijk aan die dag in het voor werknemer gebruikelijke individuele rooster. (zie artikel 38 lid 3). f. ADV dagen kunnen niet worden ’meegenomen’ naar een volgend jaar. Indien er dagen overblijven dienen deze te worden uitbetaald. g. Bij arbeidsongeschiktheid geldt dat ingeroosterde ADV dagen niet worden gecompenseerd. Er kunnen nooit meer dagen vervallen dan opgebouwd kunnen worden in de betreffende maand, tenzij deze zijn ingeroosterd in die betreffende (verzuim)periode. h. ADV kan opgenomen worden nadat ADV is opgebouwd, met uitzonde- ring uitzondering van vooraf ingeroosterde ADV dagen. i. Bestaande afspraken tussen bedrijven en vakbonden werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 5. De bruto arbeidsduur op jaarbasis bij een voltijds arbeidsovereenkomst volledig dienstverband bedraagt: • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij een 36-urige werkweek: - Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, vermenigvuldigd met 7,2 uren, dat is: o in 2024 1886,4 uren. o in 2025 1879,2 uren. • De bruto arbeidsduur bedraagt, bij bedraagt in 2021 1879,2 uren en in 2022 1872 uren. Bij een 38-urige werkweekwerkweek is de bruto arbeidsduur in 2021 1983,6 uren en in 2022 1976 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren). De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig dienstverband bedraagt: • - Het aantal dagen in een kalenderjaar verminderd met het aantal zaterdagen en zondagen in dat jaar, jaar vermenigvuldigd met 7,6 7,2 uren, dat is: o in 2024 1991,2 uren. o in 2025 1983,6 uren. De netto arbeidsduur op jaarbasis bij een volledig arbeidsovereenkomst bedraagt: - De bruto arbeidsduur verminderd met de vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 40 lid 1 en 1, verminderd met het aantal feestdagen zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 voor zover deze feestdagen niet op een zaterdag of zondag vallen vallen, vermenigvuldigd met 7,2 uren. De netto arbeidsduur bedraagt in 2021 1670,4 uren bij een 36- urige werkweek en vermenigvuldigd met 7,6 uren bij in 2022 1663,2 uren. Bij een 38-urige werkweek. - De werkweek is de netto arbeidsduur bedraagt bij een 36-urige werkweek: o In 2024 1670,4 in 2021 1763,2 en in 2022 1755,6 uren (vermenigvuldigd met 7,6 uren. o in 2025 1656 uren. - De netto arbeidsduur bedraagt bij een 38-urige werkweek: o in 2024 1763,2 uren. o In 2025 1748 uren). Hierbij moet nog rekening gehouden worden met de rechten op betaald verlof toegekend in andere artikelen in deze caoCAO. Er wordt voor de snipper/vakantiedag evenveel uren afgeschreven als het rooster lang was op die betreffende dag. 6. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 11 uur per dienst, 50 uur per week, en gemiddeld 45 uur per week per 4 weken (180 uur). 7. Indien er sprake is van nachtdiensten (arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) geldt een minimum rusttijd na nachtdienst die eindigt na 02.00 uur van 14 uur en een minimum rusttijd na een reeks nachtdiensten van 48 uur. De arbeidstijd (structureel) per nachtdienst bedraagt maximaal 8 uur. Het maximum aantal nachtdiensten is 10 per 4 weken en 35 per 13 weken, dan wel ten hoogste 20 uren arbeid verricht tussen 00.00 en 06.00 uur in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5. De arbeidstijd bij overwerk (incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per nachtdienst en gemiddeld 40 uur per week per 4 weken (160 uur). 8. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 5,5 uur geldt een pauze (zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur) van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van 3/4 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 10 uur geldt een pauze van 1 uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. De pauze vangt aan na afronding van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen en eindigt voor aanvang van alle eventuele tussentijdse hygiënische handelingen. 9. De zaterdag kan voor alle bedrijfsactiviteiten vanaf 2e snit als normale werkdag worden ingeroosterd. Nadat instemming is verkregen van de ondernemingsraad of, bij het ontbreken daarvan de werknemersorganisaties, op het rooster wordt het werkgeversvoorstel ter toetsing op de relevante CAO-bepalingen aan het Fonds Collectieve Belangen Vleessector voorgelegd. Werknemers kunnen binnen een vijfdaagse werkweek in principe 1 maal per 4 weken, maar maximaal 13 weken per kalenderjaar, op zaterdag verplicht worden ingeroosterd. Werknemers kunnen wel op vrijwillige basis voor meer zaterdagen worden ingeroosterd. Bedrijven dienen bij afwijking van de standaardregeling lokale afspraken te maken met werknemersorganisaties over locatie specifieke wensen (frequentie, toeslag en/of aard van de bedrijfsactiviteiten). Bestaande afspraken tussen bedrijven en werknemersorganisaties blijven onverkort van kracht. 10. Op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 2 daarmee instemt. Tevens zal er melding aan de vakverenigingen plaatsvinden. 11. Voor werknemers van 16 of 17 jaar geldt in afwijking van c.q. in aanvulling op hetgeen in de vorige leden van dit artikel is bepaald, het volgende. De wekelijkse rust bedraagt minimaal 36 uur per periode van 7 x 24 uur. De dagelijkse rust bedraagt minimaal 12 uur per 24 uur, waarin de periode tussen hetzij 22.00 uur en 06.00 uur, hetzij 23.00 uur en 07.00 uur is begrepen. Indien op zondag arbeid wordt verricht, is de zaterdag vrij. De arbeidstijd (structureel en incidenteel) bedraagt maximaal 9 uur per dienst, 42 uur per week en gemiddeld 36 uur per week per 4 weken (144 uur), met een minimum van 32 en een maximum van 45 uur per week. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 4,5 uur geldt een pauze, zijnde een tijdruimte van minimaal 1/4 uur, van een 1/2 uur. Bij een arbeidstijd per dienst van meer dan 8 uur geldt een pauze van ¾ uur, waarvan 1/2 uur aaneengesloten. Voor de toepassing van de normen uit dit lid geldt dat de schooltijd wordt gelijk gesteld met de arbeidstijd. 12. Werknemers met een contract van 32 uur en meer dienen minimaal een dagdeel te worden ingeroosterd (3,6; 4 of 4,5 uur afhankelijk van het rooster). 13. Voor medewerkers met wisselende diensten zal, uiterlijk op de donderdag 10 dagen voorafgaand aan de betreffende werkweek, een rooster voor informatieve doeleinden worden opgesteld. 14. Betaalde werktijd in het kader van hygiënehandelingen: de tijd gemoeid met tussentijdse hygiënische handelingen en hygiënische handelingen aan het einde van de dienst, waaronder wordt verstaan alle hygiënische handelingen aan gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemer die in opdracht van de werkgever uitgevoerd dienen te worden, inclusief het wassen van de handen voor zover dit plaatsvindt direct bij het betreden of verlaten van de werkplek. Deze vergoeding kan zowel in tijd als in geld worden gewaardeerd.