Bedienden Voorbeeldclausules

Bedienden. De drempel voor het instellen van een syndicale afvaardiging blijft op 35 bedienden.
Bedienden. De bediende die wordt afgedankt, moet binnen de drie maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst door een bediende worden vervangen.
Bedienden. Wanneer de bediende zich naar het werk verplaatst met eigen vervoer, heeft hij recht op een tussenkomst wanneer de afstand 5 km bedraagt (enkele richting). De tussenkomst is gelijk aan 50 % van de treinkaart voor het overeenstemmende aantal kilometers. Deze tussenkomst geldt voor bedienden met een brutojaarbezoldiging onder een bepaalde drempel. Sinds 1 januari 2018 bedraagt deze drempel 36.300 euro.
Bedienden. De arbeidstijd is vastgesteld op gemiddeld 37 u. 20 min. per week. De modaliteiten van deze arbeidsduurvermindering worden geregeld op het vlak van de onderneming, mits overleg in de ondernemingsraad (OR). Als er geen OR is, gebeurt het overleg volgens de gebruikelijke overlegprocedure op vlak van de onderneming.
Bedienden. De maaltijdcheque heeft een waarde van 4,45 euro per effectief gepresteerde dag. Het werkgeversaandeel is gelijk aan 3,36 euro en het werknemersaandeel is gelijk aan 1,09 euro.
Bedienden. De bedienden ontvangen met het loon van de maand december een eindejaarspremie. Voorwaarde is dat zij ten minste 6 maanden anciënniteit in de onderneming hebben. Het bedrag van deze eindejaarspremie schommelt in functie van de anciënniteit in de onderneming. De eindejaarspremie wordt pro rata toegekend in geval van beëindiging door de werkgever (zonder zwaarwichtige reden) of door de bediende zelf. Deze pro rata geldt eveneens voor een beëindiging in onderling akkoord.
Bedienden. De bezoldiging wordt vastgelegd per maand.
Bedienden. Het loon wordt betaald per maand. De uitbetaling van het loon gebeurt met giraal geld.
Bedienden. De bedienden krijgen een opleg van 9,59 euro per dag tijdelijke werkloosheid. De betaling gebeurt maandelijks door de werkgever.
Bedienden. Deze regeling geldt ook voor de gebaremiseerde bedienden. De periodes van tewerkstelling als uitzendkracht bij een gebruiker gepresteerd vanaf 1 januari 2017 en vooraf- gaand aan een contract van onbepaalde duur, tellen mee voor het opbouwen van de anciënniteit. De tewerkstelling als uitzendkracht bij een gebruiker geldt eveneens voor de toepassing van de bestaande regeling met betrekking tot de overdracht van de anciënniteit in gevolge ontslag na faling, sluiting, herstructurering of meervoudig ontslag om economische redenen.