Beoordeling door de ACM. Het marktonderzoek wijst erop dat de omvang van het verzorgingsgebied verschilt per uitvaartverzorger. Daarnaast volgt uit het marktonderzoek dat de verzorgingsgebieden van sommige uitvaartverzorgers elkaar overlappen. Ook wijzen bepaalde keuzefactoren, zoals bekendheid met een uitvaartverzorger in de buurt, eerder (maar niet uitsluitend) op de voorkeur voor een regionale speler dan voor een landelijke speler.
Beoordeling door de ACM. 112. De ACM heeft onderzocht of het remedievoorstel geschikt is om als voorwaarden aan haar besluit te verbinden. In deze paragraaf geeft de ACM haar beoordeling en conclusies ten aanzien van het remedievoorstel.
6.4.1 Het voorstel is passend en effectief
Beoordeling door de ACM. 36. De ACM heeft de gevolgen van de voorgenomen concentratie onder meer bekeken aan de hand van bestemmingsgegevens van Partijen. De bestemmingsgegevens van de overlappende werkgebieden van Partijen op het gebied van huid en vaten (de vier eerdergenoemde patiëntengroepen gezamenlijk) zijn in tabel 2 weergegeven.
37. Tabel 2 toont dat voor huid en vaten slechts een beperkt percentage van de patiënten uit de gemeenten in de regio’s Amsterdam, Den Haag en Utrecht naar de locaties van Partijen gaan. Tevens is er in deze regio’s sprake van een relatief beperkte toevoeging. De ACM merkt op dat, ook wanneer de bestemmingsgegevens voor de gemeenten afzonderlijk worden bekeken, de gezamenlijke percentages klein zijn. In de gemeenten Amsterdam en Utrecht gaat [0-10]%* van de patiënten naar de locaties van Partijen. In de gemeente Den Haag betreft dit [10-20]%.
Beoordeling door de ACM. 37. De ACM komt tot de conclusie dat er afzonderlijke mogelijke productmarkten zijn voor kinderdagopvang en buitenschoolse opvang. Er is vanuit de vraagzijde geen sprake van substitutie. De twee vormen van kinderopvang zijn immers gericht op kinderen in verschillende leeftijdscategorieën. In de Wet Kinderopvang gelden verder strengere kwaliteitseisen30 voor kinderdagopvang dan voor buitenschoolse opvang. Er zijn enkele aanwijzingen dat vanuit de aanbodzijde (grote) aanbieders van kinderdagopvang relatief eenvoudig kunnen overschakelen naar het aanbieden van buitenschoolse opvang. Andersom is dit minder eenvoudig vanwege de strengere kwaliteitseisen die gelden voor kinderdagopvang. Alles overziend, komt de ACM tot de conclusie dat er sprake is van twee afzonderlijke mogelijke productmarkten.
38. Hoewel er een relatie bestaat tussen eigen zorg, informele opvang en formele opvang, betekent dit niet dat deze vormen van zorg voor kinderen substituten voor elkaar zijn. Er bestaan belangrijke verschillen tussen formele en informele opvang. In het geval van formele kinderopvang vangt een professionele organisatie (die is geregistreerd in het LRK en voldoet aan alle kwaliteitseisen) de kinderen op.31 Ouders betalen voor deze opvang en kunnen van de overheid een tegemoetkoming in de kosten krijgen via de kinderopvangtoeslag. Bij informele opvang vangen familieleden, niet-geregistreerde gastouders of au pairs de kinderen op. Ouders krijgen dan geen kinderopvangtoeslag, voor zover zij al betalen voor deze opvang. Informele opvang is een aanvulling op formele opvang. Daarom concludeert de ACM dat informele kinderopvang moet worden onderscheiden van de markt voor formele kinderopvang. Aangezien partijen enkel actief zijn op de markt voor formele kinderopvang, laat de ACM de informele kinderopvang in de rest van dit besluit buiten beschouwing.
39. De ACM constateert dat geregistreerde gastouderopvang net als opvang in een KDV of een BSO onder de Wet kinderopvang valt. Ook kunnen ouders kinderopvangtoeslag voor geregistreerde gastouderopvang aanvragen. Gastouders bieden tot slot eenzelfde soort dienst als een KDV of BSO aan. Daarom concludeert de ACM dat geregistreerde gastouderopvang tot de markt voor kinderdagopvang respectievelijk de markt van buitenschoolse opvang behoort.
40. Per 1 januari 2018 zijn peuterspeelzalen gelijkgesteld met KDV’s32 en moeten zij voldoen aan dezelfde kwaliteitseisen. Ook komen ouders sindsdien in aanmerking voor kinderopvangtoeslag voor de o...
Beoordeling door de ACM. 55. Uit de gevoerde gesprekken met marktpartijen, de antwoorden van partijen en het Regioplan (2009)50 blijkt dat (één van) de belangrijkste overwegingen voor de keuze van een KDV of BSO de nabijheid van de locatie ten opzichte van de eigen woning of de basisschool is. Een reistijd van ongeveer 10 minuten blijkt realistisch. De ACM concludeert daarom dat het verzorgingsgebied van een KDV of BSO in beginsel lokaal is.
56. Een afbakening op gemeenteniveau, zoals door partijen gesuggereerd, acht de ACM niet aannemelijk: • Ten eerste kunnen er binnen een gemeente geografische barrières zijn zodat een keten van substitutie wordt doorbroken.51 • Ten tweede kan binnen gemeenten sprake zijn van belangrijke verschillen tussen wijken. Zo geven partijen aan dat zij hun opvangtarieven onder meer baseren op de sociaal- demografische kenmerken van potentiële klanten in de omgeving. 52 Dit zorgt er ook voor dat een keten van substitutie ophoudt. • Ten derde geven de meeste marktpartijen aan dat concurrentie lokaal plaatsvindt op wijk- of buurtniveau en niet zozeer op stads- of gemeentelijk niveau.
Beoordeling door de ACM. 90. De ACM geeft in deze paragraaf haar beoordeling van de gevolgen van de voorgenomen concentratie. Daartoe gaat de ACM eerst in op de werking van de markt. Vervolgens gaat de ACM in op de gevolgen van de voorgenomen concentratie.
Beoordeling door de ACM. De ACM heeft in eerdere besluiten aparte markten afgebakend voor dagactiviteiten voor ouderen die vanuit de Wmo worden gefinancierd enerzijds en dagactiviteiten voor ouderen die vanuit de Wlz worden gefinancierd anderzijds. In die besluiten heeft de ACM geconstateerd dat de activiteiten onvoldoende substitueerbaar waren door het verschil in zorgzwaarte en zorgbehoefte van de deelnemers. In het besluit Xxxxx-Xxxxxx heeft de ACM geconstateerd dat in de gemeente Breda dit gebrek aan substitueerbaarheid niet opgaat vanwege de redenen hiervoor (samengevat) genoemd onder randnummer 57. In dit besluit is dan ook uitgegaan van een productmarkt die zowel Wmo- gefinancierde, als Wlz-gefinancierde dagactiviteiten omvat.
Beoordeling door de ACM. De ACM stelt bij haar beoordeling het volgende voorop. Uit artikel 8.25e, eerste lid, van de Wlv volgt dat Schiphol bij het doen van een mededeling van een voorstel voor tarieven en voorwaarden bepaalde informatie dient te verstrekken aan gebruikers en representatieve organisaties. Dit betreft – naast het voorstel voor tarieven en voorwaarden zelf en een omschrijving van de daarvoor te leveren diensten – een toelichting, onder meer inhoudende een economische onderbouwing, een kostenbenchmark, een tarievenbenchmark, een benchmark kwaliteitsindicatoren en een onderbouwde beschrijving van de mogelijke effecten van het voorstel van de tarieven en voorwaarden op de netwerkkwaliteit.
Beoordeling door de ACM. In eerdere besluiten heeft de ACM in het midden gelaten of de geografische markt voor textielverzorging nationaal of regionaal van aard is.13 De Commissie concludeert in een besluit dat de geografische markt voor textielverzorging nationaal is.14
Beoordeling door de ACM. Mogelijk onderscheid naar aard van het textiel