Beroepsgronden Voorbeeldclausules

Beroepsgronden. Een werknemer kan beroep aantekenen indien hij van mening is, dat: a. de door de leidinggevende ingevulde vragenlijst niet in overeenstemming is met de feitelijke inhoud van zijn functie; b. de waardering, respectievelijk de indeling van zijn functie niet in overeenstemming is met zijn opvattingen daaromtrent.
Beroepsgronden. De functieomschrijvingen, die het uitgangspunt vormen voor de functieniveau-bepa- lingen, zijn normatief van aard. Beroep tegen de normatieve referentiefunctie is der- halve niet mogelijk. Het is immers een omschrijving van de gewenste/toekomstige si- tuatie die door het management is bepaald. Tussen de leiding en de medewerkers kan een verschil van mening bestaan over: - de motivatie van de indeling van een gerefereerde functie; - de actualiteit van een normatieve referentiefunctie; - de indeling van zijn functie indien deze gelijk is aan de normatieve functie; - de juistheid van de uitvoering van de procedures. Dat betekent dat een medewerker in beroep kan gaan indien: - hij van mening is dat de indeling van zijn normatieve gerefereerde functie niet vol- doende gemotiveerd is vanuit de normatieve referentie functie(s); - hij van mening is dat de normatieve omschrijving van de betreffende referentie- functie achterhaald is; - de medewerker én alle taken van de normatieve functie uitoefent met bijbeho- rende verantwoordelijkheden en bevoegdheden én het niet eens is met de waar- dering van deze functie; - hij van mening is dat de procedures niet goed gevolgd zijn, waardoor een goede functiewaardering onvoldoende gewaarborgd is. De persoonlijke indeling in een salarisgroep vindt plaats naar aanleiding van een be- oordeling van de medewerker door de directe leidinggevende. Deze beoordeling be- treft de vraag in hoeverre de inhoud van de door de medewerker uitgeoefende functie overeenkomt met de normatieve functieomschrijving. Deze indeling is ook onderdeel van deze beroepsprocedure.
Beroepsgronden. Een werknemer kan beroep aantekenen, indien hij van mening is dat: - de voor zijn functie opgestelde omschrijving niet of niet meer in overeenstemming is met de feitelijke inhoud van zijn functie; - de waardering respectievelijk de indeling van zijn functie niet in overeenstemming is met zijn gevoelens daaromtrent.
Beroepsgronden. Beroep is alleen mogelijk onder de volgende voorwaarden:
Beroepsgronden. De werknemer kan beroep aantekenen, indien hij van mening is dat:
Beroepsgronden. De medewerker kan beroep aantekenen, indien hij van mening is dat: - de voor zijn functie geldende functie- omschrijving niet of niet meer in overeenstemming is met de feitelijke inhoud van die functie; - de waardering resp. de indeling van zijn functie niet in overeenstemming is met het uitgebrachte functiewaarderingsresultaat. Het beroep wordt schriftelijk en met redenen omkleed aangetekend.