BEVOEGDHEID EN AANLEG Voorbeeldclausules

BEVOEGDHEID EN AANLEG. STRAFZAKEN BEWIJS STRAFZAKEN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING CASSATIE CASSATIEBEROEP BURGERLIJKE ZAKEN STRAFZAKEN CASSATIEMIDDELEN
BEVOEGDHEID EN AANLEG. BELASTINGZAKEN
BEVOEGDHEID EN AANLEG. STRAFZAKEN BEWIJS ALGEMEEN BURGERLIJKE ZAKEN STRAFZAKEN
BEVOEGDHEID EN AANLEG. ALGEMEEN‌‌‌‌‌‌ De regeling van de dwangsom gaat uit van een strikte taakverdeling tussen de rechter die de dwangsom oplegt, de dwangsomrechter, en de rechter die moet oordelen over het al dan niet verbeurd zijn ervan, de beslagrechter; aangezien de beslagrechter bevoegd is om kennis te nemen van alle executiegeschillen die ter zake kunnen rijzen, is hij ook bevoegd om te beoordelen of de invordering van de dwangsom in de gegeven omstandigheden geen misbruik van recht oplevert (1).
BEVOEGDHEID EN AANLEG. STRAFZAKEN. — GESCHIL INZAKE BE- VOEGDHEID. — BEGRIP. —
BEVOEGDHEID EN AANLEG. Verweerster zonder woonplaats in België - Belgische rechter - Internationale rechtsmacht - Criteria - Artt. 624, 2° en 635, 3° Gerechtelijk Wetboek - zoals van toepassing vóór zijn opheffing bij Wet 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht - Art. 4 E.E.G.-Verordening nr 44/2001 van de Raad van 22 dec. 2000
BEVOEGDHEID EN AANLEG. Verweerster zonder woonplaats in België - Belgische rechter - Internationale rechtsmacht - Criteria Vrederechter - Wettelijke samenwoning - Beëindiging - Dringende en voorlopige maatregelen - Verzoekschrift neergelegd vóór het optreden van de ambtenaar van de burgerlijke stand - Art. 1476, § 2, tweede, derde en zesde lid Burgerlijk Wetboek - Art. 1479, eerste en tweede lid Burgerlijk Wetboek
BEVOEGDHEID EN AANLEG. V. t/ B. C.2009.0045.F De beslissing dat een vordering tot dringende en voorlopige maatregelen niet rechtsgeldig bij de vrederechter is neergelegd, omdat er meer dan drie maanden zijn verlopen tussen de ondertekening door de partijen van een ontwerp-overeenkomst die de beëindiging van hun wettelijke samenwoning vaststelt en hun scheiding regelt, en het gedinginleidende verzoekschrift, zonder hun verklaring voor de ambtenaar van de burgerlijke stand in aanmerking te nemen, is onwettig.
BEVOEGDHEID EN AANLEG. V. t/ B. C.2009.0045.F
BEVOEGDHEID EN AANLEG. C.2009.0636.F De herstelvordering, die toekomt aan het bevoegde bestuur en zonder wiens initiatief de gerechtelijke overheid noch ambtshalve het herstel kan vorderen noch ambtshalve tot herstel kan veroordelen, ligt niet virtueel besloten in de strafvordering en kan niet voor het eerst in hoger beroep worden gesteld: het devolutief principe dat bepalend is voor de aanleg in hoger beroep, sluit uit dat de rechter in hoger beroep meer zou kunnen dan de eerste rechter.