Collectieve wintersluiting Voorbeeldclausules

Collectieve wintersluiting. De collectieve wintersluiting vindt plaats gedurende drie aaneengesloten kalenderweken in 2013 en twee aaneengesloten kalenderweken in 2014 en vindt plaats gedurende onderstaande perioden. Voor de wintersluiting worden feestdagen, als bedoeld in artikel 13, verplichte snipperdagen en ATV-dagen aangewend. De werkgever kan na overleg met zijn werknemers een langere wintersluiting overeenkomen. Wintersluiting 2013/2014 Week 51 ma 16-12-13 1 verplichte snipperdag di 17-12-13 1 verplichte snipperdag wo 18-12-13 1 verplichte snipperdag do 19-12-13 1 verplichte snipperdag vr 20-12-13 1 verplichte snipperdag Week 52 ma 23-12-13 1 ATV-dag di 24-12-13 1 ATV-dag wo 25-12-13 eerste kerstdag do 26-12-13 tweede kerstdag vr 27-12-13 1 ATV-dag Week 1 ma 30-12-13 1 ATV-dag di 31-12-13 1 ATV-dag wo 01-01-14 nieuwjaarsdag do 02-01-14 1 ATV-dag vr 03-01-14 1 ATV-dag Wintersluiting 2014/2015 Week 52 ma 22-12-14 1 verplichte snipperdag di 23-12-14 1 ATV-dag wo 24-12-14 1 ATV-dag do 25-12-14 eerste kerstdag vr 26-12-14 tweede kerstdag Week 1 ma 29-12-14 1 ATV-dag di 30-12-14 1 ATV-dag wo 31-12-14 1 ATV-dag do 01-01-15 nieuwjaarsdag vr 02-01-15 1 ATV-dag
Collectieve wintersluiting. De collectieve wintersluiting vindt plaats gedurende drie aaneengesloten kalenderweken en vindt plaats gedurende onderstaande perioden. Voor de wintersluiting worden feestdagen, als bedoeld in artikel 11, verplichte snipperdagen en extra verplichte snipperdagen aangewend. Week 51 ma 20-12-10 1 verplichte snipperdag di 21-12-10 1 verplichte snipperdag wo 22-12-10 1 verplichte snipperdag do 23-12-10 1 verplichte snipperdag vr 24-12-10 1 verplichte snipperdag Week 52 ma 27-12-10 1 verplichte snipperdag di 28-12-10 1 verplichte snipperdag wo 29-12-10 1 verplichte snipperdag do vr 30-12-10 31-12-10 1 extra verplichte snipperdag 1 extra verplichte snipperdag Week 1 ma di 03-01-11 04-01-11 1 extra verplichte snipperdag 1 extra verplichte wo 05-01-11 snipperdag 1 extra verplichte do 06-01-11 snipperdag 1 extra verplichte vr 07-01-11 snipperdag 1 extra verplichte snipperdag
Collectieve wintersluiting. De collectieve wintersluiting vindt plaats gedurende drie aaneengesloten kalenderwe- ken en vindt plaats gedurende onderstaande perioden. Voor de wintersluiting worden feestdagen, als bedoeld in artikel 11, verplichte snipperdagen en extra verplichte snip- perdagen aangewend.
Collectieve wintersluiting. De collectieve wintersluiting vindt plaats gedurende drie aaneengesloten kalenderweken en vindt plaats gedurende onderstaande perioden. Voor de wintersluiting worden feestdagen, als bedoeld in artikel 11, verplichte snipperdagen en ATV-dagen aangewend. Wintersluiting 2012/2013 Week 51 ma 17-12-12 1 verplichte snipperdag di 18-12-12 1 verplichte snipperdag wo 19-12-12 1 verplichte snipperdag do 20-12-12 1 verplichte snipperdag vr 21-12-12 1 verplichte snipperdag Week 52 ma 24-12-12 1 ATV-dag di 25-12-12 eerste kerstdag wo 26-12-12 tweede kerstdag do 27-12-12 1 ATV-dag vr 28-12-12 1 ATV-dag Week 1 ma 31-12-12 1 ATV-dag di 01-01-13 nieuwjaarsdag wo 02-01-13 1 ATV-dag do 03-01-13 1 ATV-dag vr 04-01-13 1 ATV-dag
Collectieve wintersluiting. De collectieve wintersluiting vindt plaats gedurende drie aaneengesloten kalenderwe- ken en vindt plaats gedurende onderstaande perioden. Voor de wintersluiting worden feestdagen, als bedoeld in artikel 10, verplichte snipperdagen en extra verplichte snip- perdagen aangewend. Wintersluiting 2006/2007 Week 51 ma 18-12-06 1 verplichte snipperdag di 19-12-06 1 verplichte snipperdag wo 20-12-06 1 verplichte snipperdag do 21-12-06 1 verplichte snipperdag vr 22-12-06 1 verplichte snipperdag Week 52 ma 25-12-06 eerste kerstdag di 26-12-06 tweede kerstdag wo 27-12-06 1 extra verplichte snipperdag do 28-12-06 1 extra verplichte snipperdag vr 29-12-06 1 extra verplichte snipperdag Week 1 ma 01-01-07 nieuwjaar di 02-01-07 1 extra verplichte snipperdag wo 03-01-07 1 extra verplichte snipperdag do 04-01-07 1 extra verplichte snipperdag vr 05-01-07 1 extra verplichte snipperdag Wintersluiting 2007/2008 Week 51 ma 17-12-07 1 verplichte snipperdag di 18-12-07 1 verplichte snipperdag wo 19-12-07 1 verplichte snipperdag do 20-12-07 1 verplichte snipperdag vr 21-12-07 1 verplichte snipperdag Week 52 ma 24-12-07 1 extra verplichte snipperdag di 25-12-07 eerste kerstdag wo 26-12-07 tweede kerstdag do 27-12-07 1 extra verplichte snipperdag vr 28-12-07 1 extra verplichte snipperdag Week 1 ma 31-12-07 1 extra verplichte snipperdag di 01-01-08 nieuwjaar wo 02-01-08 1 extra verplichte snipperdag do 03-01-08 1 extra verplichte snipperdag vr 04-01-08 1 extra verplichte snipperdag Wintersluiting 2008/2009 Week 51 ma 15-12-08 1 verplichte snipperdag

Related to Collectieve wintersluiting

  • Collectieve arbeidsovereenkomst Deze overeenkomst met de daarbij behorende bijlagen.

  • Beoordeling 1. Over de wijze waarop de werknemer zijn functie heeft uitgeoefend en over zijn gedragingen tijdens de uitoefening van die functie wordt periodiek een beoordeling opgemaakt. 2. De werkgever stelt regels vast voor beoordelingen. 3. De werknemer is verplicht de beoordeling voor gezien te ondertekenen.

  • Collectieve gewelddaden Oorlog, burgeroorlog, militaire gewelddaden met collectieve drijfveer, opeising of bezetting.

  • Loondoorbetaling De werknemer die wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, behoudt in het eerste ziektejaar: a. gedurende de eerste zes maanden doorbetaling van het loon tot 95% en b. gedurende de tweede zes maanden tot 90% van het loon. In het tweede ziektejaar behoudt de werknemer: c. gedurende de eerste zes maanden doorbetaling van het loon tot 85% en d. gedurende de tweede zes maanden tot 80% van het loon.

  • Arbeidsduurverkorting In het kader van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling worden de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.

  • Collectieve zorgverzekering 1 De Vereniging Hogescholen sluit voor alle hogescholen een collectieve zorgverzekering. De werknemer kan van deze verzekering gebruik maken, waarbij voor de aanvullende verzekering een specifieke hbo premie geldt. De hogeschool die geen gebruik maakt van de collectieve zorgverzekering, zorgt voor een aanbod aan zijn werknemers bestaande uit een vergelijkbaar pakket tegen vergelijkbare condities. 2 Onafhankelijk van deelname aan de collectieve zorgverzekering ontvangt de werknemer naar rato van zijn betrekkingsomvang jaarlijks bruto € 300. Dit bedrag is pensioengevend.

  • Geautomatiseerde besluitvorming Wij maken geen gebruik van geautomatiseerde besluitvorming.

  • Rolverdeling 1. Onderwijsinstelling is ten aanzien van de in diens opdracht uit te voeren Verwerkingen van Persoonsgegevens de Verwerkingsverantwoordelijke. De Onderwijsinstelling heeft en houdt zelfstandige zeggenschap over (het bepalen van) het doel en de middelen van de Verwerking van de Persoonsgegevens. 2. Verwerker draagt er zorg voor dat de Onderwijsinstelling bij het sluiten van deze Verwerkersovereenkomst toereikend wordt geïnformeerd over de dienst(en) die de Verwerker verleent, en de uit te voeren Verwerkingen. De gegeven informatie stelt de Onderwijsinstelling in staat om te doorgronden welke Verwerkingen onlosmakelijk zijn verbonden met een aangeboden dienst en voor welke Verwerkingen Onderwijsinstelling gebruik kan maken van eventueel aangeboden optionele diensten. 3. In aanvulling op lid 2 en onverminderd hetgeen elders in deze Verwerkersovereenkomst is bepaald, informeert Xxxxxxxxx bij het sluiten van deze Verwerkersovereenkomst de Onderwijsinstelling in Bijlage 1 over de in lid 2 bedoelde diensten, waaronder eventuele optionele diensten, en de Verwerkingen die in dat kader plaatsvinden. De in Bijlage 1 opgenomen informatie moet in begrijpelijke taal zijn beschreven, waardoor Onderwijsinstelling geïnformeerd akkoord kan gaan met de afname van deze dienst(en) en de uitvoering van de bijbehorende Verwerkingen. 4. Voor zover artikel 30 lid 5 AVG daartoe verplicht, houdt Verwerker conform artikel 30, lid 2 AVG een register bij van alle categorieën van verwerkingsactiviteiten die Verwerker ten behoeve van een Onderwijsinstelling verricht. 5. Onderwijsinstelling en Verwerker verstrekken elkaar over en weer alle benodigde informatie teneinde een goede naleving van de Toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de Verwerking van Persoonsgegevens mogelijk te maken.

  • De beoordeling Welke vraag moet de commissie beantwoorden? 3.1 Alhoewel het partijdebat zich met name heeft toegespitst op de externe registraties, vat de commissie de klacht van de consument ook zo op dat zij ook de vraag moet beantwoorden of de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument in de interne registers mocht registreren.1 Daarmee hangt ook samen de vraag of de verzekeraar de verschillende verzekeringen mocht beëindigen en daarvan melding mocht maken in de verschillende registers. 3.2 De commissie is van oordeel dat de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument ten onrechte in de verschillende registers heeft opgenomen. Dat betekent dat de verzekeraar de registraties uit de registers moet verwijderen. Het oordeel van de commissie zal hierna worden toegelicht. Eerst zal het juridisch kader worden geschetst waarna de zaak aan de hand van dit toetsingskader zal worden beoordeeld. 3.3 Omdat deze registraties grote gevolgen hebben voor consumenten, is de commissie van oordeel dat verzekeraars niet zonder goede reden persoonsgegevens mogen opnemen in de genoemde registers. Er worden dan ook terecht hoge eisen gesteld aan die reden(en). De eisen voor registratie in het Incidentenregister en het EVR zijn opgenomen in het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen 2021 (hierna: ‘het Protocol’, zie bijlage). 3.4 Artikel 5.2.1 van het Protocol bepaalt onder welke voorwaarden persoonsgegevens mogen worden opgenomen in het EVR. Vereist is dat er een zwaardere verdenking tegen de consument bestaat dan alleen maar een redelijk vermoeden van schuld aan de fraude, in die zin dat de te verwerken strafrechtelijke persoonsgegevens in voldoende mate moeten vaststaan. Een strafrechtelijke veroordeling van de betrokkene is niet vereist.2 Het uitgangspunt is dat de verzekeraar moet kunnen aantonen dat in voldoende mate vaststaat dat de gedraging van de consument de kwalificatie strafbaar feit kan dragen. Dit betekent dat alleen een verdenking van fraude niet genoeg is, hier moet ook enig bewijs voor zijn. De verzekeraar moet dus goede redenen hebben de gegevens te registreren en hij moet dat ook voldoende kunnen onderbouwen. Het is aan de verzekeraar te bewijzen dat hiervan sprake is. 1 Er is bij het invullen van het klachtformulier immers geen sprake van ‘het formuleren van een vordering’. Door het indienen van dat formulier wordt een klacht in volle omvang aan de Geschillencommissie voorgelegd, zie HR 17 november 1995, NJ 0000/000 (Xxxxx/Xxxxx) en art. 47 lid 2 onder h van het reglement. 2 Zie Hoge Raad 29 mei 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4720, overweging 4.4 (te vinden op xxx.xxxxxxxxxxx.xx).‌ 3.5 De verzekeraar stelt zich op het standpunt dat de consument hem opzettelijk heeft misleid door te proberen een dubbele uitkering te verkrijgen voor het verlies van één en dezelfde verlovingsring, terwijl hij daar geen recht op had. De consument heeft een uitvoerige verklaring gegeven, zoals weergegeven bij de nummers 2.5 t/m 2.12, voor de door de verzekeraar geconstateerde merkwaardigheden. De consument ontkent dat hij betrokken is geweest bij het indienen van de claim bij de reisverzekeraar. 3.6 De verzekeraar is er op basis van de aangevoerde argumenten niet in geslaagd de commissie ervan te overtuigen dat de consument heeft geprobeerd ter zake de verlovingsring een dubbele uitkering te krijgen. De commissie is van oordeel dat de verzekeraar onvoldoende naar voren heeft gebracht om vast te kunnen stellen dat de consument wist dat zijn verloofde al een claim bij de reisverzekeraar had ingediend. Evenmin is vast komen te staan dat de consument zelf de claim bij de reisverzekeraar heeft ingediend. In het licht van de consistente verklaringen van de consument, met name daar waar het gezamenlijke gebruik van de computer en de periode van ziekte en rouw betreft, acht de commissie niet in voldoende mate vaststaan dat de consument betrokken was bij of wetenschap had van de eerdere claim. De commissie neemt daarbij mee dat de consument ook ter zitting desgevraagd het een en ander op een consistente wijze heeft opgehelderd, niet is gebleken dat de consument tegenstrijdig heeft verklaard en niet valt uit te sluiten dat het is gegaan zoals de consument heeft verklaard. 3.7 Dat de consument in eerste instantie stellig heeft verklaard dat hij aan het sterfbed van zijn vader de verlovingsring had gezien, maakt het voorgaande niet anders. Gelet op de situatie waarin de consument zich destijds bevond, is het denkbaar dat hij ook daadwerkelijk in die veronderstelling verkeerde. De commissie kan zich voorts voorstellen dat de houding van de verzekeraar in deze kwestie voor de consument reden is geweest om zijn verloofde geen verklaring te laten afleggen. Niet weersproken is dat dit ook het advies is geweest van zijn rechtsbijstandsverzekeraar. Daarbij acht de commissie van belang dat de consument ter zitting heeft aangegeven bereid te zijn om erover na te denken zijn verloofde alsnog een verklaring te laten afleggen. 3.8 De verzekeraar stelt zich tot slot op het standpunt dat de consument bij e-mail van 14 januari 2022 heeft erkend dat hij heeft gefraudeerd. Gelet op de context waarin voornoemde e-mail door de consument is verstuurd, is de commissie echter van oordeel dat hierin geen erkenning van de consument besloten ligt. 3.9 De commissie is dan ook van oordeel dat niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd. Dit brengt mee dat niet is voldaan aan de vereisten die het Protocol stelt om tot registratie in het EVR over te gaan. De verzekeraar is dan ook onterecht overgegaan tot het registreren van de persoonsgegevens van de consument in het EVR en dient die registratie te verwijderen. 3.10 Vervolgens is de vraag aan de orde of de registratie in het Incidentenregister wel mag worden gehandhaafd. De commissie oordeelt dat ook de registratie in het Incidenten- register moet worden doorgehaald. Er is niet langer voldaan aan artikel 3.1.1 van het Protocol. Nu niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd, zijn de geregistreerde gegevens niet langer ter zake dienend. De registratie draagt niet langer bij aan het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van strafbare gedragingen, en ook niet kan worden gezegd dat de registratie anderszins nog kan bijdragen aan de in artikel 4.1.1 Protocol omschreven doelen. 3.11 Op grond van artikel 4.2.3 van het Protocol worden de gegevens in het Incidenten- register uitgewisseld met functionarissen werkzaam bij de daartoe ingerichte coördinatiefuncties van het Verbond van Verzekeraars, te weten het fraudeloket. Dit is het CBV. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen dient de verzekeraar de melding van de incidentenregistratie aan het CBV in te trekken.

  • Eenmalige uitkering Over de periode 1 januari 2020 tot 1 juli 2020 wordt een eenmalige uitkering uitbetaald van 3% over de verdiende maandsalarissen in deze periode. Deze eenmalige uitkering telt mee voor de vakantietoeslag en eindejaarsuitkering en is niet pensioengevend. Deze eenmalige uitkering wordt in juli 2020 uitbetaald gelijktijdig met de salarisverhoging. Of bij uitdiensttreding als een medewerker tussen 1 januari en 1 juli uit dienst treedt.