Common use of De inkomensgarantieregeling Clause in Contracts

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomen. 2. Voor de werknemer die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekend. 3. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer 50% van de toename van het jaarinkomen behouden. 4. Het vroeger jaarinkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie inkomensga- rantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling loon- doorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Garantie inkomen 0 t/m 4 5 t/m 9 10 t/m 14 15 t/m 19 20 t/m 24 25 t/m 29 30 t/m 32 ≥ 33 70% 70% 70% 70% 75% 75% 75% 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomeninkomen. 2. Voor de werknemer medewerker die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantiega- rantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomenvroe- ger inkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de HardshipcommissieHards- hipcommissie. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode pe- riode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekendinkomen. 3. Bij overwerk waarvoor geen compenserend vrij wordt opgenomen wordt per uur over- werk 1/174 gedeelte van de toeslag toegekend. Voor degene die een uitkering ingevolge de WAO en/of Wajong of de WIA ontvangt, wordt hierbij onder toeslag verstaan de toeslag welke zou zijn ontvangen indien de me- dewerker geen van deze wettelijke uitkeringen zou ontvangen. 4. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer medewerker 50% van de toename van het jaarinkomen maandinkomen behouden. 45. Het vroeger jaarinkomen inkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van: a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomeninkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: 0 t/m 4 70% 5 t/m 9 70% 10 t/m 14 70% 15 t/m 19 70% 20 t/m 24 75% 25 t/m 29 75% 30 t/m 32 75% 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger vroegere jaarinkomen. 2. Voor de werknemer medewerker die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal vindt bespreking hiervan plaatsvinden plaats in een commissie minimaal bestaande uit de HardshipcommissieDirector People & Culture en de betrokken vakbondsbestuurders. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekend. 3. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer 50% van de toename van het jaarinkomen behouden. 4. Het vroeger jaarinkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: 0 t/m 4 70% 5 t/m 9 70% 10 t/m 14 70% 15 t/m 19 70% 20 t/m 24 75% 25 t/m 29 75% 30 t/m 32 75% ≥ 33 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomen. 2. Voor de werknemer die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekend. 3. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer 50% van de toename van het jaarinkomen behouden. 4. Het vroeger jaarinkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: 0 t/m 4 70% 5 t/m 9 70% 10 t/m 14 70% 15 t/m 19 70% 20 t/m 24 75% 25 t/m 29 75% 30 t/m 32 75% 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger vroegere jaarinkomen. 2. Voor de werknemer die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in een commissie minimaal bestaande uit de HardshipcommissieDirector People & Culture en de betrokken vakbondsbestuurders. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekend. 3. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer 50% van de toename van het jaarinkomen behouden. 4. Het vroeger jaarinkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: 0 t/m 4 70% 5 t/m 9 70% 10 t/m 14 70% 15 t/m 19 70% 20 t/m 24 75% 25 t/m 29 75% 30 t/m 32 75% ≥ 33 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomen. 2. Voor de werknemer die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekend. 3. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer 50% van de toename van het jaarinkomen behouden. 4. Het vroeger jaarinkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt isarbeidsongeschiktis, geldt een inkomensgarantie inkomens- garantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Garantie inko- men 0 t/m 4 5 t/m 9 10 t/m 14 15 t/m 19 20 t/m 24 25 t/m 29 30 t/m 32 ≥ 33 70% 70% 70% 70% 75% 75% 75% 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomeninkomen. 2. Voor de werknemer medewerker die 35% of meer arbeidsongeschikt meerarbeidsongeschikt is, doch minder dan minderdan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode pe- riode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode peri- ode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt be- draagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig zo- nodig door toekenning van een vaneen garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekendinkomen. 3. Bij overwerk waarvoor geen compenserend vrij wordt opgenomen wordt per uur overwerk 1/174 gedeelte van de toeslag toegekend. Voor degene die een uitkering ingevolge de WAO en/of WAJONG of de WIA ontvangt, wordt hierbij onder toeslag verstaan de toeslag welke zou zijn ontvangen indien de me- dewerker geen van deze wettelijke uitkeringen zou ontvangen. 4. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer medewerker 50% van de toename van het jaarinkomen maandinkomen behouden. 45. Het vroeger jaarinkomen wordt inkomenwordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing aanpas- sing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomeninkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Garantie inkomen 0 t/m 4 70% 5 t/m 9 70% 10 t/m 14 70% 15 t/m 19 70% 20 t/m 24 75% 25 t/m 29 75% 30 t/m 32 75% ≥ 33 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomeninkomen. 2. Voor de werknemer medewerker die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 70-70% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekendinkomen. 3. Bij overwerk waarvoor geen compenserend vrij wordt opgenomen wordt per uur overwerk 1/174 gedeelte van de toeslag toegekend. Voor degene die een uitkering ingevolge de WAO en/of WAJONG of de WIA ontvangt, wordt hierbij onder toeslag verstaan de toeslag welke zou zijn ontvangen indien de medewerker geen van deze wettelijke uitkeringen zou ontvangen. 4. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer medewerker 50% van de toename van het jaarinkomen maandinkomen behouden. 45. Het vroeger jaarinkomen inkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. van de salarissen en/of b. of de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomeninkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Garantie inkomen 0 t/m 4 70% 5 t/m 9 70% 10 t/m 14 70% 15 t/m 19 70% 20 t/m 24 75% 25 t/m 29 75% 30 t/m 32 75% ≥ 33 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomen.inkomen 2. Voor de werknemer medewerker die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-garantie- inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering vervolg- uitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-garantie- inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekendinkomen. 3. Bij overwerk waarvoor geen compenserend vrij wordt opgenomen wordt per uur overwerk 1/174 gedeelte van de toeslag toegekend. Voor degene die een uitkering ingevolge de WAO en/of WAJONG of de WIA ontvangt, wordt hierbij onder toeslag verstaan de toeslag welke zou zijn ontvangen indien de medewerker geen van deze wettelijke uitkeringen zou ontvangen. 4. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer medewerker 50% van de toename van het jaarinkomen maandinkomen behouden. 45. Het vroeger jaarinkomen inkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. van de salarissen en/of b. of de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub bb en c van deze bijlage, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomen, inkomen,dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Garantie inkomen 0 t/m 4 70% 5 t/m 9 70% 10 t/m 14 70% 15 t/m 19 70% 20 t/m 24 75% 25 t/m 29 75% 30 t/m 32 75% ≥ 33 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomeninkomen. 2. Voor de werknemer medewerker die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekendinkomen. 3. Bij overwerk waarvoor geen compenserend vrij wordt opgenomen wordt per uur overwerk 1/174 gedeelte van de toeslag toegekend. Voor degene die een uitkering ingevolge de WAO en/of Wajong of de WIA ontvangt, wordt hierbij onder toeslag verstaan de toeslag welke zou zijn ontvangen indien de medewerker geen van deze wettelijke uitkeringen zou ontvangen. 4. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer medewerker 50% van de toename van het jaarinkomen maandinkomen behouden. 45. Het vroeger jaarinkomen inkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van: a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomeninkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Garantie inkomen 0 t/m 4 70% 5 t/m 9 70% 10 t/m 14 70% 15 t/m 19 70% 20 t/m 24 75% 25 t/m 29 75% 30 t/m 32 75% ≥ 33 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomen.inkomen 2. Voor de werknemer medewerker die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-garantie- inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-garantie- inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekendinkomen. 3. Bij overwerk waarvoor geen compenserend vrij wordt opgenomen wordt per uur overwerk 1/174 gedeelte van de toeslag toegekend. Voor degene die een uitkering ingevolge de WAO en/of WAJONG of de WIA ontvangt, wordt hierbij onder toeslag verstaan de toeslag welke zou zijn ontvangen indien de medewerker geen van deze wettelijke uitkeringen zou ontvangen. 4. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer medewerker 50% van de toename van het jaarinkomen maandinkomen behouden. 45. Het vroeger jaarinkomen inkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. van de salarissen en/of b. of de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub bb en c van deze bijlage, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomen, inkomen,dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie inkomensga- rantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling loon- doorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Garantie inkomen 0 t/m 4 5 t/m 9 10 t/m 14 15 t/m 19 20 t/m 24 25 t/m 29 70% 70% 70% 70% 75% 75% 30 t/m 32 ≥ 33 75% 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomeninkomen. 2. Voor de werknemer medewerker die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantiega- rantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomenvroe- ger inkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de HardshipcommissieHards- hipcommissie. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode pe- riode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekendinkomen. 3. Bij overwerk waarvoor geen compenserend vrij wordt opgenomen wordt per uur over- werk 1/174 gedeelte van de toeslag toegekend. Voor degene die een uitkering ingevolge de WAO en/of Wajong of de WIA ontvangt, wordt hierbij onder toeslag verstaan de toeslag welke zou zijn ontvangen indien de me- dewerker geen van deze wettelijke uitkeringen zou ontvangen. 4. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer medewerker 50% van de toename van het jaarinkomen maandinkomen behouden. 45. Het vroeger jaarinkomen inkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van: a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomeninkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomen. 2. Voor de werknemer medewerker die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. 2.1 Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomen. 2.2. 2.2 Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.3. 2.3 Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig zo nodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomen. 2.4. 2.4 Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig zo nodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekend. 3. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer medewerker 50% van de toename van het jaarinkomen behouden. 4. Het vroeger jaarinkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover voor zover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie inkomens- garantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Garantie inko- men 0 t/m 4 5 t/m 9 10 t/m 14 15 t/m 19 20 t/m 24 25 t/m 29 30 t/m 32 ≥ 33 70% 70% 70% 70% 75% 75% 75% 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomeninkomen. 2. Voor de werknemer medewerker die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode pe- riode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode peri- ode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt be- draagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig zo- nodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekendinkomen. 3. Bij overwerk waarvoor geen compenserend vrij wordt opgenomen wordt per uur overwerk 1/174 gedeelte van de toeslag toegekend. Voor degene die een uitkering ingevolge de WAO en/of WAJONG of de WIA ontvangt, wordt hierbij onder toeslag verstaan de toeslag welke zou zijn ontvangen indien de me- dewerker geen van deze wettelijke uitkeringen zou ontvangen. 4. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer medewerker 50% van de toename van het jaarinkomen maandinkomen behouden. 45. Het vroeger jaarinkomen inkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing aanpas- sing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomeninkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Garantie inkomen 0 t/m 4 70% 5 t/m 9 70% 10 t/m 14 70% 15 t/m 19 70% 20 t/m 24 75% 25 t/m 29 75% 30 t/m 32 75% ≥ 33 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomeninkomen. 2. Voor de werknemer medewerker die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-garantie- inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering vervolg- uitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-garantie- inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekendinkomen. 3. Bij overwerk waarvoor geen compenserend vrij wordt opgenomen wordt per uur overwerk 1/174 gedeelte van de toeslag toegekend. Voor degene die een uitkering ingevolge de WAO en/of WAJONG of de WIA ontvangt, wordt hierbij onder toeslag verstaan de toeslag welke zou zijn ontvangen indien de medewerker geen van deze wettelijke uitkeringen zou ontvangen. 4. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer medewerker 50% van de toename van het jaarinkomen maandinkomen behouden. 45. Het vroeger jaarinkomen inkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomeninkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: 0 t/m 4 70% 5 t/m 9 70% 10 t/m 14 70% 15 t/m 19 70% 20 t/m 24 75% 25 t/m 29 75% 30 t/m 32 75% 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger vroegere jaarinkomen. 2. Voor de werknemer die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in een commissie minimaal bestaande uit de HardshipcommissieDirector People & Culture en de betrokken vakbondsbestuurders. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-garantie- inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekend. 3. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer 50% van de toename van het jaarinkomen behouden. 4. Het vroeger jaarinkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Garantie inkomen 0 t/m 4 5 t/m 9 10 t/m 14 15 t/m 19 20 t/m 24 25 t/m 29 30 t/m 32 ≥ 33 70% 70% 70% 70% 75% 75% 75% 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomeninkomen. 2. Voor de werknemer medewerker die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen in- komen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering vervolg- uitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel zo- wel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekendinkomen. 3. Bij overwerk waarvoor geen compenserend vrij wordt opgenomen wordt per uur overwerk 1/174 gedeelte van de toeslag toegekend. Voor degene die een uitkering ingevolge de WAO en/of WAJONG of de WIA ontvangt, wordt hierbij onder toeslag verstaan de toeslag welke zou zijn ontvangen indien de medewerker geen van deze wettelijke uitkeringen zou ontvangen. 4. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer medewerker 50% van de toename van het jaarinkomen maandinkomen behouden. 45. Het vroeger jaarinkomen inkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomeninkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk afhanke- lijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Garantie inkomen 0 t/m 4 5 t/m 9 10 t/m 14 15 t/m 19 20 t/m 24 25 t/m 29 30 t/m 32 ≥ 33 70% 70% 70% 70% 75% 75% 75% 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomeninkomen. 2. Voor de werknemer medewerker die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig zo nodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig zo nodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering loonaanvul- lingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig zo nodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekendinkomen. 3. Bij overwerk waarvoor geen compenserend vrij wordt opgenomen wordt per uur overwerk 1/174 gedeelte van de toeslag toegekend. Voor degene die een uitkering ingevolge de WAO en/of WAJONG of de WIA ontvangt, wordt hierbij onder toeslag verstaan de toeslag welke zou zijn ontvangen indien de medewerker geen van deze wettelijke uitkeringen zou ontvangen. 4. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer medewerker 50% van de toename van het jaarinkomen maandinkomen behouden. 45. Het vroeger jaarinkomen inkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. van de salarissen en/of b. of de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover voor zover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomeninkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Garantie inkomen 0 t/m 4 70% 5 t/m 9 70% 10 t/m 14 70% 15 t/m 19 70% 20 t/m 24 75% 25 t/m 29 75% 30 t/m 32 75% ≥ 33 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomeninkomen. 2. Voor de werknemer medewerker die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-garantie- inkomen – zonodig zo nodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de HardshipcommissieHardship commissie. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-garantie- inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig zo nodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekendinkomen. 3. Bij overwerk waarvoor geen compenserend vrij wordt opgenomen wordt per uur overwerk 1/174 gedeelte van de toeslag toegekend. Voor degene die een uitkering ingevolge de WAO en/of WAJONG of de WIA ontvangt, wordt hierbij onder toeslag verstaan de toeslag welke zou zijn ontvangen indien de medewerker geen van deze wettelijke uitkeringen zou ontvangen. 4. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer medewerker 50% van de toename van het jaarinkomen maandinkomen behouden. 45. Het vroeger jaarinkomen inkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover voor zover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomeninkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, is geldt een inkomensgarantie afhankelijk afhanke- lijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigtein- digt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Garantie inkomen 0 t/m 19 5 t/m 9 10 t/m 14 15 t/m 19 20 t/m 32 25 t/m 29 30 t/m 32 ≥ 33 70% 70% 70% 70% 75% 75% 75% 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomeninkomen. 2. Voor de werknemer medewerker die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie inko- mensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt bedraagt, gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt bedraagt, zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende gedu- rende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toeken- ning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger inkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt, zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaan- vullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag garantie- toeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekendinkomen. 3. Bij overwerk waarvoor geen compenserend vrij wordt opgenomen wordt per uur overwerk 1/174 ge- deelte van de toeslag toegekend. Voor degene die een uitkering ingevolge de WAO en/of WAJONG of de WIA ontvangt wordt hierbij onder toeslag verstaan: de toeslag welke zou zijn ontvangen indien de medewerker geen van deze wettelijke uitkeringen zou ontvangen. 4. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer medewerker 50% van de toename van het jaarinkomen maandinkomen behouden. 45. Het vroeger jaarinkomen inkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomeninkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Garantie inkomen 0 t/m 4 70% 5 t/m 9 70% 10 t/m 14 70% 15 t/m 19 70% 20 t/m 24 75% 25 t/m 29 75% 30 t/m 32 75% ≥ 33 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomeninkomen. 2. Voor de werknemer medewerker die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.11. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-garantie- inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.22. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.33. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-garantie- inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.44. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekendinkomen. 3. Bij overwerk waarvoor geen compenserend vrij wordt opgenomen wordt per uur overwerk 1/174 gedeelte van de toeslag toegekend. Voor degene die een uitkering ingevolge de WAO en/of WAJONG of de WIA ontvangt, wordt hierbij onder toeslag verstaan de toeslag welke zou zijn ontvangen indien de medewerker geen van deze wettelijke uitkeringen zou ontvangen. 4. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer medewerker 50% van de toename van het jaarinkomen maandinkomen behouden. 45. Het vroeger jaarinkomen inkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. van de salarissen en/of b. of de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomeninkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer medewerker die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Garantie inkomen 0 t/m 4 70% 5 t/m 9 70% 10 t/m 14 70% 15 t/m 19 70% 20 t/m 24 75% 25 t/m 29 75% 30 t/m 32 75% ≥ 33 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomeninkomen. 2. Voor de werknemer medewerker die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-garantie- inkomen – zonodig zo nodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-garantie- inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomeninkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig zo nodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekendinkomen. 3. Bij overwerk waarvoor geen compenserend vrij wordt opgenomen wordt per uur overwerk 1/174 gedeelte van de toeslag toegekend. Voor degene die een uitkering ingevolge de WAO en/of WAJONG of de WIA ontvangt, wordt hierbij onder toeslag verstaan de toeslag welke zou zijn ontvangen indien de medewerker geen van deze wettelijke uitkeringen zou ontvangen. 4. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer medewerker 50% van de toename van het jaarinkomen maandinkomen behouden. 45. Het vroeger jaarinkomen inkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover voor zover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomeninkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: 10 t/m 14 70% 15 t/m 19 70% 20 t/m 24 75% 25 t/m 29 75% 30 t/m 32 75% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomen. 2. Voor de werknemer die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. 2.1 Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig zo nodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomen. 2.2. 2.2 Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.3. 2.3 Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig zo nodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomen. 2.4. 2.4 Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig zo nodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. 2.5 Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekend. 3. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer 50% van de toename van het jaarinkomen behouden. 4. Het vroeger jaarinkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. de salarissen en/en/ of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomen. 2. Voor de werknemer die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. 2.1 Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomen. 2.2. 2.2 Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in de Hardshipcommissie. 2.3. 2.3 Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig zo nodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomen. 2.4. 2.4 Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig zo nodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. 2.5 Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekend. 3. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer 50% van de toename van het jaarinkomen behouden. 4. Het vroeger jaarinkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomen, ,dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: 0 t/m 4 70% 5 t/m 9 70% 10 t/m 14 70% 15 t/m 19 70% 20 t/m 24 75% 25 t/m 29 75% 30 t/m 32 75% ≥ 33 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomen. 2. Voor de werknemer die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in een commissie minimaal bestaande uit de HardshipcommissieDirector People & Culture en de betrokken vakbondsbestuurders. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekend. 3. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer 50% van de toename van het jaarinkomen behouden. 4. Het vroeger jaarinkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: 0 t/m 4 70% 5 t/m 9 70% 10 t/m 14 70% 15 t/m 19 70% 20 t/m 24 75% 25 t/m 29 75% 30 t/m 32 75% ≥ 33 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomen. 2. Voor de werknemer die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in een commissie minimaal bestaande uit de HardshipcommissieHR- manager en de betrokken vakbondsbestuurders. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekend. 3. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer 50% van de toename van het jaarinkomen behouden. 4. Het vroeger jaarinkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover voor zover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomen, dienovereenkomstig aangepast.

De inkomensgarantieregeling. 1. Voor de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, geldt een inkomensgarantie afhankelijk van het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Garantie inkomen 0 t/m 4 70% 5 t/m 9 70% 10 t/m 14 70% 15 t/m 19 70% 20 t/m 24 75% 25 t/m 29 75% 30 t/m 32 75% 80% Het genoemde percentage wordt berekend over het vroeger jaarinkomen. 2. Voor de werknemer die 35% of meer arbeidsongeschikt is, doch minder dan 80%, geldt een inkomensgarantie als volgt: 2.1. Bij benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit bedraagt gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, het garantie-inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 70% van het vroeger jaarinkomen. 2.2. Indien sprake is van benutting van minder dan 50% van de restcapaciteit in de periode na afloop van de loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA (en aanspraak op een vervolguitkering aan de orde is), zal bespreking hiervan plaatsvinden in een commissie minimaal bestaande uit de HardshipcommissieHR manager en de betrokken vakbondsbestuurders. 2.3. Bij benutting van meer dan 50% maar minder dan 100% van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen, als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 75% van het vroeger jaarinkomen. 2.4. Bij benutting van 100% of meer van de restcapaciteit bedraagt zowel gedurende de periode waarin een loongerelateerde uitkering uit hoofde van de WIA wordt ontvangen als die waarin een loonaanvullingsuitkering aan de orde is, het garantie-inkomen – zonodig indien nodig door toekenning van een garantietoeslag – 80% van het vroeger jaarinkomen. 2.5. Voor overwerk wordt alleen compenserend vrij toegekend. 3. Indien sprake is van een garantie-inkomen mag de werknemer 50% van de toename van het jaarinkomen behouden. 4. Het vroeger jaarinkomen wordt indien en zodra er sprake is van een algemene aanpassing van a. de salarissen en/of b. de toeslagen genoemd in artikel 1 lid 3 sub b, indien en voorzover die toeslagen ook deel uitmaken van het nieuw jaarinkomen, dienovereenkomstig aangepast.