Duurzame mobiliteit Voorbeeldclausules

Duurzame mobiliteit. Werkgever en werknemers voelen een grote verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan een duurzame samenleving. De huidige bepalingen met betrekking tot reizen en thuiswerken worden als te beperkt ervaren en geven te weinig ruimte en een te grote administratieve druk voor werkgever om een goede en passende maar vooral ook duurzame regeling rondom mobiliteit te maken. Wat een goede en passende regeling rondom mobiliteit is, is niet uniform en hangt volledig af van de organisatie en de regio. Met deze cao-afspraak wordt de werkgever een extra mogelijkheid geboden samen met de OR/PVT hun mobiliteitsbeleid zo duurzaam en passend mogelijk vorm te geven. Hiermee worden aan de werknemers alternatieve, duurzame reisopties geboden. Dit duurzame mobiliteitsbeleid is qua omvang gelijkwaardig aan de huidige cao-afspraken over dit onderwerp. Als de werkgever met de OR/PVT een duurzame regeling tot stand brengt, is het vervolgens aan de werknemer om gebruik te maken van de duurzame regeling of van de huidige cao- afspraken.
Duurzame mobiliteit. De werkgever moet een regeling vaststellen voor een vergoeding voor reiskosten woon-werkverkeer. Bij het bepalen van de onkostenvergoeding(en) in de lokale regeling moet aandacht zijn voor verschillende vervoersmodaliteiten (fiets, auto, ov, etc.) en de co2-reductie doelstelling. Het verstrekken van een ov-abonnement wordt daarbij ook gezien als een vorm van een onkostenvergoeding.
Duurzame mobiliteit. Het plan heeft als doel prikkels te versterken en belemmeringen weg te nemen om het aanbod van en de vraag naar collectief vervoer met een lage uitstoot te vergroten. Het plan omvat gewestelijke hervormingen die de ondersteuning van e-mobiliteit en de totstandbrenging van elektrische laadpunten als doel hebben – Vlaanderen alleen wil 30 000 laadpunten tot stand brengen. België heeft ook toegezegd dat de kwaliteit van de dienstverlening en de efficiëntie van de spoorwegen zullen worden verbeterd. Bovendien zal België het mobiliteitsbudget hervormen om het gebruik van collectief vervoer aan te moedigen, en prikkels invoeren om particuliere en semi-publieke elektrische oplaadpunten te installeren. Het plan omvat ook een hervorming van België maakt gebruik van de herstel- en veerkrachtfaciliteit om de circulaire economie een boost te geven. Component 5.3 omvat maatregelen die op uiteenlopende wijze gericht zijn op een beter beheer van hulpbronnen. Er zal nieuwe recyclinginfrastructuur worden opgezet voor ontbrekende onderdelen in verschillende waardeketens, zoals textiel en matrassen, en om lokale circulaire productie mogelijk te maken (I-5.14 “Recyclage Hub”). Er zal ook steun gaan naar onderzoek en ontwikkeling, bijvoorbeeld voor de ontwikkeling van alternatieven voor het gebruik van schadelijke chemische stoffen, en naar innovatiepartnerschappen, met name voor twee prioritaire waardeketens, metalen en bouwmaterialen (I-5.15 “Belgium Builds Back Circular” en I-5.17 “Circulair bouwen en maakindustrie”). Andere acties zijn gericht op het bevorderen van ecodesignprojecten, het circulaire gebruik van metalen, batterijen en mineralen of het vergroten van het bewustzijn van de circulaire economie bij kmo’s (I-5.16 Uitrol van de circulaire economie in Wallonië). Op verschillende overheidsniveaus zullen circulaire- economiestrategieën worden ontwikkeld om de verschillende beoogde investeringen alsook andere initiatieven buiten het herstel- en veerkrachtplan van België te sturen en te beheren.
Duurzame mobiliteit. De realisatie van de doelstellingen van deze samenwerkingsovereenkomst moeten maximaal een toekomstige duurzame mobiliteit (via meerdere transportmodi) van het plangebied vrijwaren. Specifiek wordt hierbij de potentie voor watergebonden transport onderstreept.
Duurzame mobiliteit. Wanneer een duurzaam mobiliteitsprogramma is ontwikkeld bij KLM, zullen partijen in overleg vaststellen of dit, geheel of gedeeltelijk, ook voor KLMFA toepasbaar is.
Duurzame mobiliteit. Het Rijk zet in op invoering van zero­emissiezones voor stadslogistiek in grote steden. Dit is belang­ rijk voor gezondheid, natuur en klimaat: bestel­ en vrachtauto’s zorgen voor stikstof­ en broeikasgas­ uitstoot, luchtvervuiling en geluidsoverlast. In overeenstemming met Rijksbeleid gelden tot 2030 een overgangsregeling én ontheffings­ mogelijkheden voor zero­emissiezones. Eerder is besloten om een zero­emissiezone in Den Haag Centrum te realiseren per 1 januari 2025. Op basis van de uitkomsten van haalbaarheids­ onderzoeken realiseren we daarnaast een zero­emissiezone voor stadslogistiek langs de kuststrook tot en met de Laan van Meerdervoort ingaande op 1 januari 2026. Hiervoor voeren we een MKB­toets uit; • We starten met de realisatie van een programma Duurzame Stadslogistiek om vervoers­ bewegingen zoveel mogelijk terug te brengen of schoner te maken. In samenwerking met het Rijk bestaat sinds 2020 een gemeentelijke hub van waaruit onder andere de gemeentelijke panden worden bevoorraad. Hierdoor wordt het aantal vervoersmomenten binnen de stadsgrenzen sterk verminderd en wordt emissieloos vervoer verder bevorderd. We willen het gebruik hiervan faciliteren, aanjagen en stimuleren; • Samen met grote bedrijven in de stad maken we afspraken over het verduurzamen van het woon­werkverkeer; • We blijven werken aan de beschikbaarheid van voldoende voorzieningen om elektrische voertuigen op te laden.
Duurzame mobiliteit. I a. Onderzoeken van kansen duurzame mobiliteit Partijen zullen samen de kansen van duurzame mobiliteit verder onderzoeken bij bestaand bezit en bij nieuwbouwprojecten (zoals stallingsmogelijkheden voor (e-) fietsen en (e-) scooters, laadvoorzieningen voor de e-auto en meewerken aan bewustwordingscampagnes (deelmobiliteit, houtstook ed). Corporaties Gemeente Jaarschijf 2020 en 2021 Jaar Betrokken Trekker 3.1 Energietransitie R a. Warmtevisie gemeente Leiden De gemeente Leiden komt in 2021 met een warmtevisie met daarin duidelijkheid over waar, wanneer, welke warmtebron toepasbaar/haalbaar is. 2021 Corporaties* Huurders- organisaties Gemeente

Related to Duurzame mobiliteit

  • Deelbaarheid 11.1. Indien één of meer bepalingen van deze Overeenkomst niet rechtsgeldig blijkt en/of blijken te zijn zal de Overeenkomst voor het overige van kracht blijven. Partijen zullen over de bepalingen die niet geldend zijn overleggen, teneinde een vervangende regeling te treffen die wel rechtsgeldig is en zoveel mogelijk aansluit bij de strekking van de te vervangen regeling.

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. 2. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in de nacht (meer dan 1 uur tussen 00.00 en 06.00 uur). Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. Bestaande afspraken gemaakt met werknemers die voorheen onder de CAO Goederenvervoer Nederland vielen, worden gerespecteerd. 3. Teneinde bij te dragen aan de duurzame inzetbaarheid van werknemers en die werknemers meer inzicht te geven daarin zal het Sectorinstituut Transport en Logistiek het gebruik van employability- en loopbaanscans en een vitaliteitsprogramma nader promoten. Werknemers kunnen 1x per 3 jaar gebruik maken van deze instrumenten.

  • Het verzekerde motorrijtuig De schade aan het verzekerde motorrijtuig is uitgesloten.

  • Tegenstrijdigheid en wijziging Verwerkersovereenkomst 1. In het geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen uit deze Verwerkersovereenkomst en de bepalingen van de Product- en Dienstenovereenkomst, dan zullen de bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst leidend zijn. 2. Indien Partijen van de artikelen in de Model Verwerkersovereenkomst door omstandigheden moeten afwijken, of deze willen aanvullen, dan zullen deze wijzigingen en/of aanvullingen door Partijen worden beschreven en gemotiveerd in een overzicht dat als Bijlage 3 aan deze Verwerkersovereenkomst zal worden gehecht. Het bepaalde in dit lid geldt niet voor aanvullingen en/of wijzigingen van de Bijlagen 1 en 2. 3. Bij belangrijke wijzigingen in het product en/of de (aanvullende) diensten die van invloed zijn op de Verwerking van de Persoonsgegevens wordt, alvorens de Onderwijsinstelling de keuze hiertoe aanvaardt, de Onderwijsinstelling in begrijpelijke taal geïnformeerd over de consequenties van deze wijzigingen. Onder belangrijke wijzigingen wordt in ieder geval verstaan: de toevoeging of wijziging van een functionaliteit die leidt tot een uitbreiding ten aanzien van de te Verwerken Persoonsgegevens en de doeleinden waaronder de Persoonsgegevens worden Verwerkt. De wijzigingen zullen in Bijlage 1 worden opgenomen. 4. Wijzigingen in de artikelen van de Verwerkersovereenkomst kunnen uitsluitend in gezamenlijkheid worden overeengekomen. 5. In het geval enige bepaling van deze Verwerkersovereenkomst nietig, vernietigbaar of anderszins niet afdwingbaar is of wordt, blijven de overige bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst volledig van kracht. Partijen zullen in dat geval met elkaar in overleg treden om de nietige, vernietigbare of anderszins niet afdwingbare bepaling te vervangen door een uitvoerbare alternatieve bepaling. Daarbij zullen partijen zoveel mogelijk rekening houden met het doel en de strekking van de nietige, vernietigde of anderszins niet afdwingbare bepaling.

  • Betaalbaarheid Het voorstel draagt bij aan meer betaalbare woonruimte in de koop- en/of huursector in het sociale en middeldure segment Doelgroepen Het voorstel draagt bij aan de behoefte aan huisvesting vanuit specifieke doelgroepen, met name starters, ouderen en nieuwkomers (internationale werknemers en nieuwe Limburgers) Impact woningmarkt Het voorstel draagt op de (middel)lange termijn bij aan het in overeenstemming brengen van woningbehoefte en -voorraad Woningvoorraad Het voorstel voorziet in het actualiseren van ruimtelijke plannen (planvoorraad wonen, retailfuncties, etc.) Kleine kern Het voorstel behelst maatregelen in een kern buiten de stedelijke centra Innovatie Het voorstel speelt in op nieuwe woonvarianten, zoals flexwonen, tiny houses, hofjeswoningen, tijdelijke woonruimte en kluswoningen Xxxxxxxxx Het voorstel draagt bij aan het terugdringen van leegstaande objecten in een kern die vanuit sociaal-maatschappelijk optiek onwenselijk is

  • Leefbaarheid NPRZ Woonbron levert in het kader van NPRZ een bijdrage aan het woon- en leefmilieu in de wijk Carnisse. Vanuit de positie van ‘betrokken buurman, want Xxxxxxxx bezit in Carnisse slechts een klein aantal huurwoningen. In 2024/2025 komt dit onder meer tot uitdrukking in: • Woonbron en gemeente werken samen in de aanpak rondom goed Verhuurderschap. De gemeente zet de Verhuurdervergunning woonruimte als pilot in. Xxxxxxxx draagt bij aan informatievoorziening over de handhaving, signalering en de afspraken rondom opvang van slachtoffers van schrijnende huisvestingssituaties. • Woonbron heeft in de Eilandenbuurt circa 85 woningen aangekocht. Gemeente en Woonbron hebben afgesproken een eerste fase aanpak te richtten op verduurzaming hiervan. Een 2e fase, gericht op woningdifferentiatie, blijven we verkennen, o.a. vanuit mogelijkheden van het volkshuisvestingsfonds. • Het project Urkersingel (sloop/nieuwbouw) waaraan Woonbron deelneemt is vergevorderd. Xxxxxxxx heeft hier conform de SOK-afspraken de optie tot het uitnemen van 44 middenhuurwoningen. • Aanpalend aan de gemeentelijke aanpak in de Fazantstraat zet Woonbron in op een aanpak van portieken met Woonbronbezit via de VvE’s. • Woonbron verkent of zij de nieuwbouwontwikkeling in de Texelsestraat op zich kan nemen. • Woonbron verkent met de betreffende ontwikkelaar een deel sociale nieuwbouw op de Parnassialocatie Hart van Zuid. De gemeente zal zich hiervoor actief en ondersteunend opstellen. • De huurders van sociale huurwoningen denken proactief mee aan uitdagingen van de wijk en oplossingen daarvoor in een klankbordgroep samen met de projectleider sociaal van Woonbron. • Woonbron heeft de afgelopen jaren al 27 mln euro gealloceerd in Carnisse in grotendeels activiteiten die te maken hebben met de particuliere voorraad. Woonbron zal naar voren toe niet meer geld voor de particuliere voorraad reserveren.

  • Haalbaarheid DAS informeert u over de haalbaarheid van uw zaak en overlegt met u over de aanpak. DAS kan ook besluiten de verlening van rechtsbijstand (voor een deel) over te dragen aan een deskundige die niet bij DAS werkt. Zo iemand noemen we een externe deskundige. U machtigt DAS om opdrachten namens u te geven.

  • Belangrijke gegevens doorsturen U moet alle brieven en andere documenten die u ontvangt en die met de schade te maken hebben onbeantwoord naar ons doorsturen. Medewerking verlenen

  • Wie kunnen bij een medische handeling aanwezig zijn? Als wij een medische handeling uitvoeren zorgen wij ervoor dat dit buiten het zicht en gehoor van anderen gebeurt. Anderen zijn niet: • de zorgverlener die de handeling verricht en degenen van wie de medewerking bij de uitvoering van de handeling noodzakelijk is; • uw vertegenwoordiger, tenzij de zorgverlener vindt dat de aanwezigheid van de vertegenwoordiger niet past bij goede zorgverlening. Wanneer wij van plan zijn om bij een medische handeling of een gesprek een stagiaire aanwezig te laten zijn, dan vragen wij u daarvoor voorafgaand toestemming.

  • Vakantie en ziekte 1 De werknemer die de overeengekomen arbeid wegens ziekte niet verricht bouwt vakantie-uren op over het wettelijk minimum aantal vakantie uren, te weten viermaal de overeengekomen arbeidsduur per week. Voor het bovenwettelijke deel van de vakantie uren geldt dat deze worden opgebouwd over de eerste 6 maanden van het ziekteverlof. Hierbij worden tijdvakken samengeteld als zij elkaar met een onderbreking van minder dan een maand opvolgen. Na die periode bouwt de werknemer die de arbeid voor een gedeelte van de overeengekomen arbeidsduur niet verricht wegens ziekte, naar rato van de gewerkte uren verlofrecht op. 2 Indien de werknemer gedurende zijn vakantie ziek wordt, wordt het verlof omgezet in ziekteverlof.