Executie. 1. Indien de geldnemer in verzuim is met de voldoening van het verschuldigde, is de geldverstrekker, onverminderd zijn recht tot verhaal van de vordering op elke andere wijze, bevoegd tot executie van het verpande onderpand op de in artikel 3:250 van het Burgerlijk Wetboek omschreven wijze, hetzij in zijn geheel, hetzij in gedeelten. Het vorenstaande laat onverlet de bevoegdheid van de geldverstrekker aan de President van de Rechtbank te verzoeken te bepalen dat enig onderpand zal worden verkocht op een van de vorige zin afwijkende wijze of te bepalen dat enig onderpand voor een door die President vast te stellen bedrag aan de geldverstrekker als koper zal verblijven.
2. De geldverstrekker is niet verplicht (het voornemen tot) de verkoop mee te delen aan de geldnemer, de borg, een pandgever, beperkt gerechtigde of beslaglegger.
3. Indien de geldverstrekker besluit tot de in dit artikel bedoelde verkoop, heeft uitsluitend de geldverstrekker de bevoegdheid de orde te regelen volgens welke het verpande onderpand wordt verkocht. De geldnemer is verplicht zijn volledige medewerking aan die verkoop te verlenen en daartoe onder meer, indien het verpande onderpand zaken of toonderpapier betreft, deze ter beschikking van de geldverstrekker te (doen) stellen ter plaatse als door de geldverstrekker zal worden vastgesteld. Bij niet nakoming van deze verplichtingen is de geldverstrekker indien het pandrecht gevestigd is bij notariële akte bevoegd zich toegang te verschaffen tot die zaken en deze onder zich te nemen, desnoods met behulp van de sterke arm, onverschillig waar die zaken zich bevinden.
4. De geldverstrekker is bevoegd de in artikel 3:254 van het Burgerlijk Wetboek vermelde zaken tezamen met de woning volgens de voor hypotheek geldende regels te executeren.
Executie. 15.1 Indien sprake is van een executoriale verkoop dan wel verkoop bij wege van parate executie geldt het bepaalde in artikel 7:19 BW.
Executie. Verzuim
1 danwel een ander overzicht waaruit blijkt welke mutaties zich hebben voorgedaan ten aanzien van die activa (waaronder begrepen de afschrijvingen)
6.1. Wanneer de Geldnemer in de nakoming van één of meer van zijn/haar verplichtingen jegens de Stichting Zekerheden uit hoofde van dit Addendum Zekerheden en/of de Overeenkomst Lening in verzuim is in de zin van artikel 6:81 en verder van het Burgerlijk Wetboek, is de Stichting Zekerheden bevoegd:
a. ten aanzien van de Verpande Rechten: van de verpanding mededeling te doen aan de schuldenaren daarvan of de betrokken derde(n), waarop de Geldnemer de juistheid van die mededeling desgewenst terstond na een daartoe strekkend verzoek van de Stichting Zekerheden schriftelijk aan een schuldenaar of derde zal bevestigen; en
b. ten aanzien van de Verpande Zaken: te vorderen dat deze in haar macht of die van een derde worden gebracht.
Executie. Indien de aflossing plaatsvindt als gevolg van de executoriale verkoop van het onderpand, is geen vergoeding verschuldigd.
Executie. 45.1 Indien en zodra enig in verband met het Verschuldigde aan de Geldverstrekker verschuldigd bedrag niet volledig en/of niet binnen de daarvoor geldende termijn wordt voldaan, is de Geldverstrekker gerechtigd, onverminderd alle overige wettelijke rechten die hem mochten toekomen en onder zodanige voorwaarden als hij geraden acht, met inachtneming van de in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voorgeschreven formaliteiten:
Executie. 41.1 Indien de schuldenaar in verzuim is met de voldoening van enige vordering waarvoor het hypotheekrecht tot zekerheid is gevestigd, is de bank bevoegd het verbondene te executeren en zich op de executieopbrengst te verhalen.
41.2 De bank is bevoegd de aan haar verpande roerende zaken die bestemd zijn om het te executeren registergoed duur- zaam te dienen of daarmee een bedrijf uit te oefenen tezamen met het registergoed volgens de voor hypotheek geldende regels te executeren.
41.3 De hypotheekgever is verplicht aan de notaris belast met een verkoop in het kader van een executie van het verbon- dene als bedoeld in de artikelen 41.1 en 41.2 alle door hem gewenste inlichtingen betreffende het verbondene te verstrekken.
41.4 De hypotheekgever is verplicht in geval van executie van het verbondene als bedoeld in de artikelen 41.1 en
Executie. Verzuim
5.1. Wanneer de Geldnemer in de nakoming van één of meer van zijn/haar verplichtingen jegens de Stichting Zekerheden uit hoofde van dit Addendum Zekerheden en/of de Overeenkomst Lening in verzuim is in de zin van artikel 6:81 en verder van het Burgerlijk Wetboek, is de Stichting Zekerheden bevoegd:
a. ten aanzien van de Verpande Rechten: van de verpanding mededeling te doen aan de schuldenaren daarvan of de betrokken derde(n), waarop de Geldnemer de juistheid van die mededeling desgewenst terstond na een daartoe strekkend verzoek van de Stichting Zekerheden schriftelijk aan een schuldenaar of derde zal bevestigen; en
b. ten aanzien van de Verpande Zaken: te vorderen dat deze in haar macht of die van een derde worden gebracht.
1 danwel een ander overzicht waaruit blijkt welke mutaties zich hebben voorgedaan ten aanzien van die activa (waaronder begrepen de afschrijvingen)
5.2. Na de mededeling van een pandrecht op de Verpande Vordering aan de schuldenaar van de betreffende vordering komen de in Artikel 3.3. vermelde bevoegdheden aan de Stichting Zekerheden toe op grond van art. 3:246 BW en/of op grond van een hierbij door de Geldnemer aan de Stichting Zekerheden verleende privatieve last om eventuele rechtshandelingen met betrekking tot de Verpande Vorderingen te verrichten.
5.3. De Geldnemer verschaft op eerste verzoek van de Stichting Zekerheden alle bewijsstukken en executoriale titels met betrekking tot de Verpande Vorderingen en bijbehorende nevenrechten aan de Stichting Zekerheden. Voorafgaande aan de mededeling als bedoeld in Artikel 5.1.a. verschaft de Geldnemer deze documenten in afschrift en na de mededeling als bedoeld in Artikel 5.1.a. in origineel. Voor het geval enig bewijsstuk of enige executoriale titel onder een derde berust, althans van een derde te verkrijgen is en de Geldnemer niet terstond op eerste verzoek van de Stichting Zekerheden zou voldoen aan de onderhavige verplichtingen, machtigt hij de Stichting Zekerheden thans reeds voor alsdan onherroepelijk om zelf dit stuk bij die derde op te vragen en eventueel in rechte op te vorderen.
Executie. Zodra de bank krachtens het bepaalde in de hypotheekakte bevoegd is om over te gaan tot executie van het verbondene, sluit deze bevoegdheid onder meer in: – om de verkoop geheel of ten dele te doen plaatsvinden op de tijd en plaats als zij zal goedvinden, met inachtneming van de plaatselijke gebruiken, ten overstaan van een notaris te harer keuze; – om daarbij in overleg met de notaris zodanige verkoopvoorwaarden te doen vaststellen, zodanige kavels te maken en zodanige erfdienstbaarheden te vestigen als zij zal goedvinden; – om een datum van aanvaarding vast te stellen; – om het verkochte te leveren en daarbij zodanige bedingen vast te stellen als haar goeddunkt; – om het verbondene op te houden en het op een ander tijdstip opnieuw te veilen; – om een aangekondigde en aangevangen openbare verkoop uit te stellen en later te vervolgen; – om voor het geval de koper in gebreke mocht blijven met betaling der kooppenningen of voldoening van andere verplichtingen, tot herveiling over te gaan, al dan niet na gerechtelijke ontbinding van de koop; – om de koop zonodig gerechtelijk te doen ontbinden, indien de koper verzuimt op de daarvoor vastgestelde datum aan zijn verplichtingen te voldoen; De hypotheekgever is verplicht aan de met de verkoop belaste notaris alle gewenste inlichtingen en gegevens betreffende het verbondene te verstrekken.
Executie. Indien de Schuldenaar in verzuim is met de voldoening van hetgeen waarvoor deze hypotheek tot waarborg strekt is de Schuldeiser bevoegd het Verbondene, tezamen met hetgeen tot mede-onderpand strekt, in het openbaar ten overstaan van een bevoegde notaris te doen verkopen, zoals bepaald in artikel 3:268 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, teneinde uit de opbrengst al het verschuldigde te verhalen. De Schuldeiser heeft dan het recht de veilingcondities vast te stellen, kavels te maken, erfdienstbaarheden te vestigen, kortom de gehele veiling te regelen, een en ander met inachtneming van de door de wet terzake gestelde regels. De hypotheekgever zowel als de Schuldeiser kunnen de President van de Rechtbank verzoeken onderhandse executie toe te staan als bedoeld in artikel 3:268 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. Indien executant het goed niet reeds ontruimd onder zich heeft krachtens B.6. zal ontruiming kunnen geschieden uit kracht van de grosse van het proces-verbaal van toewijzing (artikel 525 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) of - indien het een onderhandse executie betreft - van de akte van levering. 8. Onderpand Het recht van hypotheek wordt gevestigd op: (het “Verbondene”). 9. Eigendomsverkrijging Hypotheekgever verklaarde dat het Verbondene door hem (ieder voor de onverdeelde helft) zal worden verkregen door de inschrijving ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers te Amsterdam, in register 4, van het afschrift van een akte van levering krachtens koop, mede op heden verleden, voor mr X.X. Xxxxxx, notaris te Amsterdam.
Executie. Het executietraject bestaat uit alle handelingen die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van het verkregen vonnis mits de schuldenaar met naam, adres en woonplaats in Nederland bekend is