Dienstjaren Voorbeeldclausules

Dienstjaren. De dienstjaren worden als volgt gewogen: • dienstjaren tot de leeftijd van 35 jaar tellen voor 0,5 dienstjaar; • dienstjaren vanaf het moment dat de leeftijd van 35 is bereikt tellen keer 1; • dienstjaren vanaf het moment dat de leeftijd van 45 is bereikt tellen keer 1,5; • dienstjaren vanaf het moment dat de leeftijd van 55 is bereikt tellen keer 2.
Dienstjaren. De diensttijd doorgebracht bij de gelieerde rechtspersoon wordt beschouwd als diensttijd in het kader van artikel 7.5.1 van de CAO-SBB (dienstjubileum).
Dienstjaren. Dienstjaren doorgebracht bij de landelijke centrales van woningcorporaties en daaraan gelieerde instellingen worden beschouwd als dienstjaren doorgebracht bij een werkgever.
Dienstjaren. Is de werknemer onafgebroken in dienst van dezelfde werkgever? Dan heeft hij recht op de volgende extra vakantiedagen: • bij langer dan 5 jaar dienstverband 1 dag; • bij langer dan 10 jaar dienstverband 2 dagen; • bij langer dan 15 jaar dienstverband 3 dagen; • bij langer dan 20 jaar dienstverband 4 dagen.
Dienstjaren. Als perioden die meetellen als dienstjaren dan wel als diensttijd worden in aanmerking genomen: a. de periode gedurende welke de dienstbetrekking heeft geduurd, daaronder begrepen perioden van - al dan niet in deeltijd -: 1. ouderschapsverlof als bedoeld in artikel 644 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; 2. sabbatsverlof krachtens een schriftelijk vastgelegde regeling van werkgever gedurende ten hoogste twaalf maanden; 3. studieverlof voor cursussen, voor opleidingen of studie voor een beroep, voor het op peil houden van de vakkennis en voor cursussen, opleidingen of studie die door werkgever worden gefinancierd; 4. verlof als bedoeld in artikel 7:1 en volgende van de Wet arbeid en zorg gedurende ten hoogste achttien maanden; met dien verstande dat bij dienstbetrekkingen in deeltijd de aldus in aanmerking te nemen periode wordt verminderd overeenkomstig de deeltijdfactor. b. perioden gedurende welke werknemer in dienstbetrekking heeft gestaan tot een met werkgever verbonden lichaam als bedoeld in artikel 10a, vierde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, dat niet in Nederland is gevestigd, voorzover hij/zij bij dat verbonden lichaam niet heeft deelgenomen aan een pensioenregeling; c. perioden gedurende welke, in aansluiting op de in de onderdelen a en b bedoelde perioden, na onvrijwillig ontslag inkomensvervangende, loongerelateerde uitkeringen worden ontvangen; d. dienstjaren ten gevolge van waardeoverdracht van pensioenkapitaal, als bedoeld in de artikelen 32, vierde lid, 32a of 32b van de PSW, naar de huidige werkgever of de pensioenuitvoerder van de huidige werkgever; e. perioden waarin werknemer een tot zijn huishouden behorend kind heeft verzorgd dat de leeftijd van twaalf jaar niet heeft bereikt, met dien verstande dat de perioden waarin de kinderen die werknemer heeft verzorgd de leeftijd van zes jaar hebben bereikt, meetellen voor de helft. Bij dienstbetrekkingen in deeltijd wordt de aldus in aanmerking te nemen periode verminderd overeenkomstig de deeltijdfactor.
Dienstjaren. De voor de pensioenberekening in aanmerking te nemen dienstjaren zijn de in dienst van de Werkgever doorgebrachte jaren waarin de Werknemer tevens Deelnemer aan de pensioenregeling is. Als dienstjaren worden tevens in aanmerking genomen extra dienstjaren als gevolg van waardeoverdracht. Het aantal dienstjaren wordt bepaald in jaren en maanden; een gedeelte van een maand van 16 dagen of meer wordt voor een gehele maand gerekend en een gedeelte van een maand van minder dan 16 dagen wordt verwaarloosd.
Dienstjaren. Bij de bepaling van het aantal dienstjaren wordt het aantal jaren in aanmerking genomen dat de deelnemer vanaf de datum van toetreding tot de pensioenregeling tot de pensioendatum in dienst van de onderneming kan doorbrengen.
Dienstjaren. De bij NN opgebouwde dienstjaren (inclusief de van rechtswege meegekomen jaren van haar rechtsvoorgangers) blijven na de overgang meetellen bij de vaststelling van de diensttijd bij de overnemende partij.
Dienstjaren. Het aantal jaren dat de medewerker in dienst is van de werkgever en onder de werkingssfeer van de AVR van de werkgever viel. De periode waarin de medewerker direct voorafgaand aan de arbeidsovereenkomst met de werkgever werkzaamheden heeft verricht voor een andere werkgever, en wel zo dat de werkgever en deze andere werkgever ten aanzien van de verrichte arbeid als elkaars opvolger moeten worden gezien, gelden ook als dienstjaren in het kader van dit Sociaal Plan. Het jaarsalaris transitievergoeding is, gebaseerd op de peildatum van de berekening, 12× het maandsalaris + vakantietoeslag + (Additioneel) Keuze Budget + gemiddelde van de uitbetalingen van variabele beloning in de voorgaande 3 kalenderjaren + extra gewerkte en uitbetaalde uren in de voorgaande 12 maanden.
Dienstjaren. Het aantal ononderbroken dienstjaren doorgebracht bij de werkgever, dat de werknemer heeft bereikt voorafgaand aan de dag van de start van de herplaatsingsfase, waarbij minder dan 6 maanden als geen en 6 of meer dan 6 maanden als een volledig jaar wordt beschouwd. Onderbrekingen in het dienstverband van minder dan 3 maanden worden niet als onderbreking beschouwd. • Tot de dienstjaren worden gerekend de dienstjaren die zijn opgebouwd bij de rechtsvoorgangers van de werkgever (b.v. als gevolg van overname en fusie). • Dienstjaren uit dienstverbanden die niet van rechtswege zijn overgegaan worden niet meegenomen. • Indien het dienstverband bij de werkgever is begonnen met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd dan zal deze periode worden betrokken bij de bepaling van het aantal dienstjaren. Bij deze periode worden ook betrokken de perioden die de werknemer doorbracht bij de werkgever als uitzendkracht/gedetacheerde mits het gaat om dezelfde of soortgelijke werkzaamheden. De Werknemer dient te kunnen onderbouwen dat hij werkzaam is geweest bij het uitzendbureau in dezelfde of soortgelijke werkzaamheden.