EXTRA VRIJE UREN. 1 Om tegemoet te komen aan de verminderde belastbaarheid van de oudere werknemer heeft deze, boven op de in artikel 34 lid 1 genoemde vakantie-uren, aanspraak op extra vakantie volgens onderstaande regeling, bij aanvang van het jaar waarin hij de leeftijd bereikt van: - 46 tot en met 50 jaar: 2 diensten; - 51 tot en met 55 jaar: 3 diensten; - 56 tot en met 60 jaar: 4 diensten; - 61 jaar en ouder: 5 diensten.
2 De werknemer die ten minste 25, respectievelijk 30, respectievelijk 40 aaneengesloten jaren in dienst van de onderneming werkzaam is geweest, ontvangt jaarlijks 2 diensten, respectievelijk 3 diensten, respectievelijk 4 diensten extra vakantie met behoud van inkomen (diensttijdvakantie).
3 Cumuleren van de onder lid 1 en 2 genoemde bepalingen is niet mogelijk.
4 De werknemer dient de extra vrije uren uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de rechten zijn toegekend op te nemen, tenzij er tussen werknemer en werkgever een concreet spaardoel overeengekomen is dat leidt tot recuperatie ofwel de extra uren worden uitgeruild volgens de cao à la carte regeling zoals vastgelegd in artikel 18.
EXTRA VRIJE UREN. 1 Om tegemoet te komen aan de verminderde belastbaarheid van de oudere werknemer heeft deze, boven op de in artikel 34 lid 1 genoem- de vakantie-uren, aanspraak op extra vakantie volgens onderstaande regeling, bij aanvang van het jaar waarinhij de leeftijd bereikt van: - 45 tot en met 49 jaar: 2 diensten; - 50 tot en met 54 jaar: 3 diensten; - 55 tot en met 59 jaar: 4 diensten; - 60 jaar en ouder: 5 diensten.
2 De werknemer die ten minste 25, respectievelijk 30, respectievelijk 40 aaneengesloten jaren in dienst van de onderneming werkzaam is geweest, ontvangt jaarlijks 2 diensten, respectievelijk 3 diensten, res- pectievelijk 4 diensten extra vakantie met behoud van inkomen (dienst- tijdvakantie).
3 Cumuleren van de onder lid 1 en 2 genoemde bepalingen is niet moge- lijk.
EXTRA VRIJE UREN. 1 Om tegemoet te komen aan de verminderde belastbaarheid van de oudere werknemer heeft deze, boven op de in artikel 34 lid 1 genoem- de vakantie-uren, aanspraak op extra vakantie volgens onderstaande regeling, bij aanvang van het jaar waarin hij de leeftijd bereikt van: - 46 tot en met 50 jaar: 2 diensten; - 51 tot en met 55 jaar: 3 diensten; - 56 tot en met 60 jaar: 4 diensten; - 61 jaar en ouder: 5 diensten.
2 De werknemer die ten minste 25, respectievelijk 30, respectievelijk 40 aaneengesloten jaren in dienst van de onderneming werkzaam is geweest, ontvangt jaarlijks 2 diensten, respectievelijk 3 diensten, res- pectievelijk 4 diensten extra vakantie met behoud van inkomen (dienst- tijdvakantie).
3 Cumuleren van de onder lid 1 en 2 genoemde bepalingen is niet moge- lijk.
4 Rechten voortvloeiend uit artikel 35 van de cao voor de Zoetwarenindustrie van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 (zie besluit tot algemeen verbindend verklaring d.d. 15 juli 2014, Staatscourant 18 juli 2014, nr. 15154) blijven gelden tot het moment dat de rechten zoals hierboven ver- meld in lid 1 gelijk zijn of hoger dan die rechten.
EXTRA VRIJE UREN. 1 Om tegemoet te komen aan de verminderde belastbaarheid van de oudere werknemer heeft deze, boven op de in artikel 34 lid 1 genoemde vakantie- uren, aanspraak op extra vakantie volgens onderstaande regeling, bij aanvang van het jaar waarin hij de leeftijd bereikt van: - 46 tot en met 50 jaar: 2 diensten; - 51 tot en met 55 jaar: 3 diensten; - 56 tot en met 60 jaar: 4 diensten; - 61 jaar en ouder: 5 diensten.
2 De werknemer die ten minste 25, respectievelijk 30, respectievelijk 40 aaneen- gesloten jaren in dienst van de onderneming werkzaam is geweest, ontvangt jaarlijks 2 diensten, respectievelijk 3 diensten, respectievelijk 4 diensten extra vakantie met behoud van inkomen (diensttijdvakantie).
3 Cumuleren van de onder lid 1 en 2 genoemde bepalingen is niet mogelijk.
4 De werkgever vraagt uiterlijk 1 december van het voorafgaande jaar aan de werknemer om zijn extra vrije diensten in te plannen. De werknemer dient ver- volgens de dagen voor 1 januari van het betreffende jaar in te plannen. Zo niet, dan zal de werkgever de dagen inroosteren. Indien de werkgever de werknemer niet vraagt om de dagen in te plannen, dan hoeft de werknemer ze niet in te plan- nen en zal de werkgever ze ook niet inroosteren. In dat geval blijven het vrij opneembare vakantiedagen.
EXTRA VRIJE UREN. 1 Om tegemoet te komen aan de verminderde belastbaarheid van de oudere werknemer heeft deze, boven op de in artikel 34 lid 1 genoem- de vakantie-uren, aanspraak op extra vakantie volgens onderstaande regeling, bij aanvang van het jaar waarin hij de leeftijd bereikt van: - 45 tot en met 49 jaar: 2 diensten; - 50 tot en met 54 jaar: 3 diensten; - 55 tot en met 59 jaar: 4 diensten; - 60 jaar en ouder: 5 diensten. Per 31 december 2014 komt bovenstaande staffel te vervallen en geldt dat de oudere werknemer, boven op de in artikel 34 lid 1 genoemde vakantie-uren, aanspraak heeft op extra vakantie volgens onderstaan- de regeling, bij aanvang van het jaar waarin hij de leeftijd bereikt van: - 46 tot en met 50 jaar: 2 diensten; - 51 tot en met 55 jaar: 3 diensten; - 56 tot en met 60 jaar: 4 diensten; - 61 jaar en ouder: 5 diensten.
2 De werknemer die ten minste 25, respectievelijk 30, respectievelijk 40 aaneengesloten jaren in dienst van de onderneming werkzaam is geweest, ontvangt jaarlijks 2 diensten, respectievelijk 3 diensten, res- pectievelijk 4 diensten extra vakantie met behoud van inkomen (dienst- tijdvakantie).
3 Cumuleren van de onder lid 1 en 2 genoemde bepalingen is niet moge- lijk.
4 Rechten voortvloeiend uit dit artikel van eerdere collectieve arbeidsover- eenkomsten komen met de inwerkingtreding van deze collectieve arbeids- overeenkomst (CAO) te vervallen. In plaats daarvan gelden de rechten voortvloeiend uit dit artikel van deze CAO. Dit artikel heeft, voorzover de- ze mindere aanspraken geeft, voorrang op de voorgaande CAO(en). Indivi- duele aanspraken die niet uit eerdere CAO’en voortvloeien, blijven van kracht.