Geldmiddelen en kasequivalenten Voorbeeldclausules

Geldmiddelen en kasequivalenten. Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contanten, direct opvraagbare deposito’s en andere kortlopende, uiterst liquide financiële activa die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardevermindering in zich dragen.
Geldmiddelen en kasequivalenten. Geldmiddelen en kasequivalenten bestaan uit kassaldi, banksaldi en direct opvraagbare deposito’s. Kaskredieten die direct opeisbaar zijn en die een integraal deel uitmaken van het thesauriebeheer van de Groep, maken in het kasstroomoverzicht deel uit van kasequivalenten en geldmiddelen. De boekwaarde van de activa van de Groep, met uitzondering van voorraden (zie hoofdstuk “Voorraden”) en uitgestelde belastingvorderingen (zie hoofdstuk “Winstbelastingen”), worden op elke balansdatum herzien om vast te stellen of er enige aanwijzing is voor een bijzondere waardevermindering. Indien zulke aanwijzing bestaat, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. Voor goodwill en immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur en immateriële activa die nog niet gebruiksklaar zijn, wordt de realiseerbare waarde geschat aan het einde van elke verslagperiode. Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen telkens als de boekwaarde van een actief of kasstroom genererende eenheid de realiseerbare waarde ervan overschrijdt. Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Opgenomen bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot kasstroom genererende eenheden worden eerst toegerekend om de boekwaarde te verminderen van goodwill toegewezen aan kasstroom genererende eenheden en dan om de boekwaarde te verminderen van de andere activa in de eenheden op een pro-rata basis. Na de opname van een bijzondere waardevermindering, zullen de afschrijvingskosten voor het actief aangepast worden voor toekomstige periodes.
Geldmiddelen en kasequivalenten. De geldmiddelen en kasequivalenten omvatten de tegoeden in kas en de deposito’s op zicht, evenals beleggingen in uiterst liquide effecten die onmiddellijk converteerbaar zijn in contanten voor een bekend bedrag, en waarvan de waarde weinig risico loopt te variëren: effecten van zeer liquide aard (sicav’s en euro-geldmarktfondsen volgens de AMF-indeling voor ICBE’s), en effecten met een resterende looptijd van maximaal 3 maanden na de aankoop ervan.
Geldmiddelen en kasequivalenten. Geldmiddelen en kasequivalenten bestaan uit kas- en banksaldi en direct opvraagbare deposito‟s.
Geldmiddelen en kasequivalenten. De geldmiddelen betreffen de kas- en banktegoeden welke ter vrije beschikking van de vennootschap staan. De activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop hebben betrekking op het economisch en juridisch eigendom van terreinen en bedrijfsgebouwen te Lébény, Hongarije. Deze zijn niet meer dienstbaar aan de bedrijfsuitoefening. Verkoopinspanningen in 2009 en 2010 hebben nog niet tot resultaat geleid. Op balansdatum is niet voldaan aan de eis van IFRS 5 dat verkoop is voltooid binnen één jaar na classificatie als aangehouden voor de verkoop. Als gevolg hiervan heeft in 2010 herclassificatie plaatsgevonden naar Materiële vaste activa als Activa niet dienstbaar aan de bedrijfsuitoefening. Begin 2010 is aan een plaatselijke makelaar een opdracht gegeven om op „no cure, no pay‟-basis tot een verkoop te komen en de instandhoudingskosten te minimaliseren. Het totaal aantal m2 in eigendom van de hiervoor genoemde terreinen beloopt in totaal 37.578 (2009: 37.578), waarvan bebouwd 8.818 (2009: 8.818).
Geldmiddelen en kasequivalenten. (in miljoen EUR) 2014 2013 Totaal 171,1 242,7
Geldmiddelen en kasequivalenten. Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contanten, direct opvraagbare deposito’s en andere kortlopende, uiterst liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardevermindering in zich dragen vermits deze aangehouden zijn bij gerenommeerde financiële instellingen. Geldmiddelen en kasequivalenten worden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs.
Geldmiddelen en kasequivalenten. Geldmiddelen en kasequivalenten bestaan uit kasmiddelen, banktegoeden en andere direct opvraagbare vrije tegoeden in de vorm van deposito’s.
Geldmiddelen en kasequivalenten. Per balansdatum beschikte de Groep over een tegoed in de vorm van direct opeisbare deposito’s van € 4,9 miljoen (31 december 2010: € 10,6 miljoen), waarover een rentevergoeding wordt genoten op het niveau van depositorente. Deze depositorente wordt periodiek aangepast. Voor een bedrag van € 66 zijn bankgaranties afgegeven aan derden, waarvoor rekening-courantgelden zijn verpand aan de bank.
Geldmiddelen en kasequivalenten. Per balansdatum beschikte de onderneming over een direct opeisbaar tegoed van € 5,2 miljoen in de vorm van deposito’s (2010: € 10,7 miljoen), waarover een rentevergoeding werd genoten op het niveau van depositorente.